donderdag 15 mei 2003
Joan Armatrading luistert niet naar muziek
In haar ruim dertigjarige carrière heeft de Britse singer-songwriter Joan Armatrading nooit achter trends aangehold. In haar werk is ze altijd zichzelf gebleven. Daar heeft Armatrading een simpele verklaring voor: "ik weet niet hoe je trends moet volgen". En ze luistert ook al niet naar muziek.
Joan Armatrading werd op 9 december 1950 geboren op het Caribische eiland St. Kitts. In 1958 stak ze de Atlantische Oceaan over naar Groot-Brittannië. Daar ontmoette ze begin jaren '70 bij de musical Hair tekstschrijfster Pam Nestor. Uit de samenwerking vloeide in 1972 Armatradings debuutalbum Whatever's for Us voort. Daarmee is Armatrading een van de eerste zwarte vrouwen in Groot-Brittannië die folk maakt. Hoewel ze dat wel flink doorspekt met reggae en soul. Armatrading werkte met het neusje van de zalm samen, van leden van Fairport Convention tot Little Feat en Bruce Springsteens E-Street Band.
1976 is het jaar van de doorbraak voor Armatrading met haar titelloze album. Love and Affection lanceert haar in de hitlijsten en levert haar een top 10 hit op. Het duurt echter nog vijf jaar voordat Armatrading ook in de Verenigde Staten een hit scoort (met Me Myself I in 1980). Een grote ster werd Armatrading in de VS echter niet, maar ze kreeg wel een trouwe fanschare. Ook in eigen land heeft Armatrading nooit over succes te klagen gehad. Niet voor niets omspant haar carrière inmiddels al ruim dertig jaar. En haar oeuvre is ook bijzonder consistent.
"Dit is Joan"
Het is moeilijk doorkomen aan de telefoon. De ene keer lijkt de lijn dood, soms komen er vreemde tonen uit de hoorn, dan wordt er een voicemail aangeschakeld. Na een paar pogingen neemt een vrouw met een schorre stem op. "Hallo?"
Ik stel me voor en vertel dat ik bel voor het interview met Joan Armatrading. "Dit is Joan", zegt de vrouw aan de andere kant van de verbinding, die overigens erg kraakt en Armatrading is nog net verstaanbaar. De verbinding zou later in het gesprek ook nog verbroken worden. Maar het is wel een directe lijn naar Armatradings kleedkamer in de Liverpool Philharmonic Hall, waar ze zich voorbereidt op een optreden later die avond.
Joan Armatrading BA Hons DLitt HonDMus MBE
Tijd voor de eerste vraag. Joan Armatrading bracht eind maart haar achttiende album Lovers Speak uit, wederom een state-of-the-art sophisticated pop-folk plaat. Het was tevens haar eerste plaat in acht jaar. Maar Armatrading heeft in de tussentijd niet stilgezeten.
"Hahahaha! Ik heb veel gedaan. Ik heb een universitaire graad gehaald [een Bachelor's Degree in kunst alsmede een eredoctoraat aan de universiteit van Birmingham voor haar gehele oeuvre, en ze mag zich nu Joan Armatrading BA Hons DLitt HonDMus MBE noemen - PS]. Ik heb nog getoerd na mijn vorige album [What's Inside uit 1995]. Ik haalde mijn graad terwijl ik toerde, dat is hard werken. Maar ik wilde het graag. Ik was ook bezig met schrijven."
Tussen de bedrijven door zette Armatrading zich ook in voor Zuid-Afrika. Ze is een van de initiatiefnemers van UKUZA, een organisatie die zich inzet voor het welzijn van de zwarte bevolking in Zuid-Afrika, nu het land veel veranderingen doormaakt sinds de afschaffing van de apartheid. In die rol ontmoette Armatrading diverse keren Nelson Mandela, en schreef en zong een nummer voor hem tijdens het Tribute to Nelson Mandela concert in Londen in 2000. Mandela danste het hele nummer lang.
"Ik weet niet hoe je trends moet volgen"
In wanhopige pogingen met de tijd mee te gaan, hebben veel muzikanten belachelijke, geforceerde novelty platen gemaakt. Joan Armatrading is daarentegen altijd opvallend consistent gebleven, en heeft zich nooit door de waan van de dag laten leiden.
"Ik kan het niet uitleggen, zo ben ik altijd geweest. Ik weet niet of dat goed of slecht is, maar dat is wat ik doe. Ik probeer de nummers te schrijven waarvan ik denk dat ik ze kan schrijven, en niet de nummers die trends volgen. Ik weet eigenlijk niet hoe je trends moet volgen. Als iemand rapt, of garagerock maakt... Het is niet goed als ik zou proberen dat soort muziek te maken, want zo zit ik niet in elkaar. Het is beter om dat over te laten aan de mensen die daar goed in zijn, want dat is natuurlijk voor hen. Wat voor mij natuurlijk is, is de muziek schrijven die ik schrijf. Het is beste om natuurlijk te blijven."
"Ik luister niet naar muziek"
Opvallend is dat voor een doorgewinterde, zelfs academisch onderscheiden muzikant, Joan Armatrading weinig naar muziek luistert. "Ik luister niet veel naar muziek eigenlijk. Natuurlijk ken ik wel wat muziek, maar ik luister nooit naar de radio, of koop platen."
Verbazingwekkend dat een muzikant niet naar muziek luistert. "Hahahaha! Weet je, ik schrijf veel, ik toer. Als ik werk hoef ik niet ook nog eens andere muziek te horen", grapt ze. "Hahahaha!!!"
Dit artikel verscheen eerder op Planet.nl
woensdag 14 mei 2003
Fugees - Greatest Hits
De Fugees debuteerden in 1994 met Blunted on Reality. Een zeer middelmatig album, dat bij uitkomen al meteen in de vergetelheid raakte. Terecht. Het was dan ook verbazingwekkend toen het tweede album The Score in 1996 werd ontvangen als de terugkeer van Jezus op aarde. Waarschijnlijk door een sluwe promotiecampagne van de platenmaatschappij tuinden de recensenten en vervolgens het publiek in de 'scam' dat de Fugees een uitzonderlijk getalenteerde band was. Een band die aan de haal ging met allerlei genres ("muzikale reis"). Eindelijk was er een hiphop-act die niet gemakzuchtig leunde op samples, maar zelf instrumenten bespeelde. En geen boze negers, ze zongen namelijk ook nog. Genoeg om hen tot genieën te bombarderen.
In hun enthousiasme zag men over het hoofd dat de Fugees per saldo helemaal niet zo bijzonder waren. Een band uit elk ander genre was hier niet mee weggekomen. Tel maar eens op: ze zangkwaliteiten van Lauryn Hill zijn hooguit voldoende, maar ook lang niet altijd zuiver (zeker live niet). Wyclef is als rapper onderontwikkeld, als gitarist matig. Praz rapt hier en daar wat, maar zijn verdere rol is wat onduidelijk. De muziek is verder toch wat te simpel, bevat weinig rijkdom en is grotendeels zelfs saai, monotoon, spanningsloos.
Ironisch genoeg zijn de Fugees op hun best als ze covers spelen. En dat doen ze verdacht veel, en verdacht gemakzuchtig. Ze geven de covers bar weinig eigen invulling. Vergelijk Killing Me Softly bijvoorbeeld maar eens met de versie van Roberta Flack (overigens ook een cover); weinig verschil. En hun veelzijdigheid is in werkelijkheid niet meer dan het knippen en plakken van genreconventies.
Wat de Fugees groot heeft gemaakt, en wat ze slim weten uit te spelen, is dat ze een belofte inhouden (waar ze door alle loftuitingen waarschijnlijk zelf ook in geloven). Hun muziek heeft de schijn van een visie, een complexiteit, een illusie dat de band in de toekomst grote dingen gaat doen. Zo was het solodebuut van Hill (The Miseducation of...) vrij sterk, en kwam ze vorig jaar met een zwaarmoedig akoestisch live-album (MTV Unplugged No. 2.0), vol getergde songs en een heuse huilbui. Doe maar lekker serieus, volgt de rest van de wereld vanzelf. Daar heeft Wyclef ook een handje van; hij loopt op het podium dan wel te schreeuwen, te springen, de handstand te doen, karatetrappen uit te delen en in palen te klimmen. Maar hij neemt ook met een doodserieuze blik zijn gitaar ter hand en duikt in videoclips ook op terwijl hij met een ernstig gezicht zit te spelen. Voeg daar nog eens een vogelvlucht door muzikale genres aan toe, en men trapt erin, men vreet het. Terwijl die belofte maar niet wordt ingelost.
Deze Greatest Hits (Sony Music) zou de wereld weer met beide benen op de grond moeten trekken. Het documenteert uitvoerig het beperkte kunnen van de Fugees. Behalve de verplichte hits Fu-Gee-La, Ready or Not en Killing Me Softly staan er ook diverse - overbodige - remixen op, alsmede live-materiaal. En live tonen de Fugees hun ware gezicht. Dan blijkt dat de zweem van muzikaliteit vooral het product is van eindeloos afmixen in de studio. Vooral schrijnend is Lauryn Hill. Die zingt zo vals, dat de vraag zich opdringt waarom ze ooit een microfoon in haar handen heeft gekregen. En dat is niet een eenmalige misser, die klacht is veelgehoord.
Deze dubbelaar legt de pijnlijke waarheid eindelijk eens bloot. De Fugees waren geen nieuwe muzikale revolutie, geen nieuwe wonderkinderen, maar hooguit een eclectische novelty act. De enige reden waarom deze schijven gekocht mogen worden is om deze auditieve fraude eindelijk eens aan het licht te brengen. De Fugees zijn het onderpand van een lening die nooit wordt terugbetaald.
Dit artikel verscheen eerder op Planet.nl.
Tupac Shakur - 2Pac vs.
De mythe is sterk overdreven. Wat 2Pac de wereld heeft nagelaten is een handjevol prima films en verder generieke gangsta rap albums, en postuum uitgegeven vrachtwagenladingen met inferieur restmateriaal. 2Pac is technisch nooit een getalenteerde rapper geweest, zijn teksten waren achterhaald en zijn productie liet te wensen over. De hele legende om 2Pac heen is in de eerste plaats het product van een uitgekiende campagne van de commercie, wiens cretologie vervolgens werd nagepapegaaid door mensen die niet wisten waar ze het over hadden.
Wat dan ook nuttig zou zijn geweest was een documentaire die de mythe om 2Pac heen enigszins zou ontkrachten, of hem in ieder geval in de juiste proporties zou plaatsen. Tupac vs. (Xenon/Zyx) doet dat niet. Maker Ken Peters versterkt de legende alleen maar, en geeft er ook nog een misplaatste intellectuele invulling aan.
De hoes verraadt het al met de woorden "Icon. Philosopher. Martyr." Dat 2Pac een icoon is kan niet ontkend worden. Zijn gezicht staat op ontelbare vlaggen over de hele wereld, om maar een eenvoudig voorbeeld te noemen.
Filosoof is al iets anders. We horen in een exclusief interview in de gevangenis (waarin hij midden jaren '90 een straf uit zat voor aanranding) 2Pac inderdaad wat bespiegelingen uitkramen, maar dat zijn voornamelijk de belegen samenzweringstheorieën dat donkere krachten (lees: de Amerikaanse regering) de zwarte gemeenschap willen uitroeien en dat daarom crack en aids zijn uitgevonden. Verder dweept hij met boeken die hij heeft gelezen. Al zijn ideeën heeft hij van anderen. En bovendien, als 2Pac zo intellectueel was, waarom stonden zijn platen dan vol met uitgekauwde gangsta rap teksten? In 2Pac vs. komt hij vooral naar voren als een lichtelijk megalomane narcist, die zichzelf continu in het midden van de belangstelling ziet. Hij is welbespraakt, zeker niet dom, maar dat maakt hem nog niet tot een intellectueel.
Waarom 2Pac een martelaar was wordt onvoldoende beantwoord. De documentaire (en 2pac zelf) stelt dat hij de spreekbuis was van de woedende zwarte jeugd in Amerika, die gefrustreerd is over het racisme en het uitblijven van een toekomst. 2Pac kreeg veel kritiek van de media en politici omdat hij geweld zou verheerlijken. 1+1=2. Maar hoe je het ook wendt of keert, 2Pac werd gewoon het slachtoffer van enkele onzuivere figuren om hem heen.
2Pac vs. schildert Shakur voortdurend af als een genie die op ingenieuze wijze een alter ego schiep dat de gehele zwarte jeugd in de binnensteden belichaamde. Dat kan wel zijn, maar daarmee wordt voorbij gegaan aan het feit dat 2Pac hierin niet de enige, en ergo: niet de eerste was. Toen 2Pac in opkomst was, was gangsta rap in 'the Black CNN' zin allang doodgebloed. Bovendien is wat 2Pac deed veel beter gedaan door rappers als Ice-T, Ice Cube of de Geto Boys. Sowieso trekt de documentaire 2Pac los van hiphop, alsof hij erboven staat. Hiphop is wel de spreekbuis van jong zwart Amerika (de eerder genoemde Black CNN functie), en hoewel 2Pac een van de bekendere exponenten van de subcultuur is, blijft hij een onderdeel daarvan.
Daar komt bij dat 2Pac vs. Shakur nogal overdreven verafgoodt. Hij wordt in hetzelfde pantheon geplaatst als de zwarte leiders Martin Luther King en Malcolm X. En men gaat zelfs nog verder door hem een godenstatus toe te dichten: 2Pac was een Zwarte Jezus. Als bewijs voor deze godenstatus wordt aangevoerd dat 2Pac wereldwijd miljoenen platen verkocht. Dat zal best, maar zegt weinig. De meeste mensen kochten zijn cd's simpelweg omdat ze de muziek leuk vonden. Laten we wel wezen: 2Pac was gewoon een popster. Bovendien zou dat inhouden dat elke artiest met een wereldhit een halfgod is.
De dubieuze kanten van 2Pac worden gebagatelliseerd tot een schijnbare tegenstrijdigheid van zijn persoonlijkheid. Hij zou vooral verkeerd begrepen zijn, omdat hij altijd is afgeschilderd als een duivel, terwijl dat slechts zijn alter ego was, een klein onderdeeltje van zijn gehele persoon. Dat kan wel zijn, maar zijn misdaden worden wel erg makkelijk terzijde geschoven. Zo zegt 2Pac in het interview in de gevangenis dat hij nooit iemand verkracht heeft, maar veroordeeld is omdat hij een vrouw op haar achterwerk sloeg. Niemand die hem een kritische vraag stelt. En het gevecht in 1992, waarbij een 6-jarig jongetje dodelijk getroffen werd door een kogel, wordt niet eens genoemd. Toegegeven, de aanklacht tegen Shakur werd ingetrokken, maar moet voor de feitelijke belans op z'n minst vermeld worden.
2Pac vs. is vormgegeven in een snelle, opgewonden beeldtaal met korte, flitsende beelden, flarden tekst en pakkende soundbites over beats, die daardoor een sensationele lading krijgen. Het geheel is erg onrustig en vermoeiend. 2Pac vs. is beslist een intelligente documentaire over de vermoorde rapper, maar valt ten prooi aan idolatrie. Daarmee valt de documentaire tussen wal en schip. De overdreven bewierroking zal niet-fans weinig kunnen bekoren. De fans zullen teleurgesteld zijn over het gebrek aan muziek en worden afgeschrikt door het vele gepraat. Hoe dan ook is het vermoeiend om een dik uur naar een duizelingwekkende videoclip te kijken.