Een nieuwe cd, tv-programma en theatershow en dan ook nog een kind erbij. Allemaal geen probleem voor Claudia de Breij.
Deze maand verscheen de nieuwe cd Samen wakker worden, ergens heen, lekker eten en weer slapen.
‘Het is een echte popplaat geworden. We zijn steeds meer de muziek gaan maken die we zelf gaaf vinden, er staat nu een hele popband op het podium.
Toen we twaalf jaar geleden begonnen maakten we meer van die echte cabaretliedjes, braaf op de akoestische gitaar met teksten vol binnenrijm en koddige vondsten. Maar op plaat gelden andere wetten dan in het theater. Inmiddels zijn we erachter dat men daar niet zit te wachten op liedjes met een tekstueel vondstje.
Dat gaf me veel vrijheid bij de plaat, dan kun je echt alles schrijven dat ook pas na drie keer luisteren valt.’
Dit najaar komt er een nieuw theaterprogramma.
‘Het programma gaat Hete Vrede heten, als contrast met de Koude Oorlog. Het gaat over de tijd waarin we nu leven. Ik vind de jaren nul een verwarrend tijdperk. Sommige mensen roepen heel hard dat ze zeker weten hoe alles zit. Dat wil ik in twijfel trekken. In Hete Vrede vraag ik me af hoe ik later zal terugkijken op deze tijd. Wat ik zeker weet zing ik, dat zijn meer persoonlijke dingen, de rest zijn grappen.’
Ook ga je dit najaar een tv-programma presenteren.
‘Het gaat Claudia op vrijdag heten. Het dreigt heel leuk te worden. Het programma is op dit moment nog in een heel maakbaar stadium, dus ik kan er inhoudelijk nog niets over zeggen.’
Welke vind je het leukst: cabaret, zingen of presenteren?
‘Vroeger zei ik altijd resoluut: theater. Ik merk tot mijn opluchting dat ik recent zeg: ik ben gewoon een maker. Ik heb gedachten waar ik iets mee moet, en daar zoek ik de vorm bij. Soms is dat radio, soms tv of theater. Of schrijven, ik hou van dat eenzame proces. Duizendpoot vind ik een platgetrapte term. Ik ben gewoon een maker.’
Sinds een jaar ben je moeder van zoon Bing. Hoe bevalt het moederschap? Is het niet heel druk met al je activiteiten?
‘Het is geweldig. Iedereen waarschuwde dat je veel moest opgeven, dat er veel van je eigen tijd af gaat. Maar dat is helemaal niet zo. Ik heb er juist iets overweldigends bij gekregen. Het lijkt wel of ik zelfs twee keer zoveel tijd heb gekregen. Het scheelt natuurlijk wel dat ik geen negen-tot-vijf-baan heb, waardoor ik toch veel thuis ben.
Ik heb ook van nature veel energie, dat scheelt. Sommige mensen zijn sneller moe dan ik, dan denk ik: ben je nu al moe? Maar ik moet gewoon mijn bek houden, sommige mensen hebben nu eenmaal minder energie.
In het begin kwam ik wel moe thuis na een voorstelling, dat is vaak ook ver weg, en dan moet je nog eens in actie komen. Dan stond ik wel eens tegen de muur aan te slapen.’
Dit artikel verscheen eerder op DePers.nl.
donderdag 28 mei 2009
woensdag 27 mei 2009
Vieux Farka Touré in voetsporen vader
Met het overlijden van de Malinese blueslegende Ali Farka Touré in 2006 verloor Afrika een van zijn prominentste muzikanten. Gelukkig neemt zoon Vieux de zaak over.
Dat Vieux de zoon van Ali is hoor je onmiddellijk aan zijn gitaarsound. Dezelfde broeierige, zinderende woestijnriffs die blijven resoneren in je hersenkwabben als een soort mantra.
Vieux is niet bang om in de schaduw te staan van zijn illustere vader. ‘Ik zie het als een voorrecht. Er was maar één Ali Farka Touré en dat zal altijd zo blijven. Maar ik ben Vieux Farka Touré en dat is een ander verhaal.’
Voor hetzelfde geld hadden we dat verhaal nooit te horen gekregen. Als het aan papa had gelegen was zoonlief nooit de muziek in gegaan. ‘Mijn vader wist uit eigen ervaring hoe zwaar het is om professioneel muzikant te zijn. Hij was net als alle vaders, hij wilde me beschermen. Hij wilde eigenlijk dat ik het leger in ging, kun je het je voorstellen? Maar toen hij zag hoeveel ik van muziek hield en hoe graag ik speelde, was het goed. Hij ging zelfs mee toen ik me ging inschrijven bij het National Arts Institute in Bamako. En hij speelde mee op mijn eerste plaat.’
Vieux’ tweede album Fondo is net uit. Zijn spel mag sterk op dat van zijn vader lijken, de muzikale context is breder. ‘Ik ben 28 en luister naar alle soorten muziek. Op mijn iPod staat hiphop, blues, reggae, reggaeton, traditionele Malinese muziek. Ik ben dol op Phil Collins. Je lacht erom, maar het is echt waar. Dus dat komt allemaal terug in mijn muziek. Mijn naam betekent oud in het Frans, maar ik ben jong en mijn muziek ook.’
Dit artikel verscheen eerder op DePers.nl
donderdag 14 mei 2009
Muzikale wereldburger
Sara Tavares is een vreemde eend in de bijt. Ze mixt Portugese en Afrikaanse muziek met soul. Geef dat beestje maar eens een naam.
Het is moeilijk een etiket op de muziek van Sara Tavares (1978) te plakken. De muziek van de Kaapverdische, die opgroeide in Lissabon bij een Portugese pleegmoeder, klinkt niet typisch Kaapverdisch of Portugees. Tavares is te Afrikaans om Europees te zijn, maar te Europees om Afrikaans te zijn.
Dat is het resultaat van opgroeien tussen twee culturen. ‘Ik miste mijn Kaapverdische kant toen ik opgroeide. Ik was anders en wist niet waarom. Ik wist niet wat er positief was aan dat anders zijn. Ik had geen familie om de rijkdom ervan te begrijpen’, zegt Tavares.
Als tiener begon Tavares haar Kaapverdische roots te verkennen. ‘Toen ik muziek begon te maken, werd het een uitdaging om dat te ontdekken. Voor mij komt muziek voort uit je identiteit. Het werd een uitdaging om alles dat ik was te verwerken in mijn muziek.’
De zangeres ziet zichzelf niet als vertegenwoordiger van de Kaapverdische cultuur. ‘Ik zeg alleen dat ik Kaapverdische ben, en dat ik deel uitmaak van de Creoolse cultuur. Ik ben een wereldburger.’
Tavares’ nieuwe album Xinti is een sensuele plaat vol knap in elkaar gevlochten ritmes, rijke melodieën en gevoelige zang. Een juweeltje om verliefd op te worden.
Dit artikel verscheen eerder in Dagblad De Pers.
woensdag 6 mei 2009
Harry Muskee versus God
Elf jaar duurde het om een opvolger voor Dancing Bear te maken. Maar nu ligt dan Cats Lost van Cuby and the Blizzards, geproduceerd door Daniël Lohues, in de winkels.
Cats Lost klinkt vriendelijker en minder heavy dan het eerdere C+B werk.
Harry Muskee: ‘Ja dat vind ik ook. Het is een veel gedifferentieerder album. Van oude country-blues tot blues met toeters. En daarnaast echte liedjes.’
Lohues: ‘Ik wilde altijd al een plaat met de Blizzards maken waarin al hun sterke punten voorbij zouden komen, waarin alle mensen die in de Blizzards spelen zoiets hebben van: yeah, dat is nou typisch de band.’
In Low Country Blues zing je over de toenemende hufterigheid in Nederland. Heeft die ook al toegeslagen in Grolloo?
Muskee: ‘Nou nee. Daar heb je er niet zoveel last van. Ik ben in ‘78 wel eens voor niks in elkaar geslagen, hadden ze de verkeerde voor zich. Het deed me er wel aan denken. Je hoort tegenwoordig veel rare dingen, zoals dat hele ambulance-trein-bus-en-streekvervoer-verhaal. Ik ben geen massapsycholoog, dus waar dat vandaan komt weet ik niet. Dat zou je Goebbels moeten vragen.’
In Devil Made Religion neem je religie onder vuur.
Muskee: ‘Dat heeft er misschien ook mee te maken. De intolerantie. De duivel heeft religie uitgevonden om de boel te ondermijnen, als een soort spel voor hem. Ik ben atheïst en ik word als infideel en inferieur gezien. Wat voor recht hebben die mensen om mij zo te betitelen?'
Je bent al bijna een halve eeuw bezig. Als je terugkijkt op je carrière, wat zijn dan je mooiste en slechtste herinneringen?
Muskee: ‘We hebben in het Oostblok gespeeld toen het nog communistisch was, dat zijn dingen die je nooit vergeet. Dat zijn spannende jongensboekverhalen.
Muzikale helden ontmoet? B.B. King was vroeger een held. Ik heb die man een paar keer gesproken, en dat viel dan ineens helemaal weg. Hij bleek net als ik te zijn. Daar kijk je dan tegenop maar op een gegeven moment sta je met hem over een kop koffie te praten. Hij is een heel lieve, aardige man.
Ik heb zes jaar lang de Blues Estafette aangekondigd. Veel van die oude bluesmuzikanten waren nog nooit in Europa geweest. Jack Owens moest voor het eerst een paspoort gaan halen. Keb’Mo sprak hem aan met Mister Owens. Dat respect vind ik heel mooi.
Dit artikel verscheen eerder in Dagblad De Pers.
Een dieptepunt was toen de band uiteen ging. Dat is ook de blues en goed om mee te maken.’
Cats Lost klinkt vriendelijker en minder heavy dan het eerdere C+B werk.
Harry Muskee: ‘Ja dat vind ik ook. Het is een veel gedifferentieerder album. Van oude country-blues tot blues met toeters. En daarnaast echte liedjes.’
Lohues: ‘Ik wilde altijd al een plaat met de Blizzards maken waarin al hun sterke punten voorbij zouden komen, waarin alle mensen die in de Blizzards spelen zoiets hebben van: yeah, dat is nou typisch de band.’
In Low Country Blues zing je over de toenemende hufterigheid in Nederland. Heeft die ook al toegeslagen in Grolloo?
Muskee: ‘Nou nee. Daar heb je er niet zoveel last van. Ik ben in ‘78 wel eens voor niks in elkaar geslagen, hadden ze de verkeerde voor zich. Het deed me er wel aan denken. Je hoort tegenwoordig veel rare dingen, zoals dat hele ambulance-trein-bus-en-streekvervoer-verhaal. Ik ben geen massapsycholoog, dus waar dat vandaan komt weet ik niet. Dat zou je Goebbels moeten vragen.’
In Devil Made Religion neem je religie onder vuur.
Muskee: ‘Dat heeft er misschien ook mee te maken. De intolerantie. De duivel heeft religie uitgevonden om de boel te ondermijnen, als een soort spel voor hem. Ik ben atheïst en ik word als infideel en inferieur gezien. Wat voor recht hebben die mensen om mij zo te betitelen?'
Je bent al bijna een halve eeuw bezig. Als je terugkijkt op je carrière, wat zijn dan je mooiste en slechtste herinneringen?
Muskee: ‘We hebben in het Oostblok gespeeld toen het nog communistisch was, dat zijn dingen die je nooit vergeet. Dat zijn spannende jongensboekverhalen.
Muzikale helden ontmoet? B.B. King was vroeger een held. Ik heb die man een paar keer gesproken, en dat viel dan ineens helemaal weg. Hij bleek net als ik te zijn. Daar kijk je dan tegenop maar op een gegeven moment sta je met hem over een kop koffie te praten. Hij is een heel lieve, aardige man.
Ik heb zes jaar lang de Blues Estafette aangekondigd. Veel van die oude bluesmuzikanten waren nog nooit in Europa geweest. Jack Owens moest voor het eerst een paspoort gaan halen. Keb’Mo sprak hem aan met Mister Owens. Dat respect vind ik heel mooi.
Dit artikel verscheen eerder in Dagblad De Pers.
Een dieptepunt was toen de band uiteen ging. Dat is ook de blues en goed om mee te maken.’
The Black Crowes hebben nergens spijt van
Er was succes. Er was ruzie. Maar alles is weer koek en ei bij de Black Crowes.
‘Geen idee’, antwoordt zanger Chris Robinson door de telefoon vanuit Californië als hem gevraagd wordt wat de Black Crowes woensdag in de Heineken Music Hall gaan spelen. ‘We hebben zoveel nummers. We zijn geen greatest hits-band. We herhalen geen dingen. We leven in het moment. Dus ik weet nog niet wat we gaan spelen tot kort voor het optreden’, aldus de bebaarde zanger. ‘Waarschijnlijk wordt het een mix van onze eerste platen, persoonlijke favorieten, nieuw materiaal en improvisaties. Als we ergens optreden waar we niet zo vaak spelen, doen we de nummers die mensen graag willen horen. In Amerika zijn we voortdurend on the road en wil men nieuw materiaal. En we zijn vorig jaar nog in Amsterdam geweest.’Niet dat Robinson het vervelend vindt om zijn oude hits steeds weer af te moeten draaien. ‘De oude nummers worden nooit uitgekauwd, want een goede song verandert met je mee. Als je meer levenservaring opdoet, krijgen die nummers een nieuwe betekenis. Je hebt relaties gehad, hebt vrienden en geliefden verloren, hebt kinderen gekregen, nieuwe vrienden gemaakt, mooie tijden beleefd. De fans ook.’
Eigen plan
De bluesrock waarmee de Black Crowes in 1990 debuteerden klonk totaal anders dan de andere muziek in die tijd. Het album Shake Your Money Maker met de singles Hard to Handle (cover van Otis Redding) en She Talks to Angels werden hits. Met de volgende albums bleef de band zijn muzikale grenzen verleggen. Bovendien bouwden de Crowes, die op het podium graag een paar uur jammen, een sterke live-reputatie op. Maar het commerciële succes van hun debuut evenaarde de band nooit meer, met als gevolg dat Columbia de band in 1999 aan de kant zette.
‘Wij hebben altijd ons eigen plan getrokken. Wat niet zonder slag of stoot ging, als ik eerlijk ben. Wij moesten ook tegen het systeem vechten. De grap is dat nadat we ons eigen label zijn begonnen, we de beste verkoopcijfers hebben sinds begin jaren negentig.’
Ruzie
Dan waren er nog de vele ruzies, vooral tussen de broertjes Chris en Rich Robinson. Maar ook met de andere bandleden was het een komen en gaan als bij een afhaalchinees. Wat was er aan de hand?
‘Heb je broers of zussen? Maken jullie wel eens ruzie? Maar je doet vast geen zaken met ze? Muzikanten zijn erg gevoelige mensen. Mensen veranderen in het leven. Het leven verandert. Iedereen gaat zich anders voelen. Vooral in de competitieve aard van broers. Er zijn ego’s, geld, enz. We hebben tijden gekend van groot succes, problemen, conflicten, drugs. Tijdens de eerste tien jaar van de Black Crowes leefden we met z’n allen in een soort duikboot, dus vroeg of laat krijg je last van hutkoorts.’
Volgens Robinson is de band nu weer ‘extreem stabiel’. Spijt van alle strubbelingen heeft hij niet. ‘Je kunt geen spijt hebben. Alles komt terug in de muziek, goed of slecht. Er is geen tijd voor spijt. Het is wat het is.’
Roots
De Black Crowes hebben net het dubbelalbum en dvd Warpaint Live uitgebracht, zoals de titel al verraadt een live-versie van hun album Warpaint uit 2008. In september ligt er een nieuw dubbel studio-album in de winkel. ‘Op Before the Frost, Until the Freeze graven we nog dieper in onze roots: bluegrass en country-blues. Je hoort veel viool, banjo, mandoline. Dat zijn de roots van echte rock ‘n roll.’
Het zal Robinson een worst wezen of mensen de Crowes een retroband vinden. ‘Daar houd ik me helemaal niet mee bezig. Ik heb al twintig jaar een succesvolle carrière, dus ik begrijp niet wat ze bedoelen. Het zal me inmiddels een zorg wezen. Als mensen dat denken, hebben ze nooit naar onze muziek geluisterd.’
Dit artikel verscheen eerder in Dagblad De Pers