De Amerikaanse president Bush verdient indirect een fortuin aan de oorlog in Irak, via de geheimzinnige investeringsmaatschappij Carlyle Group, die wapentuig levert aan het Amerikaanse leger. George Bush sr. is adviseur van deze invloedrijke groep met wereldwijde connecties, zelfs met Bin Laden.
Het hoofdkantoor van de Carlyle Group bevindt zich middenin het centrum van de macht; aan de Pennsylvania Avenue in Washington, tussen het Witte Huis en het Capitool in. De Carlyle Group is geen bekende naam, en het bedrijf wil dat ook graag zo houden. Maar de invloed van de investeringsmaatschappij is groot.
George Bush senior: topadviseur
De Carlyle Group werd in 1987 opgericht en wordt bestuurd door voormalige hoofdrolspelers in de internationale politiek. Het bedrijf wordt dan ook wel 'the ex-presidents' club' genoemd. Oud-minister van Defensie (in het kabinet van president Ronald Reagan) en voormalig adjunct-directeur van de CIA Frank Carlucci is directeur, de voormalige Britse premier John Major is voorzitter van Carlyle Europe, oud-minister van Buitenlandse Zaken en Financiën James Baker (respectievelijk onder Reagan en Bush sr.) is een topadviseur, en oud-president George Bush senior is topadviseur.
Ook Bush jr. werkte voor Carlyle
Maar ook de huidige president Bush heeft directe banden met Carlyle gehad. In 1990 werd hij benoemd tot directielid van een van Carlyles eerste aankopen, de vliegtuigvoedsel producent Caterair. Het bedrijf werd met verlies weer verkocht, en in 1992 vertrok Bush om gouverneur van Texas te worden. In die functie benoemde Bush enkele leden van de commissie die de investeringen van een pensioenfonds voor leraren beheerde. Dezelfde commissie besloot later om honderd miljoen dollar van de belastingbetaler te investeren in de Carlyle Group.
Eigenaar van producenten van oorlogstuig
De vele bedrijven waarvan de Carlyle Group eigenaar is zijn producenten van onder meer van apparatuur, voertuigen en wapens voor het Amerikaanse leger. United Defense maakt bijvoorbeeld raketlanceersystemen die op de Amerikaanse fregatten in de Golf worden gebruikt, alsmede andere lanceersystemen en gevechtsvoertuigen. Het bedrijf is op zijn beurt eigenaar van Bofors, een Zweedse munitiefabrikant. Maar Carlyle bezit ook de Franse krant Le Figaro en het bedrijf dat de flessen van het limonademerk Dr Pepper bottelt. In Nederland heeft de Carlyle Group ook belangen; eind vorig jaar werd kabelbedrijf Casema aan de investeringsmaatschappij verkocht.
Niettemin beweert de Carlyle Group dat slechts zeven procent van zijn fondsen geïnvesteerd is in defensiebedrijven, wat veel minder zou zijn dan andere investeringsmaatschappijen.
Connecties met familie Bin Laden
Carlyle heeft over de hele wereld connecties, waaronder enkele zeer opmerkelijke. Sinds 1995 investeert de familie Bin Laden in Carlyle. De familie houdt vol dat ze al lang geleden de banden met hun beruchte lid Osama hebben verbroken. Bush sr. zou de Bin Ladens twee keer hebben bezocht ten behoeve van Carlyle. Overigens zou de investering geannuleerd zijn en doet Carlyle geen zaken meer met de Bin Ladens.
Sinds 11 september 2001 is de betekenis van Carlyle gegroeid. De IT Group kreeg in het najaar van 2001 diverse contracten van de Amerikaanse regering om met antrax besmette gebouwen schoon te maken, waaronder het Hart Senate Office Building, het kantoor van de Amerikaanse senator Tom Daschle. Carlyle bezit 25 procent van de IT Group.
De oorlog in Afghanistan, en nu in Irak, waren voor de dochters van Carlyle een perfecte gelegenheid om hun oorlogstuig te leveren aan het Amerikaanse leger. Indirect komt dit ten goede aan de portemonnee van de werknemers van Carlyle, waaronder dus de vader van de huidige Amerikaanse president Bush. De oud-president wordt betaald met aandelen in de Carlyle Group, en verdient derhalve aan bijvoorbeeld de Irak-oorlog. Als zoon ligt het voor de hand dat de huidige president Bush erfgenaam is.
'Gerecyclede samenzweringstheorieën'
De Carlyle Group vindt het verhaal, uitvoerig omschreven in het boek The Iron Triangle - Inside the Secret World of the Carlyle Group van de gerenommeerde Amerikaanse journalist Dan Briody (dat deze maand verschijnt), echter niet meer dan een paranoïde samenzweringstheorie. "Pel de lagen van feitelijke fouten en zelfgenoegzaamheid weg en alles dat je overhoudt zijn insinuaties zonder grond", zegt woordvoerder Chris Ullman. "Dit boek is een verzameling gerecyclede samenzweringstheorieën gemaskeerd als onderzoeksjournalistiek."
Invloed op regeringsbeleid
Het is weliswaar moeilijk om de vinger te leggen op de mate waarin Carlyle invloed uitoefent op het beleid van de Amerikaanse regering, maar de nauwe band tussen medewerkers van Carlyle en leden van de regering is een feit.
Carlyle zelf ontkent voor de regering te lobbyen om belangenverstrengeling te voorkomen, maar de vraag is welke pet Baker en Major dragen als ze in Londen in Bush' voordeel een toespraak geven over de vermadelijde presidentsverkiezingen van 2000. Of als minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell een toespraak geeft op een banket van Carlyle.
Het is bekend dat verkiezingscampagnes in de Verenigde Staten gefinancierd worden door het bedrijfsleven. George Bush junior staat bekend als de 'pro-business president'. Het is een dubieus gegeven, maar het wordt extra wrang als presidenten rijk worden van een oorlog die ze zelf voeren.
Dit artikel verscheen eerder op Planet.nl.