Voor de loodzware en dynamische gitaarmuren van Antwerpenaren Sir OJ moet je even de tijd nemen. ‘Belgische bands eisen vrijheid op.’
Extreem winterweer legt Nederland en België al dagen lam. David Joris, Sir OJ himself, ziet het met lede ogen aan. ‘We moeten straks spelen hier in Antwerpen. Met die instrumenten moet je oppassen in de sneeuw. Ik weet nog niet hoe we dat gaan doen. Maar het is wel schoon hè?’
Let wel: we hebben het niet over de Nederlandse hiphopper Sir OJ. Joris ligt er niet wakker van dat iemand anders onder dezelfde naam actief is. ‘Ik vind het wel goed, een Sir OJ in Nederland en een Sir OJ in België. Misschien kunnen we samen een optreden doen. Het is voor hem misschien ook wel plezant. In België kent niemand hem en er wordt hier natuurlijk publiciteit voor ons gemaakt en als mensen op internet zoeken komen ze hem ook tegen.’
Gitarist en toetsenist Joris richtte Sir OJ een jaar of drie geleden op in de Antwerpse rockscene met zijn jeugdvrienden Steve Frederickx (gitaar) en Tom Debuyssher (drums). Later werden bassist Lenn Dauphin (Stijn) en producer/gitarist/toetsenist Tars Vervaecke (Black Heart Rebellion) toegevoegd.
Joris’ afkomst is niet misselijk: hij speelt ook in Mauro & The Grooms, de band van Mauro Pawlowski, een van de prominentste en creatiefste muzikanten van België en momenteel de smaakmaker van dEUS.
woensdag 22 december 2010
zaterdag 18 december 2010
dinsdag 14 december 2010
Het werd Mavis Staples bijna te veel
"Ik had geen make-up op", vertrouwde Mavis Staples het publiek in Paradiso in november toe. |
Jeff Tweedy en Mavis Staples. Een rare combi? Het huwelijk van de jonge rocker en de bejaarde souldiva bleek een match made in heaven waaruit de mooiste soulplaat van het jaar werd geboren.
You Are Not Alone is zo’n plaat waarvan het lijkt alsof die er altijd al is geweest. Niet zo gek, het album staat vol prehistorische gospeltraditionals en heruitvoeringen van oude Pops Staples-nummers. Twee nummers werden nieuw geschreven door Wilco-frontman Jeff Tweedy, die plaatsnam achter de knoppen. You Are Not Alone is een rootsy, ambachtelijke en warmbloedige gospelsoulplaat geworden die voor hetzelfde geld eind jaren ’60 op Stax was uitgekomen. Overborrelend van enthousiasme over het geslaagde project staat Mavis Staples (71) mij vanuit Chicago te woord.
Hoe is de samenwerking met Jeff Tweedy tot stand gekomen?
“We wonen allebei in Chicago. Ik in de South Side, hij in de North Side. Ik trad in ’08 in de North Side op in een club genaamd The Hideout. Jeff Tweedy kwam kijken en hij kwam backstage om me te feliciteren. We gingen samen op de foto. Drie weken later belde hij dat hij mijn plaat wilde produceren. Het is mij een eer. Ik ken Wilco goed, ik luister al lang naar hun platen. Ze doen me denken aan The Band. Maar ik had nooit gedacht dat Tweedy er iets voor zou voelen om met mij te werken. Ik kon zijn moeder zijn. Een paar dagen later zijn we samen gaan lunchen om over de plaat te praten. Hij vertelde dat hij in een platenzaak had gewerkt en altijd mijn oude platen draaide. Hij is gek op mijn vader Pops Staples.
Veel popjournalisten noemden ons een ‘odd couple’: wat doen een gospelzangeres en een rockster samen? Het is inderdaad een onverwachte combinatie. Maar muziek is universeel. Ik hou van allerlei soorten muziek, van rock tot folk. The Staple Singers vielen ook niet in één categorie. Pops zei ooit tegen de songwriters: wij zingen en dat kan allerlei soorten muziek zijn: gospel, blues. God heeft ons dit geschenk gegeven. Mijns inziens zijn blues en gospel volbloed neven van elkaar.
Jeff Tweedy is geen zondaar, hij leest de Bijbel. En hij luistert graag naar gospel. Hij is zo een goede jongen. Toen ik hem voor het eerst ontmoette vond ik hem verlegen. Maar als hij eenmaal over zijn gêne heen is, lach je je rot met hem. Ik zei altijd: ‘als ik elke dag met jou kon omgaan, hoefde ik nooit meer naar de dokter, dan blijf ik gezond.’
Jeff Tweedy is geen zondaar, hij leest de Bijbel. En hij luistert graag naar gospel. Hij is zo een goede jongen. Toen ik hem voor het eerst ontmoette vond ik hem verlegen. Maar als hij eenmaal over zijn gêne heen is, lach je je rot met hem. Ik zei altijd: ‘als ik elke dag met jou kon omgaan, hoefde ik nooit meer naar de dokter, dan blijf ik gezond.’