maandag 15 april 2013

Bombino gebruikt de gitaar als wapen

Foto: Ron Wyman

Toen Bombino leerde spelen was de gitaar verboden in Niger. Nu wordt het nieuwe album Nomad van de Toeareg-gitarist geproduceerd door niemand minder dan gitaarheld Dan Auerbach van The Black Keys.

Strijd is in het leven van Bombino gekerfd als een tatoeage van een dronken soldaat. In 1990 breekt de Toearegopstand uit in Niger en Mali. Het nomadenvolk uit de Sahara, uitgemergeld door droogte, voelt zich aan zijn lot overgelaten door de regering. De dan 10-jarige Goumar Almoctar, zoals Bombino’s echt naam luidt, slaat met zijn vader en oma op de vlucht.

“Het leven was erg moeilijk voor mij, mijn familie en het hele Toearegvolk. Er was geen veiligheid, mensen voelden zich niet vrij om gewoon in vrede te leven,”, schrijft de inmiddels 33-jarige Bombino in een e-mail. “Velen zagen zich gedwongen te vechten voor vrijheid en onafhankelijkheid, maar velen wilden ook in vrede leven en het land opbouwen. Maar toen de problemen begonnen was er geen keuze. De Toearegs waren het doelwit van de regering. Dus we moesten vluchten, eerst naar Algerije en later naar Burkina Faso. Het is moeilijk om weg te zijn uit het land waar je van houdt, en van je familie en vrienden. Godzijdank is die tijd voorbij. Maar we weten niet hoe lang de nieuwe vrede standhoudt. Vrede is voor ons heel kwetsbaar.”

Muziekinstrumenten vernield

Toen in 2007 de tweede Toearegopstand uitbrak, moest Bombino opnieuw vluchten nadat twee van zijn bandleden werden gedood door het regeringsleger. Bombino voelt zich dan ook betrokken bij het conflict in Mali, waar islamisten muzikanten aanvielen en hun instrumenten vernielden.

“Tijdens de opstanden in Niger joeg het regeringsleger op muzikanten en doodden hen. De muzikanten vertegenwoordigen de geest en de kracht van het volk. In Mali verboden de islamisten muziek vanwege de Sharia. Dat is erg treurig. Wat stelt de mensheid nog voor zonder muziek? Dat is niet de mensheid waar ik deel van wil uitmaken.”


Wapen

De elektrische gitaar was een belangrijk wapen in de strijd van de Toearegs. De rebellen informeerden hun volk over de doelen van de strijd met muziek. De stijl werd ishoumar genoemd, afgeleid van het Franse woord chomeurs, dat werklozen betekent. Toearegs leefden van de veekuddes, maar die waren omgekomen bij de droogte, dus muziek was nog het enige waarmee ze zich in hun levensonderhoud konden voorzien. Uiteindelijk werd ishoumar synoniem voor de rebellen.

“Muziek is de beste manier om mensen te inspireren, dus muziek heeft veel macht. Tijdens de opstand werd de gitaar verboden omdat het een manier was om mensen samen te brengen en te organiseren. Als je de gitaar bespeelt, komen mensen, ze scholen samen. Dat was een bedreiging voor de regering en dus werd het instrument verboden.”

Als op een dag familieleden die ook het oorlogsgeweld zijn ontvlucht bij Bombino in Algerije arriveren met twee gitaren op hun rug, begint zijn loopbaan op de snaren. Geïnspireerd door de ishoumar-liederen leert Bombino zichzelf spelen en op zijn vijftiende werkt hij als professionele muzikant. Maar zijn vader ziet een carrière in de muziek niet zitten, en de opstandige tiener pakt zijn biezen en gitaarkoffer en belandt via Algerije in Libië, waar hij vriendschap sluit met een stel plaatselijke muzikanten, die hem in aanraking brengen met de muziek van Jimi Hendrix en Dire Straits. Terwijl hij bijklust als herder in de woestijn buiten Tripoli, gebruikt hij zijn eenzaamheid en verveling om zichzelf de technieken van deze gitaarhelden te leren.

Als hij jaren later terugkeert in Niger scoort hij een lokaal hitje in Agadez. Hij mag in 2006 op tournee met een non-profit organisatie naar Californië, waar hij zijn woestijnbluesversie opneemt van Hey Negrita van de Rolling Stones, met niemand minder dan Keith Richards en Charlie Watts. Het nummer belandt op Stones World: Rolling Stones Project Volume 2. Als Angelina Jolie voor haar liefdadigheidswerk Niger aandoet, mag Bombino een week lang haar gids in de Sahara zijn.

Dan Auerbach

Bombino zit ook in een documentaire van de Amerikaanse filmmaker Ron Wyman over de Toearegs. Wyman haalt Bombino naar de VS om in zijn thuisstudio in Cambridge, Massachussetts zijn eerste internationale album Agadez (2011) op te nemen. Bombino gooit met het album hoge ogen en met zijn zinderende woestijnrock weet hij de aandacht te trekken van een andere geweldenaar op de gitaar, Dan Auerbach van het populaire bluesrockduo The Black Keys. Auerbach nodigt  Bombino uit zijn nieuwe album Nomad op te nemen in zijn studio in Nashville en wierp zich op als producer.

“Het was een geweldige ervaring om met Dan te werken. Hij is echt een van de grootste muzikanten en producers ter wereld. We hebben twee weken opgenomen in Nashville. Het was daar zo heet als de hel. Dat heeft de muziek een sterke rocksound gegeven. Nomad is een veel harder rockalbum geworden dan Agadez. Het klinkt meer als een liveconcert.”

Dat Bombino zich inzet voor de Toearegs en zich opwerpt als beschermheer van de cultuur, wil nog niet zeggen dat hij traditionele muziek maakt. Evenmin vindt hij zijn muziek politiek. “Alles kan op de een of andere manier als politiek uitgelegd worden, maar mijn muziek is spiritueel, niet politiek. Mijn boodschap is slechts om liefde, broederschap, vrede, tolerantie en solidariteit te promoten. Dat is de taak voor een artiest als ik, om de zielen van mensen te troosten en vrede op aarde te promoten in de harten van zij die luisteren.”



Dit artikel verscheen eerder op de app van de Wegener-dagbladen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten