De Osdorp Posse is niet meer. Na twintig jaar hebben Def P cum suis er een punt achter gezet. Een goed moment om een mooie jeugdherinnering op te halen. Want de O.P. was mijn allereerste interview.
Zestien jaar was ik en ik leefde voor hiphop. En ik wilde (pop)journalist worden. Ik schreef voor het jongerenblad Catch toen ik in november 1993 de Osdorp Posse mocht gaan interviewen. Vlijmscherp was net uit.
Al weken van tevoren was ik zenuwachtig. Op de bewuste vrijdagavond dat ik met IJsblok had afgesproken brachten mijn ouders me. Naar Osdorp. Het Braillehof. Bij IJsblok thuis. Mijn ouders zetten me voor de deur af van het naargeestige flatgebouw uit de jaren '50, type probleemwijk. Het is inmiddels gesloopt. Het was donker en waterkoud. Koudwatervrees.
IJsblok deed open. Ik stapte de hal in. “De rapper is er ook”, zei IJsblok en wees naar de keuken waar Def P – toen nog met lang haar in een paardenstaart – stond af te drogen terwijl zijn tante – IJsbloks moeder - de afwas deed. IJsblok - niet gewoon moordenaar, maar moordenaarder - woonde nog bij zijn ouders. Dat er ouders waren stelde me gerust. Want klasgenoten hadden me gewaarschuwd dat de Osdorp Posse me misschien wel op m’n bek zouden timmeren als ik een kritische vraag stelde.
We gingen naar het kleine slaapkamertje van IJsblok. Def P ging op het bed zitten, IJsblok op een bureaustoel op wielen. Het interview begon. Een taperecorder had ik nog niet, dus ik moest alles neerkalken en pende als een bezetene.
Terwijl ik hun citaten opschreef, kletsten Def P en IJsblok met elkaar. Def P had Henry: Portrait of a Serial Killer op video. Ze lachten om het kleine slaapkamertje van IJsblok. Hij demonstreerde dat hij al zijn kleren in een klein kastje bewaarde, een soort kluisje dat aan de muur hing. Aan de binnenkant van het deurtje was met plakbandjes een vergeeld A4-tje opgehangen met een piece van Grandmaster Flash. Een vroege creatie van Def P.
Na het interview - mijn moeder had inmiddels vanuit een naburig cafĂ© gebeld of we al klaar waren (lees: of alles in orde was) - wandelden we de huiskamer in. IJsbloks ouders zaten er, zijn zusje en nog een familielid, waarschijnlijk een oom. Vader, een ambtenaarstype van middelbare leeftijd met een bril, ringbaardje en grijze spencer, schonk een jenever in. IJsbloks zusje, een bakvis van een jaar of veertien, maakte een opmerking over mijn provinciale accent en geslis. “Wat praat je raar, je kan wel horen dat je niet uit Amsterdam komt.”
Def P vouwde een papier in kleine vakjes en scheurde die langs de vouwen af. Vanavond trok de familie lootjes voor Sinterklaas. Viert de Osdorp Posse Sinterklaas? vroeg ik aan Def P. “Ja natuurlijk, het is een Oerhollands feest”, antwoordde de rapper. “Kerst kan van mij de tering krijgen.”
De moraal van dit verhaal? Rappers zijn ook gewone mensen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten