zaterdag 12 juni 1999

Iain Matthews maakt geen muziek om de hits

Het komt niet vaak voor dat in Edam in een lokale kroeg een internationale beroemdheid optreedt. Met drie optredens van de van origine Britse folkzanger en –gitarist Iain Matthews in De Harmonie is het meteen raak. Eind jaren zestig speelde hij bij Fairport Convention. Daarna richtte hij zijn eigen band op, Matthews Southern Comfort en scoorde in 1971 een hit met het nummer ‘Woodstock’, dat ook tijdens zijn optredens nog ten gehore wordt gebracht. Matthews doorliep verschillende bands en werkte enige tijd als A&R-manager bij Island Records. Eind jaren negentig telt hij nog steeds mee.

Aan een houten tafel zit Iain Matthews. Hij oogt fris ondanks een korte nachtrust. Gisteravond trad hij hier in een volgestouwde Harmonie op. Het aantal bezoekers overtrof de eigenlijke capaciteit van de tent. Hoe komt een muzikant van Matthews’ formaat in Edam terecht? ,,Iemand die hier werkt zag me vorig jaar optreden en zei tegen Siem-Kees Slegt (eigenaar van De Harmonie, red.) dat hij moest proberen mij te boeken. Dat heeft Siem-Kees met mijn manager geregeld’’, vertelt Matthews. Matthews en Bløf hebben dezelfde manager en Bas Kennis van de populaire Nederlandse band, speelde piano bij Matthews’ optreden afgelopen woensdag. Matthews toert drie weken door Nederland met Bløf en speelt in Paradiso, Tivoli en Nighttown. Ondanks de grootte van deze zalen in respectievelijk Amsterdam, Utrecht en Rotterdam, vindt Matthews het Edamse De Harmonie niet klein. ,,Ik ben aan alle soorten zalen gewend, ik speel overal. Ik doe hier drie avonden omdat het niet groot genoeg is voor één.’’


Electric folk
Matthews was één van de Fairport Convention-leden van het eerste uur. Toen heette de band nog The Ethnic Shuffle Orchestra. De Brit nam de leadzang voor zijn rekening. In de band zat ook gitarist en zanger Richard Thompson. Toen zangeres Judy Dyble zich bij de groep aansloot werd deze omgedoopt in Fairport Convention. De formatie werd de Britse tegenhanger van Jefferson Airplane genoemd.
,,Men noemde ons zo omdat we een mannelijke en een vrouwelijke zanger hadden, en we leken een beetje op ze. Maar de muziek was compleet anders. Jefferson Airplane was een rockband, Fairport Convention speelde meer electric folk’’, verklaart Matthews de stempel die de band kreeg opgedrukt. Tijdens de opnames van Fairport Conventions derde album ‘Unhalfbricking’ in 1969, verliet Matthews de band wegens artistieke meningsverschillen met de andere leden. ,,Zij wilden traditionele folk spelen. Ik wilde me juist op eigentijdse muziek richten’’, licht Matthews de breuk toe.


Hits
Na het verlaten van Fairport Convention richtte Matthews zijn eigen band Matthews Southern Comfort op. Dat leek de juiste stap. In 1971 scoorde hij een hit met ‘Woodstock’. Zeven jaar later scoorde hij nog een hit met, ‘Shake It’. Matthews is niet gefrustreerd dat hij gedurende een carrière van dertig jaar slechts twee hits leverde.
Wat maakt volgens een ervaren muzikant een nummer een hit? ,,Het moet op de radio gedraaid worden. Het is op de juiste plaats op de juiste tijd. Het moet op de juiste tijd van het jaar uitkomen, mensen moeten in de juiste gemoedstoestand zijn. Dat is het wel zo’n beetje. Het hoeft niet eens een goed nummer te zijn. Het is een combinatie van gunstige factoren. Je kunt een hit creëren met een visueel beeld van iemand. Zoals de Spice Girls bijvoorbeeld. Je schept een image en de muziek komt op de tweede plaats’’, doet Matthews uit de doeken.


Na drie albums met Southern Comfort doekte Matthews de band op in 1971 en vormde Plainsong. Daarmee hield hij het twee albums uit en verkaste in 1972 naar de Verenigde Staten om zich in het zonnige Californië te vestigen. ,,De meeste muziek waarnaar ik toen luisterde was Amerikaans. Ik kreeg de kans om naar Californië te verhuizen en daar te werken. ‘’ Inmiddels heeft Matthews in Seattle gezeten en woont nu in Texas.
In 1993 maakte Matthews een tournee door Groot-Brittannië. Bij een van de optredens was een oud lid van Plainsong aanwezig. Voor de grap speelden de oud-bandgenoten een aantal keren met elkaar. Het beviel hen beiden zo goed dat ze besloten de band nieuw leven in te blazen. Inmiddels heeft de band vier albums uitgebracht en is net klaar met een nieuw album getiteld ‘New Place Now’. De cd moet deze maand in de winkels liggen.


Experimenteren
Opvallend is dat Matthews in vele bands heeft gespeeld en deze snel voor elkaar heeft ingeruild. Waarom hield hij het zo snel voor gezien? ,,Je weet nooit hoe lang je dit zal doen. Sommige artiesten draaien niet zo lang mee. Ik houd ervan verschillende dingen te ervaren. 25 Jaar geleden wist ik niet dat ik het nu nog steeds zou doen. Ik geloof niet in het doen van één ding omdat het succesvol is. Ik wil experimenteren met verschillende dingen’’, legt Matthews uit.
In de tweede helft van de jaren ’70 ging Matthews steeds meer experimenteren met verschillende instrumenten, voornamelijk elektronische als synthesizers. Critici noemden deze experimenten ‘ongeïnspireerd en niet succesvol’. Matthews is het daarmee niet eens. ,,Misschien dat zij dat zo ervoeren, ik had veel plezier.’’ Desalniettemin ging de muzikant al snel terug naar een meer akoestisch geluid dat hem toch beter beviel.


Midden in de jaren tachtig kwam Matthews’ muzikale carrière op een laag pitje te staan. Hij raakte gedurende vier jaar zijn gitaar zelfs niet meer aan. Gebrek aan inspiratie. In die tijd was hij A&R-manager bij Island Records, wat inhield dat hij niet talent contracteerde voor de platenmaatschappij. Na Island had hij dezelfde functie bij het New Age-label Windham Hill, dat bezig was een vocale tak op te zetten. A&R-management bleek geen werk dat voor Matthews was weggelegd. ,,Na vier jaar voelde ik me geïnspireerd om weer te gaan spelen. Bovendien vond ik A&R-manager zijn niet zo leuk als gitaar spelen. Je moet namelijk meer denken vanuit het bedrijf dan vanuit de artiest. Je moet het bedrijf voor laten gaan en daarna pas de artiest. Ik liet altijd de artiest voorgaan. Ik was natuurlijk zelf ook een artiest’’, evalueert hij zijn aanstelling. Het besluit ermee te stoppen was ‘wederzijds’. ,,Toen de beslissing viel had ik al besloten ermee te stoppen en weer muziek te gaan maken.’’
Begin jaren tachtig blies Matthews zijn carrière nieuw leven in. Hij tekende bij Watermelon Records, herenigde Plainsong en richtte de band Hamilton Pool op. ,,Hamilton Pool bestond uit drie songwriters. Het was niet serieus. We hebben het een korte tijd gedaan. Iedereen had een andere carrière. Het was een soort hobby, iets dat we in onze vrije tijd deden. We hebben één album gemaakt.’


Platenmaatschappijen
Gedurende zijn carrière zat Matthews bij zowel kleine als grote platenmaatschappijen. Hij weet niet waarnaar zijn voorkeur uit gaat. ,,Ik vind beide goed om verschillende redenen. Bij grote platenmaatschappijen krijg je meer media-aandacht. Ik houd van de ‘independent labels’ omdat je meer aandacht van het personeel krijgt. Ze hebben beide hun voor- en nadelen. Ik heb geen voorkeur. Bij een grote platenmaatschappij verkoop je veel meer platen, maar kleine maatschappijen besteden meer zorg en je hebt meer te vertellen. De ideale situatie is een grote maatschappij die zorg aan je besteedt.’’
Vrijheid
Matthews voegt eraan toe dat de artiest meer creatieve vrijheid heeft bij een kleine platenmaatschappij. ,,Bij een kleine maatschappij maak je je plaat en die brengen ze uit. Een groot label bemoeit zich inhoudelijk met het album en daar hou ik niet zo van. Daar is mijn muziek niet naar. Daarom zit ik nu bij een klein label.’’ Matthews heeft een contract met het Duitse Blue Rose.


De meeste mensen spellen Matthews’ voornaam nog als Ian. In feite noemt Matthews zich sinds een jaar of tien Iain, uit eergevoel voor zijn Keltische roots. ,,Maar het is iets dat ik al een lange tijd wilde veranderen, maar wat er niet van kwam.’’ Het staat echter niet op zijn geboorteakte.


Dit artikel verscheen eerder in het Noordhollands Dagblad/Nieuwe NoordhollandseCourant.

donderdag 25 februari 1999

Rob Swift wil meer zijn dan alleen DJ


Jarenlang zat deejaying in het slop, totdat Rob Swift opstond en de kunst een nieuwe impuls gaf. Sindsdien spreekt men ook niet meer van deejaying, maar van ‘turntablism’.

Rob Swift is één van de meest invloedrijke DJ’s van dit moment. De tijd zal het leren, maar naar alle waarschijnlijkheid hebben we hier te maken met één van de groten die thuishoort in het rijtje waarin ook Grandmaster Flash vermeld staat, en die hiphop de richting zal wijzen. Volgens velen is Rob namelijk de grondlegger van beat juggling (met twee dezelfde platen een geheel nieuw nummer maken). Met zijn crew de X-Ecutioners (voorheen de X-Men), en andere collectieven als de Invisibl Skratch Piklz en de Beat Junkies zorgde Rob Swift ervoor dat de nieuwe techniek om zich heen greep als een Ebola-virus. Enkele zeer spectaculaire shows in Amsterdam besmetten tal van hiphop-heads.
Recentelijk verscheen Robs eerste soloalbum, The Ablist. Evenals op het X-Ecutioners album X-Pressions, ontpopt Rob zich hierop als een vaardig producer. Want hoewel hij voornamelijk bekend staat als DJ/turntablist, wil Rob meer zijn dan alleen dat. “De titel van het album is The Ablist, I just wanna show that I’m able, iedereen moet verschillende dingen kunnen doen binnen hiphop. Ik wil niet in één gebied gecategoriseerd worden. Ik kan beats maken, ik rijm, ik produceer, ik gebruik de draaitafel als een muziekinstrument. Ik wil mijn creatieve kunnen laten zien. Ik wil veelzijdiger zijn, en ik hoop uiteindelijk meer geld te verdienen met produceren.”
Rob ziet battlen dan ook als een stadium dat voor hem achter de rug is. “Ik probeer nu te laten zien hoe divers ik kan zijn. Met het X-Ecutioners-album namen we een stap. We waren de eerste turntablist crew die een album maakte. Nu zitten we op een groot label, we hebben net met Loud [label waarop ook o.a. Big Punisher, Mobb Deep en Inspectah Deck zitten – PS] getekend. Op mijn album, The Ablist, wil ik laten zien dat een turntablist zijn meer is dan alleen battlen, dat we het een stapje verder moeten nemen. Battling is the greatest thing any DJ should get into, om zijn skills te verbeteren. Maar als een hiphop-artiest en muzikant moet je altijd je horizon verbreden.”
The Ablist is inderdaad een compleet hiphop-album. Voor sommigen is het moeilijk om naar een heel album met alleen beats en scratches te luisteren. Daarom heeft Rob een aantal MC’s laten opdraven. “We hebben geprobeerd er een divers album van te maken en verschillende groepen mensen te bereiken, met de verschillende MC’s die op het album meedoen.” Onder deze MC bevinden zich Pharaohe Monch van Organized Konfusion, Gangis Kahn, een oude vriend van Rob die nu in de gevangenis zit, en Gudtyme, die al eerder op het X-Ecutioners-album meedeed.

Rob Swift was enkele jaren geleden één van de mensen die deejaying weer een impuls gaf, nadat de kunst in de vergetelheid was geraakt. Rob verklaart hoe de DJ, nota bene de grondlegger van hiphop, naar de achtergrond is verschoven. “Hiphop begon met twee draaitafels. Dat kwam op gang, net als graffiti en breakdance. Het werd wijdverbreid en wereldwijd. Maar na een tijdje werd het een gimmick. Je zag het op tv en in reclames. Er waren kinderen met speelgoeddraaitafels. Sommigen namen het niet meer serieus omdat het een commercieel marketinginstrument werd. De reden waarom mensen weer geïnteresseerd raken is volgens mij omdat er veel saaie MC’s optreden. Als je een turntablist ziet, geen DJ, maar iemand die de draaitafels manipuleert, daar gaat zo’n creatieve impact van uit dat mensen denken ‘hé, eens kijken wat hij gaat doen. Gaat hij tussen z’n benen door scratchen, achter zijn rug om, hoe manipuleert hij de platen zodat de muziek compleet anders klinkt?’ Er was een tijd dat mensen dachten: ‘oké, we gebruiken de DJ alleen in het refrein.’ Ze dachten dat een DJ niet veelzijdig en creatief kon zijn. Mensen zagen DJ’s niet als turntablists, wat mensen zijn die de draaitafel als muziekinstrument gebruiken. We praten nu met onze handen, en ik denk dat het daarom weer terugkomt.”
De huidige generatie DJ’s probeert de DJ weer gelijkwaardig aan de MC te krijgen. “We nemen grote stappen. Turntablist/DJ-albums, er komen steeds meer nieuwe crews, de verkoopcijfers zijn goed, we kunnen het bijhouden. In sommige landen houdt men meer van DJ’s dan van MC’s.”
Na beat juggling lijkt het wel alsof deejaying technisch niet veel  gekker kan worden. Welke kant gaat deejaying op in technisch opzicht? “Als je naar DJ Craze kijkt, hij manipuleert de draaitafels met verschillende pitch control-standen. Mixmaster Mike en de Skratch Piklz praten met hun draaitafels en zij hebben hun wetenschappelijke, futuristische stijlen. Je hebt zoveel verschillende dingen nu, zoveel kanten dat het op kan gaan, verbazingwekkend.”

woensdag 17 februari 1999

Prince Paul: De Dali van de hiphop

Als je nadenkt over wie de beste producers in hiphop zijn, zie je op de één of andere manier Prince Paul snel over het hoofd. Onterecht. Al vanaf het begin van zijn carrière tot op het heden is hij verantwoordelijk voor een flink aantal klassiekers en meesterwerken. Het nieuwste van zijn hand: A Prince Among Thieves. Het is een soundtrack voor een film die nog gemaakt moet worden. Dit werk is een voorbeeld van Prince Pauls handelsmerk: pure hiphop met een vreemd smaakje.

Prince Paul is de man achter de schermen. Altijd on the downlow, maar intussen wel belangrijk. In 1984 sloot hij zich aan bij de legendarische ‘hiphop band’ Stetsasonic. Drie platen bracht de formatie voort, waarna ze in 1992 uiteen gingen. Intussen had Prince Paul al de nodige dingen buiten Stet gedaan. In 1989 ontdekte hij een jong trio uit zijn woonplaats Amityville, een voorstad van New York. Het succesvolle drietal zou het gezicht van hiphop ingrijpend veranderen: De La Soul. Drie albums produceerde Paul voor hen. Ook nam Prince Paul de productie van enkele tracks van 3rd Bass voor zijn rekening. Hij zette een eigen label op, Dew Dew Man Records, dat echter maar een kort leven beschoren was. Die frustraties reageerde Paul af met de Gravediggaz (met o.a. Wu-Tangs Rza en ex-Stetsasonic-genoot Fruitkwan), waarvan inmiddels alweer twee albums zijn verschenen.
Over naar Prince Pauls nieuwste schepping, A Prince Among Thieves. Voor dit project heeft Paul zo’n beetje alle grote namen van hiphop opgetrommeld. Zo speelt Big Daddy Kane de rol van de pooier Count Mackula, Kool Keith de wapenhandelaar Crazy Lou, en Special Ed en Biz Markie de schurken Breakneck en Die Hard. Everlast is een corrupte politieagent, en Sadat X, Xzibit en Kid Creole zijn bajesklanten. Rza speelt zichzelf en komiek Chris Rock is hilarisch in zijn rol als junkie. Opvallend is dat De La Soul ook junks spelen.
A Prince Among Thieves gaat over twee vrienden, True (Sha) en Tariq (Breeze van de Juggaknots), die op het punt staan rap stars te worden. Tariq heeft een afspraak met Rza, die zeer geïnteresseerd was na het horen van zijn demo. Om zijn demo op tijd af te krijgen, gaat Tariq op advies van True drugs verkopen. Ze komen in contact met crime boss Mr. Large (Chubb Rock), die hem aanneemt. Voor zelfbescherming kopen True en Tariq enkele wapens bij Crazy 'Welcome to Weapon World' Lou. De drugsverkoop is succesvol, en True trakteert Tariq op een avondje met een hoer. Net op het moment dat het intiem wordt doet de politie een inval. Tariq wordt gearresteerd wegens wapen- en drugsbezit. Tariq komt in de cel, die hij deelt met Sadat X, Xzibit en Kid Creole (Furious Five). Hier begint Tariq te beseffen dat True hem erin heeft geluisd. Tariqs moeder regelt dat een dominee Tariq vrij krijgt wegens een vormfout (de politie had geen huiszoekingsbevel). Als Tariq Rza belt, hoort hij op de achtergrond zijn eigen beats, waar True overheen rapt. Tariq wacht True thuis op, en wanneer deze arriveert, opent hij het vuur. Tariq en True worden allebei geraakt, Tariq realiseert zich dat Mr. Large hem onherroepelijk te pakken zal nemen, en slaat de hand aan zichzelf. True droeg echter een kogelvrij vest, en loopt ongedeerd weg. Hij is klaar voor het sterrendom.
Het is nogal uitzonderlijk dat de soundtrack wordt opgenomen vóór de film, meestal is het omgekeerd. Er gingen al geruchten dat de film überhaupt niet bestond. “We hebben eigenlijk nog maar een klein stukje geschoten, en we proberen de rest van het geld bij elkaar te krijgen, ha ha. We hadden genoeg geld om een trailer te maken, en we onderhandelen nu met een paar bedrijven om te zorgen dat het uitkomt.”, verklaart Prince Paul. “Ik heb gewoon het omgekeerde gedaan, ik breng eerst de soundtrack uit. Ik weet niet hoe ik films moet maken, maar ik weet wel hoe ik platen moet maken. Dus ik heb eerst de soundtrack en het script gemaakt om te kijken of het daarna begon te lopen.”
Afgaande op de cast van A Prince Among Thieves, krijg je bijna het idee dat de film een soort tweede Who’s The Man? is. Niets dan klinkende namen bevolken de set. Hoe heeft Prince Paul al die mensen weten te strikken voor de film? “Ik weet het niet. Ik pakte de telefoon en belde iedereen op. Ik had geen management dat voor me belde. Verbazingwekkend genoeg doet bijna iedereen die ik vroeg mee. Ik vroeg Vanilla Ice, maar hij heeft me niet teruggebeld.”
Bijna alle rollen in de film zijn op de acteur geschreven. “Iedereen past perfect in het personage. Wie kan er een betere wapendeskundige spelen dan Kool Keith? Hij is gek. Wie kan er een betere pooier spelen dan Kane als Count Mackula? Wie kan er een betere bendeleider spelen dan Chubb Rock als Mr. Large? Everlast als de crooked cop. De personages waren er al. Dat maakte het makkelijk voor me. Sommige personages had ik al in gedachten, sommige waren nog open. Ik had Kane al in gedachten voor de rol als pooier, en Everlast als smeris. Sommige personages waren dus al duidelijk. Andere had ik geschreven, later teruggekeken en de bijpassende persoon bedacht.”
Inspiratie haalde Prince Paul uit films als Deep Cover, Juice, I’m ‘Bout It en Grease. Het lijkt bijna op het spelletje ‘welke hoort niet in dit rijtje thuis?’, omdat Grease toch weinig verband met hiphop lijkt te hebben. Prince Paul ziet er wel de logica van in. “Vanwege het muzikale aspect. Het heeft dialogen die in de muziek overgaan. ‘Dat wil ik ook doen’, dacht ik.”
Bij het lezen van de plot outline, borrelt de gedachte boven dat A Prince Among Thieves voor Prince Paul een uitlaadklep is voor zijn frustraties over de muziekindustrie. “Ik heb de industrie gebruikt als middel om een gevoel te uiten, ik richt me niet specifiek op de industrie. Het gaat om mensen in het algemeen. Mensen die je verraden, zowel in de muziekindustrie als vrienden. Als je succes hebt willen mensen geld van je lenen en betalen ze je nooit terug. Meisjes willen met je gaan alleen omdat je platen maakt. Dat heb ik gebruikt als thema.”
Op A Prince Among Thieves wordt het samenwerkingsverband Prince Paul-De La Soul (Prince Paul produceerde alle albums van De La, behalve de laatste, Stakes Is High) nieuw leven ingeblazen. Van een echte hereniging is echter geen sprake. “We zijn wel op een paar nummers herenigd, maar ik denk niet dat we samen aan hele albums zullen werken. We’ve always been cool, vooral in de muziekindustrie is men geneigd te denken dat als mensen niet meer samenwerken er beef is. We het hebben gewoon verschillende ideeën op het creatieve vlak. Ik respecteer hen, en ze mogen doen wat ze willen doen. Ik wil me niet bemoeien met iemands creatieve proces. Ik wil ook niet dat iemand dat bij mij doet. Het was een goede split. We zijn gaan zitten en er erover gaan praten, en we waren er allemaal tevreden over. Het was wel moelijk voor me, begrijp me niet verkeerd, want ik hou zielsveel van ze, het was mijn groep. Maar soms moet je beslissen wanneer ‘t het beste is dat iemand zijn eigen weg gaat.”

Behalve een interessant heden, ken Prince Paul ook een belangrijk verleden. Zoals al eerder werd vermeld was Prince Paul vanaf 1984 lid van Stetsasonic, tot de split-up zeven jaar terug. Prince Paul was de enige die daarna een noemenswaardige carrière nastreefde. Rapper en Stet-frontman Daddy-O maakte in 1993 een tegenvallend solo-album. Fruitkwan sloot zich met Paul aan bij de Gravediggaz. Van de overige leden werd niets meer vernomen. Wat is er met hen gebeurd? “Iemand zei tegen me dat Daddy-O een gospellabel is begonnen, en hij werkt met één of andere meidengroep genaamd Dimes, die net een contract getekend hebben met Arista. Hij produceert. Wat de anderen doen weet ik eigenlijk niet. We moeten samen komen en een show doen volgende maand. Dat wordt de eerste Stet-show in bijna tien jaar. Ik praat soms nog wel met ze, ongeveer één keer per jaar, twee jaar. Dan kom ik iemand tegen, maar niet regelmatig.”
Na het uiteenvallen van Stetsasonic deed Prince Paul een poging een eigen label, genaamd Dew Dew Man Records, onder de paraplu van Def Jam op te zetten. Het werd een fiasco. Paul legt uit wat de problemen waren. “Ten eerste was ik erg jong en ik was niet echt business minded. Ten tweede geloofde het label niet in me. Dat maakte het een beetje moeilijk. Ik was geïnteresseerd in creatieve hiphop, en daar konden zij zich niet in vinden. De artiesten ook niet. Het was een kwestie van timing. Het klopte allemaal niet. Ik werd gedwongen het te doen, ik was er niet klaar voor en ik nam het niet zo serieus als ik eigenlijk had moeten doen. En het label begreep niet wat ik wilde doen. It kind of crumbled. Eerste baalde ik wel van, maar nu ben ik blij dat het zo gelopen is.”
Prince Paul heeft dan ook geen concrete plannen om in de toekomst een nieuwe poging te wagen. “Ik heb geen plannen, maar als ik een aanbod krijg en ik zie er wat in, ik kan er wat mee, dan zou ik er geen bezwaar tegen hebben. Ik maak zelf alleen geen plannen. Ik vind het gewoon leuk om muziek te produceren. Als het op labels aankomt, dat zijn zaken, en dat botst nog wel eens met de creatieve kant. Ik vind het leuk om te zitten, nummers te maken and make people bug out, ze aan het denken te zetten.”
Afgezien van het mislukte avontuur met zijn eigen label en de twee Gravediggaz-albums is Prince Paul continu op het Tommy Boy-label gebleven. Zo’n staaltje trouw is vrij zeldzaam in hiphop. “Het was het enige label dat altijd in me heeft geloofd. Labels twijfelen in zekere zin altijd aan je, ze hebben altijd zoiets van ‘we zien wel’. Tommy Boy nam dan wel risico’s met me, met Stetsasonic, met De La Soul, met Psychoanalysis en nu met dit project. Ik moet hun daarvoor respect betuigen. Bij een label werken altijd wel wat jerks en buttholes die het verkeerd aanpakken, maar over het algemeen zijn ze er wel voor je en steunen ze je. I have to give the love back.”
Voor het Gee Street-label maakte Prince Paul twee albums met de Gravediggaz. De groep is voor Paul een gesloten hoofdstuk. “Ik denk dat er wel een derde album komt, maar zonder mij. Ik denk ook zonder Rza trouwens. Ik deed het als een side project, en het was voor mij een manier om een brok stress en boosheid te ventileren. [Gravediggaz] was mijn manier om dat te doen. Once I did it, it was done. Ik voelde me een stuk beter en ik kon niet nog een Gravediggaz-album maken. Het was een kant van me die ik wilde uiten, en toen we het tweede album moesten gaan maken, kon ik het niet écht doen. Ook zijn de ideeën binnen de groep veranderd. Ik respecteer dat, ik wil hen laten doen wat ze willen doen. Ik was toen ook meer gefocust op Psychoanalysis, ik was met mijn gedachten ergens anders.”

Prince Paul lijkt altijd met zijn gedachten ergens anders te zijn. Zijn producties klinken altijd als pure, conventionele hiphop. Toch zijn ze anders, eigenaardig. Zijn tijd vooruit, of gewoon van een andere planeet. Prince Paul leeft in zijn eigen, lichtelijk verknipte en surrealistische wereld. De Dali van hiphop.

Prince Paul discografie


Als artiest

•Prince Paul: A Prince Among Thieves
•Prince Paul: DJ Paul vs. The World
•Prince Paul: Psychoanalysis
•Gravediggaz: Niggamortis/Six Feet Deep
•Gravediggaz: The Pick, The Sickle and the Shovel
•Stetsasonic: On Fire
•Stetsasonic: In Full Gear
•Stetsasonic: Blood, Sweat and No Tears

Als producer

•Chris Rock: TBD
•Chris Rock: Roll With The New (Grammy Award voor beste comedyalbum in 1997)
•Vernon Reid: Mistaken Identity
•Twigy: The Single
•Biz Markie & Chubb Rock: No Rubber, No Backstage Pass (van America Is Dying Slowly soundtrack)
•Justin Warfield: Dip Dip Divin
•Justin Warfield: K Sera Sera
•Justin Warfield: Thoughts In The Buttermilk
•Big Daddy Kane: No Damn Good
•Big Daddy Kane: It’s Hard Being The Kane
•Big Daddy Kane: Ain’t No Stoppin’ Us
•Big Daddy Kane: It’s A Big Daddy Thing
•Boogie Down Productions: Drug Dealer
•Boogie Down Productions: Sex & Violence
•Boogie Down Productions: How Not To Get Jerked
•De La Soul: Three Feet High and Rising
•De La Soul: De La Soul Is Dead
•De La Soul: The Buhloone Mindstate
•3rd Bass: The Gas Face
•3rd Bass: Brooklyn Queens
•MC Lyte: MC Lyte Likes Swingin

Als remixer

•Imani Coppola: Legend of a Cowgirl
•Dr. Octagon: Blue Flowers
•Altered Beats (verzamel): If Nine Was Six
•Beastie Boys: Beat Down
•Alliance Ethnik: Simple et Funky
•Alliance Ethnik: Respect
•Reziah Jones: African Space Craft
•Cypress Hill: Latin Lingo
•Colonel Abrams: I Can’t Love You
•Boo-Yaa T.R.I.B.E.: Psycho Funk
•Living Colour: Funny Vibe
•Fine Young Cannibals: I’m Not Satisfied
•Fine Young Cannibals: Godd Thing
•Peter Wolf: 99 Worlds
•George Clinton: Tweakin
•Chill Rob G: Let Me Show You