dinsdag 15 augustus 2006

Muscle Shoals: gehucht wordt soulmekka



Waar een kleine stad groot in kan zijn. Muscle Shoals, Alabama telt nog geen twaalfduizend zielen, maar zijn soul sound maakte het gehucht in de jaren zestig en zeventig tot een mekka voor artiesten. Het opmerkelijke verhaal van het belangrijkste dorp van de popmuziek en een gesprek met een van de hoofdrolspelers: Dan Penn.

Het is een persoonlijke tragedie die de het begin vormt van wat zou uitgroeien tot de legendarische Muscle Shoals Sound. Als zijn vader en zijn aanstaande vrouw binnen een tijdspanne van slechts twee weken komen te overlijden, besluit Rick Hall zijn baan in een aluminiumfabriek in Florence, Alabama op te zeggen om de kost te verdienen als gitarist, violist en mandolinespeler bij Carmol Taylor and the Country Pals. In die tijd leert Hall de jonge saxofonist Billy Sherrill kennen. Ze worden vrienden en gaan samen songs schrijven. Uiteindelijk verlaat Hall de Country Pals om met Sherrill de Fairlanes op te richten, een R&B-band met gitarist Dan Penn als leider. Penn was al op jonge leeftijd professioneel songwriter en had op zijn zestiende zijn eerste hit met Is a Bluebird Blue? dat hij aan Conway Twitty had verkocht.

Eind jaren vijftig stampen Hall, Sherrill en Penn er in hoog tempo songs uit, die ze verkopen aan een klein labeltje in Florence, Alabama, in de streek Quad Cities (Muscle Shoals, Florence, Sheffield en Tuscumbia). Het drietal is vrij succesvol, artiesten als Roy Orbison nemen hun liedjes op. Zodoende komen ze in contact met Tom Stafford, die een studiootje had gebouwd boven de drogisterij van zijn familie in Florence genaamd Florence Alabama Music Enterprises, kortweg FAME. Vreemd genoeg was FAME de enige opnamestudio in de hele staat en groeide al snel uit tot een centrum voor muzikanten. Jimmie Johnson, Spooner Oldham en Dan Penn nemen er hun demo’s op om ze te slijten in Nashville.

Hall is moeilijk in de omgang en in 1960 komt hij in aanvaring met Stafford en Sherrill. Zij breken met Hall maar hij mag wel de naam FAME hebben. In 1961 begint FAME te lopen als Arthur Alexander, een piccolo in een plaatselijk hotel die door Stafford aan Hall wordt geïntroduceerd, een hitje scoort met You Better Move On (later gecoverd door de Rolling Stones). De studioband was Dan Penn en de Pallbearers.

Met de opbrengst kan Hall zijn eigen studio bouwen aan de Avalon Avenue in Muscle Shoals, waar het bleef zitten tot de sluiting in begin 2005. FAME begint te lopen als manager Bill Lowry uit Atlanta zijn artiestenstal (Joe South, Tommy Roe en The Tams) onderbrengt bij Hall. In 1964 timmert FAME aan de weg met hits van Jimmy Hughes en Tommy Roe. Hoewel Hall van huis uit een country-liefhebber is, noopt het succes van zijn R&B-artiesten hem de kant van zwarte muziek op te gaan.

Nieuwe generatie
Met het succes van FAME groeit de onvrede. Hall boert goed maar betaalt zijn muzikanten minimumloon. Dan Penn verkast naar Memphis en gaat daar samenwerken met Chips Moman in de American Studio. Een nieuwe generatie dient zich aan bij FAME. Gitarist Jimmy Johnson, drummer Roger Hawkins, bassist David Hood en toetsenisten Spooner Oldham treden in dienst als sessiemuzikanten. Deze studioband, bekend als de Swampers en later de Muscle Shoals Rhythm Section, zou uitgroeien tot een van de meest illusteren studiobands uit de geschiedenis van de popmuziek.

Na een paar maanden schaven aan hun geluid neemt de nieuwe studioband een nummer op die de naam Muscle Shoals een plaats in de geschiedenisboeken zou geven. When a Man Loves a Woman van een lokale ziekenhuisbewaker genaamd Percy Sledge wordt de eerste nummer 1-hit van de southern soul. Plotseling streed het kleine, onbekende Muscle Shoals om de eer met Memphis en Detroit. De soulfulste Tukker aller tijden Arthur Conley neemt zijn klassieke debuutalbum Sweet Soul Music deels in Muscle Shoals op. Etta James ruilde Chess Records en Chicago tijdelijk in voor Muscle Shoals en kwam terug met Tell Mama en I’d Rather Go Blind.

Atlantic
Men begon de oren te spitsen. Atlantic-baas Jerry Wexler ziet de potentie van de Muscle Shoals Sound en stuurt de ene naar de andere artiest naar dat geheimzinnige plaatsje in Alabama. Wilson Pickett nam er een van zijn grootste hits op, Mustang Sally.

Wexler zag in Muscle Shoals de ideale plaats om zijn nieuwste aanwinst Aretha Franklin tot wasdom te laten komen. Franklin had al enkele platen gemaakt voor Columbia, maar werd beperkt door braaf, commercieel materiaal en had matig commercieel succes. Wat ze nodig had was een rauwe, funky band die paste bij haar krachtige stem, redeneerde Wexler. Aretha’s terugkeer naar het zuiden bleek een gouden greep. I Never Loved a Man (The Way I Love You) en Do Right Woman, Do Right Man worden megahits in 1967.

Maar Halls temperament gooit opnieuw roet in het eten. In een dronken bui krijgt hij het aan de stok met Franklins man Ted White. Wexler besluit daarop de banden met Hall door te snijden. Wel laat hij de studioband van Fame overkomen naar New York om de de rest van het album I Never Loved a Man (The Way I Love You) op te nemen. Respect, de cover van Otis Redding, wordt een onsterfelijke wereldhit.

Wat behalve de kleinheid en afgelegenheid Muscle Shoals tot een onwaarschijnlijk soulmekka maakte, was het feit dat dat de hoofdrolspelers allemaal blanke ‘country boys’ waren die beïnvloed werden door zwarte gospel en R&B die ze op de radio hoorden.. We hebben het hier over het Amerikaanse Zuiden van de jaren vijftig en zestig toen er nog een rassenscheiding was en waar zwarten nog katoen plukten. Blank en zwart deed er echter niet toe in de studio. Maar toen in 1968 de zwarte leider Martin Luther King werd vermoord, veranderde de situatie. “Het broederschap tussen zwarte en blanke muzikanten leek eronder te lijden”, herinnert Wexler zich.

Rockmagneet
Muscle Shoals verandert van een soulwalhalla in een magneet voor rockartiesten. Hall en FAME slaan begin jaren zeventig een commerciële richting in en produceert popartiesten als The Osmonds, Tom Jones en Liza Minelli.

De Swampers – inmiddels zonder Spooner Oldham die naar Memphis is vertrokken om zich bij zijn maat Penn te voegen en is vervangen door toetsenist Barry Beckett – richten in mei 1969 in een voormalige lijkkistenwerkplaats in Sheffield hun eigen studio op, Muscle Shoals Sound. De studio is verzekerd van werk voor Atlantic. Hun eerste opdracht is een album voor Cher, dat vernoemd wordt naar het adres van de Muscle Shoals Sound Studios: 3614 Jackson Highway in Sheffield.

Tijdens hun Amerikaanse tournee doen The Rolling Stones in december 1969 Muscle Shoals aan. In drie avond nemen ze You Gotta Move, Wild Horses en Brown Sugar op, die uiteindelijk op het album Sticky Fingers belanden. In de concertfilm Gimme Shelter is de band ook in de Muscle Shoals Sound Studio te zien. Jimmy Johnson leert Keith Richards het Alabama-accent: “Y’all come back, y’hear!”

Vervolgens meldde een journalist van rock magazine Rolling Stone zich bij Muscle Shoals Sound. Na een paar dagen rondgehangen te hebben vertrok de popscribent om een paar weken later terug te keren en een plaat op te nemen. De popjournalist bleek niet de persoon te zijn voor wie hij zich eerder uitgaf, maar Boz Scaggs. Het titelloze album, met Duane Allman, werd een critics’ favorite.

Chris Blackwell van Island bracht reggaezanger Jimmy Cliff naar de Muscle Shoals Sound Studios in de hoop dat een R&B-geluid de artiest zou laten aanslaan bij het Amerikaanse en Europese publiek. Verschillende nummers die in Muscle Shoals werden opgenomen, waaronder Sitting in Limbo, kwamen op de soundtrack van The Harder They Come. Via Blackwell belandde ook Traffic in Muscle Shoals en Barry Beckett, David Hood en Roger Hawkins gingen zelfs met de band op tournee.

Paul Simon meldde zich om enkele nummers voor There Goes Rhymin’ Simon op te nemen, waaronder Take Me to the Mardi Gras, Kodachrome en Loves Me Like a Rock. Simon en de Muscle Shoals Rhythm Section krijgen een Grammy-nominatie. Lynyrd Skynyrd nemen hun eerste demo’s op in Muscle Shoals. Detroit rocker Bob Seger nam zijn grootste hits op in Muscle Shoals, zoals Mainstreet, Old Time Rock & Roll en We’ve Got Tonite. Bob Dylan neemt Slow Train Coming op. Rod Stewart werkt met Jimmy Johnson en Barry Beckett samen op Atlantic Crossing. Dire Straits mixen Communiqué af in Muscle Shoals.

Het was een komen en gaan van artiesten in dat gat in die noordwestelijke uithoek van Alabama, die inmiddels was uitgegroeid tot Hit Recording Capital of the World. Op het hoogtepunt midden jaren zeventig telde Muscle Shoals acht studio’s. Er waren amper hotels de artiesten verbleven soms in caravans. Er was geen nachtleven. Muscle Shoals was in feite verre van rock&roll. Maar dit is misschien juist het geheim. “Je werd niet afgeleid”, verklaart Spooner Oldham. “Je kunt je er makkelijk op je muziek concentreren.”

Dan Penn
Een van de hoofdrolspelers in Muscle Shoals was gitarist, zanger en songwriter Dan Penn. Hij schreef Do Right Woman, Do Right Man en I Never Loved a Man (The Way I Love You) en bezorgde Aretha Franklin onsterfelijkheid. Verder zijn Penns songs vertolkt door Janis Joplin, Rolling Stones en Solomon Burke. Heaven belde met de soularchitect in zijn huis in Nashville.

De huisband van FAME was blank, maar jullie speelden zwarte muziek. Had u een voorkeur voor zwarte muziek?
“Ik kwam met zwarte muziek in aanraking via WLAC Radio in Nashville, Tennessee. Het was een grote zender die ook te ontvangen was in Alabama, waar ik woonde. Ik hoorde iedereen van Jimmy Reed, Reverend Franklin en Aretha toen ze nog jong was. Ik hield van de zwarte spirituals en alles dat ik hoorde.”

Wat voor ervaring was het om als blanke samen te werken met zwarte artiesten in de tijd van de rassenscheiding?
“Er waren minder problemen dan je zou denken. Er waren wel plaatsen met problemen en er gebeurden wel dingen die niet door de beugel konden. Maar niet waar ik was. Ik heb zelf nooit iets meegemaakt. In de studio was je op een andere planeet. Daar respecteerde iedereen elkaar. Dat was liefde. Je weet hoe muzikanten zijn. Het is tegenwoordig nog steeds hetzelfde. Het maakt hen niet uit welke kleur je bent, waar je vandaan komt, of wat dan ook. Zolang je kunt spelen, en goed kunt spelen, ben je mijn vriend.”

Besefte u destijds dat u historische muziek maakte?
“Zo zag ik het niet. Ik vond het gewoon goed klinken.”

Bent u trots op uw werk?
“Ja ik ben trots. Anders had ik bij een pompstation in Alabama gewerkt. Ik ben maar een eenvoudige plattelandsjongen. Ik had geluk dat er deuren voor me open gingen.”

Ziet u zichzelf als een architect van de soul?
“Nee, haha. Alles dat ik voor elkaar heb gekregen heb ik aan iemand anders te danken. Ik zie mezelf niet als een legende. Songs schrijven is mijn werk. Het is een baan. Een mooie baan, maar voor mij is het altijd slechts een baan geweest. De goeie ouwe tijd in Muscle Shoals ligt achter me. Ik leef vandaag. Het verleden ligt achter me, en ik denk er niet veel meer aan terug. Anderen misschien wel, maar ik niet. Ik had geluk om in die positie te mogen verkeren en ik heb er het beste van geprobeerd te maken.”

Dit artikel verscheen eerder in popmagazine Heaven.