tag:blogger.com,1999:blog-90890762973453406012024-03-11T04:23:52.222+01:00Boogie Down: Peter Schong - PopjournalistLees hier interviews en artikelen over soul, funk, jazz, hip-hop en meer muziek van journalist Peter SchongPeter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.comBlogger225125tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-41514262548079900742024-02-14T14:09:00.237+01:002024-03-10T19:38:42.270+01:00Marvin Gaye: anatomie van een val<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://cdn2.picryl.com/photo/2021/09/20/marvin-gaye-1973-publicity-photo-1bb706-1024.jpg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="800" data-original-width="694" height="400" src="https://cdn2.picryl.com/photo/2021/09/20/marvin-gaye-1973-publicity-photo-1bb706-1024.jpg" width="347" /></a></div><p><b>1983: Marvin Gaye is met de hit <i>Sexual Healing</i> terug aan de top. De triomf wordt ook zijn val. Op persoonlijk vlak zakt hij weg in een moeras van drugs en paranoia, dat uitmondt in een familiedrama als hij op 1 april 1984 door zijn eigen vader wordt doodgeschoten. Of is het zelfmoord?</b></p>
<p><strong>Lees ook:</strong>
</p><li><a href="https://petesboogie.blogspot.com/2012/06/marvin-gaye-waaide-uit-in-oostende.html">Marvin Gaye waaide uit in Oostende</a>
</li><li><a href="https://petesboogie.blogspot.com/2006/12/marvin-gaye-hear-my-dear.html"><i>Here, My Dear</i>, de ultieme scheidingplaat</a>
</li><p></p>
<p>Amerika staat klaar om haar verloren zoon Marvin Gaye weer in de armen te sluiten. Maar hij wil niet terug. Hij voelt zich verketterd en in de steek gelaten door zijn vaderland. Hij ziet zijn toekomst in Europa en heeft zelfs een oud landhuis gekocht buiten de Belgische badplaats Oostende, <a href="https://petesboogie.blogspot.com/2012/06/marvin-gaye-waaide-uit-in-oostende.html" target="_blank">waar hij de laatste anderhalf jaar zijn leven en carrière weer op de rit heeft gekregen</a>.</p><p>Het is dan ook niet het succes van zijn comebackalbum <i>Midnight Love</i> en de hit <i>Sexual Healing</i> dat hem in oktober 1982 noopt terug te gaan naar Amerika. Het is zijn 69-jarige moeder Alberta, zijn steun en toeverlaat, die ernstig ziek is en een riskante nieroperatie moet ondergaan. De intentie is om terug te gaan naar Europa zodra zij hersteld is, maar het zal er nooit meer van komen.</p>
<p><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture; web-share" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/rjlSiASsUIs?si=NI8Hdo3bWAi3zppv" title="YouTube video player" width="100%"></iframe></p>
<span><a name='more'></a></span><p>Met zijn comeback in showbusiness steken ook de druk, verleidingen en oude demonen weer de kop op. De eeuwige zelfhaat blijft aan hem knagen. Hij zingt over seks, wat voor de diep religieuze domineeszoon voelt alsof hij zijn ziel aan de duivel heeft verkocht. Hoe meer succes, hoe groter het schuldgevoel. Marvin is een sekssymbool met faalangst: kan hij het in bed wel waarmaken?</p><p>Een maand na <i>Midnight Love</i> brengt Michael Jackson <i>Thriller</i> uit, dat snel uitgroeit tot de bestverkochte plaat aller tijden. Tegelijkertijd begint voormalig Commodores-frontman Lionel Richie een succesvolle solocarrière en wordt onthaald als de nieuwe Nat King Cole. Een titel die Marvin altijd ambieerde. Het stoort hem dat Richie er wél in slaagt precies de crooner te worden met middle-of-the-road popballads. En nog wel op Motown, zijn oude label. De onzekere Marvin ziet zich links en rechts ingehaald worden door zijn voormalige collega’s.</p><p>De drugs, na een (relatief) cleane periode in Oostende, maken ook hun comeback. Op een duur feest dat CBS voor hem geeft in een nachtclub op de Sunset Strip in Los Angeles, om zijn twee gouden platen te vieren, snuift Gaye cocaïne op het toilet. Binnen een paar maanden wordt hij weer een grootverbruiker en begint hij ook te freebasen. De drugs maken hem achterdochtig over alles en iedereen, zelfs goede vrienden.</p>
<p><i>De tekst gaat verder onder het kader</i></p>
<div style="background-color: #f2f0e9; border: 2px solid rgb(0, 0, 0); padding: 2em;">
<p style="margin-top: 0px; text-align: left;">
<font size="4"><strong><i>Midnight Love:</i> van de goot terug naar de top</strong></font><br />
</p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://m.media-amazon.com/images/I/81uQ56vUEjL._UF1000,1000_QL80_.jpg" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="1063" data-original-width="1080" height="196" src="https://m.media-amazon.com/images/I/81uQ56vUEjL._UF1000,1000_QL80_.jpg" width="200" /></a></div>
<font size="3">
Marvin Gaye is begin jaren 80 een persona non grata in de muziekindustrie. Zijn laatste twee albums <i>Here, My Dear</i> (1978) en <i>In Our Lifetime</i> (1981) zijn commerciële flops die ook door de recensenten worden neergesabeld. De onbetrouwbare Marvin, geplaagd door plankenkoorts maar vooral een dijk van een cocaïneverslaving, komt steeds vaker niet opdagen bij optredens. In Engeland ontsnapt hij via een wc-raampje en laat zelfs de Britse prinses Margaret, een fan, zitten bij een diner. Financieel zit Marvin aan de grond door onder meer een miljoenenschuld aan de Amerikaanse belastingdienst.<br />
<br />
Maar in de Belgische badplaats Oostende vindt Marvin in 1981 rust. Dankzij de Vlaamse concertpromotor Freddy Cousaert, die hem uit een van dealers, hoeren en ander geteisem vergeven flatje in Londen redde, krijgt Marvin zijn leven en carrière weer op de rit. CBS koopt Marvin na 20 jaar uit bij Motown en betaalt zijn belastingschuld af.<br />
<br />
Marvin staat in het krijt bij CBS. Hij is onzeker: vindt hij nog aansluiting bij het publiek, kan hij nog een hit scoren, zit men nog op hem te wachten? Het is erop of eronder. “Als dit mislukt is het met me gedaan”, vertrouwt hij muziekjournalist David Ritz toe, auteur van de biografie <i>Divided Soul: The Life of Marvin Gaye</i>. “Dan zal ik nooit meer een plaat maken. Ik word nog liever een anonieme schooier dan op te treden bij een Oldies show. Ik moet er niet aan denken. Als ik geen headliner ben, ben ik niemand.”<br />
<br />
In zijn appartement aan de Albert I-promenade in Oostende met uitzicht op zee, begint Marvin aan de voorbereidingen van een nieuw album, dat opgenomen wordt in Studio Katy nabij Brussel. Midnight Love wordt een commerciële plaat. Geen apocalyptische visioenen of scheidingsperikelen meer, maar ongecompliceerd feesten.<br />
<br />
Op de evergreen <i>Sexual Healing</i> na is <i>Midnight Love</i> een weinig memorabel album. De blikkerige elektronische popliedjes klinken leeg en inmiddels hopeloos gedateerd.<br />
<iframe allow="autoplay; clipboard-write; encrypted-media; fullscreen; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="352" loading="lazy" src="https://open.spotify.com/embed/album/3gPlX9Zs3tXZZKNCyoOkSm?utm_source=generator" style="border-radius: 12px;" width="100%"></iframe><br />
<br />
<strong>Blauwdruk</strong><br />
Toch is <i>Midnight Love</i> een innovatieve en invloedrijke plaat gebleken. Drummer Marvin, die van de nood een deugd maakte en met drumcomputers en synthesizers aan het componeren slaat omdat hij in Oostende geen beschikking had over zijn band, blijkt een pionier: <i>Midnight Love</i> is een van de eerste mainstream popalbums waarbij de Roland TR-808 drumcomputer wordt gebruikt. De nieuwe opnametechniek krijgt direct navolging van The Isley Brothers, die een half jaar later komen met <i>Between The Sheets</i> (1983), dat overduidelijk geïnspireerd is op Sexual Healing. Tegen de tijd dat Whitney Houston in 1987 een megahit scoort met <i>I Wanna Dance With Somebody (Who Loves Me)</i>, en rapper L.L. Cool J met <i>I Need Love</i> een van de eerste pophits van de hip-hop op zijn naam zet, is het gebruik van drumcomputers en synthesizers gemeengoed geworden. Daarvoor leverde Marvin Gaye de blauwdruk.<br />
<iframe allow="autoplay; clipboard-write; encrypted-media; fullscreen; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="352" loading="lazy" src="https://open.spotify.com/embed/track/3ApIYu95WxjzpQCnsLBbrv?utm_source=generator" style="border-radius: 12px;" width="100%"></iframe>
</font><p></p>
</div>
<p>Met een hitalbum en twee Grammy Awards op zak, zet CBS Marvin onder druk om op tournee te gaan. Marvin doet er alles aan om dat te voorkomen. Want zou hij het overleven? Na zijn vorige Europese tour bleef hij in Londen hangen, aan lager wal. Geldproblemen dwingen hem te zwichten.</p><p>Vanaf de start in april 1983 wordt de Midnight Love Tour geplaagd door problemen. De kaartverkoop blijft achter. Het momentum van <i>Midnight Love</i> is verdwenen. De single <i>Joy</i>, uitgebracht in maart, haalt de hitlijsten niet eens. Intussen scoort Michael Jackson met <i>Beat It</i> en <i>Billie Jean</i> de ene na de andere nummer 1-hit.</p><p></p><div style="text-align: center;"><blockquote><i><span style="font-size: large;">“Marvin at zelfs coke”</span></i></blockquote><p><span style="font-size: small;">Bandlid</span></p></div><p></p><p>Voor de buitenwereld lijkt hij terug aan de top, maar zijn mentale gezondheid holt achteruit. De hoeveelheid cocaïne die in Marvins neusgaten verdwijnt, breekt records. “Marvin rookte en at zelfs coke”, aldus een bandlid. Marvin krijgt bloedneuzen doordat zijn neusschot is aangetast.</p><p>Er zijn bedreigingen. Zwarte actiegroepen van o.a. Al Sharpton zoeken de confrontatie omdat in hun ogen witte mensen het geld van de tour opstrijken en zwarte concertpromotors het nakijken hebben. Ernstig is het allemaal echter niet. <i>Business as usual</i> voor een ster.</p><h3 style="text-align: left;">Achtervolgingswaanzin</h3><p>Maar Marvin wordt paranoïde. Hij is ervan overtuigd dat iemand hem wil vermoorden. Hij weet ook hoe: hij zal doodgeschoten worden. </p><p>Zijn achtervolgingswaanzin gaat zo ver dat hij in Boston een persconferentie belegt om aan te kondigen dat hij een topadvocaat in de arm neemt om onderzoek te doen naar zijn vergiftiging. Het levert niets op.</p><p>Broer Frankie gaat mee op tournee om Marvin gerust te stellen. Marvin raakt geobsedeerd door vuurwapens. Hij draagt kogelwerende vesten. Voor de deur van zijn hotelkamers komen gewapende bewakers, zelfs in de coulissen staan bodyguards. Omdat Frankie en bodyguard Dave Simmons veel op Marvin lijken, moeten zij op openbare plekken aan zijn zijde blijven, in de hoop dat een moordenaar zich vergist en de verkeerde neerschiet. Marvin laat zijn chauffeur extra rondjes om het hotel rijden zodat moordenaars zijn aankomst niet kunnen timen. Als Marvin de lift neemt, stapt hij uit op een andere verdieping, zodat hij niet onder vuur wordt genomen zodra de deuren opengaan. </p><p>Tot overmaat van ramp verhangt een recent ontslagen technicus zich in zijn hotelkamer in New Jersey. Ook al is het een zelfmoord, Marvin ziet het als een waarschuwing van de vijand.</p><p>Wat niet bijdraagt aan Marvins gemoedsrust, is dat zijn ex-vrouw Janis Hunter hem vergezelt op tournee, terwijl zijn hem tegelijk voor de rechter sleept omdat hij geen alimentatie betaalt. Samen gebruiken ze coke. In Fort Lauderdale loopt een ruzie zo uit de hand dat hij heet water over haar heen gooit. Hij is er zo ziek van dat hij twee optredens afzegt en zich laat opnemen in een privékliniek wegens uitputting. Het voedt zijn achtervolgingswaanzin, hij is ervan overtuigd dat Janis’ stiefvader hem wil laten vermoorden.</p><p>Intussen worstelt sekssymbool Marvin Gaye met zijn onzekerheid of hij vrouwen wel kan bevredigen. Zijn befaamde grote finale met de striptease-act tijdens <i>Sexual Healing</i> gaat steeds verder. Voorheen trok Marvin eerst zijn kamerjas uit, vervolgens zijn pyjamahemd, maar liet altijd zijn broek aan. Nu laat hij een achtergrondzangeres zijn broek naar beneden trekken, en staat de zogenaamd geschrokken zanger op het podium in slechts een piepkleine slip. Verre van de gedistingeerde Sinatra-achtige crooner die hij eigenlijk wil zijn.</p><p><br /></p><h3 style="text-align: left;">Depressie</h3><p>De Midnight Love Tour eindigt voor Marvin Gaye met een diepe depressie. Hij zoekt in augustis 1983 zijn toevlucht in zijn ouderlijk huis, de villa aan 2101 South Gramercy Place die hij voor zijn vader en moeder kocht, en waar ook zijn broer Frankie en zijn zwangere vrouw Irene wonen in het gastenverblijf. </p><p>Zijn 69-jarige vader Marvin Gay senior (Marvin plakte een e achter zijn achternaam om afstand van zijn vader te nemen) was in het najaar ervoor voor langere tijd teruggekeerd naar Washington D.C. om hun oude huis op te knappen en te verkopen. Tot opluchting van Marvins familie - het vertrek van de huistiran was een bevrijding. Maar ook tot woede van Marvin, omdat vader er niet voor zijn zieke moeder was toen zij aan haar nieren geopereerd werd. Bovendien zou vader moeder haar deel van de opbrengst van het huis in Washington niet hebben gegeven. </p><p><i></i></p><blockquote style="text-align: center;"><i><span style="font-size: large;">"Mijn man wilde Marvin niet. Hij zei altijd dat Marvin niet echt zijn kind was"</span></i></blockquote><blockquote style="text-align: center;"><span style="font-size: x-small;">Alberta Gay, moeder</span></blockquote><p>Marvin Gaye heeft al zijn hele leven een moeilijke relatie met zijn vader, een dominee die hem in zijn jeugd vaak afranselde met zijn riem. Vaders afkeuring van zijn oudste zoon is de bron van Marvins minderwaardigheidscomplex en de depressies die hem zijn hele leven plaagden. “Mijn man wilde Marvin niet”, vertelde Marvins moeder Alberta, zijn steun en toeverlaat, aan zijn biograaf David Ritz. “Hij zei altijd dat Marvin niet echt zijn kind was. Ik zei tegen hem dat het nonsens was. Hij wist dat Marvin van hem was. Maar om een of andere reden hield hij niet van Marvin en, wat nog erger was, hij wilde niet dat ik van Marvin hield. Dat besefte Marvin al op jonge leeftijd.” Tot overmaat van ramp maakt vader Gays voorliefde voor het dragen van dameskleding zijn zoon tot een doelwit van pesterijen.</p><p>In januari 1983 keert vader Gay terug uit Washington, en de spanning in huis is om te snijden. </p><p>Marvin zakt steeds verder weg in zijn mentale hel. Hij sluit zich op in zijn kamer en gebruikt de hele dag drugs en kijkt naar pornofilms. De kamer wordt door vrienden omschreven als de slaapkamer uit <i>The Exorcist</i>. </p><p></p><blockquote style="text-align: center;"><i><span style="font-size: large;">"Hij bleef in zijn kamer en staarde naar dat pistool"</span></i></blockquote><blockquote style="text-align: center;"><span style="font-size: x-small;">Alberta Gay</span></blockquote><p></p><p>“Marvin veranderde in een monster”, vertelt moeder Alberta in de biografie <i>Divided Soul</i>. “Mensen bleven langskomen om hem drugs te geven. ‘Ze laten me niet met rust’, zei Marvin. ‘Gooi die troep in de wc, zoon’, smeekte ik. Maar hij had niet de wilskracht. Hij bleef in zijn kamer en staarde naar dat pistool. Hij dacht voortdurend aan wapens.”</p><p>Marvins paranoia wordt steeds erger. Hij begint zelfs te geloven dat zijn eigen broer Frankie onderdeel is van het moordcomplot. Ironisch genoeg geeft Marvin een wapen, zijn eigen toekomstige moordwapen, aan zijn vader om het huis te beschermen. </p><p>“Hij was een bang jongetje”, aldus zijn moeder. “Uiteindelijk kreeg ik hem zover dat hij zijn pistool wegdeed. Maar toen gaf iemand hem een semiautomatisch wapen. ‘Marvin, doe dat ding weg’, smeekte ik. Die gooide hij door het raam en vernielde het glas. Het kwam in de tuin terecht en iemand is ermee vandoor gegaan.” Marvin ziet schimmen rond het huis en laat een bewakingssysteem installeren dat ongewone geluiden detecteert.</p><p>Soms weet Marvin toch de moed te verzamelen om naar buiten te gaan en op het muurtje voor het huis te gaan zitten en daar urenlang te zwaaien naar voorbijgangers en fans. Als iemand hem herkent en stopt om hem een hand te geven, bloeit hij even helemaal op. Maar soms moet hij ook van het viaduct boven de snelweg naast het huis geplukt worden, high van de coke en met drie jassen over elkaar aan en zijn schoenen aan de verkeerde voeten.</p><p>Er komen ook vrouwen langs. Marvin, die zijn hele leven seks beschouwt als een destructieve kracht die hem op een dag zal vernietigen, verliest soms zijn zelfbeheersing en geeft ze klappen. Hij kan vrouwen niet meer bevredigen, ze herinneren hem aan zijn impotentie, zijn grootste onzekerheid.</p><p><br /></p><p></p><div style="text-align: center;"><i><span style="font-size: large;">Father, father</span></i></div><i><span style="font-size: large;"><div style="text-align: center;"><i>We don’t need to escalate</i></div><div style="text-align: center;"><i>You see, war is not the answer</i></div><div style="text-align: center;"><i>For only love can conquer hate</i></div></span></i><div style="text-align: center;"><span style="font-size: x-small;">Fragment uit <i>What’s Going On</i></span></div><p></p><p><br /></p><p>Als 1984 aanbreekt, lopen de spanningen in huis op. Marvin, stijf van de drugs, en zijn vader, dronken van de wodka, voeren een territoriale oorlog: Marvin heeft als kostwinner de rol van pater familias overgenomen. Dat vernedert vader en maakt hem jaloers. Vader schuift zijn waarschuwing niet onder stoelen of banken: “Als Marvin mij aanraakt, vermoord ik hem.”</p><h3 style="text-align: left;">De fatale dag</h3><p>Op zondag 1 april is vader Gay woedend. Een belangrijk verzekeringsdocument is zoek. De hele ochtend loopt hij te vloeken en te tieren tegen zijn vrouw. Rond 12.20 uur ligt Marvin in bed. Moeder Alberta zit naast hem, zoals ze vaak doet en dan voorleest uit de Bijbel om haar gekwelde zoon een hart onder de riem te steken. Vader schreeuwt naar boven. Marvin, die gek wordt van zijn gebulder, roept terug dat als hij iets tegen zijn moeder te zeggen heeft, hij naar boven moet komen.</p><p></p><blockquote style="text-align: center;"><span style="font-size: large;"> <i>“Klootzak! Wil je nog meer?”</i></span></blockquote><span style="font-size: x-small;"><div style="text-align: center;">Marvin Gaye tegen zijn vader</div></span><p></p><p>Vader beent woedend de trap op. Hij gaat Marvins kamer binnen en begint tegen zijn moeder te foeteren. Als vader zich omdraait, gaat Marvin achter hem aan. “Je kunt niet zo tegen mijn moeder praten”, zou Marvin hebben geschreeuwd. Vader verklaart later tegen de politie dat Marvin hem van zijn stoel trok en hem sloeg en schopte toen hij op de grond lag. Op de politiefoto’s zijn blauwe plekken te zien op zijn rug en onderarmen. “Ik riep dat hij moest stoppen, maar hij luisterde niet. Hij gaf mijn echtgenoot een paar harde klappen”, vertelt Alberta in <i>Divided Soul</i>. Volgens vaders verklaring verlaat Marvin vaders kamer, maar keert even later terug en roept: “Klootzak! Wil je nog meer?”, en begint hem weer te slaan en schoppen, alvorens terug te keren naar zijn kamer en plaats te nemen op het bed.</p><p>Een paar minuten later komt vader Marvins slaapkamer binnen. In zijn hand heeft hij de .38 revolver die Marvin hem enkele maanden eerder gaf. Ogenschijnlijk kalm richt hij op Marvin en haalt de trekker over. De kogel treft Marvin in zijn rechterborst, vlak boven de tepel. De kogel doorboort zijn long, hart, middenrif, lever, maag en linkernier. Marvin valt uit bed op de grond. Vader wacht even, doet een paar passen naar voren en schiet nog een keer van dichtbij. De kogel gaat dwars door zijn Marvins linkerschouder heen en komt er bij zijn rug weer uit. </p><p>Overstuur rent moeder, die slecht ter been is, de trap af naar buiten. “Schiet me niet dood”, smeekt ze vader. “Ik ga jou niet doodschieten”, antwoordt hij.</p><p>Broer Frankie komt op moeders gegil af en probeert Marvin te reanimeren terwijl zijn vrouw Irene de hulpdiensten belt. De ambulance is snel ter plaatse, maar de verplegers durven niet naar binnen te gaan omdat er mogelijk een gewapend persoon is. Elke seconde telt, maar kostbare tijd gaat verloren omdat Irene op zoek moet naar het pistool. Ze vraagt het aan vader, die in de war lijkt en zegt niet te weten waar het wapen is gebleven. Irene vindt het uiteindelijk onder zijn kussen en gooit het op het gazon, zodat de ambulancebroeders naar binnen kunnen. Ze treffen Marvin kreunend aan in Frankies armen.</p><p>In het ziekenhuis wordt vijf minuten lang geprobeerd zijn hart weer op gang te brengen. Vergeefs.</p><p>Op 1 april 1984 om 13.01 uur wordt Marvin Pentz Gay Jr. doodverklaard. Eén dag voor zijn 45ste verjaardag.</p><p><br /></p><p></p><blockquote style="text-align: center;"><span style="font-size: large;"><i>"Laten we zeggen dat ik geen hekel aan hem had"</i><span style="text-align: left;"> </span></span></blockquote><blockquote style="text-align: center;"><span style="font-size: x-small;">Marvin Gay sr. </span></blockquote><p></p><p><br /></p><p>Als het nieuws uitlekt dat Marvin Gaye uit het leven is weggerukt, denken velen aan een misplaatste 1 aprilgrap. Toch verzamelt zich al snel een grote menigte bij het huis aan Gramercy Place.</p><p>Vader, die door de politie wordt aangetroffen zittend op het trapje voor de voordeur, hoort het nieuws van de dood van zijn zoon stoïcijns aan. “Wat me schokte is dat hij zich meer zorgen leek te maken over wat er met hem zou gebeuren, dan dat zijn zoon overleden was”, zegt rechercheur Jim McCahn in <i>Trouble Man: The Life and Death of Marvin Gaye</i> van Steve Turner.</p><p>Een week na het drama klaagt vader in een interview dat geen enkel familielid hem komt opzoeken in het huis van bewaring. Hij beweert dat hij dacht dat er geen echte kogels in het pistool zaten. Als hem wordt gevraagd of hij van Marvin hield, aarzelt hij even en antwoordt: “Laten we zeggen dat ik geen hekel aan hem had.”</p><p>Op 5 april, vier dagen na Marvins overlijden, vindt de begrafenis plaats. Meer dan tienduizend fans bewijzen Marvin de laatste eer en lopen langs de kist waarin de zanger ligt opgebaard in het officiersuniform met gouden accenten dat hij tijdens zijn laatste tournee op het podium droeg. Stevie Wonder zingt een lied voor Marvin. Smokey Robinson draagt een psalm voor. Huilend geeft moeder Alberta Marvin een laatste kus op zijn wang voordat de kist wordt gesloten. </p><p>Een dag later wordt Marvins lichaam gecremeerd. Zijn ex-vrouw Anna Gordy en zijn kinderen Marvin III, Nona en Bubby strooien vanaf een jacht zijn as uit in de Grote Oceaan. Anna heeft altijd een beetje as bewaard.</p><p><i>De tekst gaat verder onder het kader</i></p>
<div style="background-color: #f2f0e9; border: 2px solid rgb(0, 0, 0); padding: 2em;">
<p style="margin-top: 0px; text-align: left;">
<font size="4"><strong>De erfenis</strong></font><br />
<font size="3">
Veertig jaar na zijn voortijdige dood is Marvin Gaye als artiest nog springlevend. Dat bleek dit jaar wel toen <i>What’s Going On</i> een prominente rol speelde bij de opening van de NPO Radio 2 Top 2000. In de lijst van ‘de 2000 beste popliedjes aller tijden’ was Marvin in 2023 met 4 nummers vertegenwoordigd; hij kan zich nog meten met een superster als Beyoncé (ook 4). De hoogste notering is <i>What’s Going On</i> (twee jaar achter elkaar op nummer 541). <i>I Heard It Through The Grapevine</i>, <i>Ain’t No Mountain High Enough</i> en <i>Sexual Healing</i> zijn vaste prikken, maar Let’s Get It On viel afgelopen jaar uit de lijst.<br />
<br />
Het monumentale <i>What’s Going On</i> is na een halve eeuw nog onverminderd actueel met de oorlogen in Oekraïne en Gaza, politieke verwarring en klimaatproblematiek.<br />
<br />
Minder bekend bij het grote publiek is dat Marvin Gaye een innovator was van opnametechnieken. Op <i>What’s Going On</i> pionierde Marvin het gebruik van multitracks; hij liet zangpartijen op meerdere geluidssporen simultaan samenlopen, zodat hij duetten met zichzelf zong. Dat stapelen van vocalen is tegenwoordig heel gangbaar (luister bijvoorbeeld naar <i>After Last Night</i> van Silk Sonic, het superduo van Anderson .Paak en Bruno Mars) en dankzij software met een muisklik een fluitje van een cent, maar in 1971 was dat <i>cutting edge</i>. Marvin Gaye gebruikte dus als een van de eersten de studio als instrument. <i>What’s Going On</i> is in die zin de <i>Sgt. Pepper</i> van de soul. En op <i>Midnight Love</i> (1982) pionierde Marvin het gebruik van drumcomputers en synthesizers en leverde de blauwdruk voor het geluid van de popmuziek in de jaren 80 (zie andere kader).<br />
<br />
Marvin Gaye blijft ook een jonge generatie artiesten inspireren. Neo-soul-zanger D’Angelo is wel de duidelijkste erfgenaam van Marvin Gaye, zowel qua vocale stijl als persoon: een getormenteerd artiest die vanwege zijn streng religieuze achtergrond worstelt met zijn status van sekssymbool. <br />
<br />
Hip-hop- en R&B-artiesten delven graag samples van Marvins muziek, volgens de website Whosampled.com staat de teller inmiddels op ruim 1300.<br />
<br />
Robin Thicke en Pharrell Williams haalden de inspiratie voor de hit <i>Blurred Lines</i> (2013) uit Marvins <i>Got To Give It Up</i> en dat kwam hen te staan op een rechtszaak wegens plagiaat, die werd gewonnen door de erven Gaye.<br />
<br />
Er wordt weleens gezegd dat veel kinderen die na 1973 geboren zijn, waarschijnlijk verwekt werden op <i>Let’s Get It On</i>. Om voor mezelf te spreken: misschien had mijn zoon nooit het levenslicht gezien als ik zijn moeder niet het hof had gemaakt met deze sensuele song.
</font></p>
</div>
<p>De aanklacht tegen vader, bij wie na zijn arrestatie een hersentumor ter grootte van een walnoot wordt ontdekt, wordt na een deal afgezwakt van moord naar doodslag. Hij bekent schuld en wordt veroordeeld tot een opgeschorte gevangenisstraf van zes jaar en vijf jaar voorwaardelijk. Hij hoeft niet achter de tralies. De rechter gaat mee in zijn verdediging dat Marvin, onder invloed van PCP en cocaïne, de agressor was en dat vader uit noodweer handelde. De foto’s van zijn lichaam vol blauwe plekken zijn het bewijs. Volgens de rechter is er derhalve geen kans op herhaling en vormt vader geen gevaar voor de samenleving. In de strafmaat weegt ook zijn leeftijd (inmiddels 70 jaar) mee.</p><p>“Als ik hem kon terugbrengen, zou ik het doen”, verklaart vader snikkend in de rechtbank. “Ik was bang voor hem. Ik was bang dat hij me pijn zou doen. Ik wist niet wat er ging gebeuren. Ik heb veel spijt van wat er is gebeurd. Ik hield van hem. Ik wou dat hij nu door deze deur kon binnenkomen. Ik betaal de prijs.”</p><p>Marvins moeder, die nota bene nog vaders borgsom betaalt uit medelijden, vraagt een paar maanden later een echtscheiding aan, na een huwelijk van 48 jaar. Alberta overlijdt in 1987, Marvin Gay sr. in 1998. Hij zou achteraf geen herinnering meer hebben gehad aan het doodschieten van zijn zoon, schrijft David Ritz in <i>Divided Soul</i>.</p><h3 style="text-align: left;">Suïcide</h3><p>De fatale schietpartij was in feite een suïcide. Daarvan zijn Marvins familieleden overtuigd. Hij sprak de laatste maanden van zijn leven openlijk over zelfmoord. Dagen voor het familiedrama dat hem fataal werd, zou Marvin zichzelf uit een rijdende auto hebben geworpen, maar hield er slechts blauwe plekken aan over. “Hij wilde dood, hij kon het niet meer aan”, aldus zus Jeanne. </p><p>“Iemand in de gevangenis kan zich vrij voelen in zijn ziel, maar een vrij man, zoals Marvin, kan zich altijd opgesloten voelen in een gevangenis”, zegt broer Frankie.</p><p>Shelton West, een dominee die dicht bij de familie stond, haalt Marvins moeder aan: “Ze vertelde mij dat Marvin opzettelijk zijn vader kwaad maakte. Ze zei: ‘Daardoor wist ik dat hij wilde dat zijn vader hem zou doden.’ Voor mij is Marvin niet door zijn vader vermoord, hij heeft zelfmoord gepleegd.”</p><p>“Ik heb geen twijfel dat dit exact de manier was waarop Marvin wilde sterven”, zegt zus Jeanne na de uitvaart tegen David Ritz. “Op deze manier heeft hij drie dingen bereikt: hij is uit zijn lijden verlost. Hij bevrijdde zijn moeder doordat vader uit haar leven is. En hij strafte vader, door zeker te stellen dat de rest van zijn leven ellendig zou zijn.”</p><p><br /></p><p><i>Voor dit artikel is gebruikgemaakt van de boeken Divided Soul: The Life of Marvin Gaye van David Ritz en Trouble Man: The Life and Death of Marvin Gaye van Steve Turner, alsmede de audiodocumentaire Oostende Healing van Marco Raaphorst en de podcast De laatste dagen van Marvin Gaye van AVROTROS. Dit artikel verscheen eerder in <a href="https://www.heavenmagazine.nl/" target="_blank">Heaven magazine</a>.</i></p>Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-44260755298551930982022-10-07T21:38:00.000+02:002022-10-08T09:51:11.703+02:00Jeff ‘Skunk’ Baxter: Rocketman<p></p><table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><tbody><tr><td style="text-align: center;"><a href="https://www.stripes.com/incoming/ky8v1k-170622wkskunkphot01.jpg/alternates/LANDSCAPE_910/170622wkSkunkPhot01.jpg" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" data-original-height="499" data-original-width="800" height="200" src="https://www.stripes.com/incoming/ky8v1k-170622wkskunkphot01.jpg/alternates/LANDSCAPE_910/170622wkSkunkPhot01.jpg" width="320" /></a></td></tr><tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;">Jeff "Skunk" Baxter. (Foto: Jimmy Steinfelt)</td></tr></tbody></table><br /><p><b><i>How the hell</i> wordt een rocker defensie-adviseur bij het Pentagon? Dat is <i>top secret</i>. Wel vrijgegeven is het eerste soloalbum van Jeff ‘Skunk’ Baxter, die naam maakte als gitarist bij Steely Dan en The Doobie Brothers. Een debuut na een muziekcarrière van meer dan een halve eeuw.</b> </p><p>Driemaal is scheepsrecht. In de afgelopen tien jaar deed ik voor Heaven drie pogingen om Jeff ‘Skunk’ Baxter (73) te spreken over zijn soloalbum, telkens als er geluiden waren dat de release op handen was. Maar dan werd het toch weer uitgesteld. Nu ligt <i>Speed of Heat</i> dan eindelijk in de winkel en staat Baxter staat ons te woord via Zoom. Zijn telefoonnummer is geheim om veiligheidsredenen. </p><p>“Jeetje, het album heeft lang op zich laten wachten, de eerste track was al af in 1989”, erkent hij in de muziekkamer van zijn huis in Los Angeles. Dezelfde ruimte als op de promotiefoto’s. Op de achtergrond zijn hifi-apparatuur en gitaren te zien.</p><p> “C.J. Vanston (componist en muzikale partner, PS) en ik heb het samen geproduceerd. Het duurde zo lang omdat we allebei druk waren. We hebben er min of meer 33 jaar aan gewerkt.”</p><p>Waarom, in een muziekcarrière die in 1968 begon in de band Ultimate Spinach, heeft Jeff Baxter in nooit eerder een soloalbum gemaakt? “Ik vond het nooit een goed idee om een soloalbum te maken nadat je uit een succesvolle band (The Doobie Brothers, PS) bent gestapt. Een platenmaatschappij wil dat graag, zeker ook vanuit zakelijk oogpunt. Maar er was toen al zo veel sessiewerk voor mij en ik produceerde platen voor anderen. Ik werkte ook nog eens samen met fabrikanten van muziekinstrumenten, ik had er gewoon geen tijd voor. Als je een soloalbum wilt maken moet je er echt tijd voor vrijmaken. C.J. en ik dachten steeds: we gaan eraan werken als we tijd hebben. Af en toe een dag of een paar dagen, kijken wat eruit komt en dat sparen we op. Als je steeds een muntje in een spaarpot stopt, is de pot op een gegeven moment vol en breng je het naar de bank.”</p><span><a name='more'></a></span><h3 style="text-align: left;">Zang</h3><p><i>Speed of Heat</i> is divers album met een variatie aan stijlen, als een staalkaart van wat de muzikant Jeff ‘Skunk’ Baxter allemaal kan. “Ik ben al zestig jaar studiomuzikant en je kan niet succesvol zijn als je niet diverse stijlen beheerst. Zeker met de verschillende bands waarin ik heb gespeeld, van Steely Dan en The Doobie Brothers tot Linda Ronstadt en Julian Lennon. Je moet gebruiken wat je in je rugzak hebt zitten. Het is alsof je een pijlkoker hebt en je pakt de juiste pijl voor op je boog. Dit zijn allemaal stijlen die ik graag speel.”</p><p><iframe allow="autoplay; clipboard-write; encrypted-media; fullscreen; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="380" loading="lazy" src="https://open.spotify.com/embed/album/5vW3gz4iSd2QKfMo9v7vez?utm_source=generator" style="border-radius: 12px;" width="100%"></iframe></p><p>Als mede-oprichter van Steely Dan mogen twee Dan-tracks, <i>My Old School</i> en de signature song <i>Do It Again</i>, niet ontbreken op de plaat. Baxter: “Ik speelde graag in Steely Dan. Ik zong <i>My Old School</i> altijd live als ik met de band optrad. Het arrangement op mijn album werd steeds energieker en dat kon het nummer goed hebben. <i>Do It Again</i> is een cool nummer en C.J. en ik bedachten dat het leuk was om die ondersteboven te keren en er een coole shuffle van te maken. Dat pakte goed uit.” </p><p>Op <i>My Old School</i> laat Baxter ons kennismaken met een kant van hem die we nog niet kenden, die van zanger. “Die kant kende ik ook niet. Ik zong dat nummer alleen op het podium. In andere bands heb ik wel achtergrondzang gedaan, maar ik heb mezelf nooit als zanger gezien. Ik had aanvankelijk een demoversie ingezongen en opgestuurd naar Steven Tyler (Aerosmith, PS), met de vraag of hij het wilde zingen. Hij reageerde: wie zingt dit? Ik zei dat ik het was. Waarom zing je het dan zelf niet, antwoordde hij. Maar ik ben geen zanger. Dat ben je wél, zei Steve. Hij weet veel meer af van zang dan ik, dus toen ben ik ervoor gegaan.” </p><p>Ook vertrouwd is de cameo van Michael McDonald in <i>My Place In The Sun</i>. “Michael en ik zijn al vrienden sinds ik hem bij The Doobie Brothers haalde. Toen ik hem vertelde dat ik werkte aan een soloproject bood hij zichzelf aan. Mijn bedoeling was eigenlijk dat het een instrumentaal album zou worden, maar ik dacht: waarom ook niet? Toen kwamen Michael, Clint Black Jonny Lang, Rick Livingstone erbij en veranderde het in een album met zang van vrienden.”</p><p></p><h3 style="text-align: left;">Discipline</h3><p>Jeff ‘Skunk’ Baxter zit halverwege zijn zesde decennium als muzikant. Als scholier had hij een baantje in een muziekinstrumentenzaak in Manhattan. Daar leerde hij de nog onbekende Jimi Hendrix kennen. “Ik gaf een voor een linkshandige speler aangepaste gitaar, een Stratocaster, aan Jimmy James, zoals hij toen nog heette. Hij ruilde die in voor een afgeragde gitaar. Het was geen gelijkwaardige transactie en mijn baas was daar zo boos over dat hij drie weken loon inhield. Ik heb ook een keer meegespeeld met Jimi’s band bij een optreden. Hij was een vriend, een bijzonder mens.”</p><p></p><blockquote style="text-align: center;"><i><span style="font-size: large;">"Becker en Fagen waren wel eens onbuigzaam en dat was prima"</span></i></blockquote><p></p><p>Baxter was een van de leden van het eerste uur van Steely Dan. Hij speelde mee op <i>Can’t Buy a Thrill</i> (1972), <i>Countdown to Ecstasy</i> (1973) en <i>Pretzel Logic</i> (1974). De gitaarsolo op de evergreen <i>Rikki Don’t Lose That Number</i> is van hem. Baxter relativeert het beruchte perfectionisme van de tandem Walter Becker en Donald Fagen, de drijvende krachten achter de band. “Ik vind perfectionisme prima. Ik ben een studiomuzikant, dus voor mij is perfectie met bezieling en gevoel het beginpunt.”</p><p>“Er is altijd druk”, vervolgt hij. “Er waren wel eens, ik zou het geen ruzies maar creatieve discussies willen noemen. Becker en Fagen waren wel eens onbuigzaam en dat was prima. En soms zei ik: nee, dit moet ik op deze manier doen. En dat accepteerden ze ook. Ze waren songwriters, dus sterk gericht op wat ze dachten dat ze wilden. En meestal wisten ze ook wat ze wilden. Maar soms wisten ze het niet. In een band draagt iedereen iets bij.”</p><p><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/2WTh_IEyU1w" title="YouTube video player" width="100%"></iframe></p><p>Becker en Fagen hadden een broertje dood aan optreden. Toen het duo besloot dat Steely Dan exclusief een studioband werd, stapte Baxter op in 1974. “Ik speel graag live. Ik speelde toen al bij The Doobie Brothers. We waren op het Knebworth Festival in Engeland. Ik hing de telefoon op en zei: Nou dat was het dan. Het is voorbij met mij bij Steely Dan. En ze zeiden: Dan zit je nu in The Doobie Brothers. Oké, top!”</p>
<p><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/xOzgH5TUfuo" title="YouTube video player" width="100%"></iframe></p><p>Baxter drukte zijn stempel op The Doobie Brothers. Hij rekruteerde zanger en toetsenist Michael McDonald, die ook samenwerkte met Steely Dan. De sound van de rockband transformeerde in sophisticated jazzrock, geschoeid op de Steely Dan-leest.</p><p>“We behielden de oude stijl maar voegden er iets aan toe. Als studiomuzikant probeerde ik discipline in te voeren. The Doobie Brothers waren uitstekende muzikanten, en nog steeds. Maar ze moesten de kans krijgen om het onderste uit de kan te halen. Dat pakte goed uit. <i>Livin’ on the Fault Line</i> is een ongelooflijke goede plaat. Het demonstreert waar die muzikanten toe in staat waren”, vertelt Baxter zichtbaar trots.</p><p>De muziek op dat album uit 1977 kenmerkt zich door precisie. Baxter knikt instemmend. “Na een tijdje opperde ik dat de band moest gaan werken als ritmesectie in de studio voor andere artiesten. We hebben gewerkt voor Leo Sayer, Carly Simon en Hoyt Axton. Daar komt discipline bij kijken. Een producer kan het niet schelen welke band je bent of hoe beroemd je bent. Je begint om 9 uur, je speelt het goed en anders ben je ontslagen. Die discipline brengt het beste in muzikanten naar boven. Het vormt ook je houding ten opzichte van allerlei muzieksoorten. </p><p>Ik herinner me nog dat toen we <i>Livin’ On The Fault Line</i> opnamen onze drummer Keith Knudsen zei: Volgens mij maakte ik een foutje in de 51e maat. Bingo, zei ik. Zo luister je nu. Op het album hoor je de precisie en extra zorg van de muzikanten. Die hadden ze altijd al in zich, ze hoefden niets nieuws te leren, maar iemand moest het naar boven halen.”</p><p><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/qKYQNtF11eg" title="YouTube video player" width="100%"></iframe></p><p>Op het hoogtepunt van het succes, na het hitalbum <i>Minute By Minute</i> (1978), stapte Jeff Baxter uit The Doobie Brothers. “Je moet weten wanneer het tijd is voor verandering”, verklaart hij de stap. “Ik had zeker een merkbare invloed gehad op The Doobie Brothers. Als je dat hebt bereikt, is het tijd om te gaan.”</p><p>Baxter werd een veelgevraagd sessiemuzikant en producer en werkte samen met talrijke artiesten van diverse pluimage, van hardrockers Nazareth tot Barbra Streisand. Waar hij het meest trots op is? “Ik vind de gitaarsolo op <i>Hot Stuff</i> van Donna Summer goed. Die speelde ik op een gitaar die ik voor 35 dollar had gekocht. Ik greep ernaar omdat ik niks anders om handen had. Het was zo’n ga-erheen-en-doe-het-klus. En Ik hou van de solo in <i>How Do The Fools Survive?</i> op het album <i>Minute by Minute</i>. Dat was een kans om gewoon rustig te zitten en te spelen. Improviseren, freestyle.”</p><p></p><h3 style="text-align: left;">Contraterrorisme</h3><p>Het pad van de studio naar het Pentagon is één van de opmerkelijkste career moves in de muziekgeschiedenis. Door een buurman die defensie-ingenieur was, raakte Jeff Baxter in de jaren tachtig geïnteresseerd in raketverdediging. Papers die hij schreef werden in Washington goed ontvangen en zijn expertise brengt de autodidact Baxter, op zijn 73ste nog steeds getooid met zijn kenmerkende druipsnor, paardenstaart en zwarte baret, zelfs in het Witte Huis. “President George Bush zei altijd: ‘<i>Hey Skunkster</i>, hoe gaat het met je?’ Dan zei ik: Goed, meneer de president, het is een goede dag.”</p><p>Over waar hij zich precies mee bezighoudt houdt Baxter de lippen stijf op elkaar. “Ik kan er verder niet op ingaan. Het is een technisch verhaal, waar ik geen details over kan geven. Laten we het houden op raketverdediging en contraterrorisme”, zegt hij met militaire afgemetenheid. Met zijn grote metalen bril, koude blauwe ogen, uitgestreken pokerface en druipsnor ziet Baxter er een beetje uit als een typische CIA-agent uit een film.</p><p></p><blockquote style="text-align: center;"><i><span style="font-size: large;">"In feite is een radar een elektrische gitaar op steroïden"</span></i></blockquote><p></p><p>Zelf vindt hij zijn carrièrewending helemaal niet zo opvallend. “Brian May van Queen is gepromoveerd in de astrofysica en actrice Hedy Lamarr heeft de <i>frequency-hopping radio</i> uitgevonden. Dus misschien is er een verband tussen kunst, muziek en wetenschap. In feite is een radar een elektrische gitaar op steroïden, haha.”</p><p>Krijgt Baxter wel eens kritiek van zijn veelal linkse rockcollega’s? “Weinig. Het is mijn taak om iedereen in de Verenigde Staten te verdedigen, of je nu progressief of conservatief bent. Ik heb een eed afgelegd om de Amerikaanse grondwet te beschermen. Er zijn wel een paar mensen die kritiek hebben, maar ik heb nooit veel weerstand gekregen. Meestal juist complimenten. Collega sessiegitarist Danny Kortchmar, ‘Kootch’ voor vrienden, vroeg me ooit of hij iets kon doen voor het land. Ik zei: elke noot die je speelt deelt een klap uit voor de vrijheid. In de Sovjet-Unie was jazz verboden, want de basis van jazz is vrijheid en improvisatie. Daar houden autoritaire regimes niet van. De taliban hakte handen van muzikanten af. Why? Omdat ze bang zijn dat muzikanten de harten van de mensen veroveren.”</p><p>Baxter blijft naar eigen zeggen weg van politiek, al speelt hij in Washington in een band met de naam The Coalition of the Willing (De regering-Bush gebruikte dezelfde benaming voor landen die de omstreden invasie van Irak in 2003 steunden, PS). “De drummer is een voormalige ambassadeur van Japan. De bassist is een voormalige staatssecretaris van Buitenlandse Zaken en Defensie. De gitaristen zijn een voormalige ambassadeur van Hongarije en een voormalige onderdirecteur van het ministerie van Energie. De huidige minister van Buitenlandse Zaken Tony Blinken speelt soms ook mee. Het is een leuke groep. We spelen als we tijd hebben om geld in te zamelen voor goede doelen.”</p><p>Tot slot: hoe komt hij aan zijn opvallende bijnaam Skunk? Naar verluidt heeft die zijn oorsprong in winderigheid in de studio. Opnieuw houdt Baxter de lippen op elkaar, maar sluit af met een cliffhanger: “Dat komt in mijn boek dat medio volgend jaar verschijnt.”</p><div>Dit artikel verscheen eerder in <a href="https://www.heavenmagazine.nl/" target="_blank">Heaven magazine</a>.</div>Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-19358239012771946522022-06-17T19:39:00.001+02:002022-07-03T20:05:20.703+02:00Hermeto Pascoal: Paradijsvogel<p><b>Als Miles Davis je 'de meest indrukwekkende muzikant ter wereld' noemt, dan ben je een baas. Voor Jazzism schreef ik een portret over én met de excentrieke Braziliaanse multi-instrument. Nu in de <a href="https://store.bcm.nl/magazines/jazzism-2022-03/" target="_blank">winkel</a>!</b></p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEjrBxQumRsnqPKoe9e5MmhpZZXT8YIIHbvR3bETwAvoKLHz7xIvIlAiGHTA4Zz0hah5AoorHLmNK83bFZEyK_TZDa09aoGl6Ser1ncK1WfCwzI53SXrCjA5tqn2UoPRPKOOl6Y1QqbnsHmN6mYf3cK9XECUFbUp5jEd7bvje1kjjFJd0MCwWX4PYVIu/s800/287853119_2520163684786644_2673370025650166134_n.jpg" imageanchor="1" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="523" data-original-width="800" height="209" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEjrBxQumRsnqPKoe9e5MmhpZZXT8YIIHbvR3bETwAvoKLHz7xIvIlAiGHTA4Zz0hah5AoorHLmNK83bFZEyK_TZDa09aoGl6Ser1ncK1WfCwzI53SXrCjA5tqn2UoPRPKOOl6Y1QqbnsHmN6mYf3cK9XECUFbUp5jEd7bvje1kjjFJd0MCwWX4PYVIu/s320/287853119_2520163684786644_2673370025650166134_n.jpg" width="320" /></a></div><br /><p><br /></p>Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-78609844838956620622022-04-08T20:57:00.026+02:002022-04-13T22:04:47.742+02:00 On The Corner: de meest gehate jazzplaat aller tijden wordt 50<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://m.media-amazon.com/images/I/81E9dYx6MfL._AC_SL1500_.jpg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="800" data-original-width="800" height="320" src="https://m.media-amazon.com/images/I/81E9dYx6MfL._AC_SL1500_.jpg" width="320" /></a></div><br /><p><b><i>On The Corner</i> (1972) van Miles Davis wordt de meest gehate jazzplaat aller tijden genoemd. Een halve eeuw later is het album toch een invloedrijk werk gebleken. ‘Moet ik wachten tot je wél zover bent, motherfucker?’</b></p>
<br />
<b>Lees ook:</b><br />
<ul>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2016/04/miles-davis-altijd-anders.html" target="_blank">Miles Davis: altijd alles anders</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2011/09/remembering-miles.html" target="_blank">Remembering Miles: de ultieme muzikaliteit</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2005/08/miles-davis-eerste-kwintet.html" target="_blank">Miles Davis' eerste kwinter: 50 jaar 'Round About Midnight</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2001/01/miles-davis-on-corner-big-fun-get-up.html" target="_blank">Recensie: On The Corner / Big Fun / Get Up With It</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2015/10/pete-cosey-de-gitaarheld-die-niemand.html" target="_blank">Pete Cosey: de gitaarheld die niemand kent</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2007/08/betty-davis-flamboyante-funkdiva.html" target="_blank">Betty Davis: flamboyante funkdiva</a></li>
</ul>
<br />
<p>Miles Davis zat niet goed in zijn vel in 1972. Het stuklopen van zijn relatie met Marguerite Eskridge, ongeveer gelijktijdig met de geboorte van hun zoon Erin, was een mokerslag. De belastingdienst deed moeilijk. Davis’ gezondheid begon hem in de steek te laten. Miles moest met lede ogen toezien hoe zijn voormalige bandleden, met wie hij aan de wieg stond van de fusion met het baanbrekende album <i>Bitches Brew</i> (1970), hem in verkoopcijfers waren voorbij gestreefd. </p><p>Davis was niet te spreken over de richting die fusion op ging: te veel virtuositeit, te weinig gevoel. Maar hij had de bruggen naar de jazz achter zich verbrand. </p><p><i></i></p><blockquote style="text-align: center;"><i><span style="font-size: large;">"Ik wil een zwarte horen zeggen:‘ik hou van Miles Davis'" </span></i></blockquote><p></p><p>Het was een tijd van Black Power, en het zat Davis niet lekker dat hij nauwelijks speelde voor mensen met zijn eigen huidskleur. Miles, nu halverwege de veertig, constateerde dat de zwarte jeugd niet meer naar jazz of naar hem luisterde, maar naar James Brown en Sly and the Family Stone. Tijd voor een koerswijziging. ‘Ik speel niet voor blanken, man’, zei Davis tegen Melody Maker. ‘Ik wil een zwarte horen zeggen: ‘ik hou van Miles Davis.’’</p><span><a name='more'></a></span><p>Miles wilde een jong zwart publiek bereiken met funk, maar dan wel experimentele funk. De inspiratie voor zocht hij in een heel andere hoek. In april 1972 liet hij Paul Buckmaster overkomen uit Londen. Davis had de 25-jarige Buckmaster, een Britse cellist met een achtergrond in klassiek én popmuziek, in 1969 leren kennen in Londen. Buckmaster had Miles een opname met gitarist Steve Hammond laten horen, een uitgesponnen atmosferisch stuk van meer dan een half uur met een repetitieve beat en baslijn, waar de muzikanten overheen improviseerden. Kennelijk maakte dat indruk op de trompettist en zag hij in Buckmaster de aangewezen persoon om zijn visie te realiseren.</p><h3 style="text-align: left;">Stockhausen</h3><p>Buckmaster sliep twee maanden bij Miles thuis op de bank. In zijn koffer had Buckmaster twee platen van de Duitse avant-garde componist en elektronische pionier Karlheinz Stockhausen. Davis was zo enthousiast dat hij Stockhausen op repeat uit de speakers liet schallen, die door zijn hele huis hingen.</p><p>Geïnspireerd door Stockhausen begon Buckmaster composities te schrijven volgens de aan-uit theorie: zijn plan was om funkritmes af te wisselen met verstilde atmosferische stukken. Miles liet het componeren grotendeels over aan Buckmaster, behalve dat hij de melodie van <i>Black Satin</i> voor hem neuriede. Buckmaster noteerde ruwe schetsen van de muziek en deelde fotokopieën uit aan de muzikanten. </p><p>Op 1 juni 1972 ging Miles Davis Columbia studio B in voor de eerste opnamedag van <i>On The Corner</i>. De samenstelling van de band is exemplarisch voor het sterke accent op ritme: een grote ritmesectie bestaande uit twee drummers (Jack DeJohnette en Billy Hart) en twee percussionisten (Don Alias en Badal Roy). De keuze voor elektrische bassist Michael Henderson, die Miles van Stevie Wonder had ingepikt, onderstreept Miles’ intentie om de funk de boventoon te laten voeren. Verder had Davis drie toetsenisten opgetrommeld: Herbie Hancock, Chick Corea en Harold “Ivory” Williams. Colin Walcott speelde sitar. De studioband werd gecompleteerd door saxofonist Dave Liebman, die naar eigen zeggen ‘maar 10 seconden’ op de plaat speelt, maar zich de opnamesessie nog levendig herinnert:</p><p>“Mijn moeder belde mij terwijl ik bij de dokter zat, iemand had voor me had gebeld met de naam Teo Macero. Wist mijn moeder veel. Ik vroeg: kun je dat herhalen? </p><p>‘Theo, Teo, Tuo Maggierro…’ </p><p>‘Wat zei hij? ‘</p><p>‘Of je tien minuten geleden naar de studio kan komen. Miles is wat nummers aan het opnemen en wil dat jij meedoet.’</p><p>Het was de snelste rit van Brooklyn naar Manhattan ooit. Een wonder dat ik geen bekeuring heb gekregen. Ik heb mijn auto midden op straat geparkeerd, op 52nd Street, een van de drukste straten in New York. </p><p>Ik kwam binnen en keek door het raam de studio in en zag Billy Hart, Jack DeJohnette, Badal Roy, Collin Walcott, Don Alias. Alleen de akoestische spelers waren te horen, de elektrische instrumenten waren ingeplugd en stil. Dit was in de laatste tien, vijftien minuten van de sessie.</p><p></p><blockquote style="text-align: center;"><i><span style="font-size: large;">"Op de plaat hoor je dat ik zoek naar de juiste toonsoort. Ik had geen idee wat er gebeurde"</span></i></blockquote><p></p><p>Miles maakte een gebaar met zijn vingers, waaruit ik opmaakte dat hij wilde dat ik ging spelen. Hij duwde me naar een grote microfoon. Ik hoorde helemaal niks, want iedereen was ingeplugd, behalve de drums. Ik kon mezelf niet horen omdat ik niet de juiste apparatuur had. Op de plaat hoor je dat ik zoek naar de juiste toonsoort. Ik had geen idee wat er gebeurde, en toen was de sessie afgelopen. Iedereen liep naar buiten, Miles passeerde me en zei met die typische stem: ‘Kom bij mijn band’. Ik wist niet wat hij bedoelde. Hoe kan hij me laten binnenkomen middenin een sessie en dan vragen of ik bij zijn band kom? Ik antwoordde: ‘Dat gaat niet, ik zit bij Elvin Jones’. Miles zei: ‘Fuck Elvin’ en liep weg.” (Liebman sloot zich een half jaar later alsnog bij Davis aan en bleef de vaste saxofonist tot 1975 - red.)</p><p>De nummers die op 1 juni worden opgenomen zijn<i> On The Corner/New York Girl/Thinkin’ On Thing And Doin’ Another/Vote for Miles</i> (in feite één stuk) en <i>Black Satin</i>, die onder de titel <i>The Molester</i> als 45 toeren-single wordt uitgebracht. </p><p>Een kleine week later, op 6 juni, gaat Davis weer de studio in. Met min of meer dezelfde muzikanten, maar deze keer met saxofonist Carlos Garnett en basklarinettist Bennie Maupin erbij, en zonder Liebman, Corea en McLaughlin (vervangen door gitarist Dave Creamer). <i>One and One</i>, <i>Helen Butte</i> en <i>Mr. Freedom X</i> worden opgenomen. De laatste <i>On The Corner</i> sessie vindt een maand later plaats, op 7 juli, als overdubs voor <i>Black Satin</i> worden opgenomen.</p><p><span style="font-size: large;"><i></i></span></p><blockquote style="text-align: center;"><span style="font-size: large;"><i>"Miles repeteerde nooit. Punt"</i></span></blockquote><p></p><p>Al zijn voorbereidingen ten spijt, met de composities van Buckmaster werd weinig gedaan. De <i>On The Corner</i> sessies waren geïmproviseerde jams. “Miles repeteerde nooit. Punt. Dat deed hij gewoon niet”, zegt Liebman. “Er was niks van te voren geschreven. Miles kwam gewoon binnen, en na een tijdje kreeg de band door wat de bedoeling was. Miles vertrouwde op zijn mensen, hij speelde altijd met de beste muzikanten ter wereld en rekende erop dat zij hun ervaring meebrachten. Miles’ filosofie, naast dat hij misschien gewoon lui was, was dat je spontaniteit niet kan vangen als je het blijft herhalen. Het gaat om het moment.”</p><p>Davis’ instructies waren minimaal. “Miles had een paar korte melodieën, maar niks anders”, vertelt Liebman. “Er was niks georganiseerd. Zelfs geen hoofdthema of refrein. Miles zei ook niet veel, hij keek je aan en dan ging je spelen. We praatten nauwelijks met elkaar. Hij neuriede alleen een drum fill voor Jack DeJohnette, ‘doe dit, doet dat’. Tot zover ging de repetitie.” </p><p>“Miles was opzettelijk heel zen”, vervolgt Liebman. “Als de zen blauw was, zei hij: ‘het begon rood en veranderde in blauw’. Als hij wat zei luisterde je omdat het waarschijnlijk heel heavy was. Maar eerlijk gezegd zei hij eigenlijk vrij weinig. Iedereen keek elkaar aan met een gezicht van: wat wil hij nou eigenlijk dat we doen? Geen details.” </p><p>Het heeft er alle schijn van dat Miles zelf niet precies wist wat hij wilde. “Bij <i>Bitches Brew</i> gaf hij schetsen met soms maar vijf noten aan de muzikanten, en die moesten het daar maar mee doen”, zegt Paul Tingen, auteur van <i>Miles Beyond: The Electric Explorations of Miles Davis 1967-1991</i>, het eerste boek waarin Davis’ experimenten met rock en funk serieus en diepgaand worden geanalyseerd. “Ik heb het vermoeden dat Miles daar met <i>On The Corner</i> op voort wilde borduren. <i>Bitches Brew</i> was een groot succes. Ik doe dezelfde procedure, gewoon een paar noten, we gaan spelen, ik ga een beetje sturen en kijken wat er gebeurt. En daarna geeft producer Teo Macero er een beetje structuur aan. Hij steunde heel erg op de muzikanten. Zijn naam staat wel achter de nummers, maar dat is eigenlijk onzin.”</p><p><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/VGXmaY_GEkU" title="YouTube video player" width="100%"></iframe></p><h3 style="text-align: left;">Ongeorganiseerd</h3><p>De muzikanten hadden vaak geen idee waar ze mee bezig waren. Liebman: “Ik kan niet zeggen dat ik dol was op wat we speelden. Het kostte tijd om te begrijpen wat Miles dacht. We namen het op in een uur. Je speelde iets, de technicus zei ‘cut’, dan sprak Teo Macero een of twee woorden, en dan speelde je weer iets anders. Er was geen orde van gebeurtenissen in de studio. Het was één en al improvisatie. Naar mijn idee was het ongeorganiseerd. Ik was het type muzikant die graag wilde weten wat er gebeurde. Vooral bij opnames, want je krijgt geen tweede kans. Als sideman kreeg je niet het hele plaatje te zien, alleen kleine stukjes. En de uiteindelijke plaat klonk als kleine stukjes.”</p><p>De rol van producer Teo Macero, die Davis’ albums afmixte met destijds innovatieve overdubs en knip-en-plak-technieken, was cruciaal doch vaak onderbelicht. “Producer Teo Macero kan niet genoeg credit krijgen”, benadrukt Liebman. “Het groene licht in de studio stond altijd aan. Er waren geen takes, dat was vrij ongebruikelijk. Niemand zei: take 1, take 2, take 3, zoals de technici in de jaren 60 zeiden. Deze muziek heeft geen begin en einde. Als Miles klaar was met de sessie, pakte hij zijn trompet in en stapte in een limousine die stond te wachten. Het was aan Teo Macero om er een soort van einde aan te breien.”</p><p>Tingen: “Ik heb veel bewondering voor Teo Macero, die een achtergrond had in meer traditionele jazz, en dan eind jaren 60 ineens bereid is twee dingen te doen: a) met heel experimentele muziek te werken en b) de studio als instrument te gebruiken. The Beatles deden dat, in 1967, dat was zelfs in de rock ‘n roll nog onontgonnen terrein. Je doet iets in de studio wat live niet kan en je gaat daar echt heel ver mee. Teo Macero deed dat ook, en op een heel radicale manier.”</p><h3 style="text-align: left;">Hyperfunk</h3><p>Het eindresultaat is een aanval op de zintuigen van snoeiharde, verzengende, kakofonische, atonale, staccato hyperfunk waar de luisteraar abrupt in valt. De hermetische muziek was het tegenovergestelde van de ruimtelijke grooves en meditatieve, sprekende stiltes die Paul Buckmaster voor ogen had. Buckmaster vond de ritmes te sturend en repetitief en noemde <i>On The Corner</i> zijn ‘minst favoriete Miles Davis album’. ’Dit was mijn kans om met Miles Davis op te nemen en het werd allesbehalve wat ik ervan hoopte’, zei de in 2017 overleden Buckmaster teleurgesteld in Tingens boek.</p><p><iframe allow="autoplay; clipboard-write; encrypted-media; fullscreen; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="380" src="https://open.spotify.com/embed/album/4ORrWT9p5FH1jhTCATKEcj?utm_source=generator" style="border-radius: 12px;" width="100%"></iframe></p><h3 style="text-align: left;">Waardeloos</h3><p>Muziekliefhebbers en -critici kun je verdelen in twee soorten: de traditionalisten die binnen de lijntjes willen kleuren, en de progressieven die verder willen en onbekende vergezichten willen verkennen. Zij die vinden dat de muziek niets meer te maken heeft met het genre en zij die de uitvinding van een nieuw genre verwelkomen. Zelfs in een intrinsiek vooruitstrevend genre als jazz waren er voor critici grenzen.</p><p>De jazzrecensenten, die Davis de laatste jaren al van zich had vervreemd met zijn steeds woestere jazz-rock, maakten gehakt van <i>On The Corner</i>: ‘waardeloos’, ‘repetitieve troep’ ‘een belediging van het intellect’, schreven ze. Plat gezegd een bak teringherrie. </p><p>“Het probleem was dat het totaal niet klonk als jazz”, verklaart Tingen. “Miles werd beschuldigd van uitverkoop. In de jaren 60 stond jazz onder druk van de rock ‘n roll. Rockmuzikanten die slechter getraind waren dan de jazzmuzikanten gingen ineens met de eer en het geld strijken. Miles had zoiets van: laat ik kijken of er wat leuks bij zit dat ik kan gebruiken.”</p><p>‘De critici schreven dat we geen jazz konden spelen, maar dat konden we als de beste, we kozen er echter voor om dat níet te doen’, zegt bassist Michael Henderson in de liner notes van <i>The Complete On The Corner Sessions</i> box.</p><p><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/wOA9_TdRFt4" title="YouTube video player" width="100%"></iframe></p><h3 style="text-align: left;">Snobisme</h3><p>Het vervormde trompetspel met een wah-wah pedaal, deels ingegeven door Miles’ verzwakte gezondheid en zere heup, vond men niet te pruimen. Volgens Tingen was er in jazz een ‘snobisme’ tegen elektrische instrumenten. Ook de in januari overleden James Mtume, Davis’ percussionist van 1971 tot 1975, begreep niets van de aversie tegen technologie, die hij zag als een normale vooruitgang zoals die op elk gebied plaatsvindt. In een fel debat met jazzcriticus Stanley Crouch, een notoire criticaster van Davis’ rockexperimenten, wees Mtume erop dat Miles was aangelopen tegen ‘technische uitputting’ van instrumenten. ‘Je bereikt een punt waarop alles dat binnen de mogelijkheden van een instrument gespeeld kan worden, al gedaan is. Miles zei: als je nieuwe muziek wil maken, moet je over nieuwe geluiden en kleuren beschikken. En dat werd mogelijk met elektrische instrumenten.’</p><p><iframe width="100%" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/4OLqid9RABs" title="YouTube video player" frameborder="0" allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen></iframe></p><p>Het voornaamste probleem met <i>On The Corner</i> was dat men er simpelweg geen touw aan kon vastknopen. Geen beeldschone melodieën als <i>My Funny Valentine</i>, maar een grootstedelijke heksenketel van geluiden en kleuren. </p><p><span style="font-size: large;"><i></i></span></p><blockquote style="text-align: center;"><span style="font-size: large;"><i>"Er wordt geen poging gedaan om melodieën te ontwikkelen"</i></span></blockquote><p></p><p>Tingen: “<i>On The Corner</i> is heel abstract. Het voornaamste stuk is gewoon een groove waar op verder gegaan wordt. Je hebt dan wel basklarinet en saxofoon, en Miles speelt met de wah-wah, maar die zijn eigenlijk deel van de ritmesectie. Er wordt geen poging gedaan om melodieën te ontwikkelen. Op Black Satin wordt zelfs geen poging gedaan om een tonaliteit te definiëren. De melodie is in een andere toonsoort dan de achtergrond. De solo’s lijken onafhankelijk te zijn van de ritmes. Het is een abstractie die heel raar overkomt omdat de ritmesectie heel strak is.”</p><p>“Paul Buckmaster en veel muzikanten hadden ook geen idee wat ze ermee moesten”, weet Tingen. “De meer Europees georiënteerde muzikanten als John McLaughlin en Dave Liebman hadden meer behoefte aan melodie en harmonie, terwijl Afro-Amerikaanse muzikanten als slaggitarist Reggie Lucas en percussionist Mtume, de ritmesectie-kant van het werk juist helemaal begrepen.”</p><p>Zelfs het hoesontwerp van kunstenaar Corky McCoy, met streetwise zwarte stripfiguren ghetto-personages, uitgedost met grote afro’s in hippe Blaxploitation-stijl (het was immers de tijd van de populaire zwarte actiefilms Shaft en Superfly), werd als smakeloos verfoeid. “De hoes was duidelijk gericht op de popcultuur, die wilde appelleren aan jonge mensen”, zegt Tingen. “Het ziet er totaal niet uit als de hoes van een jazzplaat.”</p><table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><tbody><tr><td style="text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEik6jsMu-lYPJLhFXL5u7qRvWHNpdiYLhXkM5jEOXRqyvp02PX2zOKJMH5kfI6d-AILaSaqzmeBKUHPoYvvne6uz4ZEiKN5AvquYGKyvOE9VbCPlA2mfXeW7YSfHb4Z_lycztQIJ3xXCGat7_hb-iQCptQDyGR5WRwRydaT-8AkbUgRxhokACR8NO_D/s532/397879_281843478618687_1394348927_n.jpg" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" data-original-height="364" data-original-width="532" height="219" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEik6jsMu-lYPJLhFXL5u7qRvWHNpdiYLhXkM5jEOXRqyvp02PX2zOKJMH5kfI6d-AILaSaqzmeBKUHPoYvvne6uz4ZEiKN5AvquYGKyvOE9VbCPlA2mfXeW7YSfHb4Z_lycztQIJ3xXCGat7_hb-iQCptQDyGR5WRwRydaT-8AkbUgRxhokACR8NO_D/s320/397879_281843478618687_1394348927_n.jpg" width="320" /></a></td></tr><tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;">Peter Schong met <i>On The Corner</i> T-shirt in Moskou, juli 2005.</td></tr></tbody></table><br /><p>Of Miles is geslaagd in zijn missie om een jong zwart publiek te bereiken is echter de vraag. “Ik denk het niet. Zij luisterden naar The Ohio Players, Earth, Wind and Fire, Michael Jackson”, constateert Liebman. "Over het algemeen waren ze niet geïnteresseerd in Miles Davis. Zij draaiden geen <i>On The Corner</i>. Miles had een blank middle-class en upper-class publiek.” </p><p>De verkoopcijfers van <i>On The Corner</i> waren, net als Davis’ andere platen uit de jaren 70, niet om over naar huis te schrijven, al stond het album wel bovenaan de jazzlijst van Billboard.</p><p style="text-align: center;"><i><span style="font-size: large;">"Ik denk dat het hem pijn heeft gedaan"</span></i></p><p>Zou Miles wakker hebben gelegen van de kritiek? In de liner notes van <i>The Complete On The Corner Sessions</i> boxset (2007) vertelt Mtume een anekdote over een recensent die na een concert op Miles af stapte en zei dat hij altijd zijn vernieuwingen had gevolgd, maar dat zijn experimenten met rock voor hem een brug te ver waren. ‘Miles keek hem aan en antwoordde: ‘Wat moet ik doen, <i>motherfucker</i>, wachten tot je wél zover bent?’</p><p> “Miles las geen recensies”, zegt Liebman. “Ik herinner me nog goed dat we op het vliegveld van Montreal waren. Ik sloeg de krant open en daar stond een uitgebreide recensie van ons concert van de avond ervoor. Miles zat aan de koffie en ik zei tegen hem: ‘ze vonden het goed, maar vooral mij’. En hij reageerde: ‘ik lees dat nooit’. Ik denk dat het waar was, hij las geen recensies. Hij had sowieso geen geweldige verstandhouding met recensenten. Miles leefde in het moment. Als je over gisteren begon, zei hij: ‘fuck it’.” </p><p>Maar Tingen vermoedt dat het onbegrip Miles wel degelijk dwars zat. “Ik denk dat het hem pijn heeft gedaan. Ik denk dat de combinatie van het gemengde commerciële succes van zijn muziek in de jaren 70, dat niemand echt begreep waar hij mee bezig was, de gezondheidsproblemen, en de drugs, zeker hebben bijgedragen aan dat hij in 1975 gewoon niet meer kon. Hij was totaal depressief, er waren hele weken dat de gordijnen niet open gingen. Het is een geluk dat Miles het heeft overleefd eind jaren 70.” (Davis trok zich van 1975 tot 1980 na een heupoperatie terug uit de muziek, raakte zwaar aan de drugs en leefde als een kluizenaar).</p><p><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/V_XjZLisS5I" title="YouTube video player" width="100%"></iframe></p><h3 style="text-align: left;">Revisionisme</h3><p>Toen een nieuw millennium naderde, begon de publieke opinie te kantelen. Met een nieuwe generatie kwam een revisionisme van Davis’ elektrische periode. Heruitgaven krijgen nu vijfsterrenrecensies. Nieuwe genres als dub-reggae, hip-hop en electronic dance music (EDM) hebben circulaire, repeterende ritmes gemeengoed gemaakt. Maar ook in de punk valt de compromisloze attitude in goede aarde. Klonk <i>On The Corner</i> in 1972 nog buitenaards, en hoewel <i>On The Corner</i> met de oren van nu nog steeds extreem en radicaal is, zijn we er tegenwoordig meer aan gewend, stelt Tingen vast. “Nu met de elektronische dansmuziek kijkt niemand er meer van op dat men ritmes speelt zonder melodie. Als ik <i>On The Corner</i> voor mijn tienerzoons speel klapperen ze niet met hun oren. Ze vinden het wel cool.” </p><p>Een groot publiek zal <i>On The Corner</i> echter nooit aanspreken, verwacht Tingen. “Het is een plaat die vooral appelleert aan muzikanten. Het is zelfs vandaag nog moeilijk om er naar te luisteren. Je kunt niet meezingen, er zit geen structuur in.”</p><p>Ook Liebman heeft <i>On The Corner</i> uiteindelijk leren waarderen. “Toen ik er in de jaren 90 weer naar luisterde klonk het veel beter dan ik dacht. De nummers waren goed, er was enige samenhang, Miles klonk fantastisch, het klonk veel georganiseerder dan de opnamesessie zelf. Ik zal één ding zeggen: <i>Miles always played his ass off.</i> Hij speelde altijd fantastisch.”</p><div>Dit artikel verscheen eerder in <a href="https://www.heavenmagazine.nl/" target="_blank">Heaven magazine</a>.</div>Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-49296967027664556062022-02-18T23:08:00.011+01:002022-02-20T12:28:47.408+01:00Leo Nocentelli: goddelijke interventie<table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><tbody><tr><td style="text-align: center;"><a href="https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/b/be/Leo-Nocentelli-new-york-city-august-3-2006.jpg" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" data-original-height="800" data-original-width="622" height="320" src="https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/b/be/Leo-Nocentelli-new-york-city-august-3-2006.jpg" width="249" /></a></td></tr><tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;">Leo Nocentelli live in 2006 (Foto: <a href="https://www.flickr.com/photos/franciscodaum/206313921/" target="_blank">Flickr/cisc1970</a>)</td></tr></tbody></table><p><b>Hoe het vergeten en verdwenen solo-album van Leo Nocentelli, gitarist van de pionierende funkband The Meters, uit het wassende water van orkaan Katrina werd gered en na vijftig jaar eindelijk zijn weg naar de luisteraar heeft gevonden, is een ongelofelijk verhaal. ‘Het heeft een zekere spiritualiteit.’</b></p><br /><b>Lees ook:</b><br />
<ul>
<li><a href="https://petesboogie.blogspot.com/2019/06/the-meters-oerfunk.html" target="_new">The Meters: oerfunk</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2015/06/allen-toussaint-de-spil-van-new-orleans.html" target="_new">Allen Toussaint: de spil van New Orleans</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.nl/2008/11/de-weg-naar-het-witte-huis-is-geplaveid.html" target="_blank">Dr. John: De weg naar het Witte Huis is geplaveid met leugens</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.nl/2011/10/aaron-neville-ik-heb-het-aan-god.html" target="_blank">Aaron Neville: Ik heb het aan God overgelaten</a></li>
</ul>
<br />
<p>De toekomst is ongewis als Leo Nocentelli in 1971 zijn intrek neemt in de fameuze Jazz City Studio in New Orleans om een paar solo-demo’s op te nemen. “Ons label Josie, waarop <a href="target="_new">" target="_blank">The Meters</a> drie albums hadden uitgebracht, ging failliet. Dus we hadden geen platencontract meer. We hadden niks te doen dus ik besloot wat nummers te schrijven”, vertelt de 75-jarige Nocentelli een halve eeuw later aan de telefoon vanuit ‘The Big Easy’. Tijdens de sessies over een periode van twee maanden wordt de gitarist vergezeld door zijn Meters-collega’s George Porter Jr. (bas) en Joseph “Zigaboo” Modeliste (drums). Af en toe schuiven ook hun illustere vaste producer Allen Toussaint en jazzmuzikant James Black aan achter de piano en het drumstel.</p><p>Maar ondanks de bijna voltallige Meters-bezetting (op toetsenist Art Neville na), tapt Nocentelli uit een ander vaatje. “Ik had een paar platen gekocht van James Taylor en was erg gecharmeerd van wat hij deed, de akkoordenschema’s en zijn teksten. Het was niet van ‘baby I love you’ en ‘don’t leave me’, maar het waren verhalen. Ik wilde ook dat soort liedjes schrijven.”</p><p><br /></p><p><span style="font-size: large;"><i></i></span></p><blockquote><span style="font-size: large;"><i>"Toen ik er destijds naar luisterde zou ik het ‘country and western’ genoemd hebben"</i></span></blockquote><p></p><h3 style="text-align: left;"><br /></h3><h3 style="text-align: left;">Folk</h3><p>Leo verruilt zijn elektrische gitaar voor een akoestische, en wat er uit de sessies komt is niet de minimale oerfunk waar The Meters patent op hebben. “Toen ik er destijds naar luisterde zou ik het ‘country and western’ genoemd hebben. Met de kennis van nu zou ik het een folk album noemen”, omschrijft Nocentelli de tien songs op <i>Another Side</i>, zoals het album vijftig jaar na dato is vernoemd. “Het heeft een folk-feeling, folk-teksten die ik normaal niet voor een funknummer van The Meters zou schrijven, zoals <i>Pretty Mittie</i> en <i>You’ve Become a Habit</i>, dat over een prostituee gaat. Het is een singer-songwriter plaat, terwijl The Meters het volledige repertoire van solo’s, ingenieuze zang en achtergrondzang had. Al zit er nog steeds funk in, want zo ben ik nu eenmaal. Dit is strikt singer-songwriter, het is een andere manier van denken.”</p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/a/AVvXsEjUWh-r_mSx28IYzdmo93uztswk6dUuQnXFpbFdKEE4Vyxnl2I2HCbvz7WQqcnwo02NwYYLBgCVzOxjniv9wOFO_IxTLcl0jb5ziQSl9AA2BL3LMhYqFP8oKNgj9c51rpeHPpFEUk8Fwfg2JxafsTQvgB9tlshFPS6yDomJS90130lW2YX61sfsxJvg=s600" imageanchor="1" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="600" data-original-width="600" height="320" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/a/AVvXsEjUWh-r_mSx28IYzdmo93uztswk6dUuQnXFpbFdKEE4Vyxnl2I2HCbvz7WQqcnwo02NwYYLBgCVzOxjniv9wOFO_IxTLcl0jb5ziQSl9AA2BL3LMhYqFP8oKNgj9c51rpeHPpFEUk8Fwfg2JxafsTQvgB9tlshFPS6yDomJS90130lW2YX61sfsxJvg=s320" width="320" /></a></div><p>Nocentelli ziet het, zoals de albumtitel impliceert, als een andere kant van zichzelf. “Het zit in je. Ik heb geleerd om naar verschillende genres te luisteren en ze te spelen. Toen ik jong was had ik drie of vier optredens per dag in New Orleans: een jazz-optreden, een dixieland-optreden, een R&B-optreden, enzovoorts. Je moest verschillende stijlen leren beheersen om te overleven. Zo heb ik een oor voor verschillende muzieksoorten ontwikkeld en ze leren spelen.” </p><p>Het is een ander idioom, maar de muzikale benadering is hetzelfde als met The Meters: eenvoud. The Meters namen een jaar eerder een fijngevoelige cover op van <i>Wichita Lineman</i> voor hun derde album <i>Struttin’</i>, dat stilistisch een voorproefje van <i>Another Side</i> had kunnen zijn. Het funky <i>Riverfront</i>, gebaseerd op de ervaringen van Art’s broer Aaron Neville als havenarbeider in New Orleans, schuurt tegen The Meters aan. Een hoogtepunt op <i>Another Side</i> is een prachtige, wellicht zelfs superieure cover van Elton John's <i>Your Song</i>, dat op dat moment een hit was.</p><p><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/AyaBPNmkgG8" title="YouTube video player" width="100%"></iframe><br /></p><span><a name='more'></a></span><p>1971 gaat voorbij, 1972 breekt aan. Een nieuw jaar, nieuwe kansen. The Meters tekenen een contract bij Reprise, eigendom van Warner Bros, en beginnen met het album <i>Cabbage Alley</i> (1972) aan hun succesvolste periode. Paul McCartney strijkt voor de opnames van het Wings-album <i>Venus and Mars</i> (1975) neer in New Orleans en The Meters spelen op de releaseparty. Dat leidt tot een tournee als het voorprogramma van The Rolling Stones. The Meters worden veelgevraagde sessiemuzikanten en spelen mee op albums van Dr. John (<i>In The Right Place</i> uit 1973, met zijn signature song <i>Right Place, Wrong Time</i>), Robert Palmer (<i>Sneakin’ Sally Through The Alley</i> uit 1974) en Labelle (<i>Nightbirds</i> uit 1974, met de hit <i>Lady Marmelade</i>).</p><p>Nu The Meters weer druk aan het werk zijn, belandt Nocentelli’s soloproject op de plank. “Het was een onvoltooid project. Het waren eigenlijk demo’s. Ik was er nog niet uit of ik het wilde uitbrengen”, zegt Nocentelli. “Ik wilde gewoon de liedjes die ik had geschreven opnemen. De laatste keer dat ik er naar luisterde was ik in een studio met Cosimo Matassa himself (de fameuze studio-eigenaar en technicus die geldt als de geestelijk vader van de New Orleans sound, en die geschiedenis schreef met vroege rock ‘n roll-platen van o.a. Fats Domino en Little Richard) en ik vroeg hem een kopie van de opnames te maken zodat ik er thuis nog eens naar kon luisteren, om te zien of ik het goed vond. </p><p>“Toen ik het terugluisterde op die oude speakers had ik geen idee wat ik ermee wilde doen. Ik wist niet of het muzikaal goed genoeg was om dezelfde respons te krijgen die het nu krijgt.” Uiteindelijk raken de opnames zelfs bij Nocentelli in de vergetelheid.</p><p><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/p5IQ0y8wllk" title="YouTube video player" width="100%"></iframe><br /></p><p>In de vroege morgen van 29 augustus 2005 raast orkaan Katrina over New Orleans. De dijken breken en de stad wordt hard getroffen door overstromingen. Katrina is een van de grootste natuurrampen uit de recente geschiedenis. De Sea-Saint Studio van Allen Toussaint, waar talrijke historische platen werden opgenomen, komt onder water te staan. De vele tapes met een schat aan muziek die in het gebouw lagen opgeslagen, gaan verloren in het wassende water.</p><p><br /></p><h3 style="text-align: left;">Rommelmarkt</h3><p>Al van jongs af aan komt Mike Nishita, dj, platenverzamelaar en broer van Beastie Boys-toetsenist “Money Mark” Nishita, op de Roadium Open-Air Market in Torrance bij Los Angeles. “Hawaiian Mike”, zoals de verkopers hem noemen, kocht er al mixtapes van Dr. Dre voordat hij een wereldberoemd hip-hop producer werd. Als de kraampjes ‘s morgens vroeg worden opgetuigd begint Mike de markt al af te struinen op zoek naar collector’s items. </p><p>Op een druilerige maandagmorgen in januari 2018 wenkt een verkoper hem. Hij heeft de inhoud van een opslagruimte opgekocht, en daar zitten dozen met banden van The Meters, Lee Dorsey en Dr. John bij. Nishita denkt dat de tapes kopieën van bestaande albums zijn die iemand voor eigen gebruik heeft gemaakt, tot een adressticker van de Sea-Saint Studio in New Orleans zijn aandacht trekt. De verkoper vraagt er 100 dollar per doos voor. Nishita appt foto’s naar zijn vriend, Beastie Boys-technicus en co-producer Mario Caldato. ‘Koop ze allemaal’, antwoordt Caldato direct. Nishita neemt alle zestien dozen mee en maakt zich snel uit de voeten. </p><p><br /></p><p></p><blockquote><span style="font-size: large;"><i>"Hij las de songtitels op en ik stond paf. Dat was voor het eerst in vijftig jaar dat ik er weer aan dacht"</i></span></blockquote><p></p><p><br /></p><p>Het blijken kopieën te zijn van de mastertapes die aan de platenmaatschappijen werden gegeven. Die maakten Toussaint en zijn compagnon Marshall Sehorn voor de veiligheid, mocht er iets met de masters gebeuren. Zo zit er het eponieme debuutalbum van The Meters (1969) bij en hun vijfde album <i>Rejuvenation</i> (1975). In totaal 673 banden met naar schatting 3000 uur muziek uit de periode 1968-1979. </p><p>Een van de tapes die Nishita en Caldato direct opvalt, is die met de naam van Leo Nocentelli erop. Ze zijn fan van The Meters, die samen met James Brown worden beschouwd als de grondleggers van de funk, en wiens oeuvre een schatkist van samples was voor rappers. Zo werd op het innovatieve album <i>Paul’s Boutique</i> (1989) van de Beastie Boys, waaraan Caldato meewerkte, een sample van <i>Hey Pocky A-Way</i> gebruikt. </p><p>“Mike Nishita belde me op dat hij een tape van me had”, vertelt Nocentelli. “Ik stond versteld. Hij las de songtitels op en ik stond paf. Dat was voor het eerst in vijftig jaar dat ik er weer aan dacht.” </p><p>Matt Sullivan, een kennis van Nishita en Caldato en eigenaar van het reissue-label Light in the Attic, wordt erbij gehaald en ook hij herkent direct de waarde. Hij sluit een deal met Nocentelli om de opnames uit te brengen. Na een halve eeuw krijgt het project eindelijk een naam: <i>Another Side</i>.</p><p></p><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/bTP7HbFSFOA" title="YouTube video player" width="100%"></iframe><p></p><h3 style="text-align: left;">Opslag</h3><p>Hoe komen die verloren gewaande opnames uit New Orleans 2700 kilometer verderop terecht in Californië? Ene Bill Valenziano werkte jarenlang bij verschillende platenmaatschappijen voordat hij voor zichzelf begon met het opkopen van de catalogi van platenlabels om de muziek te licentiëren. Zo nam hij in 1995 het archief van de Sea-Saint Studio over van Toussaint en Sehorn. </p><p>Toen het water zakte na Katrina, wist hij ongeveer een kwart van de banden uit het gebouw te redden. Valenziano nam de tapes mee naar Californië en legde ze in de opslag, waar ze werkloos bleven liggen. Een deel ervan werd door onbekenden overgebracht naar een andere opslag. Omdat de rekening niet werd betaald, belandden die opnames op een veiling, en vervolgens op de rommelmarkt in Torrance, waar Nishita ze direct vanaf de vrachtwagen kocht. </p><p><br /></p><p><span style="font-size: large;"><i></i></span></p><blockquote><span style="font-size: large;"><i>"Ik moet mezelf nog elke dag in mijn arm knijpen. Wat me nu overkomt is een schok"</i></span></blockquote><p></p><p><br /></p><p>De rest van de opnames liggen nog bij Valenziano in de opslag. Om die uit te brengen ligt juridisch gecompliceerd. Valenziano liet evenwel in 2019 aan de Los Angeles Times weten dat hij er van af wil, omdat hij geen zin meer had om de huur te betalen voor het materiaal volgens hem weinig waarde heeft: “Er zijn geen geweldige opnames meer van Paul McCartney, geen <i>Lady Marmelade</i>. Heb je tijd voor een kampvuur op het strand?”</p><p>Waardeloos wellicht, maar als Valenziano Leo Nocentelli ‘s solo-album over het hoofd zag, wie weet welke schatten hij nog meer heeft gemist. Dat <i>Another Side</i> na vijftig jaar aan de vergetelheid en orkaan Katrina is onttrokken, is volgens de gitarist te danken aan goddelijke interventie. “Ik moet mezelf nog elke dag in mijn arm knijpen. Wat me nu overkomt is een schok voor me. Het heeft een zekere spiritualiteit. Het verhaal erachter heeft mijns inziens meer betekenis dan de muziek zelf.”</p><p><iframe allow="autoplay; clipboard-write; encrypted-media; fullscreen; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="380" src="https://open.spotify.com/embed/album/1eSgEDszxXr6haafSVkK7u?utm_source=generator" style="border-radius: 12px;" width="100%"></iframe><br /></p>
<p>
</p><div style="background-color: #f2f0e9; border: 2px solid rgb(0, 0, 0); padding: 2em;">
<p style="margin-top: 0px; text-align: left;"><font size="4"><table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><tbody><tr><td style="text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/a/AVvXsEjRKU5rfmd0cHadXp4b6gWkfqVRjySPwQ5rwXtEvWUeRDk-KVsxn5nvS5RAtRQ7OuWxYW48ZpwBSu5q72fbO6Tq13hpb4QFFm-WmZsojV4SH-FbVl5ppXMpPkCKM5DdyMQ66_ROuLu-UBqRsWvjFzuk3H_h-3yUrIYjAVx6RHkgXhqkGCyLKwgUCFQq=s2048" imageanchor="1" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" data-original-height="1463" data-original-width="2048" height="229" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/a/AVvXsEjRKU5rfmd0cHadXp4b6gWkfqVRjySPwQ5rwXtEvWUeRDk-KVsxn5nvS5RAtRQ7OuWxYW48ZpwBSu5q72fbO6Tq13hpb4QFFm-WmZsojV4SH-FbVl5ppXMpPkCKM5DdyMQ66_ROuLu-UBqRsWvjFzuk3H_h-3yUrIYjAVx6RHkgXhqkGCyLKwgUCFQq=w320-h229" width="320" /></a></td></tr><tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;"><span style="background-color: white; color: #333333; font-family: Georgia, serif; font-size: 10.4px;">The Meters live in 2011. (Foto: </span><a href="https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Meters_Wikepedia.jpg" style="background-color: white; color: #5588aa; font-family: Georgia, serif; font-size: 10.4px; text-decoration-line: none;" target="_blank">Annette Jones</a><span style="background-color: white; color: #333333; font-family: Georgia, serif; font-size: 10.4px;">)</span></td></tr></tbody></table><strong><br /></strong></font></p><p style="margin-top: 0px; text-align: left;">
<font size="4"><strong>The Meters: funkpioniers
</strong></font><br />
<font size="3">
Blauwdrukfunk. Zo laat de muziek van The Meters zich het beste omschrijven. Hun kale, ritmische sound lijkt welhaast lesmateriaal voor hoe je funk speelt. Hoewel het kwartet uit New Orleans altijd een cultband bleef, is hun invloed enorm en worden ze erkend als een van de grondleggers van de funk.<br /><br />
</font></p><p style="margin-top: 0px; text-align: left;"><font size="3">The Meters ontstond midden jaren 60 in het nachtclubcircuit in de French Quarter van New Orleans rond pianist Art Neville, die vanaf eind jaren 70 ook successen viert met zijn broers in The Neville Brothers. De band bestaat verder uit drummer Joseph “Zigaboo” Modeliste, bassist George Porter, Jr. en gitarist Leo Nocentelli. Als studioband van Sansu Records, het label van de legendarische producer Allen Toussaint, spelen The Meters op platen van lokale artiesten als Lee Dorsey en Earl King. Maar The Meters zijn niet alleen actief achter de schermen, de groep brengt zelf tussen 1969 en 1977 acht albums uit. Het eerste album <i>The Meters</i> uit 1969, met de klassiekers <i>Cissy Strut</i> en <i>Sophisticated Cissy</i>, opvolger <i>Look-Ka Py Py</i> (eveneens uit ‘69) en het vijfde album <i>Rejuvenation</i> (1974), met het onweerstaanbare <i>Just Kissed My Baby</i> en <i>Jungle Man</i>, zijn hun beste werken.
The Meters zijn ook belangrijk voor de hip-hop. Hun platen zijn een sample-goudmijn voor rappers als Public Enemy, L.L. Cool J en de Beastie Boys. Dat vindt Nocentelli wel best: “Het is financieel het lucratiefste dat mij is overkomen.” <br /><br />
</font></p><p style="margin-top: 0px; text-align: left;"><font size="3">Wie was eigenlijk de drijvende kracht van The Meters op het creatieve vlak? “Je praat met hem”, reageert Nocentelli resoluut. “Ik had de meeste klassieke muzikale scholing, ik schreef al liedjes voordat de anderen dachten aan schrijven. Ze wachtten tot ik de studio binnenkwam met liedjes. Ik was genereus en deelde alles. Maar er is één ding waarvoor wij alle vier een credit krijgen: zonder George, Zig en Art waren die nummers niet tot stand gekomen. Het hadden nooit Tom, Dick of Harry kunnen zijn geweest, het moesten George, Zig en Art zijn om een lied tot leven te wekken.” <br /><br />
</font></p><p style="margin-top: 0px; text-align: left;"><font size="3">Na het uiteenvallen van de groep waren er sporadische reünies in wisselende samenstellingen. Art Neville overleed in 2019. Is er nog een kans dat The Meters ooit weer samen spelen? “Die kans is er altijd zolang we nog ademhalen. Persoonlijk hoop ik dat het gebeurt. Ik heb geen reden om het niet te willen”, zegt Nocentelli. “Maar helaas valt de munt niet altijd op de goede kant. Mensen denken er anders over, meningsverschillen. Het is als een huwelijk. Een huwelijk strandt soms, en je hoopt de spanning weer tot leven te wekken. Zo gaat het ook met muziek.”
</font></p>
</div>
<p></p>
<p>Dit artikel verscheen eerder in <a href="https://www.heavenmagazine.nl/" target="_blank">Heaven magazine</a>.</p><div><br /></div>Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-23901910163200731672021-12-10T20:00:00.003+01:002021-12-13T13:01:12.136+01:00 Arthur Verocai: tweede jeugd<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://thevinylfactory.com/wp-content/uploads/2016/12/The-Legend-of-Arthur-Verocai-slate-2.jpg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="450" data-original-width="800" height="185" src="https://thevinylfactory.com/wp-content/uploads/2016/12/The-Legend-of-Arthur-Verocai-slate-2.jpg" width="383" /></a></div><br /><p><b>Na een geflopt album verdween hij in de jaren 70 van de radar. Maar in de halve eeuw die volgde groeide de 76-jarige Braziliaan uit tot een cultheld, en nu duikt hij op twee platen tegelijk op van de hipste bands van dit moment: Hiatus Kaiyote en BadBadNotGood. Wie is Arthur Verocai?</b></p>
<p>
<b>Lees ook:</b><br />
</p><ul>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2010/10/caetano-veloso-is-nog-niet-tevreden.html">Interview: Caetano Veloso is nog niet tevreden</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2013/08/gilberto-gil-verboden-te-verbieden.html">Interview: Gilberto Gil: verboden te verbieden</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2015/10/marcos-valle-bossa-nova-avonturier.html">Interview: Marcos Valle: bossa nova avonturier</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2005/06/bossa-nova-puur-natuur.html">Bossa nova: puur natuur</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2016/08/antonio-carlos-jobim-elke-noot-een.html">Antônio Carlos Jobim: elke noot een juweel</a></li>
</ul>
<p></p>
<p>De ‘zoon van bossa nova’ noemt Arthur Verocai zichzelf. Hij ziet in 1945 het levenslicht in Rio de Janeiro, de bakermat van de muziekstijl die geboren wordt uit de samba, rond hetzelfde moment als wanneer de jonge Arthur in 1959 gitaar begint te spelen. ,,Ik bewonderde componisten als Tom Jobim, Villa Lobos en Milton Nascimento”, schrijft Verocai. Omdat hij de Engelse taal niet machtig is, voeren we het interview per e-mail. </p><p>Zijn doorbraak komt in 1966 als zangeres Leny Andrade Verocai’s compositie <i>Olhando o Mar</i> opneemt. Met zijn muziekcarrière gaat het vanaf dat moment crescendo. ,,In 1969 gaf ik mijn beroep van civiel ingenieur op om professioneel muzikant te worden.” Verocai wordt een veelgevraagd arrangeur voor de albums van grote Braziliaanse artiesten als Jorge Ben, Elis Regina, Gal Costa en Marcos Valle. Hij wordt de music director en gitarist van de show É a maior, en schrijft arrangementen voor de orkesten van de grote muziekfestivals in Porto Alegre en São Paulo. Hij treedt in dienst als music director bij TV Globo, de grootste omroep van het land, en schrijft tunes voor tv-programma’s.</p><h3 style="text-align: left;">Ingetogen meesterwerk</h3><p><a href="https://cdn.shoplightspeed.com/shops/621399/files/35585934/1652x1652x2/new-verocai-arthur-self-titled.jpg" style="clear: right; display: inline; float: right; margin-bottom: 1em; margin-left: 1em; text-align: center;"><img border="0" data-original-height="800" data-original-width="800" height="200" src="https://cdn.shoplightspeed.com/shops/621399/files/35585934/1652x1652x2/new-verocai-arthur-self-titled.jpg" width="200" /></a>Als Verocai twee albums van zangeres Célia produceert voor Continental Records, doet het label hem een aanbod om een eigen album op te nemen. Geïnspireerd door zowel Braziliaanse muziek als jazz, soul, en klassiek van met name Milton Nascimento, Blood, Sweat & Tears, Bill Evans, Herbie Hancock en Miles Davis, brengt Arthur Verocai in 1972 zijn eponieme album uit. Het is een wonderschoon, ingetogen en melancholiek meesterwerk met stijlvolle orkestraties. Ingespeeld door een keur aan Braziliaanse topmuzikanten als drummers Robertinho Silva en Pascoal Meirelles, Paulo Moura, multi-instrumentalist Oberdan Magalhães, saxofonist Nivaldo Ornelas en gitarist Toninho Horta. Verocai’s psychedelische orkestraties roepen associaties op met Amerikaanse producers als David Axelrod en Charles Stepney. Het album is de schakel tussen de Tropicália van de jaren 60 en de Braziliaanse funk van de jaren 70.</p><span><a name='more'></a></span><p><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/zuU9Fkdlk9g" title="YouTube video player" width="100%"></iframe></p><p>Maar Verocais artistieke triomf, de kroon op zijn carrière, dooft uit als een nachtkaars. De muziekpers wijdt er geen letter aan. “Het album was zo anders, dat er media het links lieten liggen”, aldus Verocai. Zelfs geen slechte recensie. “Não.”</p><p>Je zou denken dat het Braziliaanse publiek vier jaar na de Tropicália-revolutie, de beweging die eind jaren 60 samba en bossa moderniseerden met invloeden uit de (psychedelische) rock, wel gewend waren geraakt aan avontuurlijke muziek. “In Tropicália waren meerstemmige akkoorden niet gebruikelijk en de muziek was eenvoudiger, terwijl de teksten communicatiever waren”, verklaart Verocai.</p><p>“Ik wist dat er geen miljoenen exemplaren van het album over de toonbank zouden gaan”, kijkt Verocai terug. Maar hij begint wel na te denken over zijn toekomst. “Niet door het gebrek aan succes, maar ik was bang dat de markt van invloed zou worden op mijn werk als arrangeur. Ik had geen keuzevrijheid in wat ik muzikaal wou doen, daarom besloot ik muziek voor reclames te gaan schrijven.”</p><h3 style="text-align: left;">Reclamemuziek</h3><p>In de reclamewereld heeft Verocai wel succes; zijn arrangementen zijn te horen in commercials van Coca-Cola, Fanta, Shell en het Braziliaanse oliebedrijf Petrobras. Hij componeert zelfs de jingle voor het WK voetbal van 1994, en sleept een prijs voor de beste reclamemuziek in de wacht.</p><p><span style="font-size: large;"></span></p><blockquote style="text-align: center;"><span style="font-size: large;"><i>“Ik kan elke dag voor de rest van mijn leven naar dit album luisteren”</i> (Madlib)</span></blockquote><br />Fast-forward naar het nieuwe millennium. In Amerika en Europa ontdekt een jonge generatie Verocai’s vergeten album. Samples worden gebruikt op nummers van rappers als Ludacris, Common, MF Doom, Action Bronson en Schoolboy Q. “Ik kan elke dag voor de rest van mijn leven naar dit album luisteren”, prijst hiphop-producer Madlib de plaat. Ook bassist Thundercat noemt het werk een inspiratiebron. Het album wordt een collectors item waarvan originele persingen voor meer dan 2000 dollar van eigenaar wisselen. Eindelijk gerechtigheid. Daar ziet Verocai overigens geen cent van terug, maar dat deert hem niet. “Ik was verbaasd, het voelde echt goed”, aldus Verocai, die er niet mee zit dat zijn werk dankbaar gebruikt wordt voor samples. “Het is goede promotie. Sommigen betalen er voor en geven met een songwriting credit.” Het album is inmiddels door het Britse label Mr. Bongo heruitgegeven en voor een schappelijke prijs verkrijgbaar.<p></p><p>Pas na dertig jaar later brengt Verocai, sinds 1983 eigenaar van zijn Studio V, in eigen beheer het overzichtswerk <i>Saudade Demais</i> (2002) uit, met enkele niet eerder uitgebrachte composities. Far Out Recordings komt hem op het spoor en nodigt de vergeten held uit zijn comebackalbum <i>Encore</i> (2007) op te nemen, met bijdragen van de Braziliaanse fusiongroep Azymuth en zanger/toetsenist Ivan Lins, voor wiens album <i>Agora</i> (1971) Verocai arrangementen schreef. De <i>Timeless</i> concertreeks in Los Angeles, gedocumenteerd op het gelijknamige live-album uit 2009, verhogen Verocai’s profiel verder. Hij verkeert inmiddels in de merkwaardige omstandigheid dat hij buiten Brazilië meer bekendheid geniet dan in eigen land.</p><p><span style="font-size: large;"></span></p><blockquote style="text-align: center;"><span style="font-size: large;"><i>"Het klonk zo adembenemend mooi dat we er alle vier emotioneel van werden"</i> (Paul Bender, Hiatus Kaiyote)</span></blockquote><p></p><h3 style="text-align: left;">Hippe bands</h3><p>En zo is Arthur Verocai na een halve eeuw weer gewild. Liefst twee hippe bands kloppen in 2021 bij hem aan om van zijn diensten gebruik te maken: hij schrijft strijkersarrangementen voor <i>Mood Valiant</i>, het derde album van de Australische neo soulgroep Hiatus Kaiyote, en voor <i>Talk Memory</i> van de Canadese jazz-funkers BadBadNotGood. “Ze zijn fans van mijn werk en ik van hen, dus ik werd vriendelijk uitgenodigd door deze getalenteerde jongelui”, aldus Verocai. “Het waren prettige samenwerkingen. Ze stelden me op mijn gemak en waren vol eerbied over mijn arrangementen.”</p><p>Verocai schreef de blazers- en strijkersarrangementen voor het nummer <i>Get Sun</i> op <i>Mood Valiant</i> van Hiatus Kaiyote. De band gaf hem carte blanche, vertelde bassist Paul Bender eerder dit jaar in een interview met Heaven. “We hadden dus geen flauw idee waarmee hij op de proppen zou komen totdat we in zijn studio in Rio de Janeiro bij de opnamen waren. Het klonk zo adembenemend mooi dat we er alle vier emotioneel van werden.”</p><p><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/uWjkfSrZK5Y" title="YouTube video player" width="100%"></iframe></p><p>De band raakte zo geïnspireerd dat ze de studio voor de rest van de avond afhuurden. In de spontane sessie ontstonden twee nieuwe nummers: <i>Red Room</i> en <i>Stone or Lavender</i>, waaraan later nog een arrangement van Verocai is toegevoegd. Intussen werkt Verocai ook aan een nieuw solo-album, maar daarover laat hij nog niets los.</p><p>In de herfst van zijn leven begint de 76-jarige Arthur Verocai aan zijn tweede jeugd. Was hij een halve eeuw geleden zijn tijd te ver vooruit? “Men zegt het”, antwoordt Verocai nuchter. “Als je muziek maakt met authenticiteit en liefde, lost de tijd het kwaad van het onbegrip op. Goede muziek blijft.”</p><p><iframe src="https://open.spotify.com/embed/album/4yv17Q486G8QoqM001kFKO?utm_source=generator" width="100%" height="380" frameBorder="0" allowfullscreen="" allow="autoplay; clipboard-write; encrypted-media; fullscreen; picture-in-picture"></iframe></p><div>Dit artikel verscheen eerder in <a href="https://www.heavenmagazine.nl/" target="_blank">Heaven magazine</a>.</div><span><!--more--></span>Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-39212159396332685122021-10-08T20:00:00.090+02:002021-10-09T10:24:07.839+02:00 Jaco Pastorius: basrevolutionair<table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><tbody><tr><td style="text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEjK_azQxjUapNR6RrfTbNMcwkvOakJPe-OSI0A_CiCD4-3h6SUDzJNB-pu5vXTOo7WjQN2FA0CoMIj6egRFupQeRxTEH6KHbNsVexuEpw5-c1ycLYxUUYIYtmy4gmlvQEAegC6HfrRloCk/s2003/jaco+ingrid+retouched.jpg" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" data-original-height="1703" data-original-width="2003" height="272" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEjK_azQxjUapNR6RrfTbNMcwkvOakJPe-OSI0A_CiCD4-3h6SUDzJNB-pu5vXTOo7WjQN2FA0CoMIj6egRFupQeRxTEH6KHbNsVexuEpw5-c1ycLYxUUYIYtmy4gmlvQEAegC6HfrRloCk/s320/jaco+ingrid+retouched.jpg" width="320" /></a></td></tr><tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;"><span style="text-align: left;">Jaco Pastorius met zijn tweede vrouw Ingrid in de kleedkamer tijdens een Japanse tournee in 1980. (Foto: archief Peter Erskine)</span></td></tr></tbody></table><br /><p><b>Jaco Pastorius’ big bang op de bas galmt bijna 35 jaar na zijn dood nog altijd na. Op 1 december zou hij 70 jaar zijn geworden. Vrienden en kenners aan het woord over een muzikaal fenomeen.</b></p><p><i>“My name is John Francis Pastorius III, and I’m the greatest bass player in the world.”</i></p><p><i>“Get the fuck out of here!”</i></p><p>Zo verliep de eerste kennismaking tussen Jaco Pastorius en Joe Zawinul. Het was het najaar van 1974, backstage na een concert van Zawinuls fusiongroep Weather Report in Miami. </p><p>In zijn thuisstaat Florida wist men al wat voor vlees ze in de kuip hadden, maar daarbuiten was Jaco nog onbekend. Zawinul kon niet bevroeden dat deze opschepperige ‘beach bum’ niet blufte, en twee jaar later met zijn verbluffende titelloze debuutalbum, zijn sfeerbepalende spel op Joni Mitchells Hejira én als bassist van zijn eigen Weather Report een schokgolf door de muziekwereld zou laten gaan die vergelijkbaar was met de tsunami van 2004. </p><p>Jaco trok met een nijptang de frets uit de hals en herschreef de natuurwetten van wat mogelijk was op een (fretloze) basgitaar. Er is elektrische bas vóór en bas na Jaco Pastorius. De bas was niet meer slechts onderdeel van de ritmesectie in de achtergrond, maar kleurde de muziek. Jaco’s uit duizenden herkenbare sonore, soepele bas klonk als de paringsdans van baltsende bultruggen in de diepzee waar de laatste lichtstralen door de duisternis priemen. Met zijn flamboyante verschijning en spectaculaire stage show werd Jaco de rockster van de jazz en katapulteerde hij Weather Report van de jazzclubs naar de stadions.</p><p></p><table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><tbody><tr><td style="text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgt7oYsddrXutapF28G5nwnjXQq8rW3gFfgMIALb-bhQ3ApdQjtUW89mNjBtpe-CJ265oLt6pOQifRjl0Vk6YU1eu0rTnT_zocrGJRvoEfIRBlLxrIeUy0fyBo9uWi817JzkwTw02FPLvU/s2048/Jaco+drawing+of+Joe.jpg" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" data-original-height="2048" data-original-width="1589" height="320" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgt7oYsddrXutapF28G5nwnjXQq8rW3gFfgMIALb-bhQ3ApdQjtUW89mNjBtpe-CJ265oLt6pOQifRjl0Vk6YU1eu0rTnT_zocrGJRvoEfIRBlLxrIeUy0fyBo9uWi817JzkwTw02FPLvU/s320/Jaco+drawing+of+Joe.jpg" width="248" /></a></td></tr><tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;"><span style="text-align: left;">Tekening die Jaco Pastorius maakte van Joe Zawinul in 1978. (archief Peter Erskine)</span></td></tr></tbody></table><i><br /></i><p></p><p><i>“I’m the greatest bass player in the world”;</i> het werd Jaco’s opkomst én zijn ondergang, zijn zegen en zijn vloek. De druk om die legende sessie na sessie, concert na concert waar te maken werd ondraaglijk. Met het succes kwamen de drank, drugs en psychische problemen, die leidden tot stukgelopen huwelijken. Het werd een vicieuze cirkel van geestelijke wanhoop. De geheelonthouder Jaco in Florida veranderde in de junk en alcoholist Jaco in New York. Zijn excentrieke gedragingen werden bizar wangedrag. Jaco begon optredens te saboteren, soms zo erg dat de politie traangas moest gebruiken om de woedende menigte uiteen te drijven. Zijn misdragingen werden zo ernstig dat de hoge bazen Jaco de toegang tot het kantoor van Warner Bros. verboden. Hij mocht zijn eigen kinderen niet meer zien, waardoor Jaco nog dieper in de fles dook. Hij raakte aan lager wal en zelfs dakloos, moest starnakel dronken zijn kostje bij elkaar schrapen als straatmuzikant.</p><p>Het kon niet anders dan dat het tragisch zou aflopen. Op een kwade dag liep Jaco tegen de vuisten aan van een nachtclubuitsmijter met een zwarte band in vechtsport. Hij werd in coma geslagen en stierf tien dagen later, op 21 september 1987, slechts 35 jaar jong. Precies de leeftijd die hij zelf had voorspeld.</p><span><a name='more'></a></span>
<div style="background-color: #f2f0e9; border: 2px solid rgb(0, 0, 0); padding: 2em;">
<p style="margin-top: 0px; text-align: left;">
<font size="4"><strong>Who is who?
</strong></font><br />
<font size="3"><b>
Peter Erskine</b> was van 1978 tot 1982 drummer van de toonaangevende fusiongroep Weather Report, tijdens Jaco’s periode. Ze werden vrienden.
<br />Bassist <b>Alphonso Johnson</b> was Jaco’s voorganger bij Weather Report (van 1973 tot 1975).<br />Peter Vink was bassist van o.a de Haagse Nederpop-band Q65 en docent aan het Rotterdams Conservatorium.<br />Drummer <b>André Charlier</b> en pianist <b>Benoît Sourisse</b> brachten met hun Multiquarium Big Band in 2020 het tribute-album <i>Remembering Jaco</i> uit.
<br />Gitarist <b>Biréli Lagrène</b> maakte in 1986 deel uit van Pastorius’ tourband en speelde de ‘rol’ van Jaco op het tribute-album <i>Remembering Jaco</i>.</font></p></div><h3 style="text-align: left;"><br /></h3><h3 style="text-align: left;">Talent </h3><p><b>Peter Erskine:</b> “Waarom was hij zo’n groot muzikant? Zijn toon op de fretloze bas is tot op de dag van vandaag ongeëvenaard. Niemand komt in de buurt. Het stoort me zelfs als andere bassisten fretloos spelen. Jaco zat op een niveau vergelijkbaar met Yo-Yo Ma. Hij is verreweg de beste fretloze bassist die ik ooit heb gehoord, en geloof me, ik heb er vele gehoord.</p><p>Toen zijn eerste soloalbum uitkwam ging ik uit mijn dak. <i>Donna Lee</i> is alleen al bijzonder, de stoutmoedigheid waarmee hij niet alleen een melodie speelt, maar ook improviseert, akkoorden speelt, harmonie gebruikt op een elektrische bas. Dat hele nummer is alleen bas en conga. Briljant.”</p><p><b>Biréli Lagrène:</b> “Ik stond versteld. Ik kon niet geloven hoe hij <i>Donna Lee</i> zo perfect kon spelen op de bas. En met dat geluid, zonder frets. Ik dacht eerst dat het een goed gestemde contrabas met een ongelofelijke sound was, maar dat bleek niet het geval. Ik vroeg me af: is dit een elektrische bas? Een vriend, die deze plaat tipte, bevestigde dat het een elektrische Fender bas was. Ik stond versteld. En net als zo veel bassisten, probeerde ik Jaco na te doen en die baslijnen na te spelen.”</p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/RcJfoOjLOgE" title="YouTube video player" width="100%"></iframe></div><p><b>Erskine:</b> “Jaco speelde melodieën, en begreep het belang van contrapunt als een integraal onderdeel van de textuur van muziek. Jaco was een excellente componist en had de werken van Stravinsky, Bartók en Hindemith goed bestudeerd. Jaco speelde geen bas met zijn duim, en hij had meer belangstelling voor toon, meer dan andere bassisten. Ritmisch ontleende Jaco veel aan de rhythm & blues, maar ook Caribische ritmes. Alex Acuña (voormalig drummer van Weather Report) wees me erop dat veel van Jaco’s ritmische patronen sterk lijken, of zelfs overeenkomen met conga-drumpatronen. Dat was nooit eerder gedaan.”</p><p><b>Peter Vink: </b>“Jeetje, wat had die man een goed ritmegevoel. Hij kon ook met elke drummer spelen. Dat korte, staccato-achtige spel is heel knap. Als je het elektronisch doet, weet je zeker dat alles hetzelfde klinkt, maar dan heb je geen menselijkheid. Op een bas speel je met je handen, je probeert iets van jezelf over te brengen op die bas, die emotie. Die gevoeligheid had hij heel erg in zijn spel. Als hij een mooie langzame riff speelde en je deed je ogen dicht, kon je daar een film bij zien.”</p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/LfvfXA2SIRU" title="YouTube video player" width="100%"></iframe></div><h3 style="text-align: left;"><br /></h3><h3 style="text-align: left;">Techniek en innovaties</h3><p><b>Vink:</b> “Het is moeilijkheidsgraad Champions League, het hoogste niveau op de bas.” </p><p><b>Lagrène:</b> “Zijn spel is technisch en fysiek moeilijk. De noten die hij speelde bestonden nog niet op de bas. Zelfs vandaag de dag, met al die fantastische jonge bassisten die nu in opkomst zijn, is Jaco nog een klasse apart. Sommige mensen zeggen nu dat het makkelijk is om zo te spelen met zulke techniek, maar in de jaren 70 en 80 bestond dat nog niet.”</p><p><b>Vink:</b> “Het is zó moeilijk om met je vingers te spelen. Je hoort alles, elke millimeter verkeerd hoor je. Als Jaco verspringt van snaar hoor je geen dynamiekverschil, het is vaak heel gelijkmatig wat hij speelt, dat is ook heel knap. Omdat je met dikke snaren de neiging hebt meer kracht te zetten.” </p><p><b>Lagrène:</b> “Omdat zijn vingers aan zijn linkerhand zo flexibel waren (Jaco had een hypermobiele duim) kon hij die dichter bij elkaar zetten op de hals dan een bassist met normale vingers. Dat gaf hem meer mogelijkheden in zijn spel.En dat gold ook voor zijn rechterhand. Als je dichter bij de snaren kunt heb je meer mogelijkheden in je spel.” </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/8cpwaq7CxD4" title="YouTube video player" width="100%"></iframe></div><p><b>Vink:</b> “Hij trok met een nijptang zijn frets uit zijn bas en vulde de sleuven op met vloeibaar hout en netjes geschuurd, nog geeneens gelakt. Dan wordt het een fretloze bas. Daar moet je wel opkomen.”</p><p><b>Alphonso Johnson:</b> “Veel bassisten imiteren Jaco, dus wat hij deed was niet onmogelijk, maar hij was wel de eerste.”</p><p><b>Erskine:</b> “Ik hoor bassisten tegenwoordig hetzelfde spelen als Jaco. Maar om het te bedenken is heel wat anders. En zeker in de context en met de kwaliteit van het instrument veertig jaar geleden, dat is nogal wat. Tegenwoordig kun je alles corrigeren met ProTools. Veertig jaar geleden had je die mogelijkheden niet, je moest heel slim en creatief zijn, je moet spélen. Jaco had anatomisch een unieke hand, maar dat moet je combineren met zijn gehoor, zijn hart zijn originaliteit, zijn specifieke instrument, zijn aanraking, zijn toon. Als iemand een persoon nadoet, zeg je: ‘Dat is een goede imitatie van Humphrey Bogart, maar het is toch niet de echte’, snap je?”</p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/17feJQrzqhE" title="YouTube video player" width="100%"></iframe></div><h3 style="text-align: left;"><br /></h3><h3 style="text-align: left;">Componist</h3><p><b>Lagrène:</b> “Jaco was een groot componist, een groot muzikant, hij had veel ziel en gevoel. Luister naar zijn ballads, bijvoorbeeld Joe Zawinuls <i>A Remark You Made</i>, dat laat een andere kant van Jaco zien, zijn melodieuze kant. Hij kon bijna elke melodie op de bas spelen en het laten klinken als een symfonie.”</p><p><b>André Charlier:</b> “Als iemand geweldig is op een instrument, wordt dat deel van het talent nog wel eens vergeten. Neem Michael Brecker; hij was een ook geweldige componist, maar iedereen heeft het alleen maar over de saxofoon. Met Jaco ook. We noemen alleen maar de bas, maar hij was hij was een groot muzikant omdat hij ook een ongelofelijke componist was. Hij had alles in huis. Hij speelde ook piano en drums. Hij leefde voor muziek.”</p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/9HoYHVL8K24" title="YouTube video player" width="100%"></iframe></div><p><b>Erskine:</b> “Jaco had scherp voor ogen hoe het stuk moest klinken. Zodra hij de melodie en de harmonie had, veranderde hij niks meer.”</p><p><b>Charlier:</b> “Als Jaco in een band speelde, is zijn geluid zo belangrijk. Als je naar Weather Report luistert, lijkt het net alsof Jaco het nummer heeft geschreven. Hij neemt de muziek over.”</p><p><b>Vink:</b> “<i>Hejira</i> van Joni Mitchell vind ik een van zijn hoogtepunten. Normaal zit er zo’n bassist niet bij, dan zit er gewoon een zoemertje bij op de achtergrond. Jaco maakt die band een stuk beter. Die hele band wordt ineens van wereldklasse. Hij kleurt de sfeer.”</p>
<div style="background-color: #f2f0e9; border: 2px solid rgb(0, 0, 0); padding: 2em;">
<p style="margin-top: 0px; text-align: left;">
<font size="4"><strong>Om te luisteren
</strong></font><br />
<font size="3">
<b><i><br /></i></b></font></p><p style="margin-top: 0px; text-align: left;"><font size="3"><b></b></font></p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><font size="3"><b><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEh4mqbHR3vdwqu8qXHX73SLebrx_jY4TbqSaWizRfbx97RyWMwknrPIK5adFVcyECtpfl7fqNFJ5zaLqVNRrbzxmOwetpRCYla09AXjeYlzjGXbi32R13QspcdCCUlyasWsnkej6z01vI4/s1500/jaco+pastorius.jpg" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="1500" data-original-width="1500" height="200" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEh4mqbHR3vdwqu8qXHX73SLebrx_jY4TbqSaWizRfbx97RyWMwknrPIK5adFVcyECtpfl7fqNFJ5zaLqVNRrbzxmOwetpRCYla09AXjeYlzjGXbi32R13QspcdCCUlyasWsnkej6z01vI4/w200-h200/jaco+pastorius.jpg" width="200" /></a></b></font></div><font size="3"><b>Jaco Pastorius - <i><a href="https://open.spotify.com/album/47nWcb5GzhgGNzJuCJgiPN" target="_blank">Jaco Pastorius</a> </i></b></font>(1976)<br />Jaco’s veelzijdige debuutalbum is ontworpen als een krachttoer en een visitekaartje: zet je schrap voor een nieuw supertalent. Zijn virtuoze vertolking van de bebop-standard Donna Lee op de fretloze bas is verbluffend.<p style="margin-top: 0px; text-align: left;"><b></b></p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><b><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhhigJrlFlaTJ8pMWcgW-USFwGMwtGa04M1b8EPVngROCeD2zdDK3paKbm58Ldfmlm4CZIfj-tOq68RJ1ZdJLCmDVq-PWb5AIQLtqwh2ztT5vvinxqAqrRZZybmYDdinkxzpTlCSvnvpSE/s1500/heavy+weather.jpg" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="1500" data-original-width="1500" height="200" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhhigJrlFlaTJ8pMWcgW-USFwGMwtGa04M1b8EPVngROCeD2zdDK3paKbm58Ldfmlm4CZIfj-tOq68RJ1ZdJLCmDVq-PWb5AIQLtqwh2ztT5vvinxqAqrRZZybmYDdinkxzpTlCSvnvpSE/w200-h200/heavy+weather.jpg" width="200" /></a></b></div><b>Weather Report - <i><a href="https://open.spotify.com/album/2M9F2yYsUvqiBPwUGeNvn1" target="_blank">Heavy Weather</a></i></b> (1977)
De artistieke en commerciële triomf van Weather Report. Op zijn tweede album met de fusion-supergroep heeft Jaco zich al opgewerkt tot co-producer en drijvende kracht naast de tandem Joe Zawinul-Wayne Shorter.<p style="margin-top: 0px; text-align: left;"><b><br /></b></p><p style="margin-top: 0px; text-align: left;"><b></b></p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><b><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEirn405WZJQMirWNkUVoX1V_mJSO3ZpZiNsviMtcx-Mxn9esZQlSqT24SH7wCXEDkVe8QuLOfE79zRLCjXjSAqcUpuS46r57o3MwuSUlrgfK7ab_KzWHke8nEJc-5d2MvOL9YTxgZ3wa2o/s1200/hejira.jpg" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="1200" data-original-width="1200" height="200" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEirn405WZJQMirWNkUVoX1V_mJSO3ZpZiNsviMtcx-Mxn9esZQlSqT24SH7wCXEDkVe8QuLOfE79zRLCjXjSAqcUpuS46r57o3MwuSUlrgfK7ab_KzWHke8nEJc-5d2MvOL9YTxgZ3wa2o/w200-h200/hejira.jpg" width="200" /></a></b></div><b>Joni Mitchell - <i><a href="https://open.spotify.com/album/3Z0qQc09rmk4JYtIaxEx2J" target="_blank">Hejira</a></i></b> (1976)<br />Jaco speelde zijn partijen achteraf in, maar drukt een grote stempel op de sfeer van het album. Joni Mitchell maakte de muzikale schetsen, Jaco kleurde ze in.<p style="margin-top: 0px; text-align: left;"><b><br /></b></p><p style="margin-top: 0px; text-align: left;"><b></b></p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><b><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEidBJ53xTdgNuH2O81TyZ_eIMn08iS-k5tPjKnLc7wXxt9sHGt64LL4yzyVPQpcKyPnUTzaWKvWNgyjBCSmq6a_YIfDVolWHmuJ96U1521isHlarJR7jeqZvTX4eP53sLX5a5GP0oYh_Ks/s1500/81xRqRiEMpL._SL1500_.jpg" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="1500" data-original-width="1498" height="200" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEidBJ53xTdgNuH2O81TyZ_eIMn08iS-k5tPjKnLc7wXxt9sHGt64LL4yzyVPQpcKyPnUTzaWKvWNgyjBCSmq6a_YIfDVolWHmuJ96U1521isHlarJR7jeqZvTX4eP53sLX5a5GP0oYh_Ks/w200-h200/81xRqRiEMpL._SL1500_.jpg" width="200" /></a></b></div><b>Jaco Pastorius - <i><a href="https://open.spotify.com/album/67QMF9QFjulgts128Z2s2W" target="_blank">Word of Mouth</a></i></b> (1981)<br />We kenden al Jaco de bassist par excellence, maak kennis met Jaco de componist en leider. Word of Mouth was Jaco’s all-star big band (met o.a. Wayne Shorter, Peter Erskine en Michael Brecker). Toots Thielemans kleurt de muziek sfeervol in met zijn mondharmonica.
<font size="4"><strong><br /><br /><br />Lezen en kijken
<br /></strong></font><font><div class="separator" style="clear: both; font-size: medium; text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEg51vh4ebm6hVNK8ThQX20-fcxEZVRgcovrAvPNunkVr_RPqt1511xknZYMbOyQ4Rg0Sp3r3LCQe7eN-hNBCoMARC6KMIv7HVIMrwx1UUQlT1qiaZivMJQoEfYXMYeWQ2tEBMWKbIkGfDc/s1835/jaco.jpg" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="1835" data-original-width="1200" height="200" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEg51vh4ebm6hVNK8ThQX20-fcxEZVRgcovrAvPNunkVr_RPqt1511xknZYMbOyQ4Rg0Sp3r3LCQe7eN-hNBCoMARC6KMIv7HVIMrwx1UUQlT1qiaZivMJQoEfYXMYeWQ2tEBMWKbIkGfDc/w131-h200/jaco.jpg" width="131" /></a></div>Bill Milkowski schetst een gedetailleerd beeld van Jaco’s leven, opkomst en ondergang in zijn biografie <i>Jaco: The Extraordinary and Tragic Life of Jaco Pastorius</i> (1995).</font><p></p><font><br /><br /><br /><br /><br />De documentaire <i>Jaco</i> (2014), geproduceerd door Metallica-bassist Robert Trujillo, brengt Jaco’s schokkende onttakeling in beeld.<br /></font><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/xYE-tm8UBSM" title="YouTube video player" width="100%"></iframe></div></div><h3 style="text-align: left;"><br /></h3><h3 style="text-align: left;">Rockster</h3><p><b>Charlier:</b> “Jaco was als een rockster. Toen hij met Weather Report in Brussel optrad, kwam er drieduizend man op af, net als bij een rockconcert. Het was niet in een jazzclub, maar in een stadion.”</p><p><b>Vink:</b> “Hij had een rock-uitstraling, met die haarband en dat haar. Beetje sjofele kleding, niet wat je vaak bij die jazzjongens ziet. Hij viel een beetje buiten de boot met die muts op. Zo’n nonchalance waarmee hij het allemaal deed. Hij was niet gewichtig, niet pompeus.”</p><p><b>Johnson:</b> “Het rockpubliek houdt ervan dat muzikanten fysiek hun emotionele expressie laten zien. Jaco wist hoe hij een show moest opvoeren.”</p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/fOqR84PtctA" title="YouTube video player" width="100%"></iframe></div><h3 style="text-align: left;"><br /></h3><h3 style="text-align: left;">Zwakte?</h3><p><b>Erskine:</b> “Jaco had zijn zwakke momenten. Als hij een solo moest spelen voor een joelende menigte van duizenden mensen, wilde hij nog wel eens vervallen in herhalingen en routines. Dat deed hij steeds meer toen zijn drugsmisbruik verergerde. Hij viel terug op spierballenvertoon en licks. Jaco heeft Joe Zawinul gesmeekt om een pauze, hij vond dat hij niets meer te zeggen had. Joe reageerde: ‘Hoezo oefenen? Je hoeft niet te oefenen, je moet het gewoon dóen. Je moet in het moment creëren.’ Uiteindelijke stapte Jaco uit Weather Report. Joe Zawinul had gemengde gevoelens over Jaco’s composities. ‘Het zijn geen echte Weather Report nummers’, vertrouwde Joe mij ooit toe. Hij vond dat de R&B te voor de hand liggend werd.” </p><p><b>Vink:</b> “Dan dat spelen met die flageolets, die boventonen. In het begin vond ik dat hartstikke gaaf maar op een gegeven moment gaat hij dat zo overdrijven. Ik heb een stukje gezien op YouTube met een trio, dan doet hij het alleen maar. Dan denk ik: ik kom om bassen te horen, niet een soort speeldoos.”</p><p><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/yBhoDaS5SKQ" title="YouTube video player" width="100%"></iframe></p><p><br /></p><h3 style="text-align: left;">Persoonlijkheid</h3><p><b>Johnson:</b> “Jaco’s persoonlijkheid had twee kanten: de ene kon heel nederig en geestig zijn, terwijl de andere agressief en vervelend kon zijn. De meeste mensen kennen zijn gevoel voor humor niet, hij kon hilarisch zijn.”</p><p><b>Erskine:</b> “Jaco was een opmerkelijke combinatie van verfijning en ordinair. Hij was meelevend, hij kon hartbrekende melodieën spelen, maar hij kon ook racistische dingen zeggen, dat kwam voort uit zijn jeugd in Florida. Hij was complex. Hij was heilig en profaan, en door zijn geestesziekte trad het profane steeds meer op de voorgrond.</p><p>Jaco wist dat hij beruchtheid genoot. Ik denk dat hij zich er opzettelijk naar gedroeg. Bijvoorbeeld, als we met Weather Report groepsfoto’s maakten, deed hij altijd expres zijn ogen dicht als de sluiter dicht ging. Hij probeerde bewust een imago te bouwen. Zijn lef maakte daar deel van uit, het was zijn overlevingsmechanisme.”</p><table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><tbody><tr><td style="text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgeJYPbGGnOam3rVAGAMkNK2PusNyqk5yV0UyU6N0iWlhWAyav5NSf-9bxaz270Sjo0-lKFscFtlob5lEQh9WCQjwBkxmq4oMZWKk-g5WQGEobkvQGku4Um8q6Q8u9FLXB0b7GIEUstmuk/s1669/Postcard+Jaco+to+Peter%2527s+Mom_Australia+78+copy.tif" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" data-original-height="1175" data-original-width="1669" height="225" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgeJYPbGGnOam3rVAGAMkNK2PusNyqk5yV0UyU6N0iWlhWAyav5NSf-9bxaz270Sjo0-lKFscFtlob5lEQh9WCQjwBkxmq4oMZWKk-g5WQGEobkvQGku4Um8q6Q8u9FLXB0b7GIEUstmuk/s320/Postcard+Jaco+to+Peter%2527s+Mom_Australia+78+copy.tif" width="320" /></a></td></tr><tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;"><span style="text-align: left;">Ansichtkaart uit Australië van Jaco Pastorius aan de moeder van Peter Erskine. (Archief Peter Erskine)</span></td></tr></tbody></table><h3 style="text-align: left;"><br /></h3><h3 style="text-align: left;">Ziekte</h3><p><b>Erskine:</b> “In het voorjaar van 1979, toen we naar Cuba gingen voor de Havana Jam, was de eerste keer dat we dachten: ‘wat is er met Jaco aan de hand, er is een probleem.’ Tijdens tournees had hij slaande ruzies met zijn vrouw Ingrid. We zijn ooit bijna met de hele band bijna het hotel uit gezet in Berlijn, omdat hij een deur had vernield. Zijn gedrag op een vlucht naar Japan bedreigde ooit een tournee. Maar ik wil er niet te diep op ingaan, die incidenten zijn al goed gedocumenteerd, ik vertel liever de mooie verhalen.</p><p>Ik ben slechts de zoon van een psychiater, ik ben zelf geen arts, maar de artsen dachten dat hij manisch depressief gedrag vertoonde. De term bipolaire stoornis bestond toen nog niet.</p><p>Op <i>Hejira</i> zingt Joni Mitchell over Icarus, die volgens de Griekse mythologie vleugels van veren en was maakte. Hij vloog te dicht bij de zon, zijn vleugels smolten en hij viel. Jaco vloog ook te dicht bij de zon. </p><p></p><div style="text-align: center;"><i><span style="font-size: large;">"Hij zei altijd dat hij niet ouder zou worden </span></i></div><div style="text-align: center;"><i><span style="font-size: large;">dan Charlie Parker of Jezus Christus"</span></i></div><div style="text-align: center;"><span style="font-size: x-small;">Peter Erskine</span></div><p></p><p style="text-align: center;">Ik zei al eerder dat Jaco zich bewust was van zijn persona. Hij zei altijd dat hij niet ouder zou worden dan Charlie Parker of Jezus Christus. Bijna alsof dat zijn doel was. Ze werden allebei maar 35. Jaco was ijdel, hij had een enorm ego. Maar met geestesziekte kan een ego zijn alsof je op de kermis in een lachspiegel kijkt, het beeld is verstoord. Volgens mij was Jaco’s ego zo groot, dat hij bijna zijn dood georkestreerd heeft, zodat hij een soort Charlie Parker, of Jezus, of Jimi Hendrix kon worden. Het voelt slecht om dit te zeggen, maar ik denk dit wel zo was.”</p><p><b>Lagrène</b> (deed in 1986 twee tournees met Jaco): “Zijn geestesziekte was toen heel sterk, heel aanwezig. Het was daarom soms heel moeilijk om met hem om te gaan. Maar hij had ook goede dagen, waarin we plezier met elkaar hadden, en hij goed speelde. Je moest het accepteren, al wilde niemand dat hij zo ziek werd. Het was vreselijk om hem zo te zien, en dat niemand iets kon doen, want hij aanvaardde geen hulp. Het was moeilijk, maar je kon niet boos op hem worden, hij was ziek. Hij bleef professioneel. Als het tijd was op het podium op te gaan, leek zijn ziekte even te verdwijnen.” </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/IjS9Y-T589g" title="YouTube video player" width="100%"></iframe></div><h3 style="text-align: left;"><br /></h3><h3 style="text-align: left;">Erfenis</h3><p><b>Lagrène:</b> “In de jaren 70 waren alle grootheden uit de jazz er nog, uit het bebop-tijdperk, de jaren 40, 50 en 60. Dat iemand met zulk een ongebruikelijk instrument, dat gemaakt is voor ritme, om met drummers te spelen, zo op de voorgrond zet, is een hele prestatie.” </p><p><b>Johnson:</b> “Ik krijg nog steeds veel studenten die willen spelen en klinken als Jaco Pastorius.”</p><p><b>Vink:</b> “Je hoort hem overal terug. Al die basfreaks, en ik ken er een hoop, doen allemaal Jaco na. Nou, dat wil wat zeggen hoor. Niemand wil de bassist van Status Quo nadoen, bij wijze van spreken.” </p><p></p>
<div style="text-align: center;"><i><span style="font-size: large;">"Het irriteert me als mensen fretloos spelen als Jaco"</span></i></div><div style="text-align: center;"><span style="font-size: x-small;">Peter Erskine</span></div><p><b>Erskine:</b> “Hij is klaarblijkelijk nog steeds invloedrijk, afgaande op wat ik op YouTube zie. Hij wordt erkend als de beste. Maar als muziekdocent hoor ik niet bijster veel Jaco, het meeste is zelfs totaal anders. Misschien is Jaco wat ik de ‘derde rail’ noem, de rail die onder stroom staat. Daar durf je je vingers niet aan te branden. Als je fretloze bas speelt, kom op man, vind je eigen stem. Het irriteert me als mensen fretloos spelen als Jaco. Het is nep.”</p><p><b>Sourisse:</b> “Voor bassisten was het slecht. Het was zo uniek wat hij deed, elke bassist probeerde dat na te doen. Elke bassist klinkt als Jaco. Hij heeft de bas niet vermoord, maar na Jaco is het moeilijk om een bassist te zijn.”</p><p>Dit artikel verscheen eerder in <a href="https://www.heavenmagazine.nl/" target="_blank">Heaven magazine</a>.</p><p></p>Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-74013510119969176202021-06-11T22:50:00.054+02:002021-06-13T12:57:13.163+02:00Gary Numan: toevallige pionier<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://i2.wp.com/plus.cusica.com/wp-content/uploads/2021/01/Gary-Numan-Intruder.jpg?fit=640%2C360&ssl=1&resize=1280%2C720" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="450" data-original-width="800" height="180" src="https://i2.wp.com/plus.cusica.com/wp-content/uploads/2021/01/Gary-Numan-Intruder.jpg?fit=640%2C360&ssl=1&resize=1280%2C720" width="320" /></a></div><p><b>Het einde der tijden is nakende! Die onheilstijding brengt synthpop-pionier Gary Numan op zijn nieuwe album Intruder én de volgende plaat waar hij al aan werkt. ‘Fucking hell man, we zijn de klos!’</b><br />
<br />
<b>Lees ook:</b><br /></p><ul style="text-align: left;">
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2015/01/beeld-is-voor-kraftwerk-net-zo.html">Interview | Beeld is voor Kraftwerk net zo belangrijk als muziek</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2020/04/roisin-murphy-vreemde-eend.html">Interview | Róisín Murphy: vreemde eend</a></li></ul>
<br /><p>Terwijl het coronavirus wereldwijd om zich heen greep en miljoenen mensenlevens eiste, zat Gary Numan verschanst in zijn thuisstudio in zijn Californische kasteel onverstoord te werken aan <i>Intruder</i>, zijn 21e album. “Het meeste was al vóór corona gedaan. Ik had de nummers al af voordat het virus begon”, vertelt Gary via Zoom. “Toen het virus kwam heb ik gewoon doorgewerkt. ‘s Morgens ging ik naar beneden en dook de studio in. En ‘s avonds als het donker was kwam ik er weer uit en ging naar bed. Dus ik heb er weinig van meegekregen. Natuurlijk las ik er wel over in de kranten. En mijn kinderen zaten thuis omdat de school dicht was. Een paar dingen waren anders, maar het had niet veel impact. Ik zat tot over mijn oren in de nieuwe plaat, ik was al aan het afronden, ik kwam toch al weinig buiten en deed verder weinig. En ik was ook bezig een boek te schrijven. Dat deed ik ook in de studio, dat is het enige rustige plekje hier in huis, met de kinderen, de herrie, de honden. Pas eind juli drong echt tot me door hoe alles anders was.”</p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><iframe allowfullscreen="" class="BLOG_video_class" height="266" src="https://www.youtube.com/embed/-RxebQuFgJY" width="320" youtube-src-id="-RxebQuFgJY"></iframe></div><p>Twee golven en meerdere afgelaste tournees later begint de situatie voor Gary langzamerhand wel wat penibel te worden. “Wij verdienen het grootste deel van ons inkomen aan touren, niet aan albums. Die maak je om het touren te rechtvaardigen. Optreden is niet alleen een belangrijke reden waarom je artiest wordt, dat is het meest opwindende onderdeel. Je mist niet alleen dat, en de levensstijl en alles dat erbij komt kijken. Je mist ook het geld. De eerste tien maanden was er geen probleem, ik maakte me er geen zorgen over. Sinds de kerst is het wel wat moeilijker geworden. We moeten meer op de kleintjes letten. Ik heb geluk gehad dat we vóór 2020 een paar goede jaren hebben gehad, dus ik had veel reserves. Maar dat is nu op, haha! Dus ik sta te popelen om te gaan touren.</p><p>Er staat nog een Amerikaanse tournee gepland in oktober, die is misschien nog wel mogelijk. Het hangt af van het vertrouwen dat mensen hebben in het vaccin of ze het aandurven om weer naar evenementen te gaan. Er zijn natuurlijk ook veel mensen die geen vaccin willen, met name onder Republikeinen. Ik hoorde gisteren op het nieuws dat 59 procent van de Republikeinen zich niet willen laten vaccineren, uit een soort politieke loyaliteit. Dat is gewoon fucking gestoord! Dat is een probleem dat effect zal hebben op evenementen.” </p><span><a name='more'></a></span><p></p><p> </p><blockquote><i><span style="font-size: large;">"Elk nummer op Intruder is mijn poging om onze planeet een stem te geven"</span></i></blockquote><p></p><p><br /></p><p>Naar de dystopische Numan-traditie, staat <i>Intruder</i> geheel in het teken van die andere grote bedreiging voor ons bestaan: klimaatverandering. Als vader van drie jonge dochters is dat een onderwerp dat de 63-jarige Numan (echte naam: Gary Webb) bezighoudt. “Mijn kinderen maken zich er veel zorgen over. We hebben het er thuis vaak over. We volgen het op het nieuws, we kijken er documentaires over. We worden er via allerlei mediakanalen voortdurend mee geconfronteerd. Mijn kinderen zijn bezorgd over hun toekomst, en ik ben bezorgd over hen.”</p><p>“Elk nummer op <i>Intruder</i> is mijn poging om onze planeet een stem te geven”, vervolgt Gary. “Als de Aarde kon spreken, als het kon voelen, hoe zou het zijn zorgen en vrees verwoorden? De titelsong <i>Intruder</i> gaat daar met name over. Maar ik begeef me ook op andere terreinen. <i>The Gift</i> gaat specifiek over covid. Op <i>The End of Dragons</i> schets ik een parallel tussen de mythologie van draken en hoe mensen in die mythen draken vervolgden en uitroeiden, en wat wij nu onze planeet aandoen. De nieuwe single <i>Saints and Liars</i> gaat over hoe sommige mensen blindelings religie volgen, zonder enig bewijs, maar tegelijk klimaatverandering ontkennen, terwijl daar wél een enorme hoeveelheid bewijs voor is.”</p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><iframe allowfullscreen="" class="BLOG_video_class" height="266" src="https://www.youtube.com/embed/ED5BCe07HoE" width="320" youtube-src-id="ED5BCe07HoE"></iframe></div><p>De coronapandemie komt volgens Gary niet uit de lucht vallen. Er staat ons nog wat te wachten, vreest hij. “Een paar jaar geleden keek ik een documentaire waarin werd gesuggereerd dat virussen het verdedigingsmechanisme van de natuur of de planeet zijn. Als het waar is dat een virus een mechanisme is waarmee de Aarde kan terugvechten tegen ons, dan is het zeer plausibel dat covid niet alleen een aanval van de planeet op ons is, maar mogelijk nog maar de eerste en dat er nog vele zullen volgen. Is de Aarde aan het terugvechten? Komen er nog meer virussen aan die nóg verfijnder en dodelijker zijn? Is de Aarde aan het uitproberen wat bij ons werkt? Het is een beangstigend idee, maar heel plausibel.”</p><p><br /></p><p></p><blockquote> <i><span style="font-size: large;">"Als de planeet ons niet meer als een gewenste gast ziet, maar als een besmetting, als een virus voor de planeet, als een indringer, dan hebben we een serieus probleem"</span></i></blockquote><p></p><p><br /></p><p>Die theorie komt ook aan bod op <i>Intruder</i>. “Het was interessant om dat te verweven in het verhaal over hoe de planeet zich voelt. Als je de planeet kon vermenselijken, en kon zien wat er met jou gedaan wordt, dan zou jij ook terugvechten. Ik wel althans. De planeet heeft een verbazingwekkend vermogen om zich te regenereren. Als wij er niet zouden zijn, zou de planeet opbloeien. Dus het kan zich herstellen, daar heeft het mechanismen voor. Als de planeet ons niet meer als een gewenste gast ziet, maar als een besmetting, als een virus voor de planeet, als een indringer, dan hebben we een serieus probleem. Het stelt nu ons geduld op de proef. ‘Fuck this, ik heb jullie genoeg kansen gegeven, hier!’ Fucking hell man, we zijn de klos!”</p><p>Gary is nog niet klaar met het onderwerp. “Daar gaat de volgende plaat over. Ik ga er komende maand aan beginnen en moet in april volgend jaar uitkomen, dus snel al. Ik speel met het idee van een epische eindstrijd tussen de planeet en de mensen die erop leven. Dat is interessant om te onderzoeken.” </p><p><br /></p><p><i><span style="font-size: large;"></span></i></p><blockquote><i><span style="font-size: large;">"Toen we Are Friends Electric? hoorden, was het alsof er buitenaardse wezens in The Bronx landden" </span></i><span style="text-align: center;"><i>Afrika Bambaataa</i></span></blockquote><h3 style="text-align: left;"><br /></h3><h3 style="text-align: left;">Pionierswerk</h3><p></p><p>Draagt hij nu de mensheid te grave, veertig jaar geleden stond Gary Numan aan de wieg van de synthpop. Het grote succes was maar kortstondig, maar zijn elektronische pionierswerk bleef van duurzame invloed op uiteenlopende genres, van alternatieve rock tot industrial, EDM en hiphop. Artiesten van allerlei pluimage, waaronder Prince, Beck, The Smashing Pumpkins, Nine Inch Nails en Marilyn Manson noemen hem een inspiratiebron. In 2017 werd wegbereider Numan uitgenodigd als gastspreker op het Amsterdam Dance Event, de toonaangevende conferentie van de elektronische muziek. Numans platen waren favoriet op de block party’s in The Bronx waar hiphop in de jaren 70 ontstond, vertelt hiphop-godfather Afrika Bambaataa: “Toen we <i>Are Friends Electric?</i> hoorden, was het alsof er buitenaardse wezens in The Bronx landden. We gingen los op dat nummer. Nog meer dan Kraftwerk was Gary Numan een inspiratiebron. Hij is een held. Zonder hem zou er geen electro bestaan.”</p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><iframe allowfullscreen="" class="BLOG_video_class" height="266" src="https://www.youtube.com/embed/QzSM3pRtgcM" width="320" youtube-src-id="QzSM3pRtgcM"></iframe></div><br /><p>Numan zelf relativeert echter zijn belang. “Dit is ongemakkelijk”, grimast Gary. “Ik vind dat ik veel krediet krijg dat ik niet verdien. Ik was slechts één van de grondleggers. Ik was weliswaar de eerste die groot succes had, maar ik was niet de eerste die elektronische muziek maakte. Als je het hebt over pionierswerk en innovatie, was ik toen aanwezig, maar er waren al mensen mee bezig vóór mij: Ultravox (de John Foxx-periode), Human League, Orchestral Manoeuvres in the Dark, Fad Gadget, Brian Eno, en Kraftwerk natuurlijk. Ik kwam pas aan het eind van die eerste lichting." </p><p><br /></p><p></p><blockquote><span style="font-size: large;"><i>"Andy McCluskey (OMD) noemde mij de ‘Johnny-come-lately’ van elektronische muziek. Ik begrijp dat"</i></span></blockquote><p></p><p><br /></p><p>"Ik voel me altijd een beetje opgelaten over veel dingen die aan mij toegeschreven worden. Natuurlijk is het leuk om te horen, maar ik voel altijd de behoefte om erop te wijzen… Andy McCluskey (OMD) noemde mij de ‘Johnny-come-lately’ van elektronische muziek. Ik begrijp dat. Ik ontdekte de eerste synthesizer pas medio 1978. Zij waren toen al een paar jaar bezig, maar zonder succes. Als ik enige krediet verdien, is het voor het vinden van een manier om het te presenteren: je uiterlijk, de dingen waar je over zingt. Ik legde alle puzzelstukjes beter in elkaar dan zij.” </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><iframe allowfullscreen="" class="BLOG_video_class" height="266" src="https://www.youtube.com/embed/Im3JzxlatUs" width="320" youtube-src-id="Im3JzxlatUs"></iframe></div><br /><h3 style="text-align: left;">Per ongeluk</h3><p>Gary moet lachen als ik hem omschrijf als een ‘toevallige pionier’, omdat de voormalige punker min of meer per ongeluk synthesizermuziek ging maken. “Zo simpel was het inderdaad. We arriveerden in de studio om ons debuutalbum op te nemen, wat een punkplaat zou worden, we (Numans toenmalige band Tubeway Army) waren immers een punkband. Ik wist wel al dat dat niet echt was wat ik wilde doen. De enige reden waarom ik een punkband oprichtte was om een platencontract te krijgen. Alle platenmaatschappij tekenden punkbands in die tijd. Het was een manier om een voet tussen de deur te krijgen. Ik wilde wat anders, maar op dat moment was dat de enige richting. </p><p>Ik ging de studio binnen om ons voor te stellen en uit te leggen wat we wilden. De rest van de band stond intussen hun apparatuur uit te laden. Terwijl ik dat gesprek voerde, zag ik een Minimoog in de hoek staan. Ik dacht: dat ding ziet er cool uit! Ik vroeg: mag ik eens proberen? Terwijl de band bezig was hun instrumenten aan te sluiten, zat ik in de controlekamer op de synthesizer te spelen, ik ging helemaal uit mijn dak. </p><p><br /></p><p></p><blockquote><span style="font-size: large;"><i>"Ik dacht dat ik de eerste was die de Minimoog ontdekt had, maar dat was natuurlijk niet zo"</i></span></blockquote><p></p><p><br /></p><p>De band was inmiddels klaar en geïrriteerd omdat ik niet had meegeholpen. Ik antwoordde: ‘We gaan het helemaal anders doen, we gaan niet de plaat maken waarvoor we hier kwamen. Er staat daar een Minimoog en die gaat alles veranderen, die gaat de hele wereld veranderen! En daar moeten wij aan meedoen, want dat is de toekomst!’ Ik dacht dat ik de eerste was die de Minimoog ontdekt had, maar dat was natuurlijk niet zo.</p><p>Ik ging met de plaat terug naar de platenmaatschappij (het vermaarde punklabel Beggars Banquet), en zij waren er helemaal niet blij mee. Dat is niet wat ze wilden, dat was niet waarvoor ze ons getekend hadden. Dus we kregen een enorme ruzie, echt heel heftig. Ik probeerde hen ervan te overtuigen dat deze muziek de toekomst was. Na een verhitte discussie stemden ze toe om het uit te brengen. Het was geen groot succes, maar het album deed het beter dan ik had verwacht. En onze volgende plaat kwam op 1. En toen waren ze natuurlijk heel gelukkig.”</p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><iframe allowfullscreen="" class="BLOG_video_class" height="266" src="https://www.youtube.com/embed/7lXajR5Bdg0" width="320" youtube-src-id="7lXajR5Bdg0"></iframe></div><br /><h3 style="text-align: left;">Onwaarschijnlijke popster</h3><p>Gary Numan was eind jaren 70 een superster. Tienermeisjes stonden te gillen toen hij zijn robotische optredens gaf in Top of the Pops. Achteraf terugkijkend lijkt Numan met zijn donkere, vervreemdende en glaciale muziek een onwaarschijnlijke popster.</p><p><br /></p><p></p><blockquote><span style="font-size: large;"><i>"Wij sloegen een brug over de kloof tussen experimenteel en vertrouwd"</i></span></blockquote><p></p><p><br /></p><p>“Vreemd hè? Ik heb er eerlijk gezegd ook geen verklaring voor. Ik denk dat het zo apart was, dat mensen graag deel wilden uitmaken van iets nieuws en van elektronische muziek. Tegelijk was het vertrouwd genoeg om geaccepteerd te worden, er zat nog steeds gitaar, bas en drums in. Toen ik voor het eerst op televisie kwam, had ik geen gitaar, bas en drums, alleen keyboards. Om de verschillen te benadrukken, in plaats van de vertrouwdheid. Er waren geen lichten in allerlei kleuren, alleen wit licht. Iedereen droeg zwarte kleding en make-up. Het licht kwam van onderen, dat gaf schaduwen. Zo probeerden we er anders, onderscheidend uit te zien. We wilden benadrukken dat dit iets nieuws was. Al deze dingen bij elkaar die anders waren raakten een snaar bij het publiek. We voegden synthesizers toe aan een conventionele line-up, in plaats van volledig elektronisch te zijn, zoals The Human League en OMD waren. Die gelukkige combinatie maakte het verschil. Wij sloegen een brug over de kloof tussen experimenteel en vertrouwd. Dat werkte voor mensen en daarom werd ik toen ‘the big thing’.” </p><p>Dit artikel verscheen eerder in <a href="https://www.heavenmagazine.nl/" target="_blank">Heaven magazine</a>. </p><p></p>Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-75870037386676725652020-04-10T18:55:00.001+02:002021-06-13T10:29:25.419+02:00Róisín Murphy: vreemde eend<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
</div>
<table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto; text-align: center;"><tbody>
<tr><td style="text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgwLAdAe-yWaYx8OQPrCEtFWWBO7T6ERI8VQSRjqm-eTA3QwdR6n950uQQg4GlbCBZSNbRHS6d5jgNDjRbEG0Wi6jfncn6Xk4A9zKFr8UUgp2GkG-8s7cX5kde_bE6w2UNpfBbBeHa4iCQ/s1600/roisin.png" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" data-original-height="700" data-original-width="846" height="264" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgwLAdAe-yWaYx8OQPrCEtFWWBO7T6ERI8VQSRjqm-eTA3QwdR6n950uQQg4GlbCBZSNbRHS6d5jgNDjRbEG0Wi6jfncn6Xk4A9zKFr8UUgp2GkG-8s7cX5kde_bE6w2UNpfBbBeHa4iCQ/s320/roisin.png" width="320" /></a></td></tr>
<tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;">Róisín Murphy: "Goeie genade, je kunt mij amper verfijnd noemen.” (Foto: Adrian Samson)</td></tr>
</tbody></table>
<br />
<b>Róisín Murphy stelt ons geduld op de proef. Sinds haar laatste album <i>Take Her Up To Monto</i>, alweer vier jaar geleden, maakt de Ierse zangeres ons lekker met de ene na de andere magistrale single. Dat roept de vraag op: waar blijft dat nieuwe album?</b><br />
<br /><b>Lees ook:</b><div><ul style="text-align: left;"><li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2021/06/gary-numan-toevallige-pionier.html">Interview | Gary Numan: toevallige pionier</a></li></ul></div><div><br /><div>Heaven trok de stoute schoenen aan en benaderde Murphy voor een interview om het antwoord te krijgen. En weer moesten we geduld hebben. Ze had het zo druk dat het meer dan twee maanden duurde om een gaatje in haar agenda te vinden. We moesten het doen met een half uurtje voordat ze met een orkest haar nieuwste single <i>Narcissus</i> uitvoert op de Ierse televisie. Niet eens genoeg om al onze vragen te stellen.</div><div>
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/Xj61gk8ToLQ" width="100%"></iframe><br />
<br />
Die nieuwe plaat dus, komt die eraan? “Het nieuwe album is in ontwikkeling”, bevestigt Murphy door de telefoon vanuit Dublin. “Ik ken DJ Parrot en The Crooked Man al heel lang. We werken er een beetje op en af aan, zonder eigenlijk te weten waarom we het doen, en zo gaat het al jaren. Het begon in 2012 met <i>Simulation</i>, dat ook op het album komt. Dus dat is al bijna tien jaar oud. We hebben dus geen haast. <i>Simulation</i> kwam niet op mijn andere albums. Daar maakte het gewoon geen deel van uit. Ik maakte <i>Take Her Up to Monto</i> (2016) immers met Eddie Stevens. Ik heb Parrot altijd om me heen. Hij is al mijn hele leven als een maestro voor me, hij heeft me veel geleerd over muziek. Ik keer altijd weer bij hem terug. Hij is heel ontspannen, niet egocentrisch. Hij zegt altijd: als je er klaar voor bent, kom maar terug en dan maken we weer een plaat samen. Maar nu hebben we ineens een platencontract en moeten we een album afleveren. Dat duurt niet lang meer, ik verwacht voor de zomer. Ik weet al een titel, maar die verklap ik nog niet. De muziek wordt heel rechttoe rechtaan, dus de titel wordt ook recht voor zijn raap.”<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/_Khh8NB-qBo" width="100%"></iframe><br />
<br />
De singles <i>Narcissus</i>, <i>Incapable</i> en de in maart verschenen <i>Murphy’s Law</i>, zijn uitgesponnen, spannende, sensuele tracks die een sfeer oproepen van de zweterige eurodisco waar Giorgio Moroder eind jaren 70 patent op had. Maar ze grijpen ook terug op de pionierende en toonaangevende housescene van Sheffield eind jaren 80, waar Murphy en producers Parrot en The Crooked Man uit voortkomen, vertelt ze. “Toen we tien jaar geleden met elkaar in gesprek raakten over dit project, hadden we al lang geen housemuziek meer gemaakt. Parrot had verschillende dingen gedaan, van easy listening tot een samenwerking met Jarvis Cocker. Hij had zijn roots in de house achter zich gelaten. Ik heb hem benaderd en gezegd: ik wil samen house en disco maken, en er voor gaan. Door mij is Parrot zich weergaan bezighouden met clubmuziek, want hij gaat niet meer naar clubs. Hij heeft in zijn jeugd veel gewerkt als dj en had ook een club in Sheffield, Jive Turkey, waar de eerste houseparty’s Engeland plaatsvonden. Ik heb zelf nooit strikt clubhouse gemaakt en het zo puur mogelijk gehouden zonder dat het generiek werd.”<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/H02BPY7vEms" width="100%"></iframe><br />
<a name='more'></a><h3>
Avontuur</h3>
Terwijl u dit leest, denkt u wellicht: housemuziek? Waarom besteedt Heaven, het laatste bastion van ‘oud hout’ en ‘echte’ instrumenten, aandacht aan een artiest die elektronische dance maakt? Róisín Murphy is in dit blad een vreemde eend in de bijt, maar in de dance ook. Moloko, het duo dat zij van 1994 tot 2003 vormde met haar voormalige partner Mark Brydon, was al wars van genreconventies. Als soloartiest zoekt Murphy altijd het avontuur op. Om haar een dance-artiest te noemen, is te kort door de bocht. Art-pop is een omschrijving die haar meer recht doet. Je zou Róisín Murphy kunnen plaatsen in de traditie van David Bowie, Brian Eno en Roxy Music.<br />
<br />
Haar genre-overstijgende benadering zal alles te maken hebben met het muzikale nest waarin de 46-jarige Murphy opgroeide. “Er was altijd muziek in ons huis. Als er geen instrumenten voorhanden waren, zongen ze alleen. Als er werd gedronken, en dat werd er veel, werd er muziek gemaakt. Mijn vader zong altijd. Hij deed altijd een spelletje en zei dan: noem iets en ik weet er een liedje over. Je moet dan proberen iets te zeggen waar hij geen liedje over kon zingen. En mijn moeder had een obsessie voor muziek en was een fervent platenverzamelaar. Zo’n type dat gek is op muziek maar Jezus wat een verschrikkelijke zangeres. Mijn oom was een jazzmuzikant, een multi-instrumentalist: hij speelde piano, trompet, viool, gitaar, en hij was een geweldige zanger en bandleider. Hij had een bigband, maar ook een kleine band. Mijn neven waren ook gek op muziek. Ze hadden een grote platenverzameling en veel instrumenten. Ik kwam daar veel over de vloer. Niemand in mijn familie had echter gedacht dat uitgerekend ík de kost zou gaan verdienen met muziek. Dat was een schok voor ze. Niet dat ik niet muzikaal was. Er zijn verhalen dat ik als peuter wild stond te dansen. En al voordat ik 7 werd laafde ik mij aan mijn moeders platencollectie. Ik draaide eindeloos <i>Ticket to Ride</i> van The Beatles.”<br />
<br />
<blockquote class="tr_bq">
<span style="font-size: large;"><i>"Niemand in mijn familie had gedacht dat uitgerekend ík de kost zou gaan verdienen met muziek"</i></span></blockquote>
<br />
<h3>
Visie</h3>
Murphy’s platen zijn zorgvuldig geconcipieerd vanuit een visie en een idee; ik noem haar wel eens de singer-songwriter van de dance, die zichzelf niet begeleidt op een gitaar, maar met een drumcomputer (en een band). Maar in die typering herkent Murphy zich niet. “Ik ben vooral een performancekunstenaar. Toen ik begon, wilde ik geen zangeres worden, ik had nooit gezongen, ik wilde beeldend kunstenaar worden. Mijn carrière begon toen ik tegen iemand zei: <i>‘Do you like my tight sweater? See how it fits my body.’</i> (De historische woorden die later de titel van het eerste Moloko-album werden) Toen begon ik te doen alsof ik zus en zo was, en begon van alles te conceptualiseren. Ik daagde Mark uit en hij mij. Ik daagde hem uit, ik was namelijk zeer uitdagend toen ik 19 was, zoals je je kunt voorstellen, om zijn muziek boven een genre uit te tillen. Hij had daarvóór in verschillende genres gewerkt, veel house en stapte over op acidjazz. Ik deed iets conceptueels. En tóen leerde ik zingen. Dus ik ben totaal iets anders dan een singer-songwriter. Ik heb nog nooit een akoestische gitaar bespeeld. Ik kan niet eens in mijn eentje een nummer schrijven. Het is altijd een visie die ik met iemand anders ontwikkel. De producers maken de muziek. Maar wij scheppen samen de visie voor de muziek. We overleggen wat er gebeurt als je olie en water, jou en mij, samenvoegt. En vervolgens proberen we dat te bereiken. Als soloartiest kan ik van de ene naar de andere producer gaan. Dat is heel anders dan als je in een band zit, dan is het lastig. Ik heb samengewerkt met Matthew Herbert of Maurice Fulton, dat zijn twee heel verschillende werelden. De mensen met wie ik samenwerk hebben maar één ding gemeen: een onafhankelijke geest. Maar voor de rest zijn ze totaal verschillend. Ik luister naar ze en leer van ze, ik zuig alles op.”<br />
<br />
<h3>
Extravagant</h3>
Extravagantie en glamour is Murphy’s handelsmerk. Vaak gaat achter een uitbundige buitenkant een introverte persoonlijkheid schuil. Maar tussen de publieke en privé-versie van Róisín Murphy zit weinig verschil. “Ik ben een compulsieve humorist. Ik ben absoluut een exhibitionist. Als kind al. Ik liep door het dorp in de trouwjurk van mijn tante of als spook, of ik zat voor het raam naar mensen te zwaaien. Dat was al lang voordat ik popster wilde worden. Ik ben een dromer. Vind je mij sophisticated? Welnee! Er zit ergens wat ruis. Er moet altijd spanning zijn, geen verfijnde vrouw. Heb je mij wel eens op het podium gezien? Goeie genade, je kunt mij amper verfijnd noemen.”<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/tdtUttJSFYY" width="100%"></iframe><br />
<br />
Als je jezelf ziet als performancekunstenaar en conceptualist, is je vertolking dan persoonlijk, of ben je een soort acteur die een rol speelt? Murphy: “Beide. Dat zou het moeten zijn. Als performer geloof ik niet in het vertolken van waarachtigheid. Dat vind ik tegenstrijdig. Het is bullshit om waarachtigheid te benadrukken. Het is alsof iemand tegen je zegt: ik vertel je de waarheid, ik zou je nooit een leugen vertellen. Dat is niet geloofwaardig. Je kunt opzettelijk, en cynisch, een authentiek, diepgaand imago opbouwen, maar dat kan allemaal bullshit zijn. Vaak is dat ook zo. Je zou het woord authenticiteit moeten afschaffen, want het heeft geen betekenis.”<br />
<br />
Murphy verhuisde op haar twaalfde met haar ouders van Ierland naar Manchester en bleef daar na hun scheiding op haar vijftiende achter. De muzikale alleseter was fan van Sonic Youth en ging om met ‘weirdo’s die er eng uitzagen en luisterden naar Jesus and the Mary Chain’. Als ze voor de liefde naar Sheffield verhuist, ontdekt ze in de underground clubs spannende nieuwe muziek: house.<br />
<br />
<h3>
Haat-liefde</h3>
Met dat vriendje is het allang uit en met Mark Brydon, haar muzikale en amoureuze partner in Moloko, ook. Maar de liefde voor elektronica bleef, al heeft Murphy dertig jaar later wel en haat-liefdeverhouding gekregen met dance. “Het probleem met trance nu is elke jonge gozer met een laptop denkt dat hij techno kan maken. Het wordt allemaal repetitief. Op Ibiza hoor je waar je ook komt dezelfde beat. Op het strand ‘oemfta-oemfta-oemfta’. In een restaurant ‘oemfta-oemfta-oemfta’. In de winkels ‘oemfta-oemfta-oemfta’. Overal! En dan moet je nog gaan stappen tot zes uur ’s morgens met weer diezelfde shit. Het is alsof iemand een groot mes heeft en muziek vermoordt. Overal ligt bloed. Je kan het wel uitschreeuwen: stop met het te vernietigen! Mag het ook even stil zijn? Mogen we af en toe ook muziek zonder beats? Zonder bas? Als dj kom je in een soort draaimolen terecht. Als dj denk je te weten wat mensen aan het dansen maakt. Dus dat gaan ze maken als producer. Je komt in een cirkeltje terecht. <i>So fucking boring.</i> Ik zit nog liever opgesloten in een vrieskist. Een goede dj neemt je mee naar een plek die je nog niet kende. Maar voor veel dj’s en producers is het gewoon werk. Ik ken mensen die getalenteerd waren en verdwaald zijn geraakt. Je zit met ze in de studio, je wil iets anders dan four on the floor, en zij zeggen: dat doen we! Maar als je later terugkomt van de lunch, krijg je weer ‘oemfta-oemfta-oemfta’. Ze zitten vast in die vicieuze cirkel van formules. Ze hebben niet eens de moed om eruit te stappen wat betreft de beats per minute. Vertraag het eens naar 100 bpm. Nee, het moet 125 bpm zijn, anders voelen ze zich niet op hun gemak.”<br />
<br />
<blockquote class="tr_bq">
<span style="font-size: large;"><i>"Het is alsof iemand een groot mes heeft en muziek vermoordt. Overal ligt bloed"</i></span></blockquote>
<br />
Is de zwakke plek van dance wellicht dat het alleen werkt op de dansvloer en doodslaat in de huiskamer? De redenering dat dance oppervlakkig zou zijn omdat het geen luistermuziek is, snijdt volgens Murphy echter geen hout. “Ben jij een danser? Ik wil niet gemeen doen, maar je begrijpt het niet als niet je hele leven gedanst hebt. Het is bedoeld voor de dansvloer. Als het écht werkt op de dansvloer, dan werkt het ook als je zes uur ’s morgens opstaat. Mensen kunnen buiten zichzelf treden als ze dansen. Het is heel gezond.”<br />
<br />
Maar waardoor werkt haar eigen muziek dan wél in de huiskamer? “Mijn muziek werkt meestal niet zo goed op de dansvloer. Ik vind het moeilijk om het te laten slagen voor de dansvloer, dat is mijn zwakte.”<br />
<br />
Het einde van haar relatie met Mark Brydon betekende in 2003 ook het einde van Moloko. Bandreünies zijn in tegenwoordig, dus rest de onvermijdelijke vraag waarmee elke artiest die solo gaat voor de rest van zijn leven geplaagd wordt: komt Moloko ooit weer samen? “Nee. Het eind was het eind. Mark noch ik zijn het type om achterom te kijken. Ik heb nu zoiets opwindends voor me wat betreft mensen met wie ik nog platen moet gaan maken. Mijn show is constant in ontwikkeling en ik doe nu ook de regie van mijn videoclips. Zelfs als ik zou willen, kan ik het niet meer inpassen.”<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/2HMNxewsz80" width="100%"></iframe><br />
<br />
De tijd is op. Het half uurtje kon we rekken tot veertig minuten. Maar Róisín moet nu echt ophangen. Het orkest zit te wachten. “Got to run, love.”<br />
<br />
Dit artikel verscheen eerder in <a href="http://www.popmagazineheaven.nl/" target="_blank">popmagazine Heaven</a>.</div></div>Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-53096657729822605432020-01-04T10:07:00.000+01:002020-01-08T10:07:54.462+01:00Leve de koning van de surfgitaar<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/M2kn8Xjuync" width="100%"></iframe><br />
<br />
Een spetterend begin van 2020: de bibliotheek in Veghel had mij uitgenodigd om op vrijdagavond 3 januari in het maandelijkse Luistercafé Noordkade te vertellen over Dick Dale, de vorig jaar overleden 'king of the surf guitar'. Ik sprak over zijn baanbrekende samenwerking met Leo Fender bij de ontwikkeling van gitaarversterkers, zonder welk een genre als heavy metal simpelweg niet kon bestaan. The Mariños speelden de muziek van Dick Dale, waaronder natuurlijk de soundtrack van <i>Pulp Fiction</i>. Bovenstaande video geeft een korte impressie van de avond. Het interview dat ik in 2010 met Dick Dale deed lees je <a href="http://petesboogie.blogspot.com/2010/04/dick-dale-scheldt-de-pijn-verrot.html" target="_blank">hier</a>.Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-39828085912302501232019-10-11T16:46:00.000+02:002019-10-12T13:24:31.584+02:00Raphael Saadiq legt zijn ziel bloot<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://img-dev.evbuc.com/https%3A%2F%2Fcdn.evbuc.com%2Fimages%2F71849213%2F264127922153%2F1%2Foriginal.20190906-180049?auto=compress&fit=clip&h=&w=650&s=544a85dae5a3ccf5fd4206eceaacafce" imageanchor="1" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="433" data-original-width="650" height="213" src="https://img-dev.evbuc.com/https%3A%2F%2Fcdn.evbuc.com%2Fimages%2F71849213%2F264127922153%2F1%2Foriginal.20190906-180049?auto=compress&fit=clip&h=&w=650&s=544a85dae5a3ccf5fd4206eceaacafce" width="320" /></a></div>
<br />
<b>Raphael Saadiq verloor in zijn jeugd drie broers en een zus. Lang meed hij hun verlies in zijn muziek, maar op zijn nieuwe album <i>Jimmy Lee</i>, vernoemd naar zijn broer die overleed aan een overdosis heroïne, confronteert de soulzanger zijn demonen.</b><br />
<br />
<b>Lees ook:</b><br />
<ul>
<li><b>Interview</b> <a href="http://petesboogie.blogspot.com/2008/12/afgepeigerd-is-hij.html" target="_blank">Raphael Saadiq: Terug naar Motown</a></li>
</ul>
<br />
Zeven jaar was kleine Charlie Ray nog maar toen hij zijn broer Alvie begroef. Alvie werd vermoord. In de jaren die volgden pleegde zijn andere broer Desmond, die worstelde met een drugsverslaving, zelfmoord, overleed broer Jimmy aan een overdosis en was zus Sarah verongelukt toen ze van haar oprit reed, in een politieachtervolging terechtkwam en werd aangereden.<br />
<br />
Hij droeg een zware last op zijn schouders, maar Charlie, beter bekend als Raphael Saadiq, besloot dat zijn muziek daar geen uitlaatklep voor was. Hij wilde er niet mee te koop lopen, verklaarde hij ooit in een interview.<br />
<br />
Met de jaren is hij kennelijk tot een ander inzicht gekomen. <i>Jimmy Lee</i>, zijn eerste album in acht jaar, is zonder meer de persoonlijkste en donkerste plaat die de 53-jarige Saadiq in zijn meer dan drie decennia omspannende carrière heeft gemaakt. De plaat heeft als conceptalbum een losse opzet en is <i>all over the place</i>, verwarrend als de emotionele achtbaan van een rouwproces waarin verdriet, woede en ontgoocheling vechten om een plaats. Hoewel Saadiq al een paar jaar geleden Abraham zag, is hij begiftigd met de stem van een pre-adolescente koorknaap. Die klare stem van de doorgaans coole Raphael Saadiq klinkt nu gekweld.<br />
<br />
<blockquote class="tr_bq">
<i><span style="font-size: large;">"Verschillende mensen met een verslaafde moeder of vader hebben me al bedankt"</span></i></blockquote>
<br />
Opvallend monter legt Saadiq in een telefoongesprek vanuit Londen uit waarom hij van gedachten veranderde: “Ik denk dat ik er nu pas klaar voor was. Ik ben er altijd open over geweest, wilde er wel over praten, maar er niet over zingen. Het kan een slecht album opleveren, een domper. Maar volgens mij ben ik erin geslaagd om er een hoopvolle plaat van te maken. Verschillende mensen met een verslaafde moeder of vader hebben me al bedankt.”<br />
<br />
<h3>
Verslaving</h3>
“Mijn broer Jimmy was al vanaf zijn twaalfde aan de heroïne”, vervolgt Saadiq, die opgroeide in een samengesteld gezin van liefst veertien kinderen. “Hij was al het huis uit toen ik klein was, woonde overal en nergens, zat regelmatig in de gevangenis. Ik heb nooit de kans gehad om met hem te praten over zijn verslaving. Toen ik ouder was ging ik er meer over nadenken. Ik kreeg vrienden die met een zilveren lepel in de mond waren geboren, maar ook aan de drugs zaten. Ik begon te schrijven over de kwetsbaarheden waar je in het leven mee te maken krijgt, volwassen worden, de keuzes die je maakt. De gevolgen van verkeerde beslissingen pakken voor iedereen anders uit. Sommige mensen verslaan de drugs, maar meestal winnen de drugs. Ik besloot hier over te schrijven, en de liedjes kwamen op verschillende momenten tot me. Op een gegeven moment had ik een stuk of zes songs over vergelijkbare onderwerpen. Toen besloot ik daar helemaal voor te gaan en het album naar <i>Jimmy Lee</i> te vernoemen.”<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/QOrZgRJ88kc" width="100%"></iframe><br />
<a name='more'></a><br />
<b>Vind je het niet moeilijk dat elke journalist, net als ik, naar je broer vraagt?</b><br />
“Nog niet. Ik ben er klaar voor om er over praten. Ik moet er maar mee omgaan. Ik heb het zelf geschreven. Ik hoefde er jarenlang niet over te praten. En de plaat klinkt goed, het zou erger zijn als het geen goede plaat was geweest. Mijn broer zou heel gelukkig zijn geweest dat ik een plaat in zijn naam heb gemaakt. Ik herinner me van zijn begrafenis dat de gozer met wie hij altijd naar ons huis kwam om geld van me af te troggelen, langsreed. Ik sprong in mijn auto en ging achter hem aan. Ik sprak hem aan en vroeg of hij wist dat mijn broer overleden was. Hij wist niet eens over wie ik het had. Mensen verkopen drugs en als iemand doodgaat interesseert het ze niks. Daar gaat <i>Kings Fall</i> over.”<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/GchaYvfWyUM" width="100%"></iframe><br />
<br />
<b>Mijn broer stapte 21 jaar geleden uit het leven, dus ik kan me een beetje in jou inleven. Maar jij verloor liefst drie broers en een zus, dat moet welhaast ondraaglijk zijn?</b><br />
“Vooral voor mijn moeder, maar voor mij ook”, zegt Saadiq. Hij laat een korte stilte vallen. “Muziek was het antwoord voor mij. Ik kon me er helemaal op storten. En ook literatuur, ik heb heel veel boeken. Kunst hield me overeind. Ik moest muziek zo goed mogelijk doen, eerlijk tegen mezelf zijn, ook over mijn fouten. Zo ben ik omgegaan met het overlijden van mijn familieleden. Wat is erger dan op jonge leeftijd familieleden verliezen? Je raakt meteen al de beste dingen uit je leven kwijt. Maar dit is wie ik ben, dit is hoe mijn kaarten geschud zijn. Andere mensen hebben een nog slechtere hand gekregen. Dus wie ben ik om een potje te gaan zitten janken dat mijn leven het allerverschrikkelijkst is? Andere mensen hebben het nog zwaarder.”<br />
<br />
<b>Was het ongeluk ook een motivatie om juist wat van je leven te maken?</b><br />
“Zeker. Ik wilde mijn ouders ook niet nog meer leed aandoen. Ik heb in de zomer van 1997 xtc gebruikt. Vrienden boden het aan: ‘Je zult je fantastisch voelen, de vrouwen zullen je leuk vinden.’ ‘Dat wil ik dan wel eens proberen!’ Maar toen ik erover nadacht, kwam ik tot de slotsom dat ik niet ergens dood wilde eindigen. Ik wilde dat mijn ouders niet aandoen en besloot een andere kant op te gaan. Het motiveerde me om succesvol te zijn. Als je in armoede opgroeit en ineens veel geld verdient, zal je vaak ook veel geld verkwisten. Mijn insteek is: als ik weinig zondig, dan blijf ik met beide benen op de grond.”<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/OcK5JLyPLM0" width="100%"></iframe><br />
<br />
<b>Is <i>Jimmy Lee</i> ook een politiek album? Ik doel op het nummer <i>Rikers Island</i>.</b><br />
“Een beetje wel. Het was niet de bedoeling, maar <i>Rikers Island</i> is een goed nummer, een waarachtig nummer. Er zitten veel mensen in de gevangenis die daar niet thuishoren. Ze zijn gratis arbeidskrachten. Het is gewoon slavernij. Er zijn zo veel gevangenissen. In Colorado staan er negen gevangenissen binnen een straal van vijftien kilometer. Het is net General Motors in Detroit. Alle bewoners in dat gebied zitten in de gevangenis of werken er. Mijn broer Jimmy heeft veel tijd doorgebracht in gevangenissen in Californië. Het viel mij op dat de officiers van justitie altijd in mooiere auto’s reden dan de andere bezoekers. Ik vroeg mij af waarom ze zo veel geld verdienden aan onfortuinlijke mensen die geen advocaat kunnen betalen. Een gevangenis is een enorm pakhuis vol mensen in oranje pakken.”<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/wm5TFNYlIbo" width="100%"></iframe><br />
<br />
Raphael Saadiq begon als tiener zijn professionele carrière in de muziek, als bassist in de tourband van mede-Oaklander Sheila E. Zo speelde hij ook met Prince. Met zijn broer Dwayne Wiggins en neef Timothy Christian richtte hij in 1987 het onderscheidende R&B-trio Tony! Toni! Toné! op. De groep was zowel artistiek als commercieel succesvol en scoorde hits met o.a. <i>Little Walter</i> en <i>It Never Rains (In Southern California)</i>. In 1996 ging de groep na vier albums uit elkaar.<br />
<br />
<h3>
Neosoul</h3>
Met Tony! Toni! Toné! ontwikkelde Saadiq de modus operandi die hij tot op de dag van vandaag hanteert: moderne soul gemaakt volgens een recept van ambachtelijk en avontuurlijk doch strak muzikantschap. Altijd een vinger aan de pols van de tijd en tegelijkertijd de tijd bepalend. Zo was Saadiq de voorloper, en later in de jaren 90 de spil van de neo soul. De beweging greep in een tijd van aalgladde, ontzielde soul terug naar de soul van weleer uit de jaren 60 en 70. Door zijn medewerking aan de albums <i>Brown Sugar</i> (1995) en <i>Voodoo</i> (2000) van D’Angelo werd Raphael Saadiq een superproducer.<br />
<br />
Ook in de retrosoul die de afgelopen jaren in zwang was, gaf Raphael Saadiq de toon aan. Zijn tweede soloalbum <i>The Way I See It</i> (2008) was een onvervalste, vakkundige Motown-plaat, waarop zelfs oude Motown-muzikanten als Jack Ashford, Paul Riser en Stevie Wonder meespeelden. Het succes van het album maakt Saadiq zichtbaar op de radar van de mainstream.<br />
<br />
<h3>
The Internet</h3>
Saadiqs sleutelrol in de moderne soul is nog niet uitgespeeld. Er is de laatste jaren een nieuwe generatie opgestaan die in zijn voetsporen treedt en het avontuur zoekt. Saadiq produceerde het belangwekkende album <i>A Seat at the Table</i> (2016) van Solange (zie kader). Echo’s van Saadiq weerklinken in de gestileerde hiphop-soul van The Internet.<br />
<br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://s.yimg.com/ny/api/res/1.2/VIRIXafnykxvD_qnTkmKVw--/YXBwaWQ9aGlnaGxhbmRlcjt3PTEyODA7aD04NTMuMzMzMzMzMzMzMzMzNA--/https://s.yimg.com/uu/api/res/1.2/XO7TSN8.RPXp2ujKK7cXuA--~B/aD0xNjAwO3c9MjQwMDtzbT0xO2FwcGlkPXl0YWNoeW9u/https://media.zenfs.com/en-US/rollingstone.com/bf9615a012d2a42b9a7c020d59014087" imageanchor="1" style="clear: right; float: right; margin-bottom: 1em; margin-left: 1em;"><img border="0" data-original-height="534" data-original-width="800" height="133" src="https://s.yimg.com/ny/api/res/1.2/VIRIXafnykxvD_qnTkmKVw--/YXBwaWQ9aGlnaGxhbmRlcjt3PTEyODA7aD04NTMuMzMzMzMzMzMzMzMzNA--/https://s.yimg.com/uu/api/res/1.2/XO7TSN8.RPXp2ujKK7cXuA--~B/aD0xNjAwO3c9MjQwMDtzbT0xO2FwcGlkPXl0YWNoeW9u/https://media.zenfs.com/en-US/rollingstone.com/bf9615a012d2a42b9a7c020d59014087" width="200" /></a></div>
“Ik hoor mijn invloed inderdaad terug”, beaamt Saadiq. “Steve Lacy (gitarist van The Internet) is briljant. Hij en Syd (zangeres van The Internet) komen vaak langs in mijn studio. Niet alleen om muziek te maken, vaak praten we gewoon over muziek. Die gesprekken zijn goed voor de jonge generatie. Zij zijn bezig om muziek een nieuwe draai te geven. Ze willen geen mumble rap of trap maken, maar iets anders doen. Ze hebben hun instrumentatie uitgevogeld. Je kunt het eigenlijk geen R&B noemen, het zijn maar muzikale avonturen. Ze willen risico’s nemen en bij een andere muzikale gemeenschap horen.”<br />
<br />
Je kunt Raphael Saadiq vergelijken met Nile Rodgers van discogroep Chic. Beiden vormen een uitzondering in een genre dat wordt overheerst door oppervlakkigheid en kitsch. Ze vinden er toch aansluiting bij, maar met stijl en kwaliteit. En beiden werken naast hun eigen projecten als producer voor topartiesten. Op de CV van Raphael Saadiq prijken grote namen als John Legend, Joss Stone, Mary J. Blige en Whitney Houston.<br />
<br />
<h3>
Erkenning</h3>
En toch is Raphael Saadiq altijd een <i>musician’s musician</i> gebleven. Ondanks zijn enorme staat van dienst en invloed, is hij voor veel mensen, zelfs die met bovengemiddelde kennis van muziek, een onbekende naam.<br />
<br />
“Ik denk dat mijn muziek beter is dan mijn naam”, grapt Saadiq. “Nee, ik ga mijn naam niet veranderen, die bevalt me wel. Het is handig als je ergens bent en je creditcard wordt geweigerd, dan weten ze niet dat jij het bent. Ik vind het heerlijk dat ik niet zo bekend ben, dan word je ook niet gestoord.<br />
<br />
<blockquote class="tr_bq">
<i><span style="font-size: large;">"Ik denk dat mijn muziek beter is dan mijn naam"</span></i></blockquote>
<br />
"Ik stond ooit in het voorprogramma van John Legend. John is een goede vriend, hij grapte dat ik hem moest ontzien. Na mijn optreden ging ik aan de zijkant van het podium naar Johns show kijken. Een vrouw sprak me aan en zei: ‘Ik vond je zo goed, jij gaat het helemaal maken!’. Ze wist niet dat ik al meerdere platen had gemaakt. Steeds weer opnieuw ontdekt worden is goed voor mij.<br />
<br />
Maar ik merk soms dat ik niet zo ver onder de radar zit. Ik ging laatst uit eten bij een restaurant in mijn buurt. Ik heb een klassieke 1966 Ford Mustang Convertible. Een of andere dronkenlap gooide een scooter op mijn auto. Ik stoof naar buiten en hij stond op het punt dat ding nog een keer op mijn auto te gooien. Ik trapte hem in zijn rug en hij viel. Ik vroeg of hij gek geworden was. Hij bleek in de war te zijn en hij begon karatemoves te maken. Ik stuurde hem weg. Een stel dat naast me zat in het restaurant kwam ook naar buiten om me te helpen. Toen ik, enigszins overstuur, weer binnenkwam ging ik naar ze toe om ze te bedanken. Ze zeiden: ‘Ik zag dat binnenkort je nieuwe plaat uitkomt. We vinden de single zo goed!’”<br />
<br />
Over een gebrek aan erkenning hoor je Saadiq niet klagen. “Mijn erkenning komt in de vorm van een cheque. Ik heb een goed leven. Begrijp me niet verkeerd, het is geweldig om erkenning te krijgen, maar ik heb het niet nodig. Ik speel voor een fatsoenlijk aantal mensen in veel verschillende landen. Daar ben ik tevreden over. Als ik het vervelend zou vinden dat men mij niet zo goed kent als John Legend, zou ik daar eerlijk voor uitkomen. Maar ik ken John Legend, ik produceer zijn platen, ik produceer D’Angelo, bij de Grammy’s mag ik het podium delen met Mick Jagger. Mick Jagger belde mij, dus hij kent mijn naam. Ik heb liever dat hij mijn naam kent dan veel andere mensen.”<br />
<br />
<i>Raphael Saadiq live: 18 oktober Doornroosje Nijmegen; 22 oktober Theater Rotterdam (uitverkocht), 24 oktober Paradiso Amsterdam (uitverkocht); 28 oktober Het Depot Leuven</i><br />
<br />
<h3>
Saadiqscografie</h3>
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://s.s-bol.com/imgbase0/imagebase3/large/FC/2/8/2/0/1000004000060282.jpg" imageanchor="1" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="550" data-original-width="550" height="200" src="https://s.s-bol.com/imgbase0/imagebase3/large/FC/2/8/2/0/1000004000060282.jpg" width="200" /></a></div>
<b>Tony! Toni! Toné! – <i>House of Music</i> (1996)</b><br />
In een tijd waarin soul een glad, blikkerig en kitscherig genre was geworden, maakte Tony! Toni! Toné! furore met een geslaagde fusie van eigentijdse R&B geschoeid op traditionele leest. De vier albums van het trio zijn allemaal sterk, House of Music was hun zwanenzang. Er zijn plannen voor een reünie, zegt Raphael Saadiq: “We hebben na onze laatste plaat nooit een tournee gedaan. Misschien gaan we na <i>Jimmy Lee</i> een nieuwe EP opnemen en dan een tournee doen om de nummers van het laatste album te spelen.”<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/l09WGRtkMV4" width="100%"></iframe><br />
<br />
<br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://img.discogs.com/YP039jQ-6O9WaEDY9euzSh5Q90E=/fit-in/600x600/filters:strip_icc():format(jpeg):mode_rgb():quality(90)/discogs-images/R-330903-1341928568-7224.jpeg.jpg" imageanchor="1" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="600" data-original-width="600" height="200" src="https://img.discogs.com/YP039jQ-6O9WaEDY9euzSh5Q90E=/fit-in/600x600/filters:strip_icc():format(jpeg):mode_rgb():quality(90)/discogs-images/R-330903-1341928568-7224.jpeg.jpg" width="200" /></a></div>
<b>Raphael Saadiq – <i>Instant Vintage</i> (2002)</b><br />
Na het uiteenvallen van Tony! Toni! Toné had Raphael Saadiq het druk met het produceren van andere artiesten en zijn supergroep Lucy Pearl (met dj Ali Shaheed Muhammad van A Tribe Called Quest en zangeres Dawn Robinson van En Vogue). Hij deed er zes jaar over met zijn solodebuut <i>Instant Vintage</i> te komen. De titel definieert zijn muzikale identiteit: ouderwetse kwaliteit maar <i>du moment</i>. Zijn sound is afgewogen, strak en stijlvol. Als bassist speelt Saadiq melodieus en is hij aanwezig, maar altijd dienstbaar; het draait nooit om de bas maar om de song. Zeventien jaar na de release klinkt Instant Vintage nog altijd fris en modern.<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/vCJY2NSSU1g" width="100%"></iframe><br />
<br />
<br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://img.discogs.com/gb23PX32a3TXGdgH1cy_MPDpy58=/fit-in/600x600/filters:strip_icc():format(jpeg):mode_rgb():quality(90)/discogs-images/R-5622798-1475932260-5465.jpeg.jpg" imageanchor="1" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="600" data-original-width="599" height="200" src="https://img.discogs.com/gb23PX32a3TXGdgH1cy_MPDpy58=/fit-in/600x600/filters:strip_icc():format(jpeg):mode_rgb():quality(90)/discogs-images/R-5622798-1475932260-5465.jpeg.jpg" width="199" /></a></div>
<b>Raphael Saadiq – <i>The Way I See It </i>(2008)</b><br />
De vakkundige ode aan Motown is Saadiqs persoonlijke favoriet. “De jaren 60 waren een goede tijd. Ik ben dol op de oude Motown-tijd. Ik wou dat ik in die tijd leefde en platen kon maken met die groep mensen. Dus ik moest mijn sixties plaat maken met oude mensen van Motown als Jack Ashford en Paul Riser.”<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/P5O3OUjA00Y" width="100%"></iframe><br />
<br />
<br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://img.discogs.com/rfeXP4OzmhUaGmj0EvSQH1D-dyU=/fit-in/600x602/filters:strip_icc():format(jpeg):mode_rgb():quality(90)/discogs-images/R-992723-1523392488-2997.jpeg.jpg" imageanchor="1" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="602" data-original-width="599" height="200" src="https://img.discogs.com/rfeXP4OzmhUaGmj0EvSQH1D-dyU=/fit-in/600x602/filters:strip_icc():format(jpeg):mode_rgb():quality(90)/discogs-images/R-992723-1523392488-2997.jpeg.jpg" width="198" /></a></div>
<b>D’Angelo – <i>Voodoo</i> (2000)</b><br />
D’Angelo worstelde jarenlang met de hoge verwachtingen na <i>Brown Sugar</i> (1995) maar overtrof die spectaculair met Voodoo, de beste soulplaat van de laatste veertig jaar. Het album klinkt als een zwaar geïntoxiceerde nachtenlange jamsessie in een zweterige jukejoint vol bevallige vrouwen. Het met een Grammy bekroonde <i>Untitled (How Does It Feel)</i> werd mede geschreven en geproduceerd door Raphael Saadiq. Een klassieker.<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/SxVNOnPyvIU" width="100%"></iframe><br />
<br />
<br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://upload.wikimedia.org/wikipedia/en/8/8d/Solange_-_A_Seat_at_the_Table.png" imageanchor="1" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="300" data-original-width="300" height="200" src="https://upload.wikimedia.org/wikipedia/en/8/8d/Solange_-_A_Seat_at_the_Table.png" width="200" /></a></div>
<b>Solange – <i>A Seat at the Table</i> (2016)</b><br />
Solange Knowles stapte uit de schaduw van haar grote zus Beyoncé met het geëngageerde <i>A Seat at the Table</i>. Raphael Saadiq was uitvoerend producent van dit gestileerde, afgewogen en precieze meesterwerk, dat muzikaal is in wat er juist níet wordt gespeeld. Geen muziek die je direct grijpt, maar na meerdere luisterbeurten ga je voor de bijl. Solange won een Grammy voor <i>Cranes in the Sky</i>, waaraan Saadiq meeschreef. <i>A Seat at the Table</i> verscheen toen de Black Lives Matter beweging van zich liet horen en kan tippen aan het monumentale <i>What’s Goin’ On</i>.<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/S0qrinhNnOM" width="100%"></iframe><br />
<div>
<br /></div>
<div>
Dit artikel verscheen eerder in <a href="https://www.popmagazineheaven.nl/" target="_blank">popmagazine Heaven</a>.</div>
Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-83589311166577197282019-06-07T09:47:00.001+02:002022-02-20T12:30:37.999+01:00The Meters: oerfunk<table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto; text-align: center;"><tbody>
<tr><td style="text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEg-MKL2KsO96H5YPd8z2FPivCBHTTCJv1MVu5T3Ie_vfCNtcG0EIguE7B5DpDPLZeWlR0dL8ZzX9CJPg-lM85VP1nYs_seKpDI1oi_450NRUYLGO3bRGyAzwxvilN7wBsq0YfVCOeo-cdg/s1600/Meters_Wikepedia.jpg" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" data-original-height="1143" data-original-width="1600" height="228" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEg-MKL2KsO96H5YPd8z2FPivCBHTTCJv1MVu5T3Ie_vfCNtcG0EIguE7B5DpDPLZeWlR0dL8ZzX9CJPg-lM85VP1nYs_seKpDI1oi_450NRUYLGO3bRGyAzwxvilN7wBsq0YfVCOeo-cdg/s320/Meters_Wikepedia.jpg" width="320" /></a></td></tr>
<tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;">The Meters live in 2011. (Foto: <a href="https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Meters_Wikepedia.jpg" target="_blank">Annette Jones</a>)</td></tr>
</tbody></table>
<b><br /></b>
<b>Blauwdrukfunk. Zo laat de muziek van The Meters zich het beste omschrijven. Hun kale, ritmische sound lijkt welhaast lesmateriaal voor hoe je funk speelt. Het pionierende kwartet uit New Orleans is altijd een cultband gebleven, maar hun invloed is enorm. Vijftig jaar geleden verscheen hun debuutalbum, met een al even basale titel als hun sound: simpelweg The Meters.</b><br />
<br />
<br />
<b>Lees ook:</b><br />
<ul>
<li><a href="https://petesboogie.blogspot.com/2022/02/leo-nocentelli-goddelijke-interventie.html" target="_blank">Leo Nocentelli: goddelijke interventie</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2015/06/allen-toussaint-de-spil-van-new-orleans.html" target="_blank">Allen Toussaint: de spil van New Orleans</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.nl/2008/11/de-weg-naar-het-witte-huis-is-geplaveid.html" target="_blank">Dr. John: De weg naar het Witte Huis is geplaveid met leugens</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.nl/2011/10/aaron-neville-ik-heb-het-aan-god.html" target="_blank">Aaron Neville: Ik heb het aan God overgelaten</a></li>
</ul>
<br />
In de nachtclubs van de bruisende French Quarters in New Orleans formeerde toetsenist Art Neville midden jaren 60 de band, die later The Meters zou gaan heten. Neville (1937), de broer van zanger Aaron Neville, was al een veteraan in de plaatselijke muziekscene en nam sinds de jaren 50 al singles op. Gitarist Leo Nocentelli (1946), drummer Joseph “Zigaboo” Modeliste (1946) en bassist George Porter J.r (1947) zijn bijna tien jaar jonger, nog niet of net meerderjarig en beginnen net als professioneel muzikant. De band treedt op in het clubcircuit met Arts broers Aaron (1941) en Charles (1939-2018) als zangers. Tijdens een optreden in The Nitecap wordt de groep ontdekt door de lokale producer Allen Toussaint (1938-2015), die samenwerkte met sterren als Irma Thomas en Lee Dorsey.<br />
<br />
“Toen ik uit het leger kwam in 1965 ging ik naar Bourbon Street waar veel clubs zaten waar muziek werd gespeeld. Op een avond liep ik op Bourbon Street en op de hoek van Bourbon en Toulouse Street hoorde ik heel funky muziek. Ik kende de groep niet. Toen ik naar binnen ging om te kijken zag ik dat het Art Neville was met een paar anderen. Ze noemden zich Art Neville & The Neville Sounds”, <a href="http://petesboogie.blogspot.com/2015/06/allen-toussaint-de-spil-van-new-orleans.html" target="_blank">vertelde Toussaint in 2015, enkele maanden voor zijn plotse overlijden, aan Heaven</a>. “The Meters waren vanaf het begin al een fantastische groep. Art Neville stelde altijd magische groepen samen.”<br />
<br />
Toussaint had met Marshall Sehorn (1934-2006) het platenlabel Sansu opgericht en biedt Neville’s groep, minus zangers Aaron en Charles Neville, een baan als studioband aan. Ze spelen mee op platen van Earl King en Lee Dorsey, zoals <i>Yes We Can</i> uit 1970, dat drie jaar later een megahit voor The Pointer Sisters werd (die een extra Can aan de titel toevoegden).<br />
<br />
<h3>
Lootjes</h3>
<table cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="float: right; margin-left: 1em; text-align: right;"><tbody>
<tr><td style="text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhjRRiIv_5CGdDEqR-mO3FMP-dDFnaMzxZDYwkddh-G2i1_5nbhaEiSIDpnSy2I1UJhXyS1tjVsr8U0cx7oqr09regCS4RIfRI6AihhW8AHoSh_gveVWhqwAMqt6xpomPqQ64JoGXcBDEQ/s1600/George_Porter_Jr._at_Bimbo%2527s_365.jpg" style="clear: right; margin-bottom: 1em; margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" data-original-height="1073" data-original-width="1600" height="214" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhjRRiIv_5CGdDEqR-mO3FMP-dDFnaMzxZDYwkddh-G2i1_5nbhaEiSIDpnSy2I1UJhXyS1tjVsr8U0cx7oqr09regCS4RIfRI6AihhW8AHoSh_gveVWhqwAMqt6xpomPqQ64JoGXcBDEQ/s320/George_Porter_Jr._at_Bimbo%2527s_365.jpg" width="320" /></a></td></tr>
<tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;">George Porter, Jr. in 2011 (Foto: Pax Ahimsa Gethen)</td></tr>
</tbody></table>
De naam van de groep wordt omgedoopt in The Meters. “We hebben lootjes getrokken”, herinnert George Porter zich. “We deden met z’n vijven briefjes met namen in een hoed en Marshall Sehorn pakte er een uit. De namen die wij in de hoed deden, hebben we nooit gezien. Allen heeft de naam The Meters erin gedaan, en die werd getrokken.”<br />
”Die naam sloeg op ritme,” verklaarde Toussaint in 2015.<br />
<br />
In het voorjaar van 1969 brengen The Meters op het Josie label de singles <i>Sophisticated Cissy</i> en <i>Cissy Strut</i> uit, op de voet gevolgd door een album, simpelweg getiteld <i>The Meters</i> (met op de hoes, u raadt het al, allerlei meters)., vol tot op het bot uitgeklede, kurkdroge oerfunk. De elementaire muziek van The Meters lijkt welhaast een instructieplaat voor het maken van funk: syncoperende drums, bas, gitaar en orgel, met precisie gedoseerd, effectief uitgevoerd en onweerstaanbaar swingend.<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/MXI5Nuz6OHg" width="100%"></iframe><br />
<br />
De muziek is zo kaal dat de nummers in eerste instantie niet eens titels hadden. “Ik noem alle nummers ‘pockets’: losse stukjes muziek die een liedje werden. Ze heetten gewoon ‘Meter 1’, ‘Meter 2’, enzovoorts”, vertelt Porter in een telefoongesprek met Heaven vanuit New Orleans. “We waren op tournee en een A&R-manager kwam langs met het album, en de nummers hadden opeens titels. Waar kwamen die namen vandaan? Marshall Sehorn of Allen Toussaint heeft de nummers een naam gegeven. We moesten de nummers leren aan de hand van de titels, daarvoor waren het gewoon grooves, pockets.”<br />
<br />
De eenvoud geeft de muziek van The Meters een onverwoestbare, tijdloze kwaliteit, zoals een boterham met kaas nooit gaat vervelen.<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/Io0FzQqKYKQ" width="100%"></iframe><br />
<br />
<a name='more'></a><br />
Door hun minimale, instrumentale sound dringt de vergelijking met Booker T. & The MG’s zich op. “Ik begrijp wat je bedoelt, maar zij waren geen inspiratiebron”, aldus Toussaint. “The Meters kwamen voort uit de New Orleans Mardi Gras indianen vibe, de percussieve muziek van de brass bands op straat.”<br />
<br />
“De enige persoon in de band die naar Booker T. & The MG’s luisterde, was Art”, vult Porter aan. “Leo en ik luisterden meer naar jazz, Wes Montgomery enzo. Ik ben meer beïnvloed door muzikanten uit New Orleans als George French, Chuck Beatty, Earl King, Fats Domino, Eddie Bo. Zigaboo is uniek, niemand speelt drums zoals hij. Het schrijven van de nummers was geheel een inwendig proces. De stijl is geheel van onszelf.”<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/3ekP_1oWEd4" width="100%"></iframe><br />
<br />
<h3>
Producer</h3>
<table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="float: right; margin-left: 1em; text-align: right;"><tbody>
<tr><td style="text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEga7sUDS127qVQvMFeQBvB_vIMpHN-6VgcsYpDT5g00PRLz1AHKV2WGoWGnJZAHYQJ55-z9lnZLFTeUJWm-uviV0XwoqHdymhpr0dBOjnPpRUo_Gt-7ToxyjbToXb4Z0OdKbn4Nb9geUrg/s1600/IMG_7746.JPG" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" data-original-height="1196" data-original-width="1600" height="239" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEga7sUDS127qVQvMFeQBvB_vIMpHN-6VgcsYpDT5g00PRLz1AHKV2WGoWGnJZAHYQJ55-z9lnZLFTeUJWm-uviV0XwoqHdymhpr0dBOjnPpRUo_Gt-7ToxyjbToXb4Z0OdKbn4Nb9geUrg/s320/IMG_7746.JPG" width="320" /></a></td></tr>
<tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;">De auteur met Allen Toussaint in 2015.</td></tr>
</tbody></table>
Allen Toussaint staat op de platen van The Meters vermeld als producer. Maar de waarheid is anders, onthult Porter een halve eeuw later. Porter: “Allen had geen enkele inbreng bij enig nummer van The Meters. Hij is nooit met ons de studio in gegaan. Ik weet niet wat zijn bemoeienis achteraf is geweest. De eerste drie albums kwamen uit terwijl we op tournee waren. Toen we <i>Cabbage Alley</i> (1972) maakten, waren Leo en Zig nauwer betrokken. Ze hadden geleerd over publishing, en we hadden onze eigen muziekuitgeverij opgericht, Cabbage Alley Music.<br />
<br />
Allen en Marshall Sehorn waren zakenpartners, maar ik denk niet dat Allen veel te maken had met hoe het bedrijf opereerde, hij was een muzikant net als wij, met een engerd als zakenpartner.<br />
Allen heeft onze platen niet geproduceerd. Het was een manier voor het bedrijf om geld te verdienen. Dat was geld dat de band had verdiend als wij een producercredit hadden gekregen.”<br />
<br />
The Meters kregen überhaupt niet het geld dat hen toekwam, stelt Porter. “We hebben rechten als schrijvers, maar niet als uitgevers. We hebben lang moeten knokken om onze muziek terug te krijgen. We krijgen nu wel betaald, maar we zijn nog steeds niet de uitgevers.”<br />
<br />
Op de hielen van het debuut volgt eind ’69 de opvolger en ‘companion piece’ <i>Look-Ka Py Py</i>, gemaakt volgens hetzelfde recept van rauwe, opzwepende funk. Op <i>Struttin’</i> (1970) voegt de band, uit commerciële overwegingen, vocalen toe, maar de formule begint al lichte slijtage te vertonen.<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/UszSRXQYQWU" width="100%"></iframe><br />
<br />
<br />
<h3>
Nieuw geluid</h3>
Als Josie in 1971 bankroet gaat, tekenen The Meters bij Reprise en brengen het jaar erop hun vierde album <i>Cabbage Alley</i> uit. Het markeert het einde van hun vroege periode en de karakteristieke sound van de groep. Het geluid wordt meer rockgeöriënteerd. Porter: “Voor de opnames van <i>Cabbage Alley</i> gingen we naar een andere studio, met een andere technicus. De andere apparatuur zorgde voor een ander geluid. Onze muziek had nu ook meer zang. Ik begon effecten zoals een phase shifter, een chorus pedal en een envelope filter voor mijn bas te gebruiken. Dat deden we op de eerste platen nog niet, dat was gewoon ‘clean bass’.”<br />
<br />
Rockliefhebbers lopen weg met <i>Cabbage Alley</i>, maar op het album staan geen echte ‘Meters classics’. Dat geldt wel voor het excellente <i>Rejuvenation</i> (1974), met het opwindende<i> Just Kissed My Baby</i>. <i>Fire On The Bayou</i> (1975) is een wisselvallige plaat maar die zeker zijn momenten heeft, zoals de titelsong. <i>Trick Back</i> (1976) en <i>New Directions</i> (1977) zijn echter weinig memorabel.<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/ZoBIp817miY" width="100%"></iframe><br />
<br />
The Meters zijn intussen ook actief als sessiemuzikanten voor andere artiesten. Dr. John huurt zijn stadsgenoten in voor zijn meesterlijke album <i>In The Right Place</i> (1973), waarvan <i>Right Place, Wrong Time</i> zijn grootste hit en ‘signature song’wordt. Ook werken The Meters in 1976 mee op het titelloze album van The Wild Tchoupitoulas, van Art Neville’s oom George “Big Chief Jolly” Landry uit New Orleans, dat de facto het startschot voor The Neville Brothers wordt. Na het project worden The Meters uitgebreid met percussionist/zanger Cyril Neville (1948).<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/iqVPUkyxS7k" width="100%"></iframe><br />
<br />
In de jaren 70 groeien The Meters uit tot de lievelingen van Britse rockers. Ze spelen mee op Robert Palmers <i>Sneakin’ Sally Through The Alley</i> (1974) en <i>Venus and Mars</i> (1975) van Wings en gaan op tournee met The Rolling Stones.<br />
<br />
Porter: “Mijn moeder zei altijd: ‘Als je niets goeds over iemand te zeggen hebt, hou dan je mond.’ Ik had een heel slechte relatie met Robert Palmer. Wij hebben onze bijdragen zelf geschreven, maar Robert Palmer heeft er niet aan gedacht om onze namen op de plaat te vermelden. Ik heb er altijd een nare bijsmaak van in mijn mond gehad. Al speel ik <i>Sneakin’ Sally Through The Alley</i> nog steeds, want het heeft een geweldige baslijn, die ík heb geschreven."<br />
<br />
<h3>
Paul McCartney</h3>
"Ik heb wel met Paul McCartney samengewerkt, The Meters niet. Maar misschien was Leo er ook bij. Art en Zig hingen nooit in de studio rond. Paul McCartney tijdens Mardi Gras in New Orleans was om op <i>Venus and Mars</i> (1975) van Wings op te nemen, en Linda McCartney vroeg of ik in de stad was. Marshall Sehorn had ons op tournee gestuurd, maar die tour werd voortijdig afgebroken, dus we kwamen eerder terug. Een vriend van mij die werkte als chauffeur voor Paul en Linda, kwam me ophalen en zei: ‘Er zijn wat mensen die je willen zien.’ Toen ik bij de studio aankwam stond Linda me bij de deur op te wachten. Ik zei: ‘Ik ken haar niet.’ Mijn vriend legde uit dat het Linda McCartney was. ‘Oh!’ Ze was aan het spelen met een kopieerapparaat, ze maakte kopieën van haar hand en liet ze aan Paul zien, en Paul moest raden van wie de hand was. Ze rende de studio in met mijn handafdruk, en Paul raadde dat het mijn hand was. Ze waren al in de afrondende fase van het opnamen, twee dagen later waren ze klaar. Paul McCartney wilde een Mardi Gras nummer opnemen. Ik geloof dat Earl King voorstelde om het geluid van een carnavalsoptocht op te nemen. Dus wij liepen van de ene kant van de studio naar de andere kant met koebellen en fluitjes. Dat was op het eind van een nummer. Dus in zoverre heb ik met Paul McCartney ‘samengewerkt’."<br />
<br />
"Daarna gaf Paul McCartney een verjaardagsfeest op de Queen Mary en nodigde 75 muzikanten uit New Orleans uit om te komen spelen. Paul had een 16-sporenopname gemaakt van ons optreden. Daar waren twee kopieën van op cassettebandje. Art en ik hadden er elk één. Die van Art is zoekgeraakt. Twee jaar later kwam er een plaat uit getiteld <i>The Meters Live on the Queen Mary</i>. In de twee jaar na die avond kreeg ik elk jaar een kerstkaart van Linda McCartney, en toen hield het opeens op. Ik wist dat een van die kopieën was gebruikt voor die plaat. Dat was weer zo’n achterbakse streek van Marshall Sehorn die de relatie van The Meters met Paul McCartney kapot heeft gemaakt."<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/WrgMw4t1C84" width="100%"></iframe><br />
<br />
<h3>
Rolling Stones</h3>
"We hebben twee tournees met de Stones gedaan. In 1975 in de VS en in 1976 in Europa. We hebben geen opnames met de Stones gedaan, maar er zijn wel twee opnames van die tour. Eén van een optreden in Frankfurt, waarvan ik nog een multitracktape heb. En nog een, maar ik weet niet meer waar dat was en waar die opname is gebleven. De band die ik nog heb zal onderhand wel vergaan zijn, die heb ik niet goed bewaard. Als je die draait, valt die uit elkaar.<br />
Als je de Stones kent, kun je je wel voorstellen hoe het was (grinnikt). Keith Richards, Ron Wood en ik trokken elke avond met elkaar op. Elke avond na het optreden gingen we feesten op Keiths kamer, veel drinken en gitaar spelen. Elke avond gingen we pas vijf uur ’s morgens naar bed. Ik ben Keith een paar jaar geleden nog een keer tegengekomen, maar Ronnie en Jagger zie ik nooit meer. Zig ging nog een tijd om met Charlie Watts, Charlie heeft hem zelfs het drumstel van die tour uit ‘76 gegeven.”<br />
<br />
<h3>
Scheurtjes</h3>
In de tweede helft van de jaren 70 beginnen er scheurtjes in de groep te ontstaan. “Tijdens de opnames voor <i>New Directions</i> (1977) viel de band uit elkaar”, vertelt Porter. “Onze tourmanager, die ineens ook dé manager van de band was, probeerde ons een contract te laten tekenen die niemand wilde tekenen. Maar Art had al wel getekend. Hij wist Art ervan te overtuigen dat als de rest van de band het contract niet zou tekenen, hij vrij was om met zijn broers te gaan spelen. En Art koos daarvoor, hij stapte uit de band. Cyril Neville bleef. Warner Bros. had geregeld dat we de eerste single, <i>My Name Up In Lights</i>, zouden spelen bij Saturday Night Live. Warner Bros. was heel enthousiast over het album. Toen hoorden ze dat Art uit de band was gestapt en ze stuurden een paar hoge piefen naar New Orleans om hem op andere gedachten te brengen. En toen stapte Cyril op. Dus toen waren Leo, Zig en ik nog over. We hebben nog wel opgetreden bij Saturday Night Live met David Batiste, Sr. op toetsen. Dat was geen succes. De platenmaatschappij had genoeg van ons en heeft ons op straat gezet.<br />
<br />
Het was verdeel en heers. Art wilde al jaren zijn broers meer bij The Meters betrekken. Cyril kwam erbij, hij wilde Aaron er ook bij hebben. Als de vier Neville broers de ritmesectie zouden overnemen, waren The Meters overleden. Dan waren wij de begeleidingsband van de Neville Brothers geworden. Dan was het een vocale groep geworden. De drie instrumentalisten in The Meters wilden dat niet. Art wilde gewoon met zijn broers spelen, meer niet. Er zat niks kwaadaardigs achter. Ik was het er niet mee eens, maar ik begreep het wel.”<br />
<br />
Na het uiteenvallen van The Meters vormen Art en Cyril samen met hun broers Aaron en Charles The Neville Brothers, die in 1989 een grote hit scoren met <i>Yellow Moon</i>. Nocentelli, Modeliste en Porter vinden emplooi als sessiemuzikant.<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/O87iUDZGDKs" width="100%"></iframe><br />
<br />
<h3>
Hiphop</h3>
Sinds de jaren 80 worden The Meters erkend als pioniers van de funk en dankzij de hiphop beleven The Meters een tweede jeugd. Rappers plunderen gretig de kant-en-klare hiphop beats voor <a href="https://www.whosampled.com/The-Meters/" target="_blank">samples</a>. Flarden van The Meters zijn terug te horen op talloze rapplaten, van Public Enemy tot A Tribe Called Quest.<br />
<br />
“Er zijn meer dan honderd raphits met samples van ons. Daar hebben we trouwens nooit een stuiver voor gekregen. De radiostations die die rapnummers draaiden, namen niet de moeite om de luisteraar te vertellen dat de muziek die ze hoorden van een andere band was. We traden ooit op een universiteitscampus in Californië op. Er stond een rapgroep in ons voorprogramma. Toen ze klaar waren kwamen wij op en begonnen <i>Cardova</i> te spelen, dat wel vijftig keer gesampled is. De mensen van die rapgroep renden opgewonden naar het podium. En toen speelde we <i>Africa</i> en nog een paar nummers. Die rappers vonden het zo cool wat we met die nummers hadden gedaan, Een van onze crewleden die nogal beschermend is over de muziek van New Orleans schold hen uit en riep: ‘Dit is de originele muziek, de muziek die die rappers hebben gestolen hebben zij geschreven!’ Ik vond het niet leuk dat we niet betaald kregen voor de samples. Als je zo’n grote fan van ons bent om ons te samplen, waarom ben je dan niet zo’n grote fan om ons er voor te betalen? Dat vond ik smakeloos.”<br />
<br />
<h3>
Reünie</h3>
De herontdekking van de band leidt tot een reünie. Sinds eind jaren 80 treden The Meters weer op, in wisselende samenstellingen, onder de naam Funky Meters (zonder Nocentelli en Modeliste) of als The Original Meters (met Nocentelli en Modeliste). Porter komt er eerlijk voor uit dat het om het geld te doen is. “Mensen willen betalen om ons te zien, en het is niet vervelend om te doen. Ik zou wel willen zeggen dat we nog niet alles gezegd hebben wat er te zeggen valt, maar dat is niet zo. Het is nog leuk om deze band vijftig jaar later weer op het podium te zien, en ze kunnen nog steeds spelen. Dat is het wel zo’n beetje. De band zou niet meer optreden als het niet om het geld te doen was.”<br />
<br />
Anno 2019 lijken de dagen van The Meters geteld, vreest Porter, en de kans dat de groep de grote plas oversteekt voor een Europese tournee is klein. “Ik weet op dit moment ook niet of het er ooit nog van gaat komen. Ik denk dat Art, die nu 81 is, op het punt staat om met pensioen te gaan. De anderen kunnen het niet met elkaar eens worden. Ik ben de enige die nog met iedereen praat, ik ben de enige die met alle leden een open relatie heeft. Er is geen animositeit, maar meningsverschillen die nog niet zijn opgelost. Niemand haat elkaar, maar er zijn verschillen van mening die ons uit elkaar houden.”<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/24jDZ1zsTg8" width="100%"></iframe><br />
<br />
Dit artikel verscheen eerder in popmagazine <a href="https://popmagazineheaven.nl/" target="_blank">Heaven</a>.Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-83105394328094726562019-06-07T09:02:00.000+02:002019-06-08T09:49:03.950+02:00Salif Keïta: afscheid zonder vaarwel<table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto; text-align: center;"><tbody>
<tr><td style="text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEiJ35_lJehyphenhyphenPwhp2CWSox977RCPzTWoJgC0DOAQL0flcSrAbczMI1AHeI8tzGgbL3q2ptlQ__B86jzOXkgckMGX6os6ko5wc8FfymMUf45JjeF-daK6t13-A9BMTQUs26-QyditJ_guzCs/s1600/57261109_1493512534118436_703179579073757184_n.jpg" imageanchor="1" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" data-original-height="720" data-original-width="960" height="240" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEiJ35_lJehyphenhyphenPwhp2CWSox977RCPzTWoJgC0DOAQL0flcSrAbczMI1AHeI8tzGgbL3q2ptlQ__B86jzOXkgckMGX6os6ko5wc8FfymMUf45JjeF-daK6t13-A9BMTQUs26-QyditJ_guzCs/s320/57261109_1493512534118436_703179579073757184_n.jpg" width="320" /></a></td></tr>
<tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;">De auteur met Salif Keïta in de kleedkamer van TivoliVredenburg, 17 april 2019.</td></tr>
</tbody></table>
<br />
<b>Dagen als deze kan Salif Keïta (69) missen als kiespijn. Gisteravond stond hij op de planken in Parijs, vanmorgen kwam hij met de Thalys naar Nederland voor de opnames van het televisieprogramma Vrije Geluiden in Utrecht, en vanavond neemt hij de trein weer terug naar de Franse hoofdstad. Het is een moordend schema. Begrijpelijk dat de bijna 70-jarige Malinese zanger aankondigde dat <i>Un autre blanc</i>, dat afgelopen najaar verscheen, zijn laatste album is. Eén vraag brandt op mijn lippen: valt de gouden stem van Afrika stil?</b><br />
<br />
“Ik ben moe”, antwoordt Keïta in de kleedkamer van TivoliVredenburg, met een spectaculair panorama op het stationsgebied van Utrecht. Gelukkig heeft hij na de tv-opnames nog een half uurtje de tijd voor hij weer vertrekt, anders hadden we het interview in de trein moeten houden. Keïta pakt een fles honing van tafel en spuit de inhoud in een kartonnen bekertje met thee uit de automaat. “Dit is niet meer de tijd om albums te maken. Mensen kopen geen albums meer, ze kiezen een of twee nummers uit en dat is het. Er gaat veel tijd en werk in een album zitten, je bent drie of vier jaar bezig met componeren. Het is altijd studio-tournee-studio-tournee. Het houdt maar niet op, ik ben altijd onderweg of ik zit in de studio. Om tijdens een tournee te schrijven is lastig. Tien, vijftien nummers schrijven is te veel werk. Het is moeilijk om geld te verdienen”, verzucht Keïta, die nota bene een van de grootste sterren van Afrika is.<br />
<br />
Ik had me voorbereid op een afscheidsinterview, maar dat misverstand wil Keïta de wereld uit helpen. “Dat ik stop met albums maken, betekent niet dat ik stop met muziek maken. Ik zal af en toe nog wel een nieuwe song uitbrengen, of een samenwerking doen.”<br />
<br />
<blockquote class="tr_bq">
<i><span style="font-size: large;">"Dit is niet meer de tijd om albums te maken"</span></i></blockquote>
<br />
Op 25 juni geeft Keïta een concert in Carré. Wie hem nog eens live wil zien moet zijn kans grijpen, want het is ongewis of hij nog eens terugkeert. “Ik wil niet meer toeren op de manier waarop het in het verleden ging. Ik zal misschien nog wel op tournee gaan, maar niet meer met zo veel optredens. Mijn gezondheid is nog goed, maar ik moet aan mijn leeftijd denken. Je moet ook het reizen in ogenschouw nemen, ik wil niet meer elke avond optreden, maar meer ruimte tussen de data hebben. Ik word selectiever. Ik wil ook meer tijd met mijn familie doorbrengen. Sinds 1983 ben ik altijd on the road geweest. Ze zijn blij dat ik weer thuis kom.”<br />
<br />
Thuis gaat Keïta echter niet achter de geraniums zitten. “Ik heb een boerderij, in mijn dorp Djoliba, een kilometer of veertig onder Bamako. Ik hou van landbouw en ik ben heel dorps. De dorpelingen boeren vaak nog op traditionele wijze, ze hebben weinig kennis over moderne landbouwtechnieken. Die leer ik hen. Ik heb in het dorp een radiostation opgericht. In de ether praat ik veel over landbouw en het belang van de natuur.”<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/q67FbTRzRmE" width="100%"></iframe><br />
<br />
<a name='more'></a><br />
<h3>
Albino</h3>
Als albino zet Keïta zich bovendien in voor lotgenoten, die in Afrika, waar bijgeloof en traditionele medicijnmannen nog een grote rol in gemeenschappen spelen, paria’s zijn. Albino’s worden vaak verstoten omdat ze vervloekt zouden zijn en ongeluk brengen, of nog erger, verminkt of gedood omdat men gelooft dat hun lichaamsdelen een geneeskrachtige of magische werking hebben. “Mijn stichting, The Salif Keïta Global Foundation, verstrekt zonnebrandcrème en zonnebrillen aan albino’s. We geven ook voorlichting, sommige albino’s weten bijvoorbeeld niet dat ze uit de zon moeten blijven en krijgen huidkanker. Verder helpen we albino’s om ziekenhuisbehandeling te krijgen. In Mali worden albino’s vaak geweigerd in ziekenhuizen, omdat mensen hen niet willen aanraken. Ik moet soms het personeel betalen voor een behandeling. We zorgen ervoor dat ze in Ivoorkust in een ziekenhuis terechtkunnen. Ik probeer nu voor elkaar te krijgen dat er een ziekenhuis wordt gebouwd voor albinokinderen en –jongeren, zodat zij de zorg krijgen die ze nodig hebben maar nu vaak niet krijgen omdat mensen vooroordelen hebben over albino’s. Maar er is sinds de oprichting van de stichting veel verbeterd. Vroeger stonden de albino’s er alleen voor, er was geen onderling contact. Nu is er een organisatie die zich voor hen inzet en hen samenbrengt.”<br />
<br />
<blockquote class="tr_bq">
<span style="font-size: large;"><i>Ik probeer nu voor elkaar te krijgen dat er een ziekenhuis wordt gebouwd voor albinokinderen</i></span></blockquote>
<br />
Albino’s worden in de Mandinka-cultuur gezien als een onheilstijding. Keïta had dan ook een moeilijke jeugd. De jongen was een outcast. “Ik was de enige albino in het dorp. Ik had een zwarte vader en een zwarte moeder, maar ik was wit. Dat werd niet begrepen. Daar slaat de titel van mijn album <i>Un autre blanc</i> op. Het was een eenzame jeugd, de andere kinderen wilden niet met mij spelen. In het begin werd ik op school gepest en geslagen, tot ik begon terug te vechten.”<br />
<br />
Zijn krachtige stem ontdekte de jonge Salif op de akkers van zijn vaders boerderij. “Ik verjoeg de vogels en apen door traditionele liederen te zingen.”<br />
<br />
<h3>
Verboden</h3>
Vanwege zijn slechte ogen en huid door zijn albinisme, was een carrière als boer in de ziedende Malinese zon niet weggelegd voor Salif. Zanger worden was echter beneden zijn stand, vond zijn vader. De Keïta’s leidden dan wel een eenvoudig boerenbestaan, ze hadden een rijke familiegeschiedenis. Keïta is een directe nazaat van de ‘leeuwenkoning’ Sundiata Keïta, de stichter van het koninkrijk Mali dat van de dertiende tot de vijftiende eeuw strekte van de Atlantische Oceaan tot Timboektoe. “Mijn vader zei: ‘De Keïta’s zingen niet, dat is verboden. Alleen griots zingen.’ Maar ik had geen keuze. Ik had moeite om mee te komen op school vanwege mijn slechte ogen. Er waren geen andere manieren om de kost te verdienen. Ik kon geen marktkoopman of boer worden, omdat ik als albino een slechte huid heb en niet goed tegen de zon kan”, vertelt Keïta, die ondanks de grijze Hollandse hemel zijn pokdalige gelaat bedekt met een hoed en een zonnebril. “Ik weet niet wat mijn vader wel wilde. Dat vroeg ik hem ook. Wat moet ik doen? Jij kunt mij niet onderhouden. Als ik zing verdien ik geld. Dus ik moest weggaan.”<br />
<br />
<iframe allow="autoplay; fullscreen" allowfullscreen="" frameborder="0" height="480" src="https://player.vimeo.com/video/244673766" width="100%"></iframe>
<br />
Op zijn achttiende vertrok Salif naar de hoofdstad Bamako om daar zijn kostje bij elkaar te scharrelen als zanger. Hij sloot zich in 1970 aan bij de populaire Rail Band. De huisband van het Hotel de la Gare op het station van Bamako is een broedplaats van talenten als gitarist Kanté Manfila en de Guineese zanger Mory Kanté. Het bruggen slaan tussen traditionele Malinese muziek en moderne, westerse stijlen loopt als een rode draad door Keïta’s carrière. In 1973 stapte Keïta over naar Les Ambassadeurs, die vanuit buurland Ivoorkust over het hele continent faam verwierven met hun vernieuwende kruisbestuiving van Afrikaanse en Caribische muziek . Zijn doorbraak in het Westen kwam toen Keïta in de jaren 80 naar Parijs emigreerde en daar zijn solodebuut <i>Soro</i> (1987) opnam, een Afropop-klassieker. <i>Amen</i> (1990), geproduceerd door fusiontoetsenist Joe Zawinul en met bijdragen van saxofonist Wayne Shorter en gitarist Carlos Santana, leverde Keïta een Grammy-nominatie op.<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/T-4nyr5GbwQ" width="100%"></iframe><br />
<br />
“Ik ben trots op al mijn albums. Ik zie ze als mijn kindjes, ik hou van hen allemaal evenveel. Elk album is anders en heeft zijn eigen geschiedenis en verhaal”, zegt Keïta terugkijkend op een halve eeuw omspannende carrière. “Soro is speciaal, het maakte me in Europa en over de hele wereld bekend, Het was mijn visitekaartje, het heeft me veel gebracht. Ik heb ook mooie herinneringen aan mijn samenwerking met Joe Zawinul op Amen. Hij was als een vader voor me. Ik hou erg van dat album. Het zet me aan het denken als ik er naar luister. Het is alsof ik mijn papa ben verloren (Zawinul overleed in 2007, red.).”<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/IPV62FL2304" width="100%"></iframe><br />
<br />
Door zijn succes maakte afwijzing plaats voor acceptatie. “Toen ik beroemd werd en westerse journalisten documentaires over mij gingen maken, draaide mijn vader bij. Toen was het okay.”<br />
Hoe groot Keïta’s sterrenstatus is, werd vanmorgen nog eens bewezen. “In de trein naar Rotterdam ging een man uit Guinee-Bissau uit zijn dak toen hij me zag. Hij viel op zijn knieën, kuste mijn hand en wilde met me op de foto.”<br />
<br />
Zijn albinisme, dat zijn leven zo moeilijk had gemaakt, is niet langer een vloek.“Het is een zegen. Anders had ik hier nu niet gezeten. Dan was ik misschien ergens leraar geworden. Ik ben zanger omdat ik een albino ben.”<br />
<br />
Onze tijd is op. De taxi die Keïta naar het station zal brengen staat klaar. Tot ziens?<br />
<br />
Dit artikel verscheen eerder in popmagazine <a href="https://popmagazineheaven.nl/" target="_blank">Heaven</a>.Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-73887869953533726202019-04-12T09:52:00.004+02:002019-04-20T09:39:51.925+02:00Sérgio Mendes: sambajazz<br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhaHmElL5AZJtxAZX7IkrbrYZYY4UBWtnWewTZJFcndv031Urj_nbXoJCDGWbSq4dy5YAk3PKw7ixpI1gx3Ql5j_13aw5DFGU9_x78rg2iPdooLvGU32h8ehK6fdYdk0HSa8OKFVwx0KCU/s1600/SergioMendes.jpg" imageanchor="1" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="932" data-original-width="1600" height="186" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhaHmElL5AZJtxAZX7IkrbrYZYY4UBWtnWewTZJFcndv031Urj_nbXoJCDGWbSq4dy5YAk3PKw7ixpI1gx3Ql5j_13aw5DFGU9_x78rg2iPdooLvGU32h8ehK6fdYdk0HSa8OKFVwx0KCU/s320/SergioMendes.jpg" width="320" /></a></div>
<br />
<b>“Wat is de temperatuur bij jullie?”, informeert Sérgio Mendes door de telefoon vanuit Tokio, waar hij net zijn Aziatische tournee heeft afgerond. In Nederland is het een ongewoon warme februarimorgen. “Hier in Japan is het twee graden boven nul. Dat is erg zwaar voor een Braziliaan.”</b><br />
<br />
<b>Lees ook:</b><br />
<ul>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2005/06/bossa-nova-puur-natuur.html">Bossa nova: puur natuur</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2016/08/antonio-carlos-jobim-elke-noot-een.html">Antônio Carlos Jobim: Elke noot een juweel</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2015/10/marcos-valle-bossa-nova-avonturier.html">Interview: Marcos Valle: bossa nova avonturier</a></li>
</ul>
<br />
“Zeg, wat is dat eigenlijk voor een tent waarin ik bij jullie kom spelen?”, vraagt de 78-jarige bossa nova-pianist, die op 8 mei naar TivoliVredenburg in Utrecht komt. Het concert valt samen met de release van een nieuw album, dat ten tijde van dit interview nog in de steigers stond. “Het is bijna af”, zegt Mendes. “Het is allemaal nieuw materiaal. Geen covers, ik heb alles zelf geschreven of meegeschreven. Veel opwindende muziek van andere Braziliaanse componisten. Er doen ook gasten mee, veel <i>up-and-coming</i> artiesten die je waarschijnlijk nog niet kent, maar ook de grote rapper Common. Mijn vrouw Gracinha Leporace zingt natuurlijk weer mee. De liedjes zijn in het Portugees en in het Engels. Veel percussie, het is een echt Braziliaanse plaat, een feestje. Ik zit nog te broeden op de titel. Zodra ik eruit ben laat ik het je weten. En ik ben ook bezig met een documentaire over mijn leven. Die komt tegelijk met het album uit.”<br />
<br />
Het leven van Mendes begon op 11 februari 1941 in Niterói, onder de rook van Rio de Janeiro. Als jongen studeerde hij voor klassiek pianist, maar eenmaal in de pubertijd kreeg Sérgio andere interesses. “Toen ik <i>Take Five</i> van Dave Brubeck hoorde, was ik meteen verliefd op de stijl en het pianospel. Toentertijd kon je moeilijk aan jazzplaten uit Amerika komen, maar met mijn vrienden luisterde ik naar grootheden als Bud Powell, Horace Silver, Dizzy Gillespie en Miles Davis. Jazz werd een deel van mijn leven. Mijn eerste band, in de bossa nova tijd in 1962, heette The Bossa Rio Sextet, was sterk beïnvloed door Art Blakey & The Jazz Messengers. Ik speelde bossa nova-nummers, maar met een jazzgevoel. We noemden het samba jazz. Ik hield van de improvisatie en de vrijheid van jazz. En de harmonieën. Dat is een prachtige combinatie met Braziliaanse muziek, die heel melodieus is. Daarom houden de Amerikaanse muzikanten als Stan Getz, Dizzy Gillespie en Quincy Jones zo veel van Braziliaanse muziek.”<br />
<br />
<blockquote class="tr_bq">
<span style="font-size: large;"><i>"Ik hield van de vrijheid van jazz"</i></span></blockquote>
<br />
<h3>
Historisch</h3>
Als nachtclubmuzikant in Rio maakte Mendes eind jaren 50 de geboorte van de <a href="http://petesboogie.blogspot.com/2005/06/bossa-nova-puur-natuur.html" target="_blank">bossa nova</a> van dichtbij mee. Hij maakte deel uit van de groep Braziliaanse muzikanten die in 1962 een historisch concert gaven in Carnegie Hall in New York, het begin van de liefdesrelatie tussen jazz en bossa nova die tot op de dag van vandaag nog niet bekoeld is. “Ik weet het nog goed”, denkt Mendes terug. “Het was in november. De andere gasten waren <a href="http://petesboogie.blogspot.com/2016/08/antonio-carlos-jobim-elke-noot-een.html" target="_blank">Antônio Carlos Jobim</a>, João Gilberto, Dizzy Gillespie, Stan Getz natuurlijk, en Charlie Byrd. Het was een geweldige ervaring. Ik was 21 en voor het eerst in New York. Het was november, dus het was erg koud. Dat was nieuw voor mij. En we mochten spelen in een iconische zaal als Carnegie Hall. Dat we al die grote jazzmuzikanten ontmoetten was een onvergetelijke ervaring. Ik ging naar een optreden van Cannonball Adderley in Birdland. Hij vroeg of we samen een album konden opnemen. Hij was een mooi mens en een groot muzikant.”<br />
<br />
Met zijn easy listening bossa nova-versies van bekende popliedjes als <i>Fool on the Hill</i> van The Beatles en <i>Scarborough Fair</i> van Simon & Garfunkel, scoorde Mendes in de jaren 60 de ene na de andere hit. Zijn <i>signature song</i> is <i>Mas Que Nada</i>, een wereldhit in 1966 en opnieuw in 2006. De eigentijdse update was een opmerkelijke samenwerking met rapgroep The Black-Eyed Peas. “Will.i.am kwam bij me langs en hij vroeg of ik wilde spelen op hun album. Hij was fan van Braziliaanse muziek en van mijn platen. We werden goede vrienden. Toen heb ik op mijn beurt hem gevraagd of hij op mijn plaat wilde meedoen. Het was een mooie ontmoeting, heel organisch. Hij is veel jonger en heeft een heel andere culturele achtergrond, maar we hebben samen mooie muziek gemaakt waar ik trots op ben.”<br />
<br />
Ook op zijn nieuwe album werkt Mendes weer samen met een rapper, Common. Hiphop en bossa nova liggen niet ver van elkaar, vindt Mendes. “Ik hou van het ritmische aspect van hiphop. Het gaat goed samen met de Braziliaanse ritmes. Het was heel organisch en natuurlijk. Het draait om goede songs.”<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/BrZBiqK0p9E" width="100%"></iframe>
<br />
<a name='more'></a><br />
<h3>
Rebel</h3>
'Diversiteit' is een woord dat Mendes vaak in de mond neemt. Alle stijlen kunnen door zijn bossa nova-filter. Spijt dat hij zijn oorspronkelijke ambitie om klassiek pianist te worden nooit heeft gerealiseerd, heeft hij dan ook niet. “Klassiek is de belangrijkste muziek, ik hou er nog steeds veel van. Maar ik zou geen groot klassiek pianist zijn geworden. Dat vraagt veel discipline en oefening.” Zegt de maestro nou dat hij lui is? Mendes: “Ik ben een rebel.”<br />
<br />
Sérgio Mendes is de best verkopende Braziliaanse artiest aller tijden. En dat ondanks, of wellicht dankzij het feit dat hij al meer dan een halve eeuw in Los Angeles woont. Toen het leger in 1964 de macht greep in Brazilië, emigreerde Mendes naar de Verenigde Staten. “Mijn zoon was net geboren. Ik voorzag dat er donkere tijden aanbraken in Brazilië. Ik hoopte dat ik ergens anders een carrière kon opbouwen. Daarom besloot ik naar de VS te gaan. Een vriend regelde vliegtickets en ik ben gegaan. Ik kende niemand in Amerika, maar ik ben voorgoed gebleven. Ik ben blij dat ik dat besluit heb genomen.”<br />
<br />
Er is vrees dat de geschiedenis zich herhaalt in zijn vaderland onder de omstreden nieuwe president Jair Bolsonaro. Mendes kijkt evenwel de kat uit de boom. “Er is hoop, licht aan het eind van de tunnel. Bolsonaro is door de meerderheid van de Brazilianen gekozen. De laatste twintig jaar ging het heel slecht in Brazilië, er was veel werkloosheid, ongelijkheid en armoede. De mensen verdienen beter. Laten we hopen dat de nieuwe regering goed is. We moeten afwachten.”<br />
<br />
Politiek is niet zo aan Mendes besteed. “Ik wil over de hele wereld muziek spelen, ik ben geen militant. Een muzikant moet zijn muziek aan de wereld laten horen. Als jij protestliedjes wil zingen, ga gerust je gang. Maar ik houd me liever bezig met liedjes, melodieën en ritmes.”<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/qFe0sc8XW94" width="100%"></iframe>
<br />
Dit artikel verscheen eerder in <a href="https://popmagazineheaven.nl/" target="_blank">popmagazine Heaven</a>.Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-16812516331263620282018-08-10T08:51:00.001+02:002021-10-09T08:27:52.187+02:00Gevonden voorwerpen: John Coltrane<table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto; text-align: center;"><tbody>
<tr><td style="text-align: center;"><a href="https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/6/66/John_Coltrane_1963.jpg" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" data-original-height="800" data-original-width="542" height="320" src="https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/6/66/John_Coltrane_1963.jpg" width="216" /></a></td></tr>
<tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;">John Coltrane op Schiphol in oktober 1963. (Foto: Hugo van Gelderen/Anefo)</td></tr>
</tbody></table>
<br />
<b>John Coltrane was astronomisch productief tijdens zijn korte maar orkaankrachtige carrière. Zelfs een halve eeuw na zijn dood duikt er nog onbekend werk op.</b><br />
<br />
Op 6 maart 1963 dook Coltrane met zijn ‘classic quartet’ (met drummer Elvin Jones, pianist McCoy Tyner en bassist Jimmy Garrison) de fameuze Rudy Van Gelder Studio in New Jersey in. De opnames belandden bij platenlabel Impulse op de plank, en werden later wegens ruimtegebrek vernietigd. Ware het niet dat Coltrane altijd een kopie mee naar huis nam. De band lag vervolgens meer dan veertig jaar op zolder te verstoffen. In 2005 zou de opname onder de hamer gaan, maar Impulse greep in en kocht de tape van de erven-Coltrane.<br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
</div>
<br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="http://www.writteninmusic.com/wp-content/uploads/2018/07/JC.jpg" style="clear: right; float: right; margin-bottom: 1em; margin-left: 1em;"><img border="0" data-original-height="800" data-original-width="800" height="320" src="http://www.writteninmusic.com/wp-content/uploads/2018/07/JC.jpg" width="320" /></a></div>
Nog eens dertien jaar later kan ook de rest van de wereld de sessie beluisteren op <i>Both Directions At Once: The Lost Album.</i> Een mooie aanleiding om eens over John Coltrane (1926-1967) te praten met jazzsaxofonisten <b>Hans Dulfer</b> en <b>Yuri Honing</b> en jazzkenner <b>Hans Mantel</b>.<br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
</div>
<br />
<h3>
Het verloren album</h3>
<b>Yuri Honing:</b> “<i>Both Directions At Once</i> is een heel goede plaat. Het kwartet is mijns inziens Coltrane’s beste tijd, hij zit tussen zijn emplooi bij Miles Davis en zijn vrije periode. Het zijn de laatste jaren dat hij nog binnen de harmonieën speelt. Daarna ging hij vrij spelen en daar is hij nooit goed in geworden. Coltrane was gewoon een harmonische speler.”<br />
<br />
<b>Hans Mantel:</b> “Het is geen plaat die ze voor de markt gemaakt hebben. De richting en het conceptuele is niet zo duidelijk. Ik heb het idee dat Coltrane de studio indook om voor de bibliotheek wat op te nemen, om het later terug te luisteren of om te kijken hoe een idee werkt. Daarom staan er meerdere versies van <i>Impressions</i> op. Hij is aan het zoeken, moet dat op tenor of sopraan? Het geeft een inkijkje in hoe creatieve muzikanten dingen doen. Coltrane zoekt naar wat hij kon doen om nog een hit als <i>My Favorite Things</i> te krijgen. Vandaar dat ze <i>Nature Boy</i> spelen, al trekken ze die helemaal uit zijn voegen. <i>Impressions</i> was een vorm waarop hij zijn ding goed kon doen, bij liveconcerten speelde hij dat twintig minuten lang. Op een plaat krijg je dat niet goed voor elkaar, niemand gaat een hele kant naar <i>Impressions</i> luisteren. Dan moet je een vorm vinden waarin je het kort en krachtig kan zeggen, maar die combinatie van kort en krachtig kom je bij Coltrane weinig tegen, hij wilde het graag compleet vertellen. Ze zochten een vorm om dat op een plaataantrekkelijke manier zo veel mogelijk te exploreren zonder dat het twintig minuten ging duren.”<br />
<br />
<iframe allow="autoplay; encrypted-media" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/NACtkYkOHOA" width="100%"></iframe><br />
<br />
<b>Hans Dulfer:</b> “Ik hoor een goede opname en alles van Coltrane uit die tijd is prachtig, gigantisch, fantastisch. Je hoort dat hij met nieuwe dingen bezig is. Het is een puike sessie. Hij speelt nummers van zeven of negen minuten, wat al heel lang is voor een lp. Maar ik heb een opname van <i>Nature Boy</i> uit 1965 die wel 25 minuten duurt. Hij was de boel aan het verlengen, maar op plaat kon dat niet. Dus wat hij in de studio deed was een bijgepunte versie van wat er in werkelijkheid gebeurde. Het is geen perfecte weergave van wie hij was. De historische waarde van dit album vind ik dus niet zo groot. Ik ben tegen de manier waarop het gebracht wordt, dat het de ontbrekende schakel zou zijn. Dit is een hype. Ik hoor een fantastische opname van Coltrane, maar het is niet van uiterst belang. ”<br />
<br />
<b>Mantel:</b> “Dat je Coltrane hier op een kruispunt van zijn carrière zou horen, vind ik een veel te romantische kijk. Waarom mensen dat zeggen, is omdat we weten dat hij daarna heel andere dingen is gaan doen. Ik vraag me af of mensen dat ook hadden gezegd als we dat niet hadden geweten. Het is aan de muziek niet zo erg te horen. Het is vooral een logische stap. Maar de historische waarde is buitengewoon, elke plaat van Coltrane moeten we uitgebreid bestuderen.”<br />
<br />
<iframe allow="autoplay; encrypted-media" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/erlJD3Qo50c" width="100%"></iframe><br />
<br />
<a name='more'></a><br /><br />
<h3>
Coltrane’s talent</h3>
<b>Mantel:</b> “Als ik over Coltrane’s talent ga praten, heb ik tussen de 19 en 34 uur nodig, anders doe ik hem tekort. Coltrane was een komeet in een muzikaal universum waar alles regelmatig draaide. Daar komt in 1955 ineens deze man die iets compleet anders doet. Muzikanten zeiden altijd: Coltrane speelt niet iets anders, hij hoort iets dat anderen niet horen. Coltrane zei zelf dat hij in ’55 nog helemaal niet kon spelen. Pianist John Lewis zei: <i>‘The hallmark of a true artist is that he has an awareness of how much there is yet to be accomplished’</i>. Je moet altijd een besef hebben van wat er nog te doen is. Coltrane was ‘a man in a hurry’. Er moest zo veel uit en er moest zo veel gebeuren. Het meest verbazingwekkende is wat hij allemaal heeft gedaan in de periode tussen zijn eerste noot bij Miles (in 1955) tot zijn dood (in 1967). Al die platen met Miles, met zijn eigen kwartet, al die opnames als sideman in de jaren 50. Hij sliep zo’n beetje in de studio. Dat allemaal in twaalf jaar, onvoorstelbaar.”<br />
<br />
<b>Dulfer:</b> “Coltrane was een studiegek. Hij zat altijd, dag en nacht, te studeren. Als hij met Miles in een club speelde en het was pauze, dan pakte hij het boek <i>Thesaurus of scales and melodic patterns</i> van Nicolas Slonimsky, om dat helemaal door te nemen. Ik heb zelf meegemaakt dat we in Zuid-Frankrijk aan het strand, en we constant een saxofoon uit een hotelkamer hoorden komen. Dat was meneer Coltrane die zat te studeren in plaats van dat hij op het strand zat.<br />
Een student die constant studeert, wil iets bereiken. Coltrane kreeg zijn eerste saxofoon van zijn moeder. Hij stopte die in zijn mond en blies. Er kwamen allemaal rare geluiden uit. Hij ging studeren, en hij studeerde en studeerde. Het is een rare theorie, maar volgens mij kwam hij uiteindelijk op het punt dat hij weer net zo speelde als toen hij voor het eerst een saxofoon in zijn mond deed. Dus hij heeft een totale cyclus doorlopen.”<br />
<br />
<b>Honing:</b> “Hij is de enige met zo veel skill waarbij de techniek nooit de overhand kreeg in zijn spel. Zijn boodschap oversteeg altijd zijn techniek. Daarom kan je de hele dag naar Coltrane luisteren.”<br />
<br />
<iframe allow="autoplay; encrypted-media" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/q7X2X7LDFok" width="100%"></iframe><br />
<br />
<h3>
Invloed</h3>
<b>Honing:</b> “Wat je kunt doen op een saxofoon heeft Coltrane naar een hoger plan gebracht. Harmonisch heeft hij enorm veel stappen vooruit gezet. Ritmisch heeft hij een enorme ontwikkeling volbracht en is hij tot vandaag de dag een voorbeeld voor heel veel saxofonisten. Met zijn drummer Elvin Jones heeft hij de ritmesectie geëmancipeerd. Die werd veel belangrijker en kwamen veel meer ‘on top of the game’.”<br />
<br />
<b>Mantel:</b> “In het post-Parker tijdperk is Coltrane altijd de grootste kracht geweest. Alles dat erna kwam was schatplichtig aan Coltrane.”<br />
<br />
<b>Honing:</b> “Coltrane heeft welhaast de status van Charlie Parker. Je kunt er niet omheen. Coltrane is de laatste grote tenor.”<br />
<br />
<b>Mantel:</b> “Wat Coltrane’s invloed in de toekomst zal zijn is koffiedik kijken, omdat jazz fusiemuziek is waarvan je niet weet welke kant het op gaat. Ik weet niet of jazz dan nog bestaat in die zin. Wat is jazz? Pat Metheny zegt: jazz is een manier van doen, veel meer dan een muziekstijl. Jazz gaat nu meer over gebroken rhythms en sferen, en andere invloeden. Ik weet niet of voor saxofonisten de formalistische kant van Coltrane een grote inspiratiebron is. Misschien niet alleen in de technische kneepjes, niet in harmonisch-gestructureerde zin, maar in vrijheidszin. De explorerende ziel die het bos van mogelijkheden in loopt om daar een pad uit te hakken en te kijken waar hij uitkomt, als dat nog steeds waardevol is dan zal Coltrane een groot voorbeeld blijven. Voor iedereen die serieus saxofoon wil spelen, is Coltrane een baken.”<br />
<div>
<br />
<div style="background-color: #f2f0e9; border: 2px solid rgb(0, 0, 0); padding: 2em;">
<div style="margin-top: 0px; text-align: left;">
<span style="font-size: medium;"><strong>My Favorite Things: selectieve discografie
</strong></span><br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://londonjazzcollector.files.wordpress.com/2013/02/atl5022-coltrane-favourite-things-front-1600.jpg" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="1063" data-original-width="1080" height="196" src="https://londonjazzcollector.files.wordpress.com/2013/02/atl5022-coltrane-favourite-things-front-1600.jpg" width="200" /></a></div>
<span style="font-size: small;"><i><b>My Favorite Things</b></i> (1961)</span><br />
<span style="font-size: small;">Coltrane scheurt het lieflijke deuntje uit The Sound of Music aan flarden.</span><br />
<span style="font-size: small;"><br /><b><i><br />
</i></b></span><br />
<span style="font-size: small;"><b><i><br /></i></b></span>
<br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://upload.wikimedia.org/wikipedia/en/9/9a/John_Coltrane_-_A_Love_Supreme.jpg" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="1500" data-original-width="1500" height="200" src="https://upload.wikimedia.org/wikipedia/en/9/9a/John_Coltrane_-_A_Love_Supreme.jpg" width="200" /></a></div>
<b><i>A Love Supreme</i></b> (1965)<br />
<span style="font-size: small;">Coltrane’s monumentale magnum opus is de culminatie van zijn muzikale visie.</span><br />
<span style="font-size: small;"><br /><b><i><br />
</i></b></span><br />
<span style="font-size: small;"><b><i><br /></i></b></span>
<br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://images-na.ssl-images-amazon.com/images/I/51KxGoqiEML._SY450_.jpg" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="1373" data-original-width="1500" height="182" src="https://images-na.ssl-images-amazon.com/images/I/51KxGoqiEML._SY450_.jpg" width="200" /></a></div>
<b><i>The Olatunji Concert</i></b> (1967)<br />
<span style="font-size: small;">Naar verluidt de laatste live-opname voor zijn dood laat de vrije muziek horen die Coltrane in zijn nadagen speelde.</span><br />
<span style="font-size: small;"><br /><b><i><br />
</i></b></span><br />
<span style="font-size: small;"><b><i><br /></i></b></span>
<br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://cps-static.rovicorp.com/3/JPG_500/MI0001/631/MI0001631704.jpg?partner=allrovi.com" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="600" data-original-width="600" height="200" src="https://cps-static.rovicorp.com/3/JPG_500/MI0001/631/MI0001631704.jpg?partner=allrovi.com" width="200" /></a></div>
<b><i>The Gentle Side of John Coltrane</i></b> (1975)<br />
<span style="font-size: small;">De spirituele kant van Coltrane komt tot uiting op deze verzameling prachtige, warmbloedige ballads.</span></div>
<span style="font-size: small;"><br />
</span><br />
<span style="font-size: small;"><b><i><br /></i></b></span>
<br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://cps-static.rovicorp.com/3/JPG_500/MI0001/637/MI0001637699.jpg?partner=allrovi.com" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="600" data-original-width="600" height="200" src="https://cps-static.rovicorp.com/3/JPG_500/MI0001/637/MI0001637699.jpg?partner=allrovi.com" width="200" /></a></div>
<b><i>Wilbur Harden: The Complete Savoy Sessions</i></b> (1958)<br />
<span style="font-size: small;">Coltrane is sideman maar steelt de show van zijn leider, de obscure trompettist Wilbur Harden.<br /><br /><br /><br /><br /><br /><br /><br /><br /></span></div>
<br />
<br />
<span style="font-size: small;"><br />
</span><br />
<span style="font-size: small;"><b><i><br /></i></b></span>
<span style="font-size: small;"><br />
</span><br />
<span style="font-size: small;"><b><i><br /></i></b></span>
</div>
<br />
Dit artikel verscheen eerder in <a href="http://www.popmagazineheaven.nl/" target="_blank">popmagazine Heaven</a>.
Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-8928105211077603102018-06-08T23:31:00.000+02:002018-06-09T09:42:52.093+02:00Lamont Dozier: Motown revisited<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://cdn2.gigantic.com/static/images/campaign/820x500/lamont_dozier-5131837352.jpg" imageanchor="1" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="488" data-original-width="800" height="195" src="https://cdn2.gigantic.com/static/images/campaign/820x500/lamont_dozier-5131837352.jpg" width="320" /></a></div>
<br />
<br />
<b>Op papier is het een weinig aanlokkelijke premisse: een oude rot die zijn oude hits in een nieuw jasje steekt. Vaak onder aanvoering van hippe producers die alles dichtplamuren met een vette beat, zodat het een jong publiek aanspreekt. Het resultaat is dat de veteraan verdwaald klinkt, als een opa die te gast is op zijn eigen verjaardag. Zo niet, gelukkig, <i>Reimagination</i> van Lamont Dozier.</b><br />
<br />
In de jaren 60 was de zanger en liedjesschrijver (77) een derde van het legendarische producersteam Holland-Dozier-Holland en het brein achter vele Motown-hits van The Four Tops en The Supremes. Motown maakte muziek voor een tienermarkt. Op <i>Reimagination</i> ontdoet Dozier klassiekers als <i>You Keep Me Hangin’ On</i> en <i>I Can’t Help Myself</i> van de kauwgomballensound van Motown, om ze te herinterpreteren met een volwassen, smaakvol, rootsy geluid.<br />
<br />
“De oude songs moesten een update krijgen, een facelift, voor de hedendaagse markt. Dit zijn heel goede liedjes, omdat ze zich lenen voor verschillende interpretaties”, legt Dozier uit. “Dit zijn de beste nummers die bij Motown gemaakt zijn. De single <i>Reach Out I’ll Be There</i> met Jo Harman is een heel opwindend duet. We wilden mensen laten horen hoe diep deze nummers eigenlijk gaan.”<br />
<br />
<iframe allow="autoplay; encrypted-media" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/A1mB3W5Fx08" width="100%"></iframe><br />
<br />
“Het was een idee van de producer, Fred Mollin”, vervolgt Dozier. “We spraken er al jaren over, maar ik was druk met andere projecten. Een jaar geleden besloot ik het te proberen. Fred had een paar ideeën om de oude nummers een nieuw bewustzijn te geven, zoals hij het noemt. <i>Reimagination</i>. Dat vond ik een goed idee, ik wilde dat al een tijd doen. En het is zeer geslaagd. We hadden veel plezier met de gasten, Jo Harman, Graham Nash, Gregory Porter en Cliff Richard. Een van mijn beste ervaringen in de studio. Het deed me denken aan de tijd met The Four Tops. We hadden veel lol, lang geleden dat het zo bevredigend was.”<br />
<br />
<h3>
Familie</h3>
<i>‘Motown college, school of knowledge’</i>, vat Dozier de periode samen waarin hij zijn stempel drukte op de Motown-sound, en daarmee ook op de popmuziek. Het was hard werken, maar de sfeer was goed. De hitfabriek voelde als familie.<br />
<br />
“Het was druk”, herinnert Dozier zich. “Iedereen sloofde zich uit om de volgende plaat te mogen maken. Maar de competitie tussen de liedjesschrijvers en de producers was vriendschappelijk. De songwriters luisterden naar elkaars liedjes. We hadden het beste met elkaar voor, maar iedereen wilde met het beste nummer komen voor The Supremes, The Four Tops of Martha and the Vandellas. Bij de vergaderingen op vrijdag werden alle liedjes beluisterd die die week waren gemaakt. Daaruit werd de beste gekozen. Onze nummers, van Holland-Dozier-Holland, zaten daar bijna altijd bij.”<br />
<br />
Als je bij Motown werkte, stond je onder druk om te leveren. “Maar het was positieve druk. Soms kwam je om negen uur ’s morgens de studio binnen en haalde je door tot drie uur ’s nachts. Maar het was altijd feest, het voelde niet als werk. Motown kwam met een nieuwe manier van muziek opnemen. Een ander soort business, het ging meer om plezier. Ik mis die tijd. Helaas leven veel mensen niet meer. Ik mis de mensen van de huisband The Funk Brothers, met wie we elke dag zestien uur in de studio zaten. En de artiesten natuurlijk. We hadden goede ideeën. We schreven op onze manier geschiedenis. Niet dat we doorhadden hoe groot het zou worden, maar we wisten dat we goed bezig waren. In Engeland hebben ze nu nog Motown-weekends. Dat vind ik heel opwindend. We hadden geen idee dat die liedjes nu nog zo veel zouden worden gedraaid.”<br />
<br />
<iframe allow="autoplay; encrypted-media" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/EPrtvdzhmts" width="100%"></iframe><br />
<br />
<a name='more'></a><br />
De drie-eenheid Holland-Dozier-Holland bestond naast Lamont Dozier uit de broers Eddie en Brian Holland. “Ik was <i>‘the man in the middle’</i>, kwam meestal met de titels en de ideeën voor de liedjes. Ik schreef zowel muziek als teksten. Brian Holland was meer de producer en schreef melodieën en was technicus. Eddie Holland schreef teksten en begeleidde de artiesten in de studio, leerde hen de liedjes. Dat deden wij ook samen. En Brian en ik deden ook de productie samen. Holland-Dozier-Holland was een fabriek in een fabriek. We hadden onze eigen manier van werken. Zo konden we meer nummers uitbrengen. Wij drieën kwamen met ideeën, melodieën, we namen liedjes op, doken met artiesten de studio in, overdubben. We hadden een productieproces als een fabriek, binnen de Motown-fabriek. Zo stampten we er meer nummers uit en hadden we meer hits. ”<br />
<br />
<h3>
Relatiebreuk</h3>
Voor songideeën was Dozier bereid ver te gaan. “Als mijn ideeën op waren, creëerde ik opzettelijk omstandigheden die tot een relatiebreuk leidden, zodat ik gestimuleerd werd om treurige liedjes te schrijven”, giechelt hij. “ Achteraf, als het nummer af was, legde ik het weer bij. Het begon toen ik op de middelbare school zat en liefdesbrieven verkocht. Ik werd <i>The Candyman</i> genoemd omdat ik van die zoete woorden sprak. Jongens kwamen naar mij toe als ze problemen met meisjes hadden, en vroegen me of ik een brief voor ze wilde schrijven. Daar vroeg ik vijftig cent per brief voor. Of ik belde die meisjes op en verdraaide mijn stem, dat kostte een dollar.”<br />
<br />
Een ruzie met zijn vriendin vormde de inspiratie voor de monsterhit <i>Stop! In The Name of Love</i> van The Supremes. “Ik was vreemd gegaan. We waren in een hotel. Mijn vriendin was erachter gekomen dat ik met een andere vrouw was en schopte stennis. De ruzie liep hoog op, er was een hoop kabaal en andere gasten begonnen erover te klagen. Ik probeerde mijn vriendin te kalmeren, de andere vrouw vertrok via de achterdeur, en ik zei: <i>‘Please stop this in the name of love’</i>. En toen zei ik: ‘wow, hoorde je wat ik zei?’ En mijn vriendin reageerde: ‘Wat bedoel je, wat probeer je te zeggen, dit is niet grappig.’ En ik zei: ‘Hoorde je de kassalade rinkelen toen ik <i>Stop in the name of love</i> zei?’ Toen moest ze lachen. Later die dag, toen de rust was wedergekeerd, liep ik de studio binnen. Brian Holland zat achter de piano aan een melodie te werken. Ik zei tegen hem: ‘Ik heb precies de juiste titel voor dit nummer, blijf spelen.’ Hij speelde een paar akkoorden, en ik zong: <i>‘Stop in the name of love’</i>. Brian zei: ‘Dat is het!’ Zo zijn veel nummers tot stand gekomen. ”<br />
<br />
<iframe allow="autoplay; encrypted-media" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/NPBkiBbO4_4" width="100%"></iframe>
<br />
Dit artikel verscheen eerder in <a href="https://www.popmagazineheaven.nl/" target="_blank">popmagazine Heaven</a>.<br />
<div>
<br /></div>
Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-82948034050780114262018-06-07T22:25:00.000+02:002018-06-15T08:39:41.800+02:00John Lydon: 'Punk is verworden tot een cliché'<br />
<table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto; text-align: center;"><tbody>
<tr><td style="text-align: center;"><a href="https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/4/4e/John_Lydon_-_2010.jpg" imageanchor="1" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" data-original-height="800" data-original-width="579" height="320" src="https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/4/4e/John_Lydon_-_2010.jpg" width="231" /></a></td></tr>
<tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;">John Lydon (Foto: Shell Smith)</td></tr>
</tbody></table>
<br />
<b>John Lydon (62), beter bekend als Johnny Rotten van de Sex Pistols, is de godfather of punk. Maar met het genre heeft hij niks meer op. ,,Punk is een beperkte, geüniformeerde manier van denken geworden.'' </b><br />
<br />
Er was eens een tijd dat je je ouders in de gordijnen kon jagen met muziek. De ideale band die zich daarvoor leende waren de Britse punkers de Sex Pistols. Met subversieve krakers als <i>Anarchy in the UK</i> (<i>'I am an anti-Christ, I am an anarchist'</i>) en <i>God Save the Queen</i> (<i>'God save the queen, the fascist regime'</i>), gebracht met een uitgekiende dosis wangedrag, werd de groep midden jaren 70 gezien als een gevaar voor de samenleving.<br />
<br />
<iframe allow="autoplay; encrypted-media" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/cBojbjoMttI" width="100%"></iframe><br />
<br />
Wie had veertig jaar geleden kunnen bedenken dat de iconoclastische zanger John Lydon (62) nog eens in de race zou zijn voor het Eurovisie Songfestival? Hij schopte het in de Ierse voorronde (Lydons ouders waren Iers) tot de laatste tien, maar werd afgewezen. ,,Ik had graag die verantwoordelijkheid op me genomen. Ik zag het als een uitdaging om mee te doen aan de dufste competitie die er is", giechelt Lydon, die zowel een Brits, een Iers als een Amerikaans paspoort bezit en al decennia in de VS woont. ,,Ik had de kans om iets ten goede te veranderen. Public Image is precies het soort band dat de ogen van mensen kan laten openen. Maar een hotemetoot van de Ierse omroep besloot in ons nadeel. <i>What a pity!</i> Het hangt altijd af van de seniele delinquenten die het voor het zeggen hebben. Het probleem was of ik wel kon omgaan met een groot publiek. Of ik live optreden niet eng zou vinden? Na veertig jaar vraag je dat aan mij?! Sommige mensen op machtsposities hebben hun hoofd diep in het zand gestoken, als die niet in hun achterste zit. Maar ik ben volgend jaar weer beschikbaar. Ik ben vastberaden. Ik heb de barst in het raam gezien, ik ben als een spin die er graag doorheen kruipt."<br />
<br />
<h3>
Geestig</h3>
<br />
In zijn jonge jaren ontaardden interviews met Lydon nog wel eens in scheldpartijen, maar aan het gegrinnik door de hoorn te horen heeft hij vandaag een goed humeur en blijkt hij een geestige gesprekspartner. Misschien was zijn onhandelbare gedrag vroeger ook een beetje spielerei. De Sex Pistols waren een ogenschijnlijk zooitje ongeregeld; georganiseerde chaos. Zeker is dat het punkicoon controverse aan zijn kont heeft hangen als een hondenketting aan een portemonnee. ,,Ik hoef er niet eens wat voor te doen. Dat is de kracht van het woord, denk ik. Mijn uitspraken hebben grote betekenis voor veel mensen. Een paar mensen vinden dat niet leuk, die zien verandering aan de horizon en dus moeten ze er korte metten mee maken."<br />
<br />
<b>Houdt u ervan te provoceren?</b><br />
<br />
,,Dat weet ik niet. Het zit zo: neem Gil Scott-Heron, <i>The Revolution will not Be Televised</i>. En The Last Poets, voorlopers van de rap. Moedige commentaren die met de tijd juist zijn gebleken. Over positief denken gesproken. Ze hadden geen succesvolle carrière, maar wel een positief effect op de mensen die naar hen luisterden. Dat is gezond. Ik heb een heel opwindende platencollectie door zulke mensen. De tijd heeft uitgewezen dat ik gelijk had. Ik klets niet uit mijn kont, ik spreek duidelijk en bewust en ik zit er meestal niet naast. Mijn ideeën zijn geen meningen, ze zijn weloverwogen, gestoeld op feiten, research en realiteit. En menselijkheid." Hij lacht: ,,Als er ooit iemand familiewaarden predikte, was ik het wel."<br />
<br />
<a name='more'></a><br />
<blockquote class="tr_bq">
<i><span style="font-size: large;">"Als iemand familiewaarden predikte, </span></i></blockquote>
<blockquote class="tr_bq">
<i><span style="font-size: large;">was ik het wel"</span></i></blockquote>
<br />
De Sex Pistols bestonden maar twee jaar, maar hun invloed is gigantisch. Hun enige plaat <i>Never Mind The Bollocks</i> (1977) is een historisch rockmonument. Ze waren het grote voorbeeld voor toonaangevende groepen als Joy Division, The Clash, Nirvana en Oasis. Nog steeds zijn de Pistols de beroemdste en beruchtste punkband aller tijden.<br />
<br />
,,Ach, het is eigenlijk een groot ongeluk", relativeert Lydon zijn belang voor de popmuziek. ,,Je vergaart kennis, je pakt aan en omarmt wat je op je pad vindt en overwint de situatie, dat is wat ik heb bereikt in mijn leven. Sinds ik een ernstige ziekte (hersenvliesontsteking, red.) in mijn jeugd heb overleefd, ben ik overal voor in, vrienden! Ik neem geen genoegen met nee."<br />
<br />
<h3>
Trots</h3>
<br />
,,Ik ben trots op wat ik heb bereikt, maar niet té trots", vervolgt Lydon. ,,Ik schep er niet over op. Ik loop niet op straat zo van 'kijk mij eens!' Ik ben meer van: 'kijk eens wat ik gá doen'."<br />
<br />
Tegenwoordig heeft Lydon nog maar weinig met het punkgenre. ,,Punk is verworden tot een cliché, een steriele, beperkte, geüniformeerde manier van denken. Het concept was voor mij 'do it yourself' en doe het zo eerlijk mogelijk. Dat kan niet als je je bezighoudt met het emuleren van een categorie. Voor mij zijn de enige echte punks degenen die totaal niet klinken zoals wij vroeger. Het concept van 'do it yourself' is nog steeds relevant en excellent.<br />
<br />
Lydon: ,,Ik zou mezelf nooit laten beperken door bepaalde regels. Regels zijn er om te leren en vervolgens te negeren. Ze maken je wijzer omdat je ervan wegloopt, terwijl de dommen er troost in vinden. Dat is veelzeggend. Zo scheid je het kaf van het koren."<br />
<br />
<b>Is een nieuwe punkrevolutie nodig?</b><br />
<br />
,,Niet specifiek met die titel. Maar de jeugd moet zeker hun eigen stem vinden. Er gebeurt weinig spannends. Je hebt nu die banale band, ze zijn zo saai dat ik niet eens hun naam kan onthouden, Clear Day of iets dergelijks. Het is onbeduidend, langdradig, het gaat nergens over. Het gaat alleen maar om geld verdienen met prettig gehonk, gepiep en geluidjes. Mensen worden vertroeteld voor een vals gevoel van veiligheid. Het is troep."<br />
<br />
<b>U bedoelt Green Day?</b><br />
<br />
,,O zij, dat zijn niet meer dan kleerhangers voor leren jasjes."<br />
<br />
<b>U vindt hen geen echte punkers?</b><br />
<br />
,,Ze zijn überhaupt niets. Ze hebben zelf nooit vastgesteld wat ze zijn. Ze schikken zich naar een code van kleding en stijl, die niet belangrijk en relevant is. Als ik een uniform aan wil, ga ik wel het leger in."<br />
<br />
<iframe allow="autoplay; encrypted-media" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/rIAZ8unRm2c" width="100%"></iframe><br />
<br />
Op de rokende puinhopen van de Sex Pistols richtte Lydon in 1978 de pionierende post-punk/new wave-formatie Public Image Ltd. (PIL) op, waarmee hij een verbinding zocht tussen punk, artrock en dubreggae. Zondag speelt PIL in het Paard. Lydon wil flink uitpakken voor de veertigste verjaardag van de band, met een boxset, een documentaire en een nieuw album. ,,We gaan op tournee om geld te verdienen zodat we onze nieuwe plaat kunnen opnemen. We leven buiten wat we the shitstem noemen, we zijn onafhankelijk en moeten zelf het geld bij elkaar schrapen. Maar zo blijven we gezond en onbesmet." Nieuwe nummers zullen in het Paard nog niet te horen zijn, 'want er zijn veel PIL-imitators die staan te popelen om onze nieuwe muziek af te pakken'.<br />
<br />
Van de oorspronkelijke samenstelling is veertig jaar later alleen Lydon nog over. Een reünie met oud-gitarist Keith Levene en ex-bassist Jah Wobble sluit hij uit. ,,Waarom zou ik zoiets dwaas doen? Als zij weg wilden, tot ziens! Ik ben niet het type om achterom te kijken."<br />
<br />
<blockquote class="tr_bq">
<i><span style="font-size: large;">"Als we vrienden willen blijven</span></i> </blockquote>
<blockquote class="tr_bq">
<i><span style="font-size: large;">is de enige manier</span></i> </blockquote>
<blockquote class="tr_bq">
<i><span style="font-size: large;">dat de </span></i><i><span style="font-size: large;">Sex Pistols niet meer samenwerken"</span></i></blockquote>
<br />
Bandreünies zijn tegenwoordig in. In de jaren 90 waren de Sex Pistols een van de eerste bands die weer samenkwam. Maar voor Lydon is dat niet voor herhaling vatbaar. ,,Als we vrienden willen blijven, is de enige manier dat we niet meer samenwerken. We zochten toen naar vriendschap. Maar het duurde te lang en het dreef ons juist verder uit elkaar. Dat is een levensles: je kunt niet teruggaan en je jeugd opnieuw beleven. Alle oude oorlogswonden worden weer opengereten. Sorry fans, maar onze menselijkheid weegt zwaarder. We zijn geen zeeleeuwen die een kunstje vertonen. 'Arf arf! Waar is mijn bal?'"<br />
<br />
Dit artikel verscheen eerder in het <a href="https://www.ad.nl/den-haag/punk-in-het-paard-het-is-verworden-tot-een-cliche~aa10f111/" target="_blank">Algemeen Dagblad</a>.Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-32065074674199263832018-04-13T21:14:00.000+02:002018-05-15T16:51:49.949+02:00Chet Baker: universele kracht<table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto; text-align: center;"><tbody>
<tr><td style="text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEiAWNwwJ9c3XWxE3QYTReu33oDXTaseUSmiW86lR0UqEYb1NCuWQH-rBeDb_JKSnm3m1TLEQA9bSEticvkLzT8fK0yOpyTUS3tk8mr274IGcMAl-bS0afQxgk3IuQsyG7ZWz0P556nZFLg/s1600/Chet675.jpg" imageanchor="1" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" data-original-height="1257" data-original-width="839" height="320" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEiAWNwwJ9c3XWxE3QYTReu33oDXTaseUSmiW86lR0UqEYb1NCuWQH-rBeDb_JKSnm3m1TLEQA9bSEticvkLzT8fK0yOpyTUS3tk8mr274IGcMAl-bS0afQxgk3IuQsyG7ZWz0P556nZFLg/s320/Chet675.jpg" width="213" /></a></td></tr>
<tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;">Chet Baker in België, 1983. (Foto: Michiel Hendryckx)</td></tr>
</tbody></table>
<br />
<b>In een zwoele voorjaarsnacht maakte een val uit een hoofdstedelijk hotelkamerraam dertig jaar geleden een einde aan het leven van Chet Baker. Heaven herdenkt de jazztrompettist met zijn voormalige bassist Hein van de Geyn, zijn biograaf Jeroen de Valk en jazzkenner Hans Mantel.</b><br />
<br />
Laten we het niet alleen over zijn drugsgebruik hebben, benadrukken de geïnterviewden voor dit artikel. Sigmund Freud was ook aan de drugs en die ging de geschiedenis in als de grondlegger van de psychoanalyse, niet als junk. Dus waarom moeten we het bij Chet Baker altijd over de drugs hebben?<br />
<br />
Natuurlijk is zijn astronomische drugsgebruik niet los te zien van de muzikant. Het maakte zowel deel uit van zijn aantrekkingskracht, als dat het zijn leven en loopbaan overschaduwde. Hij bracht zelfs een jaar achter de tralies door in Italië. Chet leidde een nomadisch bestaan, leefde van fix naar fix en van optreden naar optreden, nam met allerhande muzikanten die hij onderweg tegenkwam platen op. Een enorm oeuvre maar van wisselende kwaliteit. Chets carrière was een eindeloze reeks comebacks. Tot zijn ontzielde lichaam in de nacht van 12 op 13 mei 1988 voor de deur van Hotel Prins Hendrik in Amsterdam werd aangetroffen. Een tragisch einde aan het al even dramatische leven van een van de grootste jazztrompettisten die heeft bestaan.<br />
<br />
<blockquote class="tr_bq" style="text-align: center;">
<div style="text-align: left;">
<i><span style="font-size: large;">Zijn carrière was een eindeloze reeks comebacks</span></i></div>
</blockquote>
<br />
Begin jaren ’50 maakte Chet Baker (1929) aan de Amerikaanse westkust school met een nieuw geluid. In de tijd van de notenfietserij van de bebop maakte Chet snel naam met zijn unieke fluwelen sound en sobere, bezielde solo’s. Hij kon best zijn spierballen laten zien, getuige zijn samenwerkingen met Charlie Parker en Gerry Mulligan, maar de krachtpatserij van de bebop was aan Chet niet besteed: “Het lijkt wel alsof mensen maar in drie dingen geïnteresseerd zijn: hoe snel, hoe hoog en hoe hard je kunt spelen.” De cool jazz maakte opgang en met zijn ingetogen spel was Chet Baker het boegbeeld. Chet was bovendien een verdienstelijk zanger en sprak zo een publiek buiten de jazz aan. Zijn wilde levensstijl en zijn looks maakten van Chet de James Dean van de jazz. Hollywood lonkte, maar Chet koos voor de muziek.<br />
<br />
<h3>
Genie</h3>
<b>Hans Mantel:</b> “Chet Baker was buitengewoon muzikaal, buitengewoon talentvol en een zeer spectaculaire, grote lyricus en jazzmuzikant. Hij was geen systeemspeler, zoals John Coltrane een methode had uitgezocht op basis waarvan hij improviseerde. Alles ging op zijn oren en gevoel. Dat geeft een soort eerlijkheid en een soort direct vanuit het hart naar buiten zonder dat het eerst langs het hoofd gaat. Dat overrompelt en is van een ontroerende schoonheid.”<br />
<br />
<b>Jeroen de Valk:</b> “Chet raakte je hoofd en je hart. Je hoofd omdat hij zo avontuurlijk speelde, zijn solo’s waren nooit hetzelfde. Chet raakte je hart omdat er zo veel melodie was en vanwege de toon. Als hij in goed vorm was, was het allemaal zo raak. En dan tilde hij de hele band op.”<br />
<br />
<b>Hein van de Geyn:</b> “Ik heb meegemaakt dat Chet iets helemaal fout speelde, maar zo sterk speelde dat het leek of de ritmesectie fout zat. Zijn logische kracht om een idee weg te zetten was zo sterk. Dat karakteriseert Chet Baker. Zijn <i>streetwise musical truth is stronger than any fucking thing else</i>.”<br />
<br />
<b>Hans Mantel:</b> “Chet Baker klonk alleen maar als Chet Baker. Er is aan zijn spel niet te horen wie hem beïnvloed heeft. Je kunt aan Freddie Hubbard goed horen dat hij uit Dizzy Gillespie komt en aan Woody Shaw kun je horen dat hij uit Hubbard komt. Chet Baker is wat dat betreft uniek. Er zullen wel voorbeelden zijn geweest, maar die zijn niet onversneden in zijn spel gekomen. ”<br />
<br />
<b>Hein van de Geyn:</b> “Chets genialiteit was een combinatie van een groot natuurtalent en een sterke persoonlijkheid. Hij had enorme bezieling en was <i>eager</i> om het succesvol te laten zijn, ondanks het feit dat hij zich enorm verloor in zijn levensstijl. Ik kom regelmatig mensen tegen met zulk talent, maar de meesten komen er niet omdat ze niet die <i>eagerness</i> hebben om door te douwen. Ze blijven aan de bar zitten van een jazzclub en doen niks met hun talent.”<br />
<br />
<iframe allow="autoplay; encrypted-media" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/VGx67-CttaA" width="100%"></iframe><br />
<span style="font-size: x-small;">Chet in Laren, 1975</span><br />
<br />
<a name='more'></a><br />
<h3>
Invloed</h3>
<b>Hein van de Geyn:</b> “Dat spelen op sound en melodie, cool, dat heeft heel veel mensen beïnvloed. Met name trompettisten, je kunt er zo een aantal aanwijzen die Chet Baker-adepten zijn. Chets invloed stopt nooit. Voor mij is hij een van de groten, zoals Charlie Parker, Coltrane, Chet. Dat is bijzonder, er zijn veel fantastische muzikanten waar die blijvendheid niet aan gerelateerd is. ”<br />
<br />
<b>Jeroen de Valk:</b> “Chets invloed is vrij gering. Hoewel er een subcultuur van trompettisten is die ook zo klinken. Hij had invloed op het spelen in een band: flauwekul achterwege laten, de essentie zoeken.”<br />
<br />
<b>Hans Mantel:</b> “Als manier van doen heeft hij invloed gehad, niet zijn manier van trompet spelen zelf. Niemand bedenkt die noten die hij bedenkt. Chet heeft het vooral als stijlicoon goed gedaan. Iedereen wil de hoofdrol spelen in een film over zijn leven, met een blond wijf op schoot en een trompet in je hand.”<br />
<br />
<h3>
Populariteit buiten de jazz</h3>
<b>Jeroen de Valk:</b> “Zijn populariteit buiten de jazz komt door het melodieuze. En de economie. Veel mensen vinden jazz piepknor, gefreak. Daar legde Chet juist niet de nadruk op. En hij zong op een aangename manier. Hij begreep de tekst. Als een pianist ging freaken op <i>Autumn Leaves</i>, zei Chet: <i>‘No man, you don’t know the words! It’s about falling leaves, it’s fucking autumn man!’</i> We gaan het mooi in de sfeer spelen.”<br />
<br />
<b>Hans Mantel:</b> “Iedereen die niets met jazz heeft, heeft wel Kind of Blue van Miles Davis in de kast staan. Chet heeft dat ook, maar dat gaat vooral om die kuif en dat jonge mannetje met zijn James Dean-achtige uiterlijk. Maar zijn muziek heeft ook een soort toegankelijkheid heeft voor mensen die zich niet per se met jazz bezighouden. Het heeft een late-night-rustig-aan-glaasje-wijn-stukje-kaas-sfeertje. Terwijl het eigenlijk veel dieper is, maar het kan op die manier geconsumeerd worden.”<br />
<br />
<b>Hein van de Geyn.</b> “Dat doet je afvragen: waar is jazzmuziek voor? Elke muziek gaat volgens mij over het communiceren met luisteraars, niet met specifieke luisteraars. Hier op de lodge in Zuid-Afrika houden we luisteravonden, met van alles door elkaar, van pop tot klassieke muziek. Chet Baker komt al-tijd binnen. Dat zegt veel over de universele kracht van zijn muziek. Ik heb met veel geweldige muzikanten gespeeld, jazzmuzikanten die fantastisch voor jazzliefhebbers speelden. Maar mensen die dat kunnen overstijgen en naar de normale gevoelige luisteraar kunnen communiceren, dat zijn er maar een paar en Chet is er een van.”<br />
<br />
<blockquote class="tr_bq">
<i><span style="font-size: large;">Zingen was deel van zijn muzikale identiteit</span></i></blockquote>
<h3>
</h3>
<h3>
Betere trompettist of zanger?</h3>
<b>Hein van de Geyn:</b> “ Ik heb ooit tegen hem gezegd: <i>'You’re such an incredible trumpet player.'</i> En toen zei hij:<i> 'But I’m a singer as well.' </i>Hij zei dat heel expliciet. Voor hem was dat echt een deel van zijn muzikale identiteit. Voor mij is hij een trompettist, die net zo mooi zingt als dat hij trompet speelt. Juist omdat hij zo’n intuïtieve trompettist was, kon hij zo goed zingen.”<br />
<br />
<b>Jeroen de Valk:</b> “Trompettist. Veel beter.”<br />
<br />
<b>Hans Mantel:</b> “Natuurlijk heeft hij niet de beste stem van de wereld. Maar dat had Billie Holiday ook niet. Ik ben niet alleen in de kwaliteit van de stem geïnteresseerd, ik ben geïnteresseerd in de lading van de muziek. Voor mij is er geen verschil tussen hoe hij trompet speelde en hoe hij zong. Het is allebei op dezelfde manier, het enige verschil is dat er bij de een anderhalve meter gebogen koper tussen zit.”<br />
<br />
<iframe allow="autoplay; encrypted-media" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/UOEIQKczRPY" width="100%"></iframe><br />
<span style="font-size: x-small;">Chet zingt <i>My Funny Valentine</i>.</span><br />
<h3>
</h3>
<h3>
Ontwikkeling</h3>
<b>Jeroen de Valk:</b> “Als je terug gaat naar zijn eerste opnames uit 1949, hoor je hem als Dizzy spelen: hard en hoog. Dan de opnames met Gerry Mulligan en de eerste zangopnames, dan hoor je hoe hij een introverte manier van spelen uitvindt. Later komt daar de invloed van Miles bij. Na zijn comeback kreeg hij een geluid als een bugel, alsof hij op een bugel speelde en ging hij het lage register exploreren. Het werd nog economischer, en omdat hij dat kunstgebit had, kon hij ook technisch beter uit de voeten. En in Japan hoor je de late Chet op zijn best. Of die opnames met dat grote orkest in Duitsland veertien dagen voor zijn dood, dat hij niet zo gezond was maar toch precies de noten speelde waar het om ging. Dat is wel een duidelijke evolutie die hij doorgemaakt heeft.”<br />
<br />
<b>Hein van de Geyn:</b> “Er is een eenvormigheid bij Chet. Juist omdat hij een oorspeler was en vanuit zijn intuïtie speelde, kon hij maar een bepaald aantal soort stukken aan. Het mooie is dat hij in de zeventiger en tachtiger jaren toch dingen aan zijn repertoire heeft toegevoegd wat moderner was dan the fifties. Maar dat waren maar een paar stukken: <i>Arborway</i> en <i>Leaving</i> van Richie Beirach. Dat zijn modernere stukken, maar die zich goed lenen voor een melodische en intuïtieve approach. Natuurlijk is Chet daarin blijven hangen.”<br />
<br />
<b>Hans Mantel:</b> “Zijn omgeving veranderde wel, maar Chet was zo verschrikkelijk muzikaal dat hij mee kon veranderen. En altijd de muziek dat gaf wat het nodig was. Die stukken van Richie Beirach zijn helemaal niet makkelijk, maar die pakte hij zo op. Chet had natuurlijk enorm grote oren. Toen speelde hij hippere, modernere stukken, dus zijn muziek werd op den duur wel moderner.”<br />
<br />
<h3>
Opnieuw leren spelen</h3>
<b>Jeroen de Valk:</b> “Dat verhaal dat al zijn tanden uit zijn mond zijn geslagen door een dealer is niet waar. Hij verloor één stukje van één tand: <i>‘I lost one part of one tooth and they were in bad shape anyway,’</i> zei hij. Chet miste later een tand en dat ging hem steeds meer opbreken. Tot hij eind jaren zestig dan maar besloot om op een kunstgebit over te gaan. Het ging gewoon niet langer op die ene tand. Hij had al een slecht gebit, zijn hele familie trouwens. Toen moest hij allemaal oefeningen doen (om opnieuw te leren spelen), waar hij helemaal geen zin in had.”<br />
<br />
<b>Hans Mantel:</b> “Hij zei eens tegen me: ‘je hebt het wel eens over een comeback, maar een trompettist bij wie de tanden zijn vervangen, <i>that’s a comeback</i>’. Dat is toch ook zo?”<br />
<br />
<iframe allow="autoplay; encrypted-media" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/thciE7l8Mz4" width="100%"></iframe><br />
<span style="font-size: x-small;">Chet met Hein van de Geyn in Tokio, 1987.</span><br />
<h3>
</h3>
<h3>
Drugs</h3>
<b>Jeroen de Valk:</b> “Hoe Chet zijn drugsgebruik al die jaren volhield? De politie-inspecteur die ik sprak over Chets overlijden, legde uit dat echte junkies lijden onder het leven er omheen: geen goede slaapplek, geen goed eten. Maar er zijn ook veel zakenlieden die zwaar aan de coke zijn, maar die slapen in het Amstel Hotel en hebben geen gebrek aan eten, dus ze houden het lang vol. En Chet hield van goede hotels. Als hij naar Japan of Scandinavië moest, nam hij niks mee, alleen methadon. Dan ging hij een beetje afkicken met methadon. Als hij terug was ging hij meteen weer aan de stuff. Je kunt ook opnames terugvinden van vlak voor en vlak na Japan (volgens kenners was Chet tijdens zijn Japanse tournee in 1987 in topvorm, getuige het album <i>Live in Tokyo</i>). Dan speelt hij niet goed, in Japan wordt het waanzinnig, en dan kwam hij terug in Amsterdam, meteen weer feestvieren en is het niet goed. Maar als hij methadon en heroïne had, kon hij het aardig doseren. ‘Ik ga in de middag scoren voor een shot om een uur of zes, dan ben ik om negen uur ’s avonds helemaal klaar.’ Wat je de laatste tien jaar bij hem zag is dat een op de tien optredens niet ging. Dan was hij te moe of te stoned. Dan hoor je dat de rest van de band veel moest opvullen. “<br />
<br />
<b>Hein van de Geyn:</b> “Het gekke is dat als hij niet goed speelde, hetgeen wat hij wilde spelen zo duidelijk was, dan wist je toch genoeg. Het is als een oude wijze man die een verhaal vertelt, maar zijn stem kraakt af en toe of hij is af en toe een woord kwijt. Dan ga je niet zeggen: ‘die vogel heeft niets te vertellen.’ Nee, het is nog steeds de waarheid. Dat hoefde niet perfect ingevuld te worden omdat de wijsheid, de diepzinnigheid van zijn muzikale verhaal zo duidelijk was. Een half woord van een wijs man is meer dan het gekakel en geblaaskaak van <i>confused</i> erudiete man.”<br />
<br />
<b>Hein van de Geyn:</b> “Chet was en beetje de boef en kon dat spel spelen. Sommige mensen kwamen uit voyeurisme naar zijn optredens: laten we naar de legendarische junk gaan kijken. Ik zal niet zeggen dat hij dat bewust in de kaart speelde, maar hij was zich er wel bewust van dat dat in Europa, in Amerika zeker niet, een bepaalde mythische kracht had. Mensen voelden zich daar toe aangetrokken. Hij was zich bewust van zijn image dat was ook een deel van zijn succes.”<br />
<br />
<blockquote class="tr_bq" style="text-align: center;">
<div style="text-align: left;">
<i><span style="font-size: large;">Hij moest in Laren spelen, maar kwam niet</span></i></div>
</blockquote>
<h3>
</h3>
<h3>
Dood</h3>
<b>Jeroen de Valk:</b> “Ik schrijf in de inleiding van de biografie: ‘Hij viel één keer uit het raam en was veertig jaar lang beroepsmuzikant.’ Dus wat is interessanter van die twee? Hij was stoned en viel uit het raam. Het was een warme avond. Het verhaal gaat vaak dat hij vermoord is, maar de moordenaar had dan van buiten naar binnen moeten komen. De deur was van binnen afgesloten, er waren geen sporen van een worsteling. Je kunt ook niet langs de muur naar twee hoog klimmen. Het was in een druk uitgaansgebied, de hoofduitgang van het Centraal Station zit daar. Je moet dan met een ladder omhoog gaan, Chet zonder enig gevecht eruit gooien, weer naar beneden, ladder inschuiven. Er lag stof op het raamkozijn waar hij met zijn gestreepte broek op had gezeten. Die afdruk van zijn broek kon je zien. Daar kon je aan zien dat hij is gevallen en niet geduwd. Er was een stok met een kettinkje aan de muur om het schuifraam open te houden. Waarschijnlijk is Chet uit zijn roes ontwaakt en heeft in een flits snel dat kettinkje gegrepen. Dat ding werd ook beneden naast zijn lichaam gevonden.<br />
<br />
Chets vriendin was in maart bij hem weggegaan. De laatste twee maanden voor zijn overlijden was hij nogal grenzeloos aan de troep. Maar Chet heeft geen zelfmoord gepleegd. Als je zelfmoord pleegt pak je die ketting niet beet waarmee die haak vastzit. De vraag is of je bewust zelfmoord kunt plegen als je zo veel hebt gebruikt. De politie zei dat hij genoeg in zijn lijf had om drie olifanten stoned te maken. Als je zelfmoord pleegt, ga je naar een hoger gebouw. De meeste mensen die van die hoogte springen, breken hun heup of benen. Chet kwam face down op een paaltje terecht.<br />
<br />
Ze dachten dat hij een stuk jonger was. De meeste drugsverslaafden die uit een raam vallen zijn niet zo oud. Peter Huijts (zijn roadmanager) heeft hem geïdentificeerd. Chet moest in Laren spelen, maar hij kwam niet. Dat kwam een keer in de paar maanden wel voor, maar meestal belde hij dan op met een ingewikkeld verhaal van ‘ik heb de fiets gemist en de trein had een lekke band’. Maar er gebeurde niks. De dag na het optreden dacht Peter: dit is niet goed. Hij heeft de politie gebeld en die zeiden dat ze een man hadden gevonden. Hij had gehoord dat het een man met een trompet was en een paspoort van ene Chesney Henry Baker. Peter zei: ‘Jullie zullen wel suf worden gebeld door de pers’. En die jongen antwoordde (op onzekere toon): ‘ja dat zal wel’. De politie had niet in de gaten dat het Chet Baker was.”<br />
<br />
<div style="background-color: #f2f0e9; border: 2px solid #000000; padding: 2em;">
<div style="margin-top: 0px; text-align: left;">
<span style="font-size: medium;"><strong>Best of Chet
</strong></span><br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhcBs37LVP46hcMNGiRCmOT6AN2RFCZUR_xTkI1cf6vKiJhPG2jighQfoQl_y5_0TyWn2ylUk4pubLiW75XJso4YbZa1Y74sVVKp_GwPM54jdA_dHCEULrsLT4Ek_04IQg-2EJjKZ7pekU/s1600/MI0002769268.jpg" imageanchor="1" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="1063" data-original-width="1080" height="196" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhcBs37LVP46hcMNGiRCmOT6AN2RFCZUR_xTkI1cf6vKiJhPG2jighQfoQl_y5_0TyWn2ylUk4pubLiW75XJso4YbZa1Y74sVVKp_GwPM54jdA_dHCEULrsLT4Ek_04IQg-2EJjKZ7pekU/s200/MI0002769268.jpg" width="200" /></a></div>
<span style="font-size: small;"><i><b>Chet Baker Sings</b></i> (1956)</span><br />
<span style="font-size: small;">Populair album waarop de zanger Chet Baker zich manifesteert op o.a. de standard <i>My Funny Valentine</i>.</span><br />
<span style="font-size: small;"><br /><b><i><br />
</i></b></span><br />
<span style="font-size: small;"><b><i><br /></i></b></span>
<br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhy6JrA8ObanZCam7Zwb1i78afmZ8QUnndoImNVOcPcZd111jgzrk0zmPWDbnutyjfHgFXowlwMMJcpd318HIk0B6wYB3uzTfopSutwIIUjcTL7tevjaRY56WAaAZwu0Gd3yTK5tzM9J6c/s1600/81YhBTqH6aL._SL1500_.jpg" imageanchor="1" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="1500" data-original-width="1500" height="200" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhy6JrA8ObanZCam7Zwb1i78afmZ8QUnndoImNVOcPcZd111jgzrk0zmPWDbnutyjfHgFXowlwMMJcpd318HIk0B6wYB3uzTfopSutwIIUjcTL7tevjaRY56WAaAZwu0Gd3yTK5tzM9J6c/s200/81YhBTqH6aL._SL1500_.jpg" width="200" /></a></div>
<b><i>Chet</i></b> (1959)<br />
Sfeervol album vol ingetogen, fluisterend spel van Chet, begeleid door een all-star band met o.a. Bill Evans, Kenny Burrell en Herbie Mann.<br />
<span style="font-size: small;"><br /><b><i><br />
</i></b></span><br />
<span style="font-size: small;"><b><i><br /></i></b></span>
<br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEh_v_50FKuGVI5ja3e6NSFh24cpVJEVU9ZGvuSgQuvSzf24ycfN0du5qUgBiSGGJ_TszPVVXLXFqjA4gh3EefefER6w5fryyx-UB_dWy6PyRIZTBhOIItYdhPpfCDyKGIzHX9sSkq4CB48/s1600/81RRI8B2axL._SL1500_.jpg" imageanchor="1" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="1373" data-original-width="1500" height="182" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEh_v_50FKuGVI5ja3e6NSFh24cpVJEVU9ZGvuSgQuvSzf24ycfN0du5qUgBiSGGJ_TszPVVXLXFqjA4gh3EefefER6w5fryyx-UB_dWy6PyRIZTBhOIItYdhPpfCDyKGIzHX9sSkq4CB48/s200/81RRI8B2axL._SL1500_.jpg" width="200" /></a></div>
<b><i>She Was Too Good To Me</i></b> (1974)<br />
Comebackalbum na het kunstgebit, met een modernere sound en topmuzikanten Ron Carter, Steve Gadd en Jack De Johnette.<br />
<span style="font-size: small;"><br />
</span><br />
<span style="font-size: small;"><b><i><br /></i></b></span>
<br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhzDKAGJXLJdUajKqESS9wa_kqsm7qMdhM-LwP1zJ4x0qH1q53PT23HUUwFlorBehlXxyaZdB1zTcYbsTWGfHGTZEAO_weD6gV5E56pw-ipxO6v4BKdpxoXPtebZV_nW5_ABzX1IuBtwt0/s1600/R-7512576-1470061704-1975.jpeg.jpg" imageanchor="1" style="clear: left; float: left; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="600" data-original-width="600" height="200" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhzDKAGJXLJdUajKqESS9wa_kqsm7qMdhM-LwP1zJ4x0qH1q53PT23HUUwFlorBehlXxyaZdB1zTcYbsTWGfHGTZEAO_weD6gV5E56pw-ipxO6v4BKdpxoXPtebZV_nW5_ABzX1IuBtwt0/s200/R-7512576-1470061704-1975.jpeg.jpg" width="200" /></a></div>
<b><i>Chet Baker in Tokyo</i></b> (1987)<br />
Chet in bloedvorm tijdens Japanse tournee met Nederlanders Hein van de Geyn en John Engels in de band.</div>
<span style="font-size: small;"><br />
</span><br />
<span style="font-size: small;"><b><i><br /></i></b></span>
</div>
<br />
Dit artikel verscheen eerder in <a href="http://www.popmagazineheaven.nl/" target="_blank">popmagazine Heaven</a>.Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-31168823996537665562018-04-13T19:37:00.001+02:002024-03-10T16:26:38.053+01:00Fred Wesley en Maceo Parker: aan de wieg van de funk<table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto; text-align: center;"><tbody>
<tr><td style="text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEjX9Nh3_gBNsqVHMuTd6UFlBC4C0Osd1B5Of1gnqNywY1__xk7RXqWTTG893_AEpI8wkIpyw0SsUIVbIJRIQ-vN6j7qT1hTecXWHCDN6wrw84RP_x6B-egMr5gzMKsxJmlQyuMhZaZ-W5I/s1600/Maceo_Parker_2002.jpg" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" data-original-height="640" data-original-width="417" height="320" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEjX9Nh3_gBNsqVHMuTd6UFlBC4C0Osd1B5Of1gnqNywY1__xk7RXqWTTG893_AEpI8wkIpyw0SsUIVbIJRIQ-vN6j7qT1hTecXWHCDN6wrw84RP_x6B-egMr5gzMKsxJmlQyuMhZaZ-W5I/s320/Maceo_Parker_2002.jpg" width="208" /></a></td></tr>
<tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;">Maceo Parker (Foto: <a href="https://www.flickr.com/photos/7216667@N06/2123385589/" target="_blank">xflickr</a>)</td></tr>
</tbody></table>
<br />
<b>Fred Wesley en Maceo Parker speelden bij James Brown, George Clinton en Prince, werden zo mede-uitvinders van de funk en bepalend voor het geluid van de hiphop. Een gescheiden dubbelgesprek met twee coauteurs van een belangrijk hoofdstuk van de muziekgeschiedenis.</b><br />
<br />
En dan te bedenken dat James Brown de jonge saxofonist Maceo Parker in 1964 maar op de koop toe nam. “James Brown hoorde mijn jongere broer Melvin drummen en bood hem een baan aan, zodra hij klaar met school zou zijn”, vertelt de inmiddels 75-jarige Parker. “Een jaar later gingen we samen naar James Brown om te kijken of we voor hem konden werken. James nam Melvin aan. Toen hij wilde weggaan, schraapte ik mijn keel en Melvin zei: ‘Mr. Brown, dit is mijn broer, hij speelt saxofoon en hij wil ook een baan.’ James Brown vroeg aan mij: ‘speel je baritonsax?’ Ik had op school wel een beetje met een bariton geklooid. Ik moest mijn lach onderdrukken want ik had die vraag niet verwacht. Dit was mijn antwoord: ‘Euh… ja meneer.’ Toen vroeg James Brown: ‘Héb je een baritonsaxofoon?’ En ik zei weer: ‘Euh… ja meneer.’ Daaruit kon James Brown wel opmaken dat ik er geen had, maar er misschien wel op kon spelen. Hij zei: ‘Weet je wat, als je aan een baritonsax kunt komen, heb je een baan.’ We zijn naar huis gegaan en kochten een baritonsax in de plaatselijke muziekwinkel. De winkelier vroeg: ‘weet je wel wat die dingen kosten? Kun je dat wel betalen?’ ‘We hebben een baan bij James Brown’, antwoordden we. ‘Oh, dat moet dan wel genoeg zijn’, zei hij.”<br />
<div style="text-align: right;">
</div>
<br />
<table cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="float: right; margin-left: 1em; text-align: right;"><tbody>
<tr><td style="text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhMK47Rf_KoVhQF8QwfCv9vs5MD4eUdeGB1zIAAioR8Y3UK5ggE1x8oSxF7uEsIGApMwqFAykGDNa_XuOgtlckv9DlW97PUlaVkeB92maWXSzi7mcbiA1j5J-GXsiXrwhdXE7j39lzbGP8/s1600/Fred_Wesley_%2526_the_new_JB%2527s_-_Festival_du_Bout_du_Monde_2016_-_025.jpg" style="clear: right; margin-bottom: 1em; margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" data-original-height="1600" data-original-width="1432" height="320" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhMK47Rf_KoVhQF8QwfCv9vs5MD4eUdeGB1zIAAioR8Y3UK5ggE1x8oSxF7uEsIGApMwqFAykGDNa_XuOgtlckv9DlW97PUlaVkeB92maWXSzi7mcbiA1j5J-GXsiXrwhdXE7j39lzbGP8/s320/Fred_Wesley_%2526_the_new_JB%2527s_-_Festival_du_Bout_du_Monde_2016_-_025.jpg" width="286" /></a></td></tr>
<tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;">Fred Wesley. (Foto:The <a href="https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Fred_Wesley_%26_the_new_JB%27s_-_Festival_du_Bout_du_Monde_2016_-_023.jpg" target="_blank">supermat</a>)</td></tr>
</tbody></table>
Trombonist Fred Wesley (74) kwam op aanbeveling van trompettist Waymon Reed bij de James Brown band. Al snel groeiden Fred, Maceo en Melvin uit tot belangrijke bandleden. Wesley schopte het zelfs tot musical director. Ze speelden op en schreven mee aan James Brown-krakers als <i>Say It Loud (I’m Black And I’m Proud)</i>, <i>Papa’s Got A Brand New Bag</i>, <i>Cold Sweat</i>, <i>I Got You (I Feel Good)</i> en <i>Hot Pants</i>. Zodoende stonden ze aan de wieg van de funk.<br />
<br />
Van muziektheorie had James Brown geen kaas gegeten. ,,Maar je hebt geen academische graad nodig om een melodie te kunnen verzinnen”, stelt Maceo. “James had de ideeën”, legt Wesley uit. “Bijvoorbeeld <i>Cold Sweat</i> of <i>Gimme Some More</i>, zulke nummers had ik nooit kunnen verzinnen. Of <i>Pass The Peas</i> en <i>Breakin’Bread</i>, ik weet nog steeds niet wat dat eigenlijk betekent. James Brown had heel aparte ideeën, hij kwam altijd met van die gekke titels of riffs. (Zingt de melodie van <i>Pass The Peas</i>) Ik had niet kunnen bedenken om die riff de hele tijd te herhalen. Maar zo wilde hij het en zo heb ik de blazers en de band gearrangeerd.”<br />
<br />
<iframe width="100%" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/4IefmAYgH9g?si=H-MHKhN16jB5yrvA&start=630" title="YouTube video player" frameborder="0" allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture; web-share" allowfullscreen></iframe>
<br />
<br />
Aan Wesley de taak om chocola te maken van Browns ideeën. “Ik geef James Brown de volledige credits voor de ideeën, maar ik heb alles georganiseerd, de akkoorden geschreven, de ritmes op de juiste plek gezet, zodat het een echt liedje zou worden. Maar James Brown was de initiator.”<br />
<br />
Door Browns aansporingen van zijn muzikanten op zijn platen en tijdens liveshows, werden zijn begeleiders ook bekende namen. Maceo: “James Browns muziek ging de hele wereld over, dus toen hij mijn naam begon te noemen als introductie voor de saxsolo’s, ging mijn naam ook de hele wereld over. ‘Come on, Maceo!’ Later gingen mensen James Brown imiteren, zoals Eddie Murphy, en dan kwam Maceo ook voorbij. Mijn naam werd daardoor ook groter en groter. Als dat niet was gebeurd, hadden we waarschijnlijk nu dit interview niet gedaan. We gingen een keer met James Brown naar Afrika. Toen we uit het vliegtuig stapten, stond er een menigte op de landingsbaan die ‘Maceo! Maceo!’ riep. Wat zullen we nou beleven, dacht ik. Terwijl James Brown al weg was in zijn limousine en wij nog wachtten op onze koffers, bleven die mensen ‘Maceo! Maceo!’ roepen.”<br />
<br />
<iframe allow="autoplay; encrypted-media" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/4N-NrucQcB8" width="100%"></iframe><br />
<br />
<b>Discipline</b><br />
Brown leidde zijn orkest met militaire discipline. “Je stond onder druk als je in James Browns band zat”, vertelt Wesley. “Hij repeteerde voortdurend. Hij had geen hobby’s en deed niets naast zijn muziek, hij ging niet vissen of joggen ofzo. Het enige dat hij deed was muziek, muziek, optreden, optreden. En dat verwachtte hij ook van zijn mensen. Mensen die andere dingen te doen hadden vonden het moeilijk om voor James Brown te werken. Daarom was er veel verloop. Maar als je er naar schikte kon je zo lang blijven als je wilde.”<br />
<br />
Maceo: “We moesten uniformen dragen, onze schoenen moesten altijd gepoetst zijn. Maar hij was bovenal punctueel, je mocht niet te laat komen.”<br />
<br />
Voor Browns perfectionisme betaalden zijn muzikanten een prijs Letterlijk. James Brown deelde boetes uit. “Ik heb wel eens ijs gemorst op een orgelklep, daar gaf hij me een boete voor”, herinnert Maceo zich. “Hij hield twintig of dertig dollar in op je loon. En dan maakte je die fout niet weer.”<br />
<br />
<iframe allow="autoplay; encrypted-media" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/R64Eu2uatwY" width="100%"></iframe><br />
<a name='more'></a><b>Oproerkraaier?</b><br />
Eind jaren ’60 stapte Maceo op, met een groot deel van de band in zijn kielzog. Naar verluidt was onvrede over geld de reden van de muiterij. Dat werd ook gesuggereerd in de biopic <i>Get On Up</i> (2014), de Maceo portretteert als een grimmige, potige oproerkraaier. Daar herkent Maceo zich niet in. “Niemand heeft contact met mij opgenomen om mijn zienswijze te horen. Ik heb er geen advocaat opgezet, maar zoals ze mij in die film hebben afgeschilderd klopt van geen kanten. Elke keer als ik mijn mond open doe komt er gevloek uit. Zo praat ik helemaal niet.”<br />
<br />
<iframe allow="autoplay; encrypted-media" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/9OlXAy0L0yI" width="100%"></iframe><br />
<span style="font-size: x-small;">Maceo en de band stappen op (scène uit <i>Get On Up</i>)</span><br />
<br />
Van ruzie wil Parker niet weten. “Op een gegeven moment wil je je eigen band. James Brown was als een universiteit, op een gegeven moment ben je afgestudeerd. De anderen zeiden: ‘als jij gaat, dan gaan wij ook.’ Dus we stapten op en richtten Maceo & All The King’s Men op.”<br />
<br />
Wesley vertrok ook. “Ik was het wel eens met James oneens, maar dat hield ik meestal voor me. Als je hem openlijk afviel, werd je ontslagen. Ik zei altijd ja en amen, tot ik op een dag antwoordde: ‘hell no!’ Meestal kon ik wel leven met wat hij zei, maar die keer niet. Toen heb ik alles gezegd wat ik op mijn lever had.”<br />
<br />
<iframe allow="autoplay; encrypted-media" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/1lZZ_FCn9PY" width="100%"></iframe><br />
<br />
<b>Feest</b><br />
Van <i>the hardest working man in show business</i> gingen Parker en Wesley naar <i>the hardest partying man in show business</i>: George Clinton. Een andere planeet.<br />
<br />
“George Clinton kwam uit de ruimte om de aardbewoners te leren funky te zijn”, zegt Maceo. “Hij was hilarisch. Ik moest er in het begin even aan wennen, maar het beviel me wel omdat het nieuw en anders was. Ik vond het leuk, het was niet zo serieus. Ik werd de musical director en de master of ceremonies voor die groep. Het was een hoop lol. <i>It ain’t nothing but a party.</i> George gaf niet om uniformen, behalve die malle kostuums die hij droeg. Maar zo was hij.”<br />
<br />
“Parliament-Funkadelic was als James Brown aan de steroïde”, zegt Wesley. “Ze gebruikten dezelfde licks als James Brown, maar het was elektrischer, harder, funkier zelfs. Mijn taak bij Parliament-Funkadelic was voornamelijk de blazerarrangementen. Af en toe schreef ik een nummer, zoals <i>Peace Fugue</i>. George Clinton was een meester in hoe hij alles samenbracht: de ideeën van bassist Bootsy Collins, toetsenist Bernie Worrell, gitarist Garry Shider, tot geweldige nummers. James en George hadden elk hun eigen manier van werken, maar het werden allemaal nummer 1 hits. Het was een totaal andere omgeving dan James Browns band. George zei: ‘it ain’t nothing but a party, baby!’ En iedereen feestte. Bij George Clinton had je lol, bij James Brown was het altijd zakelijk. Ik vond het gek dat Garry Shider een luier droeg, maar hoe maf ze zich ook uitdosten, ik hield van ze. Het waren geweldige muzikanten en geweldige mensen.”<br />
<br />
<iframe allow="autoplay; encrypted-media" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/r5aHD5ruSZ0" width="100%"></iframe><br />
<span style="font-size: x-small;">Parliament-Funkadelic met Maceo Parker en Fred Wesley live in Houston, 1976</span><br />
<br />
<b>Blauwdruk</b><br />
Via samples leverden James Brown en George Clinton, en daarmee ook Maceo Parker en Fred Wesley, een blauwdruk voor het geluid van de hiphop. Hun invloed op de hedendaagse popmuziek is niet te overschatten. Parker en Wesley speelden ook op platen van o.a. raptrio De La Soul mee.<br />
<br />
Maceo werkte bovendien samen met een andere grootheid: Prince, die hem eerbiedig ‘the teacher’ noemde. “Prince was een schat. Het is moeilijk om zoiets over een andere man te zeggen, maar dat was hij. Zo aardig. We hebben een grootheid verloren. Ik ben heel trots dat ik met hem het podium heb mogen delen. Misschien nog wel trotser dan dat ik op mijn eigen werk ben. Daar krijg ik een glimlach van op mijn gezicht. Dat kaliber.”<br />
<br />
Als The J.B.’s maakten Fred Wesley en Maceo Parker ook samen platen en toerden met saxofonist Peewee Ellis over de wereld. ‘Onze’ Candy Dulfer blies ook regelmatig een partij mee. Maar het is alweer jaren geleden dat Fred en Maceo samenwerkten.<br />
<br />
“Fred doet zijn ding, ik doe mijn ding. Dat is alles”, zegt Maceo kortaf. “Fred is geboren als Fred Wesley, ik ben geboren als Maceo Parker. Ergens tussen onze geboortes en nu speelden we samen bij James Brown en op andere plaatsen. We bereikten een punt waar Fred honderd procent voor Fred Wesley ging en ik honderd procent voor Maceo Parker.”<br />
<br />
Wesley: “Het publiek wil altijd hetzelfde van Maceo, en hij geeft het hen. Het is net een James Brown show. Maceo geeft van die lange shows, en daar hou ik niet van, ik doe liever een bondig optreden met meer muzikale variatie. We waren het oneens over de format en toen zijn Peewee en ik opgestapt. The JB Horns was een fantastische band, maar ik vond de muziek niet zo goed als mijn eigen muziek. Ik denk niet dat we in toekomst weer samen gaan spelen. We zijn nog goed bevriend, Peewee en Maceo zijn zelfs mijn beste vrienden.”<br />
<br />
<iframe allow="autoplay; encrypted-media" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/s-XHj7zJUXA" width="100%"></iframe><br />
<span style="font-size: x-small;">The JB Horns in 1991.
</span><br />
<br />
Dit artikel verscheen eerder in <a href="http://www.popmagazineheaven.nl/" target="_blank">popmagazine Heaven</a>.Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-45699753558273161072017-05-24T19:41:00.000+02:002017-05-31T20:01:56.916+02:00'Dertig jaar Hallo Venray is van de pot gepleurd'<table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto; text-align: center;"><tbody>
<tr><td style="text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgX-MfgCeSauw-T80du67DijRKe6mzH8jo9TdyxuUPMvm8Xvo-ppwDlFB8n2WwREWc8kd74sr_20HEUzm5fgqEp1aU3K_T_DKVwM2rk-HxTn4Hi1-_9nBLIwoV-4jkH3EmdiwxsIqR_L-A/s1600/hallov300.jpg" imageanchor="1" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" data-original-height="1000" data-original-width="1333" height="300" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgX-MfgCeSauw-T80du67DijRKe6mzH8jo9TdyxuUPMvm8Xvo-ppwDlFB8n2WwREWc8kd74sr_20HEUzm5fgqEp1aU3K_T_DKVwM2rk-HxTn4Hi1-_9nBLIwoV-4jkH3EmdiwxsIqR_L-A/s400/hallov300.jpg" width="400" /></a></td></tr>
<tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;">Hallo Venray bestaat uit (vanaf links) zanger en gitarist Henk Koorn, bassist Peter Konings en drummer Henk Jonkers.</td></tr>
</tbody></table>
<br />
<b>Hallo Venray bestaat dertig jaar en dat viert de Haagse band met een nieuw album en een jubileumtour. ,,Ik vind sommige jonge mensen ouwe lullen.''</b><br />
<br />
Jubileumtour, het heeft een wat gezapige bijklank. Een uitgebloeide band die teert op oude roem en de uitgekauwde golden oldies nog eens afdraait. Dan sta je meer bekend om wat je ooit hebt gedaan dan om wat je nu doet. Weliswaar ontbreken vrijdagavond in Fluor de oude krakers niet op de setlist en zijn bij de grote jubileumavond in Paradiso op de 31ste voormalige bandleden Toon Moerland en Dim Veldhuisen van de partij en spelen gasten zZz en St. Tropez nummers van Hallo Venray.<br />
<br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhrJkJfC_r5nq8mmzTCuUSitDqDXb-MhyoiguCEn4rvbcs2n46Lju46kSCrMVwRTcGwvrGaQDrpPi7RlJcciahrkR0HZQIPEYz4xQrSt5ABY2aAibI-vXX0hX0OJ9P5dyD5ZqdSQ9FVPuY/s1600/funky+party.jpg" imageanchor="1" style="clear: right; float: right; margin-bottom: 1em; margin-left: 1em;"><img border="0" data-original-height="500" data-original-width="500" height="200" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhrJkJfC_r5nq8mmzTCuUSitDqDXb-MhyoiguCEn4rvbcs2n46Lju46kSCrMVwRTcGwvrGaQDrpPi7RlJcciahrkR0HZQIPEYz4xQrSt5ABY2aAibI-vXX0hX0OJ9P5dyD5ZqdSQ9FVPuY/s200/funky+party.jpg" width="200" /></a></div>
Maar nieuwe muziek vormt de hoofdmoot, want Hallo Venray heeft een nieuw album, het vorige maand verschenen <i>Where Is The Funky Party?</i> Terwijl zanger en gitarist Henk Koorn een studio aan huis heeft, reisde hij met bassist Peter Konings en drummer Henk Jonkers voor de opnames af naar Zuid-Frankrijk naar een studio aan de voet van de Mont Ventoux.<br />
<br />
,,Het was een samenloop van omstandigheden'', legt Henk Koorn uit. ,, Een maand voordat we zouden gaan opnemen, belde degene af die ons zou gaan opnemen en ook voor de ruimte zou zorgen. In de tussentijd had JB Meijers (bekend van The Common Linnets) ons benaderd om als kok mee te gaan. Dus toen vroegen wij aan JB: wil jij ons dan niet opnemen? En hij zei: ja, is prima, dat doe ik. En hij zei: ik weet wel een leuke studio in Frankrijk, dan gaan we daar naartoe. Dus wij zeiden: is goed, regel jij dat maar.''<br />
<br />
<b>Bladeren</b><br />
Als JB niet achter de knoppen zat, stond hij achter het fornuis. Koorn: ,,We hebben hem niet volledig uitgetest, maar hij is wel van het goede leven. Hij maakte van die bladeren die je opeet, die je uitzuigt.'' In twee dagen stond <i>Where Is The Funky Party?</i> erop en dan was er zelfs nog tijd om tussendoor een duik te nemen. Het resultaat is een ruwe, ongepolijste plaat. ,,Ons vorige album Show (2014) was tien dagen lang jammen om tot een resultaat te komen en met een harde schijf vol naar huis te gaan en dat weer uit te gaan pluizen. Dat was een enorm werk. <i>Where Is The Funky Party?</i> is het tegenovergestelde. Niet lullen, maar poetsen. Als ik goed had gezongen, ging ik het niet meer overdoen. En dan staan er ook gitaar en drums op, daardoor krijg je dat ongepolijste geluid. Dat is alleen maar goed. Als de prestatie goed is, gaat dat voor mij boven sonische kwaliteit. Het gaat om het moment, het is een stukje tijd vangen.''<br />
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/fkwUFbJD5iw" width="100%"></iframe><br />
<br />
Over een stukje tijd gesproken, Hallo Venray bestaat dus dertig jaar. ,,Dat is natuurlijk van de pot gepleurd'', zegt Koorn om dat vervolgens direct te relativeren. ,,Wat is tijd? Het gaat gewoon voorbij. Dertig jaar, dat voel je niet, dat kun je niet beseffen.''<br />
<br />
Weemoedig terugdenken aan de goeie ouwe tijd doet Koorn niet. ,,Ik draaide laatst in de bus een oud bandje met oefenruimteopnames van Hallo Venray. Je hoort weleens van mensen: vroeger ging het allemaal beter en makkelijker. Ik hoorde iets wat ik in mijn idee in vijf minuten had geschreven en wat na tien minuten spelen met de band klaar was. Maar er kwamen allerlei versies voorbij. In mijn herinnering had ik het door een roze bril weggezet als dat ik het vroeger allemaal makkelijker deed.''<br />
<br />
,,Maar dit was het harde bewijs van: zie je wel, vroeger was het ook klote. Nu is het dertig jaar later. Ik heb dertig jaar kunnen oefenen op de gitaar. De drummer ook. Als muzikanten zijn we veel beter geworden. Dat resulteert ook weer in andere muziek. Het is iets avontuurlijker en wilder geworden. Iemand zei: het is jazzy geworden. Dat kan best wel kloppen.''<br />
<a name='more'></a><br />
<blockquote class="tr_bq">
<b><i><span style="font-size: x-large;">'Ik ben nieuwsgierig naar wat er nog niet is'</span></i></b></blockquote>
<br />
Begin jaren negentig had Hallo Venray veel succes. Met Bettie Serveert, Urban Dance Squad, Rowwen Hèze en Gotcha! behoorden de Hagenaren tot een lichting bands die het internationaal zou gaan maken. Maar de doorbraak bleef uit. ,,We hebben nooit een hit gehad. Net geen hit gehad. Soms denk ik: dat is onze mazzel geweest. Dat we nu niet in een veilinghal die hit staan te spelen en dat iedereen die meezingt. Dat is een valkuil waar je artistiek aan onderdoor gaat.''<br />
<br />
,,Zo steek ik niet in elkaar, ik ben nieuwsgierig naar wat er nog niet is. Ik heb nooit die druk gevoeld dat ik weer hits moest gaan maken. Ik hou me meer bezig met of het hout snijdt wat we maken. Het creëren is voor mij belangrijker dan applaus. Ik zie mezelf als bijzonder succesvol , want ik ben intussen niet de jongste meer en ik maak nog steeds de muziek die ik wil maken. En blijkbaar stelt het ook nog iets voor.''<br />
<br />
<b>Houdbaarheidsdatum</b><br />
In rock-'n-roll heerst het idee-fixe dat muziek en muzikanten een houdbaarheidsdatum en leeftijdsgrens hebben. Alsof je boven de dertig niet meer kunt rocken. Dat hardnekkige cliché zegt de 56-jarige Koorn niets. Integendeel. ,,Ik vind sommige jonge mensen ouwe lullen. Dat meen ik oprecht. Ze zijn een beetje angstig geworden. 'Als ik niet binnen twee jaar succesvol ben, dan stop ik ermee.' Moet je ons zien, we zijn dertig jaar bezig en hebben wij ooit die successen gehad die die mensen voor zich zien? Ze zijn toch uit ander hout gesneden. Doe 'es een keer gek, denk ik weleens.''<br />
<br />
Gek doen, dat is wel aan Henk Koorn besteed. Does humor belong in music? vroeg Frank Zappa zich retorisch af. Hallo Venray heeft die vraag altijd bevestigend beantwoord. Toen de band in 1992 op Pinkpop speelde, sprong Koorn op het podium rond op een pogostick, gekleed in netpanty's.<br />
<br />
,,Je staat één keer in je leven op Pinkpop, dus laten we iets geks doen, was de gedachte. Ik had bij de Hema netkousen gekocht en Peter, de bassist, had een broekje afgeknipt. Allemaal veel te kort natuurlijk. Het ging op z'n knulligst. Ik vind het mooi dat het totaal niks met rock- 'n-roll te maken had. Het trok het beeld van rock-'n-roll een beetje naar beneden, dat stoere macho van: 'ik drink veel alcohol en ik heb een leren broek aan'. Wat ik daar deed, had dat allemaal niet in zich. Zo kan het ook, jongens. Met humor kun je mensen aftasten hoe ze in elkaar steken. Als ik daarmee kan relateren, kan ik me nog beter inleven in de muziek zelf. Het geeft net een warmer, menselijker gevoel.''<br />
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/4bQsi-zHOCI" width="100%"></iframe>
<br />
<b><br /></b>
<b>Hetzelfde beeld</b><br />
Hoeveel jaar Hallo Venray nog voor de boeg heeft, ligt open. ,,We zijn beeldhouwers die dertig jaar aan hetzelfde beeld bezig zijn. Het blijft een spannend gebeuren. Of het wordt steeds spannender, omdat er steeds minder overblijft. Ik weet niet of de voltooiing nadert, dat vraag ik me af. Er zijn kunstenaars die dat bereikt hebben, de voltooiing, de volmaakte vorm. Het zou kunnen dat de volmaakte vorm niets is. Als je te lang door blijft hakken, hou je niks over.''<br />
<br />
,,Al bij onze eerste plaat in 1989 heb ik in interviews gezegd: ik weet niet of er nog een volgende komt, want voor hetzelfde geld schrijf ik niks goeds meer. Dat heb ik nog steeds. Zolang er niets zinvols uit mij vloeit, heeft het ook geen zin om een band bij elkaar te roepen. Dan moet je gewoon lekker thuisblijven en niemand lastigvallen.''<br />
<br />
Dit artikel verscheen eerder in <a href="http://www.ad.nl/amersfoort/dertig-jaar-hallo-venray-is-van-de-pot-gepleurd~aabb9a47/" target="_blank">AD Amersfoortse Courant</a>.Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-75949416669456330782017-02-11T10:00:00.000+01:002017-02-23T10:03:54.130+01:00Kandace Springs: Prince-protégé<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/MwGikmk_w1Y" width="100%"></iframe><br />
<br />
<b>Het duurde even voordat Kandace Springs (28) haar eigen stem had gevonden. Maar toen wist ze niemand minder dan Prince tot tranen te roeren. “Ik heb nog steeds zijn mailtjes om het te bewijzen.”</b><br />
<br />
Met haar afgelopen jaar verschenen debuutalbum <i>Soul Eyes</i> vond ze zichzelf opnieuw uit. De eigentijdse hiphop en urban van haar titelloze ep maakten plaats voor warme, elegante, zij het eerlijk gezegd wat tamme souljazz. “Dit is wie ik sinds mijn tiende ben. Ik luisterde altijd naar jazz, van Ella Fitzgerald en Nina Simone tot Roberta Flack en Luther Vandross. En dat niet alleen, ik hield ook van klassieke muziek, Chopin en Rachmaninoff”, vertelt Kandace Springs. “Mijn label vreesde dat ze jazz niet aan een jong publiek konden verkopen, dus ze lieten me hiphop maken. Ik was nog jong en naïef, dus ik stemde ermee in. Er zat wat jazz bij, maar het was niet wie ik echt was. Na een paar jaar te zijn bestookt door mijn vader en Prince, en niet te vergeten mijn eigen frustratie, besloot ik dat ik meer organische muziek wilde maken.”<br />
<br />
<blockquote class="tr_bq">
<b><i><span style="font-size: x-large;">'Dit is wie ik sinds mijn tiende ben'</span></i></b></blockquote>
<br />
Op zoek naar een andere platenfirma klopten haar producers Carl Sturken en Evan Rogers, de ontdekkers van Rihanna, aan bij het legendarische jazzlabel Blue Note. “Ik mocht auditie komen doen in het fameuze gebouw van Capitol Records in Hollywood. In studio A zong ik aan een prachtige vleugel vijf nummers voor Don Was, de topproducer en sinds een aantal jaren de directeur van Blue Note. Eén van die liedjes was <i>I Can’t Make You Love</i> Me van Bonnie Raitt. Na afloop zei hij: ‘Wow, dit is een van de beste uitvoeringen die ik ooit heb gehoord’. En toen vertelde hij dat hij dat nummer had geproduceerd. Ik ging helemaal uit mijn dak.”<br />
<br />
Was koppelde haar aan bassist Larry Klein, die als producer Grammy Awards won voor zijn werk met ex-vrouw Joni Mitchell en Herbie Hancock. “Hij bleek voor mij de ideale man, omdat hij zo organisch te werk gaat. Hij zei eigenlijk alleen maar: doe je ding. In tegenstelling tot het hiphopachtige werk dat ik daarvoor maakte, kwam Larry niet aanzetten met kant-en-klare muziek waar ik alleen nog maar overheen hoefde te zingen. Hij liet me gewoon piano spelen op mijn eigen plaat. Een wonder.”<br />
<br />
Kandace Springs groeide op in Nashville, als dochter van een plaatselijk gerenommeerde zanger die samenwerkte met onder anderen Garth Brooks. “Ik houd best van country, maar ik ben met andere muziek opgegroeid, hoe raar dat misschien ook mag lijken. Ik zeg nooit nooit, maar als ik ooit een countryplaat maak, zal het meer een kruisbestuiving van stijlen worden.”<br />
<br />
<b>Prince</b><br />
Een cover van de Sam Smith-hit <i>Stay With Me</i> trok de aandacht van niemand minder dan Prince. “Ik had de videoclip op de website Okayplayer gezet. Prince retweette die en stuurde me een DM. Diezelfde avond belde hij: ‘Hi, how are you?’ Eerst dacht ik aan een grap, maar hij deed zoiets wel vaker, wist ik, dus ik verbrak niet meteen de verbinding. Hij nodigde me uit om mee te doen aan een show in Paisley Park ter ere van de dertigste verjaardag van <i>Purple Rain</i>. Ik zat daar te praten met iemand van zijn band 3rdEyeGirl toen hij plotseling binnenkwam. Ik had me nooit gerealiseerd hoe klein hij wel niet was, ik moest echt naar beneden kijken. Zonder blikken of blozen omhelsde ik hem. Dat verraste hem. Hij was verlegen, vooral tegenover meisjes.” Lachend: “Maar die verlegenheid werkte in zijn voordeel.”<br />
<br />
<blockquote class="tr_bq">
<span style="font-size: x-large;"><b><i>'In het begin voelde het wat ongemakkelijk, want Prince was erg mysterieus'</i></b></span></blockquote>
<br />
De poplegende en het jonge talent raakten bevriend. “In het begin voelde het wat ongemakkelijk, want hij was erg mysterieus. Maar al gauw spraken en mailden we elkaar zeker een paar keer per week. We wisselden grapjes en liedjes uit. Hij ontdekte graag nieuwe artiesten, die hij bleef aanmoedigen zichzelf te zijn. Dat heeft hij ook met mij gedaan.”<br />
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/tfIa57_P1WM" width="100%"></iframe><br />
<br />
Ze nam Prince’ advies ter harte. “Ik schreef <i>Rain Falling</i> toen ik zestien was. Het is alleen ik en mijn piano. Dit was hoe ik klonk voordat ik hiphop ging maken, ik speelde alleen maar jazz. Ik stuurde het liedje op naar Prince. Hij antwoordde dat het hem tot tranen toe had ontroerd. Ik heb nog steeds zijn mailtjes om het te bewijzen. Hij vond dat dit de muziek was die ik moest maken. Mijn ep vond hij maar niks. Hij bestookte mijn producers met de vraag waarom ze mijn stem zo hadden bewerkt.”<br />
<br />
Op 18 januari 2016, haar 27ste verjaardag, reisde ze af naar Minneapolis om haar album <i>Soul Eyes</i> aan Prince te laten horen. “Het was een ijskoude dag, de temperatuur lag ver onder nul. Prince haalde me op van het vliegveld en we draaiden mijn plaat in de auto. Later die dag gingen we naar de film. Er was een bioscoop bij hem in de buurt waar hij vaak in zijn eentje heen ging. Hij kocht gewoon alle kaartjes voor een voorstelling op, zodat hij het rijk voor zich alleen had. Na zijn overlijden hebben ze als eerbetoon een muurschildering van hem op de gevel laten maken.”<br />
<div>
<br />
Dit artikel verscheen eerder in <a href="http://www.popmagazineheaven.nl/" target="_blank">popmagazine Heaven</a>.</div>
Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-73383969690180664052016-10-18T10:18:00.000+02:002017-02-23T10:33:15.194+01:00Eric Ineke: Eerbetoon aan Dexter Gordon<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEg-YfpTMBe1LxJOf3QBJTHNDTN-VBW0mACt4EYvwdmXy0qb3ixTbsQfjvLlxG_M8oWyV7i7xnbjYcumvLmJi0EV8sv1LjC6XEZbhEJbeZxzt33AZvVuKvtitUpoRKILJHQG-NPY8Tl-Duk/s1600/Eric_Ineke.jpg" imageanchor="1" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" height="296" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEg-YfpTMBe1LxJOf3QBJTHNDTN-VBW0mACt4EYvwdmXy0qb3ixTbsQfjvLlxG_M8oWyV7i7xnbjYcumvLmJi0EV8sv1LjC6XEZbhEJbeZxzt33AZvVuKvtitUpoRKILJHQG-NPY8Tl-Duk/s320/Eric_Ineke.jpg" width="320" /></a></div>
<br />
<b>Veertig jaar nadat hij met de meester zelf speelde, vond Eric Ineke (69) het tijd voor een ode aan jazzsaxofonist Dexter Gordon (1923-1990). Morgenavond brengt de drummer met zijn kwintet stukken van Gordon ten gehore in de Observant in Amersfoort, op slechts een paar straten van de plek waar de grootheid in 1963 zelf speelde.</b><br />
<br />
<b>Lees ook:</b><br />
<br />
<ul>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2009/02/dexter-gordon-was-in-amersfoort.html" target="_blank">Dexter Gordon was in Amersfoort</a></li>
</ul>
<br />
<br />
Een eerbetoon lijkt nodig, want het jazzicoon ontbreekt nog weleens in de lijstjes met de allergrootste jazzmuzikanten. ,,Hij is zeker niet in de vergetelheid geraakt, muzikanten als Dexter Gordon blijven altijd'', werpt Ineke, zelf een van Neerlands meest vooraanstaande jazzslagwerkers, tegen. ,,Misschien is hij in de VS wel een beetje uit het zicht geraakt, omdat hij in de jaren zestig naar Europa verhuisde. In Europa is hij altijd in the picture gebleven. Door de film <i>'Round Midnight</i> (1986), waarin hij de hoofdrol speelde (goed voor een Oscarnominatie), is hij ook in Amerika in ere hersteld.''<br />
<br />
<b>Onderschat</b><br />
Gordons verdiensten moeten volgens Ineke niet worden onderschat. ,,Dexter ontwikkelde de taal van de bebop naar de tenorsax. Hij was een van de eersten die bebop op de tenorsax speelden. Charlie Parker was de grondlegger van de bebop, maar hij speelde alt en Dexter tenor.''<br />
<br />
<blockquote class="tr_bq">
<span style="font-size: x-large;"><b><i>'Dexter ontwikkelde de taal van de bebop naar de tenorsax'</i></b></span></blockquote>
<br />
Bij zijn studenten aan het Koninklijke Conservatorium Den Haag ziet hij nog altijd het belang van Dexter Gordon. ,,Ik ken heel veel jonge jazzmuzikanten die nog steeds naar hem luisteren. Dexter was ook van grote invloed op John Coltrane, in zijn oude opnames hoor je dat duidelijk.''<br />
<br />
De flamboyante jazztrompettist Miles Davis schreef in zijn autobiografie dat Dexter Gordon hem leerde dat het belangrijk was om goed gekleed te gaan. <a href="https://www.icp.org/browse/archive/objects/dexter-gordon-royal-roost-nyc" target="_blank">Herman Leonards foto van Dexter Gordon in de Royal Roost in 1948</a>, waarop hij een sigaret rookt met zijn sax op schoot en de rook boven zijn hoofd kringelt, is misschien wel de meest iconische jazzfoto ooit gemaakt.<br />
<br />
Ineke bracht onlangs de cd <i>Dexternity</i> uit met stukken van Dexter Gordon. In de jaren 70 was hij diens vaste drummer tijdens de Europese tournees van de saxofonist, die toen in Kopenhagen woonde. Volgende maand verschijnt de lp <i>Fried Bananas</i>, een oude opname van de VPRO van een optreden van Gordon uit 1972 in Heemskerk met Ineke op drums en diens partner in crime Rein de Graaff op piano.<br />
<br />
<b>Timing</b><br />
Ineke leerde veel van Gordon. ,,Hij had een bijzondere timing, hij speelde altijd achter de beat. Ik moest daar in het begin wel aan wennen. Ik had eerder met Hank Mobley gespeeld, die had het een klein beetje, maar Dexter speelde wel heel lui. Als drummer moet je daar niet in meegaan, anders krijg je geen magie. Je moet boven op de beat zitten, stuwend spelen, los maar toch strak.''<br />
<br />
De illustere Gordon was als persoon heel toegankelijk, herinnert Ineke zich. ,,Zoals hij in de film <i>'Round Midnight</i> was, was hij in het echt ook. De manier waarop hij liep en praatte. Dat relaxte uitte zich ook in zijn spel, dat spelen achter de beat, de <i>laidback time</i>. Dexter gedroeg zich niet als een <i>star</i>, dat had hij helemaal niet nodig, want hij was een grote <i>personality</i>.'' Letterlijk, want Dexter Gordon was 1 meter 98 en dat leverde hem de bijnaam Long Tall Dexter op.<br />
<br />
<blockquote class="tr_bq">
<span style="font-size: x-large;"><b><i>'Dexter hoefde zich niet als een star te gedragen, want hij was een grote personality'</i></b></span></blockquote>
<br />
Warme herinneringen koestert Ineke aan Gordon. ,,In Wuppertal begeleidden we een zangeres. Ze zong een ballad en ik wilde het klein houden, dus ik had mijn brushes niet helemaal uitgeschoven. Op een gegeven moment boog Dexter zich naar me toe en hield zijn hand aan zijn oor en zei: <i>'Hey Ineke, open up those motherfuckers!'</i><br />
<br />
In 1983 speelde Gordon met zijn band op North Sea Jazz, en ik speelde met mijn groep in een andere zaal. Ik wilde Dexter nog snel gedag zeggen, voordat ik op moest. Ik rende naar de Jan Steenzaal - het festival was toen nog in het Congresgebouw in Den Haag. Er was een lange gang van de artiestenbar naar de uitgang waar de artiesten naar hun hotel konden gaan. Ik rende door die lange gang en kon nog net zien dat Dexter aan het andere eind de deur uit ging. Ik riep hem en hij draaide zich om en schreeuwde terug: <i>'Ineke! S.O.S.! Same Old Shit!' </i>Na al die jaren was er nog niks veranderd.''<br />
<br />
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="270" src="//www.dailymotion.com/embed/video/xqzyq" width="100%"></iframe><br />
<a href="http://www.dailymotion.com/video/xqzyq_dexter-gordon-night-in-tunisia-1964_music" target="_blank">Dexter Gordon ~ Night In Tunisia [1964]</a> <i>door <a href="http://www.dailymotion.com/madafonka2" target="_blank">madafonka2</a></i><br />
<h3>
<span style="background-color: white;">Twee jazzreuzen in Amersfoort</span></h3>
<span style="background-color: white;"><i>Twee jazzgiganten speelden op 10 november 1963 in bardancing <a href="http://petesboogie.blogspot.com/2009/02/dexter-gordon-was-in-amersfoort.html" target="_blank">In den Poortwal</a> in Amersfoort: Dexter Gordon en Rahsaan Roland Kirk. Het optreden was georganiseerd en werd gefilmd door de AVRO (zie video hierboven). </i></span><br />
<span style="background-color: white;"><i><span style="background-color: #999999;"><br /></span>
<span style="background-color: white;">Om de intieme sfeer van een jazzclub te creëren en vanwege de nabijheid van Hilversum, had regisseur Theo Ordeman - die een jaar eerder tv-geschiedenis schreef met Open het Dorp - zijn oog laten vallen op de Poortwal, een van de eerste bar-dancings in de regio. Gordon speelde een vlammende versie van de standard A Night in Tunisia. </span></i></span><br />
<span style="background-color: white;"><i style="background-color: white;"><span style="background-color: #999999;"><br /></span>
<span style="background-color: white;">,,Dexter is in grote vorm'', oordeelt saxofonist en vriend Hans Dulfer. ,,Als ik de opnames terugzie, ben ik zeer onder de indruk van de muziek'', zegt Daniel Humair, de Zwitserse drummer die Gordon en Kirk in de Poortwal begeleidde. Het optreden is verschenen in de dvd-serie Jazz Icons en wordt in de pauze van het concert van Eric Ineke JazzXpress vertoond. </span></i></span><br />
<span style="background-color: white;"><i style="background-color: white;"><span style="background-color: #999999;"><br /></span>
<span style="background-color: white;">De 'godfather van de Britse blues' John Mayall speelde ook ooit in de Poortwal, maar van oude glorie is niets meer over. Eigenaren Ties en Greetje van Ramselaar, toen ook uitbaters van De Grote Slok, zijn al jaren dood. Het pand aan de Achter de Arnhemse Poortwal, waar als laatste café het Doktertje in zat, werd in 2001 gesloten. Het maakt een vervallen indruk.</span></i></span><br />
<table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto; text-align: center;"><tbody>
<tr><td style="text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEj-mV_OL5hFBy31r9FwdoX6WPmlMeIJoN7P29xKflv3erghLuYkfpgy9l4iZ3ufZEjmHhYVwfVONqJYQpm1swpf8xs6prYft2zPVlo_eE5EAPZDJMezF8_lGmEz9WizjL2n_gvTVhSpN2k/s1600/download.jpg" imageanchor="1" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" height="211" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEj-mV_OL5hFBy31r9FwdoX6WPmlMeIJoN7P29xKflv3erghLuYkfpgy9l4iZ3ufZEjmHhYVwfVONqJYQpm1swpf8xs6prYft2zPVlo_eE5EAPZDJMezF8_lGmEz9WizjL2n_gvTVhSpN2k/s320/download.jpg" width="320" /></a></td></tr>
<tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;">In den Poortwal: vergane glorie.</td></tr>
</tbody></table>
<br />
<br />
Dit artikel verscheen eerder in <a href="http://www.ad.nl/amersfoort/eerbetoon-aan-dexter-gordon~acc3f83e/" target="_blank">AD Amersfoortse Courant</a>.Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-89339762831766338162016-08-21T13:16:00.000+02:002016-08-21T13:23:22.960+02:00De La Soul: ‘Hiphop is geen kindermuziek’<table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto; text-align: center;"><tbody>
<tr><td style="text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhpL1sDrZS1phs4A-xyuZBMUszy8A_WEd2npu013y1wgI8b93nHbE9IdHuTCV5AMx8N5dM_k-XQEtJUO8bvcvR7Yu1-cEjwQqpvGIapfQE8K85GBKnkUR0euDuUGwffX2wsCfqIdEFfe8A/s1600/De_La_Soul_by_foto_di_matti.jpg" imageanchor="1" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" height="181" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhpL1sDrZS1phs4A-xyuZBMUszy8A_WEd2npu013y1wgI8b93nHbE9IdHuTCV5AMx8N5dM_k-XQEtJUO8bvcvR7Yu1-cEjwQqpvGIapfQE8K85GBKnkUR0euDuUGwffX2wsCfqIdEFfe8A/s320/De_La_Soul_by_foto_di_matti.jpg" width="320" /></a></td></tr>
<tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;">Dave, Mase en Pos van De La Soul Foto: Matti Hillig</td></tr>
</tbody></table>
<br />
<b><a href="http://www.wearedelasoul.com/" target="_blank">De La Soul</a> is na bijna dertig jaar uitgegroeid tot een instituut van alternatieve, avontuurlijke hiphop. Een nieuwe revolutie hoef je niet meer te verwachten van Dave, Posdnuos en Maseo, maar hun nieuwe, negende album <i>And The Anonymous Nobody</i> bewijst dat het trio nog niet uitgeblust is. “Elke artiest die successen uit het verleden probeert te herhalen, faalt.”</b><br />
<br />
<br />
<ul>
<li><b>Lees ook:</b> <a href="http://petesboogie.blogspot.nl/2011/11/a-tribe-called-quest-reizigers-in-muziek.html" target="_blank">A Tribe Called Quest: Reizigers in muziek</a></li>
</ul>
<br />
<br />
<b>Wat een cryptische titel: <i>And The Anonymous Nobody</i>. Wat is de betekenis?</b><br />
<b>Maseo:</b> “De titel slaat op een groep mensen die samenkomt om deel uit te maken van een mooi project, zonder met de eer te willen strijken. Ik bedoel de mensen die geld hebben gedoneerd via de crowdfundingsite Kickstarter. Zij hebben geld betaald en vroegen er niks voor terug, ze wilden alleen dat De La Soul een geweldige plaat zou maken en daar vertrouwen in hadden.”<br />
<br />
<b>Jullie hebben zelf de muziek ingespeeld voor het album, en die vervolgens gesampled. Ik kan me voorstellen dat het zelf schrijven van muziek best een uitdaging is als je gewend bent te samplen.</b><br />
“Het is eigenlijk makkelijker. Als je van een plaat samplet, hoor je misschien de blazers en de drums tegelijk. Nu konden we die van elkaar scheiden.<br />
<br />
We hebben samengewerkt met dezelfde muzikanten die we al een jaar of tien gebruiken. Ze komen uit Californië en heten de Rhythm Roots Allstars. We hielden jamsessies en dat leverde 300 uur muziek op. Het was een wisselwerking tussen ons en de band. Soms gebeurde er iets en dat gaf ons weer ideeën waarop we voortborduurden. Maar meestal ontstond het organisch. Van documentaires over The Ohio Players en Parliament-Funkadelic hebben we geleerd dat de beste muziek vaak in een mum van tijd ontstaat, terwijl ze al uren aan het jammen waren.”<br />
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/b5x2NROm8tc" width="100%"></iframe><br />
<br />
<a name='more'></a><br />
<b>Tegenwoordig is het samplen van andermans muziek onbetaalbaar geworden. Jullie werden zelf ooit door The Turtles gedaagd voor 1,7 miljoen dollar. Is het schadelijk voor hiphop dat samplen zo duur is geworden?</b><br />
“Dat niet, maar het stelt je wel voor een uitdaging. Er zijn veel mensen in de hiphop die nog steeds oorspronkelijke muziek maken, die samplen en het zodanig manipuleren dat je het niet meer herkent. De zakelijke kant van het samplen heeft het creatieve proces gestimuleerd.”<br />
<br />
<b><i>The Anonymous Nobody</i> telt veel gastoptredens. Waarom?</b><br />
“We hebben wel vaker met anderen samengewerkt, zoals Chaka Khan. Dat doen we omdat we fan van hen zijn. Vaak maken we muziek waar de stem van bepaalde mensen bij hoort. En dan hopen we dat ze willen meewerken. Onze verlanglijst was eigenlijk langer dan wie er uiteindelijk op de plaat staan. Dit zijn de mensen die we konden krijgen.”<br />
<br />
<b>Snoop Dogg op een De La Soul plaat. Vreemde combi?</b><br />
“Helaas hebben mensen bepaalde beelden bij hiphop, en luisteren ze niet naar de muziek. Niemand vond de samenwerking van Snoop met Damon Albarn raar. Dat is ook een vreemde combi. Dat De La met Snoop samenwerkt, verwacht je niet. Maar het is een fantastisch nummer geworden. We vullen elkaar aan. Het gaat om de muziek. Als we ons eens niet zouden richten op de beelden, maar op de muziek, dan houdt de politieke retoriek rondom de muziek op over waarom mensen wel of niet mogen samenwerken. Mensen hadden verwacht dat we een plaat zouden maken met Mos Def, omdat we uit hetzelfde hout gesneden zijn. Maar waarom zouden we niet een plaat kunnen maken met Snoop Dogg? Naar mijn gevoel zijn wij ook uit hetzelfde hout gesneden. Dat stuk hout is hiphop.”<br />
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/7vDVDo9w20w" width="100%"></iframe><br />
<br />
<b>Jullie werken ook samen met David Byrne. Die zit toch wel in een heel andere hoek.</b><br />
“Zoals ik al zei, we zijn fan en willen graag met ze samenwerken. Toch krijgen we minder vragen over David Byrne dan over Snoop. Vanwege de beelden die leven in de hiphop denken mensen dat De La aan de ene kant van het hiphop-spectrum zit en Snoop aan de andere kant. Mensen denken dat we met Snoop samenwerken omdat hij populair is en we zo meer platen hopen te verkopen. Terwijl het Snoops idee was om een plaat met De La Soul te maken. Hij benaderde ons een jaar geleden omdat De La Soul de enige groep was uit zijn tijd met die hij nooit een plaat had gemaakt. Hij had eerst het idee om dat samen te doen met Pharrell Williams, maar het liep anders.”<br />
<br />
<b>Maar David Byrne komt niet uit de hiphop.</b><br />
“Damon Albarn ook niet. Het gaat om muziek maken. Ik ben een fan van David Byrne, zoals ik ook een fan ben van George Clinton. En hij is ook geen hiphopartiest.”<br />
<br />
<b>Je zou kunnen zeggen dat De La Soul een vergelijkbare alternatieve benadering van muziek als David Byrne.</b><br />
“Dat zou kunnen. Het gaat eigenlijk alleen maar om het nummer. Recensenten en journalisten proberen er altijd iets achter te zoeken, maar zo diep is het niet. Het is gewoon een goed nummer, dat bij David Byrne paste. Toen we het maakten hoopten we dat hij ja zou zeggen. En toen hij het hoorde, had hij zoiets van yes! En hij hoopte dat hij kon leveren wat wij zochten. Dat een icoon als hij met plezier onze aanwijzingen opvolgde, was een heel bijzonder gevoel.<br />
<br />
Ik wou dat iedereen die niet zelf muziek creëert kan zien hoe een creatief proces werkt. Wij zijn geen buitenaardse wezens. Iedereen denkt altijd dat er een of ander wetenschappelijke gedachte achter de muziek zit. Nee, het gaat er alleen maar om dat het goed voelt. We gaan blanco de studio in, met slechts de liefde en energie om muziek te maken.”<br />
<br />
<b>Wat is de groepsdynamiek in De La Soul? Speelt elk lid een eigen rol?</b><br />
“Er is geen vast proces. Iedereen doet hetzelfde. Je weet nooit waar de ideeën vandaan komen. Iedereen kan de leider zijn, dat kan per nummer gebeuren, nooit voor een heel album. Als iemand een goed idee voor een nummer heeft, bouw je daar op voort.”<br />
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/58VSrAn9gGo" width="100%"></iframe><br />
<br />
<b>De La Soul bestaat bijna dertig jaar. Hoe houden jullie het al zo lang met elkaar uit?</b><br />
“Vriendschap en broederschap. We hebben altijd hetzelfde doel voor ogen gehad, en het is een zegen dat het na al die jaren nog hetzelfde is gebleven. Niets is voor altijd, maar ik voel me gezegend dat het al dertig jaar voortduurt. Natuurlijk maken we wel eens ruzie. Dat maakt het juist nog beter, iedereen is eerlijk. Dit is geen scène uit The Brady Bunch of The Cosby Show, dit is het echte leven. Er zijn meningsverschillen, teleurstellingen, goede tijden en slechte tijden. In die dertig jaar hebben we familieleden verloren. Pos verloor zijn vader in de begintijd, Dave verloor beide ouders een jaar of tien geleden. We zijn mensen. Hahaha! We hebben onze persoonlijke en gezamenlijke problemen. We werden een familie door alle beslommeringen samen door te maken.”<br />
<br />
<b>Waar ruziën jullie over?</b><br />
“Dat is persoonlijk.”<br />
<br />
<b>Hebben jullie wel eens artistieke meningsverschillen?</b><br />
“Nooit. We dagen elkaar uit om iets geweldigs te maken. Maar dat is nooit ruzie, dat is leuk. Samen optrekken met je maten en iets creëren is lol. De droom is werk geworden, en ik hou van mijn baan.”<br />
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/X3LtROwMAqk" width="100%"></iframe><br />
<br />
<b>Jullie debuutalbum <i>Three Feet High and Rising</i> (1989) wordt binnen en buiten de hiphop gezien als een klassieker. Hebben jullie met elk album dat jullie sindsdien hebben gemaakt het gevoel gehad dat jullie <i>Three Feet High…</i> moesten overtreffen?</b><br />
“Nee, ik moet muziek maken die weerspiegelt wat mijn leven op dat moment is. Ik kan dat album nooit overtreffen. Die plaat is het begin. Er hangt zo veel onschuld omheen. Het waren drie jonge jongens met een droom, die geen benul hadden van de muziekindustrie. Nu ben ik een oude rot en ik heb kinderen en kleinkinderen, dus moet ik dat nu weer gaan doen? Nee. Ik kijk niet achterom. Ik ben het zelfs een beetje vergeten.”<br />
<br />
<b>Is zo’n veelgeprezen debuut een vloek, een schaduw die altijd over de rest van je carrière hangt?</b><br />
“Alleen als je dat zelf toelaat. Ik weiger toe te geven aan die druk. Ik wil niet aan die verwachting voldoen. Er zullen vast mensen zijn die dat wel willen. Maar dat zijn mensen die zelf niet creëren. Dat is altijd het probleem geweest. Mensen willen altijd dat je nog eens hetzelfde maakt, of iets beters. Dat kan niet. Elke artiest die successen uit het verleden heeft geprobeerd te herhalen, heeft gefaald. Je moet het laten voor wat het is en verder gaan. Zoals Prince.”<br />
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/FJEzEDMqXQQ" width="100%"></iframe><br />
<br />
<b>Jullie eerste drie albums werden geproduceerd door jullie ontdekker en mentor Prince Paul (Stetsasonic). Daarna gingen jullie je eigen weg. Waarom stopte de samenwerking?</b><br />
“Het was een natuurlijk proces. Paul vond dat we na ons tweede album <i>De La Soul Is Dead</i> (1991) waren gegroeid en alles al zelf deden. Samenwerken met Prince Paul was een comfort zone. We produceerden zelf al vanaf het begin, maar we noemden hem de producer omdat hij en grote rol speelde in het opbouwen van ons zelfvertrouwen in de studio, en te muziek maken op een professioneel niveau. Paul wilde al opstappen tijdens ons derde album <i>The Buhloone Mindstate</i> (1993), maar wij hadden hem nog nodig. Toen we aan ons vierde album <i>Stakes is High</i> (1996) begonnen, hadden wij het gevoel dat we Paul nog steeds nodig hadden, maar hij was te druk met andere projecten, zoals The Gravediggaz.”<br />
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/QU9jrGNgX4Y" width="100%"></iframe><br />
<br />
<b><i>The Buhloone Mindstate</i> was een artistiek succes, maar een commerciële flop. Speelde dat mee om niet meer met de eigenzinnige Paul samen te werken op het wat conventionelere <i>Stakes is High</i>?</b><br />
“Ik weet niet waar dat idee vandaan komt. We hebben nog nooit doelbewust een commerciële plaat gemaakt, al willen we natuurlijk wel geld verdienen. Maar ik wil een plaat maken waar ik mijn ziel in leg. Toen we <i>Stakes is High </i>maakten, waren de stakes ook high, er stond veel op het spel. De muziekindustrie veranderde. De rapplaten die toen gemaakt werden hadden niet zo veel meer te maken met hiphop. Het ging meer om de beelden rond hiphop dan om hiphop zelf. De stakes waren high voor De La en voor hiphop.<br />
<br />
Nee, ik heb nooit gehoord dat onze toenmalige platenmaatschappij Tommy Boy van ons af wilde. Maar na het gebrek aan succes van <i>The Buhloone Mindstate</i>, moest <i>Stakes is High</i> voor ons de doorslag geven of we nog door zouden gaan. We spraken hier recent nog over. Als we terugkijken op onze platen, was het niet zo dat we ontevreden waren over <i>The Buhloone Mindstate</i>. Maar we waren ons niet bewust van de verandering in de muziekindustrie en de creatieve verandering in hiphop, dat het meer om de beelden ging dan om de muziek. <i>The Buhloone Mindstate</i> was een geweldige plaat, maar de platenmaatschappij steunde het niet omdat het niet voldeed aan hun criteria. <i>Stakes is High</i> moest een afspiegeling zijn van de tijd, waar wij als groep doorheen gingen en wat we zagen gebeuren in de muziekindustrie. Omdat <i>Stakes is High</i> het succes had dat we verwachtten, zijn we doorgegaan. Het werd slechts een gouden plaat, maar het had de impact die we wilden. Rappers gingen naar zichzelf kijken. Het album was het begin van de carrière van Mos Def en de wedergeboorte van Common. <i>Stakes is High</i> bracht weer balans in hiphop. ”<br />
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/JMoHezlA0a0" width="100%"></iframe><br />
<br />
<b>Hoe staat hiphop er momenteel voor?</b><br />
“Het wordt langzaam aan weer uitdagender op creatief gebied. Vanuit zakelijk oogpunt is het florerend. Artiesten behalen successen waarvan wij alleen maar kunnen dromen. De grens tussen hiphop en pop vervaagt. Het is <i>one nation under a groove</i>. Dat heeft zijn negatieve kanten, maar als je het positief bekijkt is het heel succesvol.<br />
<br />
Artiesten kunnen popmuziek maken zonder veroordeeld te worden. In onze tijd was pop taboe. Iedereen verkoopt uit, het gaat erom dat je je ziel niet verkoopt. Vroeger probeerde men een artiest te manipuleren zodat hij niet succesvol zou zijn. Waarom mochten wij niet net zo veel platen verkopen als The Beatles? Elke keer als een rapper platina ging, zou hij sell-out zijn. Dat is het ergste dat je iemand die van zijn muziek wil leven kunt aandoen.<br />
<br />
Als die plaat van Vanilla Ice nu uitkwam, zou niemand er een probleem mee hebben. Dat gezeur over echte hiphop. Dat zeiden we toch ook niet toen Paul Simon zwarte, Afrikaanse muziek maakte? Natuurlijk, Vanilla Ice heeft het over zichzelf afgeroepen omdat hij nep was. Maar <i>Ice Ice Baby</i> was een goede plaat. Nog steeds. Die sample van Queen is fantastisch. Maar vind ik Vanilla Ice een MC? Nee. Ghostwriters bestonden al lang voor Vanilla Ice. Grandmaster Caz was de ghostwriter van Rappers Delight. Een of andere gozer met een matje uit Los Angeles was de ghostwriter van Ice Ice Baby.<br />
<br />
Maar over de creatieve kant van hiphop ben ik optimistisch. Hiphop krabbelt altijd weer overeind. Het genre zal altijd groeien, je krijgt in 2016 ook niet meer de R&B zoals die in de jaren zeventig klonk. Wij hebben onze tijd gehad, en er zal altijd iemand van 16 jaar zijn die op een bepaald moment de controle heeft over de muziekindustrie. Je weet wel, die plaat waar ouders een hekel aan hebben. Van de hiphop die nu uitkomt is er veel dat ik goed vind en veel dat ik niks vind. Soms kan ik me er niet mee identificeren omdat ik 46 ben, maar dat hoeft ook niet. “<br />
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/CsCLJ2F0KPQ" width="100%"></iframe><br />
<br />
<b>De meeste hiphopfans zijn tieners. Voel je je wel eens oud?</b><br />
“Veel hiphopfans zijn ook in de vijftig. Ik voel me zo oud als ik ben. Ik heb geen ambitie om populair te zijn bij de jeugd. Ik maak muziek voor iedereen die het goed vindt. Ik wil dat een 15-jarige net zo veel van mijn muziek geniet als van Bob Marley, Michael Jackson of Prince, en die zijn dood. Er zijn kleuters die fan van Michael Jackson zijn zonder dat ze hem ooit hebben zien optreden. Ik wil dat het stigma verdwijnt dat je tot een bepaalde leeftijd naar hiphop kunt luisteren. Hiphop is geen kindermuziek, het is gewoon muziek.”<br />
<br />
<b>Je eigen kinderen zijn onderhand ook volwassen. Hoe kijken zij tegen De La Soul aan?</b><br />
“Ze zijn trots op me. Voor hen is het altijd zo geweest, dus het is normaal. Maar nu ze ouder worden, zien ze het effect dat muziek heeft op andere mensen en beseffen ze wat ik beteken voor de wereld.”<br />
<br />
<b>Vinden ze het cool dat hun vader een beroemde rapper is?</b><br />
“Nee, voor hen ben ik gewoon papa. Mijn kinderen houden meer van Busta Rhymes dan van mij, hahaha! En toen ontmoetten ze Busta persoonlijk. En het was zo mooi om hun reactie op Busta met mij te zien. Busta is een jaar of zes jonger, ik zie hem als mijn kleine broertje. Ze konden niet geloven dat Busta blij was om mij te zien. Voor mijn kinderen was het een openbaring.”<br />
<br />
Dit artikel verscheen eerder in <a href="http://www.popmagazineheaven.nl/de-la-soul-hiphop-geen-kindermuziek" target="_blank">popmagazine Heaven</a>.Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-74327967716323989592016-08-12T10:07:00.002+02:002024-01-26T07:00:28.167+01:00Antônio Carlos Jobim: elke noot een juweel<iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture; web-share" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/-UVGcQHNCnw?si=c_a9cXuHVhomhyyz" title="YouTube video player" width="100%"></iframe><br />
<br />
<b>Wie naar Brazilië gaat, komt niet om Antônio Carlos Jobim heen. Zo landt je in Rio de Janeiro op het vliegveld dat zijn naam draagt. Reizend door de jadegroene heuvels met daarboven de azuurblauwe lucht met kandijwitte wolkenpartijen, beginnen zijn fluwelen melodieën automatisch in je hoofd te klinken. En als je eenmaal weer thuis in Nederland naar zijn muziek luistert, verschijnen de spectaculaire vergezichten, de weelderige natuur en bontgekleurde vogels op je netvlies.</b><br />
<b><br /></b>
<b>Lees ook:</b><br />
<ul>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2005/06/bossa-nova-puur-natuur.html">Bossa nova: puur natuur</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2015/10/marcos-valle-bossa-nova-avonturier.html">Interview: Marcos Valle: bossa nova avonturier</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2010/10/caetano-veloso-is-nog-niet-tevreden.html">Interview: Caetano Veloso is nog niet tevreden</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2013/08/gilberto-gil-verboden-te-verbieden.html">Interview: Gilberto Gil: verboden te verbieden</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2014/04/wk-2014-14-braziliaanse-platen-die-je.html">De Braziliaanse platen die je gehoord moet hebben</a></li>
<li><a href="http://petesboogie.blogspot.com/2011/04/os-mutantes-live-tolhuistuin-amsterdam.html">Bekijk: Os Mutantes live in Amsterdam</a></li>
</ul>
<br />
Antônio Carlos Brasileiro de Almeida Jobim, in zijn vaderland liefkozend Tom genoemd, werd op 25 januari 1927 geboren in Rio de Janeiro. Als jonge tiener al streefde hij, aangemoedigd door zijn stiefvader, een carrière als muzikant na. Zijn invloeden waren de impressionistische componisten Claude Debussy en Maurice Ravel naast de west coast jazz van Art Pepper en Chet Baker. Medio jaren vijftig ontketende de componist, arrangeur, pianist en zanger samen met gitarist João Gilberto een muzikale revolutie met een nieuwe vorm van samba, die niet temperamentvol en uitbundig was, maar juist ingetogen en intiem: de <a href="http://petesboogie.blogspot.nl/2005/06/bossa-nova-puur-natuur.html" target="_blank">bossa nova</a>. Zwoel als een zomerbries zette deze lichtvoetige muziek Brazilië mondiaal op de kaart om vooral in de Verenigde Staten weerklank te vinden. Zo nam jazzsaxofonist Stan Getz in 1963 met Jobim en Gilberto de onsterfelijke wereldhit <i>The Girl From Ipanema</i> op. Ook een superster als Frank Sinatra liet Jobim invliegen om een album met hem te maken.<br />
<br />
De verfijnde muziek van Jobim mag op menigeen overkomen als muzak, wie zijn oren spitst ontdekt een rijkdom aan kleuren, geuren en smaken. Eenvoudige melodieën op bedwelmende, subtiele ritmes leveren dramatische effecten op. Jobim smolt jazz en klassiek als vanzelfsprekend samen. Het beluisteren van een meesterwerk als <i><a href="https://play.spotify.com/album/2dsmGxE74ufKZgSFpEMxel?play=true&utm_source=open.spotify.com&utm_medium=open" target="_blank">Stone Flower</a></i> uit 1970 is net zo’n genotvolle ervaring als het drinken van een glas gerijpte wijn of het roken van een goede sigaar.<br />
<br />
Jobim zou begin volgend jaar negentig kaarsjes hebben uitgeblazen, ware hij niet op 8 december 1994 overleden aan een hartstilstand na een operatie om een kwaadaardige tumor in zijn blaas te verwijderen. Ruim twintig jaar na zijn dood behoren liedjes als <i>Águas De Março</i>, <i>Agua De Beber</i> en <i>Desafinado</i> nog altijd tot het standaardrepertoire van Braziliaanse artiesten en jazzmuzikanten over de hele wereld. Heaven sprak met de Braziliaanse popster en Jobim’s voormalige buurman <b>Marcos Valle</b> (72), de Italiaanse acidjazzproducer <b>Nicola Conte</b> (52) en zangeres <b>Lilian Vieira</b> (49) van het Brazilecrotrio Zuco 103 over de genialiteit en de betekenis van Antônio Carlos Jobim.<br />
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/DmV0TcTNJ3o" width="100%"></iframe><br />
<a name='more'></a><br />
<h3>
Zijn impact</h3>
<b>Vieira:</b> “Samen met Carmen Miranda heeft Tom Jobim de Braziliaanse muziek mondiaal bekend gemaakt en daarmee het land op de wereldkaart gezet. Jobim is een nationale held. Niet voor niets kreeg hij een staatsbegrafenis.”<br />
<br />
<b>Valle:</b> “De impact van de bossanova eind jaren vijftig was enorm. Het was de juiste muziek op de juiste tijd. Onder president Juscelino Kubitschek kende Brazilië een periode van economische voorspoed. De bossa nova verklankte het optimisme van die jaren. Op muziekgebied had je weliswaar de samba, maar dat waren droevige liedjes. Jobim was romantisch, nooit pessimistisch. Hij schreef wel over verlies, zij het dat er altijd hoop was. En dat weerspiegelde toen precies de verwachtingen van de mensen in het land. Samen met João Gilberto en de dichter Vinícius de Moraes vormde hij een volmaakte drie-eenheid: een geniale componist, vertolker en tekstdichter. Aanvankelijk was de bossanova vooral muziek voor de middenklasse, maar al snel hield heel Brazilië ervan. Uiteindelijk stond de bossanova voor de schoonheid van Brazilië: de zon, het strand, het goede leven.”<br />
<br />
<b>Vieria:</b> “Braziliaanse muziek was uitbundig en opeens kwam daar iets heel introverts. Het was alsof de samba honger had en de bossanova zich had overeten. De bossa beschreef de liefde op een delicate manier, terwijl het in de samba van de daken werd geschreeuwd. Dat werd aanvankelijk niet zo gewaardeerd. Men klaagde dat João Gilberto vals zong, dat hij een buikspreker was omdat hij bij het zingen zijn mond amper opendeed. Als reactie schreef Tom Jobim <i>Desafinado</i>, een woord dat ook vals zingen betekent. <i>Als ze zeggen dat ik vals zing, mijn schat, doet dat mij veel pijn, alleen bevooroordeelde mensen hebben de oren die jij hebt. </i>Zo’n nare reactie is typisch Braziliaans. Toen de elektrische gitaar opkwam, werd er ook geprotesteerd. Alles wat nieuw is krijgt tegengas van mensen die bang zijn tradities te verliezen.”<br />
<br />
<b>Valle:</b> “In de jaren zestig klaagde Jobim weleens tegen me dat het volk niet van hem hield. Hij dacht dat zijn muziek te complex was voor een groot publiek. ‘Doe niet zo gek, man’, reageerde ik dan. Maar in de jaren zeventig, toen hij begon te praten met de gewone man op straat, kwam ik hem een keer tegen in de supermarkt en liet hij zich ontvallen: ‘Marcos, nu houden de mensen wél van me.’”<br />
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/n81JA6xSbcs" width="100%"></iframe><br />
<br />
<h3>
Zijn genialiteit</h3>
Conte: “Jobim had een gevoel voor melodie dat iedereen aansprak. Zijn nummers bevatten akkoordenschema’s uit de klassieke muziek en jazz, maar hij gebruikte ook elementen van grote Amerikaanse componisten als Cole Porter en George Gershwin, wat hij dan weer vermengde met de dromerige sambamelodieën van de crooners uit de jaren dertig. Zijn muziek was heel vooruitstrevend, zij het op een intieme manier. Jobim was zowel melodramatisch als romantisch, je kan de kust en de bergen van Rio zien.”<br />
<br />
<b>Vieira:</b> “Zijn sfeervolle muziek is heel visueel. De noten die hij speelt, je ziet als het ware voor je wat er gebeurt. Dat heeft hij van zijn favoriete componist Claude Debussy.”<br />
<br />
<b>Valle:</b> “Jobim besteedde veel zorg aan het geheel. Het belangrijkste van muziek is een mooie melodie. Maar je moet ook denken aan de harmonie en het ritme. Jobim was heel zorgvuldig in hoe hij een akkoord opbouwde, als een architect. Achter elke melodie zette hij tegentonen. Zelfs als bijna niemand het hoorde, vond hij dat nog belangrijk. Elke noot was een juweel voor hem. Jobim was een edelsmid. “<br />
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/PHIe9B5plDI" width="100%"></iframe><br />
<br />
<h3>
Zijn lessen</h3>
<b>Conte:</b> “Ik heb van Jobim geleerd hoe je bepaalde bewegingen in een nummer kunt brengen met het gebruik van bepaalde akkoorden. En dan toch de melodie simpel houden. Wat bossa nova verder zo modern maakt, is dat de liedjes niet gebaseerd zijn op de popstructuur van couplet-refrein-couplet-refrein-brug-couplet-refrein. Dat was heel vooruitstrevend voor die tijd.”<br />
<br />
<b>Vieira:</b> “De verfijning van de harmonieën. Je moet echt bij de les te blijven om het mooi te kunnen zingen.”<br />
<br />
<b>Valle:</b> “Jobim gaf me ooit een boek over orkestratie, dat hij op zijn beurt had gekregen van zijn muziekleraar. Die docent had er een opdracht in geschreven: ‘Voor mijn zeer bijzondere leerling’. Jobim gaf het aan mij en zei: ‘Marcos, lees dit boek, maar lees niet te veel, want anders verlies je je intuïtie.’ Jobim’s belangrijkste les is: besteed de nodige aandacht aan elke noot, met geduld en liefde. Denk nooit dat een compositie af is, kijk er later nog eens goed naar. Misschien vind je morgen of volgende week of volgende maand nog een noot waaraan je nog niet had gedacht.”<br />
<br />
<iframe allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture; web-share" allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/eMawo-omJu0?si=m7AL2EdTgm63-TfZ" title="YouTube video player" width="100%"></iframe><br />
<br />
<h3>
Zijn invloed</h3>
<b>Conte:</b> “Jobim’s invloed op muzikanten is nog steeds enorm. Je kunt gewoon niet om zijn composities heen als je dit soort muziek wil maken. Hij is een monument, hij maakt deel uit van ons cultureel erfgoed. Zijn werk is tijdloos.”<br />
<br />
<b>Valle:</b> “Heel wat jongeren die <i>The Girl From Ipanema</i> leren kennen, gaan op internet zoeken naar wat Jobim nog meer heeft gemaakt. Hetzelfde geldt voor Carlos Lyra, Roberto Menescal, João Donato en ook voor mij. Jongeren herkennen de kwaliteit, in hun ogen zijn wij helden. En Jobim is hun grootste held. Nee, hij wordt niet vergeten. Platenmaatschappijen hebben zijn oude albums nog graag in hun catalogus, want ze blijven gestaag verkopen. De bossanova is de basis van de moderne Braziliaanse cultuur. Elke vader laat het aan zijn kind horen, en die geeft het weer door aan zijn eigen kind.”<br />
<br />
<b>Vieira:</b> “Vroeger had je Rádio Jornal do Brasil, die uitsluitend jazz en bossanova draaide. Maar wat je tegenwoordig allemaal voor verschrikkelijks hoort op de Braziliaanse mainstream radio. Neem de baile funk. De teksten zijn om te janken. Het is geen poëzie, het is pornografie. Alleen specialistische stations draaien nog Jobim. Toch blijft hij een alom gerespecteerd muzikant. Net zoals Ramses Shaffy in Nederland, die hoor je ook zelden of nooit meer op de radio. Ik heb het idee dat Jobim in het buitenland op meer waardering kan rekenen. Er zijn ieder geval jongeren die zijn muziek herontdekken. Ik geef les op het conservatorium in Amsterdam. Een meisje vertolkte laatst tijdens een recital <i>Eu Te Amo</i> van Tom Jobim en Chico Buarque, om te huilen zo mooi. Wat een perfectie, wat een verfijning. Als Jobim dat vanuit de hemel eens had kunnen horen. Als genoeg jongeren zijn muziek leren waarderen, wordt die vanzelf weer cool en dan ontstaat er een nieuwe bossa nova, een <i>nova bossa nova</i>.”<br />
<br />
<b>Valle:</b> “Jobim had op zijn beurt ook aandacht voor de laatste muzikale ontwikkelingen. Zijn kinderen kwamen met de nieuwste platen thuis en daar luisterde hij naar. Hij stond er voor open. En soms kon hij er echt van genieten, zelfs van rock ’n’ roll. In sommige van zijn stukken hoor je ook popelementen terug. Jobim had zijn eigen smaak, maar sloot nooit zijn oren voor wat jonge muzikanten deden. Dat heb ik niet als laatste van hem geleerd: het is belangrijk om te luisteren naar wat er gebeurt. Je vindt er altijd wel iets moois in. Denk vooral niet dat alles al is gedaan.”<br />
<br />
<b>Vieira:</b> “De tijd ging met Jobim mee. Hij bepaalde de tijd. Ook de <a href="http://petesboogie.blogspot.nl/2013/08/gilberto-gil-verboden-te-verbieden.html" target="_blank">Tropicália-beweging</a>, die eind jaren zestig Braziliaanse muziek vermengde met rock, is schatplichtig aan hem. En hij heeft ook artiesten van ver na zijn tijd beïnvloed. Jobim inspireert.”<br />
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/oK6HGw_Ympw" width="100%"></iframe><br />
<br />
Dit artikel verscheen eerder in <a href="http://www.popmagazineheaven.nl/" target="_blank">popmagazine Heaven</a>.Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-9089076297345340601.post-53812786337543497712016-08-03T14:14:00.000+02:002016-08-11T08:15:36.863+02:00Bob James: verguisd en vereerd<div class="MsoNormal">
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
</div>
<table align="center" cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="margin-left: auto; margin-right: auto; text-align: center;"><tbody>
<tr><td style="text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhJA6q3UE3zEaCjjYmZ4zUO0xNxdMRi64ImoiqNWyJ1NLS39LZirfNbLqIVt_VhTBbQ7TuG2CtP9qTATY7sCEWlYY6XjlFlLikgQTg7wONQpjPKgjYQvbseJnRScIqndDKArGrQGwfbUzw/s1600/13920136_845469748922721_7885678304390272120_o.jpg" imageanchor="1" style="margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" height="218" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhJA6q3UE3zEaCjjYmZ4zUO0xNxdMRi64ImoiqNWyJ1NLS39LZirfNbLqIVt_VhTBbQ7TuG2CtP9qTATY7sCEWlYY6XjlFlLikgQTg7wONQpjPKgjYQvbseJnRScIqndDKArGrQGwfbUzw/s320/13920136_845469748922721_7885678304390272120_o.jpg" width="320" /></a></td></tr>
<tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;">Met Bob James in de North Sea Jazz Club, 9 augustus 2016.</td></tr>
</tbody></table>
<br />
<b>In jazzkringen geniet Bob James een omstreden reputatie, maar in de hiphopwereld geldt hij als een ware held. Een exclusief interview met The Godfather Of Smooth Jazz: “Is de muziek van Mozart soms niet gladjes?”</b><br />
<b><br /></b>
“Rappers zien me als legende. Soms staan ze versteld dat ik nog leef. In hun optiek stammen mijn platen uit de prehistorie”, weet <a href="http://bobjames.com/" target="_blank">Bob James</a>, de blanke toetsenist, componist en arrangeur, die door zijn voorkomen van een universitair docent een onwaarschijnlijke hiphop-held is. “Omgekeerd heb ik geen hoge pet op van hiphop. Ik hoor zelden iets dat ik echt goed vind. Ik houd van alles dat creatief en fris is, maar hiphop vind ik doorgaans simplistisch en saai. Ik kan het niet uitstaan als iets zich eindeloos herhaalt zonder ontwikkeling en raffinement.”<br />
<br />
Kerstkind Robert McElhiney James (76) zag in eerste instantie een toekomst als studiomuzikant voor zich. Begin jaren zeventig werkte hij als arrangeur voor CTI, het label van Creed Taylor dat met George Benson, Grover Washington, Jr. en Deodato aan de wieg stond van de souljazz en jazzfunk. “Creed was zo aardig mij een soloplaat te laten maken. Ik greep die gelegenheid aan om allerlei dingen uit te proberen, in de hoop zo meer arrangeerklussen binnen te halen. Het commerciële succes van <i>One</i>,dankzij de cover van Roberta Flacks hit <i>Feel Like Makin' Love</i>, veranderde op slag mijn leven. Ik had echt nooit gerekend op een solocarrière.”</div>
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/iavr4SL5PG4" width="100%"></iframe><br />
<br />
<div class="MsoNormal">
<div class="MsoNormal">
<b>Hiphop</b><br />
De funky grooves van <i>One</i> uit 1974 en opvolger <i>Two</i> van een jaar later bleken zo’n decennium na dato een uitstekende basis voor rap te vormen. Zo werd <i>Take Me To The Mardi Gras</i> vaste prik op de vroege hiphopfeesten in de Bronx en behoort <i>Nautilus</i> tot de meest gesamplede stukken aller tijden. “Eerlijk gezegd heb ik niet veel aandacht besteed aan het opnemen van <i>Nautilus</i>. We spreken nu van lang voor het cd-tijdperk. De beste stukken zette je aan de buitenkant van de lp, want daar had je beste geluidskwaliteit vanwege de bredere groef. Het laatste nummer op de B-kant was bijgevolg meestal een albumvullertje. Niet dat ik <i>Nautilus</i> een wegwerpnummer vond, hoor, daarvoor was de groove toch te lekker.”<br />
<br />
Het eenvoudige, repeterende thema leende zich bij uitstek voor een loop, zodat <i>Nautilus</i> zijn weg vond naar de basiscollectie van talloze rapproducers. “Het is een aanstekelijke groove, ja”, beaamt James. “Ik kwam de studio binnen met niets meer dan dat baslijntje en dat pianomotiefje, de rest hebben we ter plekke geïmproviseerd. Later heb ik er nog een strijkersarrangement bij geschreven. De Oberheim synthesizer in het intro deed Creed denken aan het geluid van een onderzeeër, vandaar de titel <i>Nautilus</i>.”</div>
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/-BP1_1DpeBE" width="100%"></iframe><br />
<div class="MsoNormal">
<br />
<a name='more'></a><b>Samples</b></div>
<div class="MsoNormal">
James heeft goed verdiend aan het samplen, al zit er ook een andere kant aan de medaille. “Ik bezit alle rechten op mijn soloplaten voor CTI, wat betekent dat ik zelf actie moet ondernemen als mijn muziek zonder toestemming wordt gebruikt. Ik ben <a href="http://www.whosampled.com/Bob-James" target="_blank">meer dan duizend keer gesampled</a>, maar omdat ik hiphop niet op de voet volg, kwam ik daar vaak pas achter als het al verjaard was. Vandaar dat ik het op een gegeven moment uit handen heb gegeven. Zo vang ik toch nog aardig wat geld, terwijl ik er geen omkijken naar heb.”</div>
<br />
Gewelddadige en vrouwonvriendelijke rapteksten stellen James trouwens voor een dilemma. “Op zich wil ik niet optreden als censor. Het is niet aan mij om een juridisch oordeel te vellen of een tekst al dan niet aanstootgevend is. Als mijn naam er direct mee in verband kan worden gebracht, kan ik er wel een moreel probleem mee krijgen. Dat speelt trouwens zelden of nooit, want de titel is meestal anders, net zoals de melodie. Maar sommige nummers vond ik zo stuitend dat ik het niet over mijn hart verkreeg toestemming te verlenen.”</div>
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/gaoCsmFDLcY" width="100%"></iframe>
<br />
<br />
<div class="MsoNormal">
<b>Hoererij</b><br />
“Veel albums van Bob James ontberen integriteit en belichamen de meest schaamteloze muzikale hoererij”, luidt het vernietigende oordeel van de <a href="http://www.allmusic.com/album/foxie-mw0000645797" target="_blank">All Music Guide</a>. De maker zelf kan er niet wakker van liggen. “Het is een bij voorbaat verloren strijd om de confrontatie met je critici aan te gaan. Winston Churchull heeft ooit gezegd: ‘Zoek nooit ruzie met mensen die inkt kopen in vaten.’ Recensenten hebben nu eenmaal veel macht en je bent altijd in het defensief.” James refereert aan de <em>Lexicon Of Musical Invective: Critical Assaults On Composers Since Beethoven’s Time</em>, een uitputtende verzameling recensies van grote klassieke werken. “Stravinsky werd aanvankelijk verguisd. De grote kranten in Parijs en New York vonden het herrie wat hij maakte. Maar de geschiedenis zou anders uitwijzen.”</div>
<br />
Op zich is er trouwens niets mis met gladgestreken muziek, aldus James, die overigens ook ooit tekende voor de tune van de populaire tv-serie <em>Taxi</em>. “Is de muziek van Mozart soms niet gladjes? Nou, waar hebben we het dan over? Ik heet <em>the godfather of smooth jazz</em>, al is dat niet helemaal waar, want soms is mijn muziek best ruig. Ik krijg soms de schuld of de credit voor het uitvinden van smooth jazz, omdat ik deel uitmaakte van de eerste generatie die jazz vermengde met rockelementen. Ik besef terdege dat veel mensen niets van mijn werk moeten hebben: wie van gepolijst houdt vindt het te ruig en wie van ruig houdt vindt het te gladjes.”<br />
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/8cQsLCXPYYo" width="100%"></iframe>
<div class="MsoNormal">
<br />
Eerlijk is eerlijk: heel wat albums van hem laten zich beluisteren als ordinaire muzak. Heeft mister James nou werkelijk nooit platen opgenomen waarvan hij kon voorspellen dat ze goed zouden verkopen? “Het is bijna onmogelijk voor mij om daar antwoord op te geven. Ik geloof heilig dat ik muziek maak vanuit mijn hart, maar mijn hart wil ook dat zoveel mogelijk mensen het mooi vinden. De cruciale vraag is dus of ik tijdens het componeren de noten aanpas aan wat de mensen graag willen horen. Ik hoop het niet. En als ik het onverhoopt toch doe, gebeurt het in ieder geval onbewust.”<br />
<br />
Voor commerciële opdrachtgevers werken, is uiteraard een ander verhaal. “Ik heb dat ook een tijdlang gedaan”, vertelt James. “Op een gegeven moment realiseerde ik me dat ik financieel het best beloond werd voor waar ik het minste voor hoefde te doen: licht verteerbare, voorspelbare muziek, het tegendeel van wat ik mooi, ambitieus en spannend vind. Na verloop van tijd voelde ik me een loonslaaf. Het kon uitlopen op een soort van drugsverslaving, waarvan ik dan moest afkicken. Dus besloot ik er rigoureus mee te stoppen.”</div>
<div class="MsoNormal">
<br /></div>
<div class="MsoNormal">
Dit artikel verscheen eerder in <a href="http://www.popmagazineheaven.nl/bob-james-verguisd-en-vereerd" target="_blank">popmagazine Heaven</a>.</div>
Peter Schonghttp://www.blogger.com/profile/12138639054850941699noreply@blogger.com0