De legendarische trompettist Miles Davis is altijd bewonderd om zijn onophoudelijke drang naar vernieuwing. De jaren ’70, Davis’ meest innovatieve periode, is echter ook zijn meest omstreden en bekritiseerde fase. De uiterst avant-gardistische experimenten met rock en funk gingen de meeste fans te ver. Het lijkt dan ook alsof de periode wordt doodgezwegen.
Gaven de meesten Davis met de klassieker Bitches Brew (1970) nog het voordeel van de twijfel, On The Corner (1972) scheurde het publiek in tweeën. Aan de ene kant stonden degenen die de trompettist bewonderden om zijn weigering stil te staan, aan de andere kant stonden veelal jazzpuristen die meenden dat Davis zichzelf in de uitverkoop had gegooid en maar vaag wat blies op zijn door wahwah-pedalen vervormde toeter. Toegegeven, Davis’ muziek uit de zeventiger jaren vereist een open geest.
Zo is On The Corner op het eerste gehoor een chaotische en onsamenhangende kakofonie. Echter, de rauwe, funky poliritmes zitten strak als een korset. On The Corner is daarom één van Davis’ meest gecontroleerde platen uit de jaren ’70.
De opvolger Big Fun (1974) is eveneens sterk op de funk georiënteerd, maar is een stuk toegankelijker dan On The Corner.
Get Up With It (1974) heeft meer een rockgeluid. Het album zal de wat minder ingevoerde luisteraar nog enigszins kunnen bekoren, hoewel er soms behoorlijk freaky wordt gejamd. Het nummer Rated X (drum&bass avant la lettre), met de psychotische orgeltonen, zal echter veel luisteraars afschrikken.
Hopelijk openen de reissues (met nieuwe liner notes en extra tracks) de oren voor het zwaar ondergewaardeerde jaren ’70-werk van Miles Davis, dat na bijna drie decennia wel eens de erkenning mag krijgen die het verdient.