vrijdag 18 december 2009

Anton Pieck is er niets bij

In Zürich bespotten ze de Zwitserse hoofdstad. Alles is er langzaam. Maar voor toeristen is dat precies de charme van de stad. Lekker knus.

Wat is een betere plek om Kerst te vieren dan in de Anton Pieckachtige sfeer van Bern? Ondanks het historische centrum (Altstadt) dat zijn oorspronkelijke middeleeuwse karakter heeft behouden, is de Zwitserse hoofdstad een parel die vaak over het hoofd wordt gezien. De toerist stoomt liever door naar de ski-oorden.

Bern is een rare hoofdstad. Met nog geen 130.000 inwoners heeft het de omvang van een provinciestad. Het compacte Bern, waar bijna alles op loopafstand is, ademt dan ook niet de sfeer van een metropool. Inwoners van het kosmopolitische Zürich zeggen vaak smalend dat alles in Bern langzaam gaat. Dat knusse is precies de charme. Slaperig is Bern echter niet, het heeft alle faciliteiten die bij een hoofdstad horen.

Er is weinig voor nodig om in Bern in de kerstsfeer te komen. Maak maar eens een wandeling door de sprookjesachtige Altstadt – die op de Unesco-werelderfgoedlijst staat – onder de Lauben (overkappingen), naar de Rosengarten voor een spectaculair uitzicht over de stad.

Rondjes zwieren

Het is een Bernse kersttraditie om de schaatsen onder te binden en een paar rondjes te zwieren op de ijsbaan voor het mooi uitgelichte parlementsgebouw. Langs de baan kan een typische Zwitserse kaasfondue met glühwein genoten worden.

Geen Kerst zonder kerstmarkt. Bern heeft er twee. Op de Waisenhausplatz vindt u allerhande ramsj, van dvd’s tot etenswaren. De liefhebber van kunst en handwerk kan zijn hart ophalen op de Münsterplatz.

De mooiste plek om een kerstnachtmis bij te wonen is in de Münster. De vijftiende-eeuwse gotische kathedraal, een van de belangrijkste cultuurschatten van Zwitserland, is pas gerestaureerd. De honderd meter hoge toren, die pas in 1893 werd voltooid, biedt een prachtig uitzicht over de Altstadt en op heldere dagen kunt u de Alpen in het zuiden zien liggen.

Kalkoen en aardappelkroketjes zult u niet op uw bord vinden bij een Zwitsers kerstdiner. Voor de echte Zwitserse keuken in een sober, authentiek decor met veel hout moet u wezen bij restaurant Zunft zu Webern. Wilt u stevig bunkeren, bestel dan de Bernerplatte: zuurkool, aardappelen, bacon, worsten en ham. Echt Zwitsers dineren kan ook hip met een dj bij Lötschberg. De bekende Zwitserse gerechten kaasfondue en raclette worden vooral geserveerd in de grote restaurants op de Bärenplatz.

Haute cuisine

Liefhebbers van de exotische keuken moeten beslist een bezoek brengen aan de Markthalle tegenover het station, een soort bazaar met allerlei verschillende restaurants, van Turks tot Japans. Op het station zelf kunnen vegetariërs terecht bij Tibits, waar je je eten naar gewicht betaalt. Tijdens de avondspits is het echter ook binnen spitsuur.

Het Bernse nachtleven is klein maar levendig. Kroegen kennen de Zwitsers niet, men ontmoet elkaar in grand cafés, restaurants of clubs. In Bern is elke avond wel een party met de meest uiteenlopende thema’s en muziekstijlen in de Dampfzentrale, Reithalle, Turnhalle of Wasserwerk. Voor een drankje is de Kornhauskeller met zijn prachtige gewelven een sjieke en sfeervolle plek. Op zondagen kun je in het Kornhauscafé terecht voor een buffetbrunch.

Voor de kleintjes rijdt in de dagen voor Kerstmis de speciale Märlitram door de stad. Tijdens de rit in de klassieke tram worden sprookjes verteld. Maar wel in het Schwyzerdütsch natuurlijk.


Dit artikel verscheen eerder in Dagblad De Pers. M.m.v. Patric Geissbühler en Marco Josi.

woensdag 2 december 2009

Kane's puurheid komt uit een potje


Tien jaar al is Kane de grootste band van Nederland. Dan doe je iets goed. Het talent van Dinand Woesthoff en Dennis van Leeuwen is dat ze perfect hun voorbeelden weten te synthetiseren tot middle-of-the-road-rock. Gecombineerd met een zware dosis pathos en een knappe zanger die weet hoe hij de rol van rockster moet spelen, heeft Kane een commerciële killer app in handen.

Critici hebben Kane altijd een gebrek aan eigen geluid verweten. Al een paar jaar is de band zoekende. Er waren talloze personeelswisselingen, flirts met jazz, een remix van DJ Tiësto, New Yorkse producers.

Het uitgangspunt van No Surrender is spontaniteit en puurheid. Met de zoveelste nieuwe lichting sessiemuzikanten wil Kane een echte band zijn. Het gaat om ‘het moment’, ‘aftikken en gaan’, een ‘eerlijk geluid.’

Maar Kane belijdt dat credo slechts met de mond. No Surrender verschilt weinig van zijn voorgangers. Er is geen sprake van een natuurlijke artistieke ontwikkeling, maar van een pose, een concept, een gimmick.

No Surrender klinkt allesbehalve spontaan en authentiek. De muziek is te bedacht, geproduceerd en gladgestreken. De galmfrequentie ligt weliswaar lager, maar het holle bombast is Kane nog niet verleerd. Dinands zang is nog even geveinsd, bestudeerd en pretentieus. Nooit klinkt hij echt, hij blijft een acteur die drijft op maniertjes. Met het gebrek aan originaliteit weet Kane niet af te rekenen. No Surrender is opnieuw een allegaartje van allerhande afgekeken, gedateerde stijlen en rockclichés.

Kane heeft zichzelf als band niet opnieuw uitgevonden, maar slechts zijn image. De puurheid komt uit een potje.


Dit artikel verscheen eerder in Dagblad De Pers