vrijdag 17 juni 2022

Hermeto Pascoal: Universele muziek

Hermeto Pascoal (midden). (Foto: Gabriel Quintao)

Hij is zo oud en ziet eruit als Methusalem, maar op zijn 85ste doet Hermeto Pascoal het niet rustiger aan. De Braziliaan tourt nog de hele wereld over en komt ook naar Amsterdam.

‘O Bruxo’, de tovenaar, wordt hij eerbiedig genoemd. De bijnaam dankt Hermeto Pascoal (85) niet alleen aan zijn Merlijn-achtige verschijning met een grote baard en lange witte manen. De autodidactische Braziliaanse componist en multi-instrumentalist is misschien een genie, maar zeker een fenomeen. 

Al in zijn kindertijd manifesteert hij zich als een bijzonder muzikant. Hermeto Pascoal werd geboren op 22 juni 1936 in een muzikale familie, in een snikheet landbouwgebied in het noordoosten van Brazilië, waar de arme bevolking probeert te overleven met tabaksteelt. Het platteland is een inspirerende omgeving voor een muzikaal wonderkind om op te groeien. Hoewel Hermeto als albino met een kwetsbare huid niet goed tegen de blakende Braziliaanse zon kan, was de jongen altijd in de natuur te vinden. Van de takken van de wonderolieboom maakte hij zelf fluitjes. Omdat er geen elektriciteit was, en geen radio, luisterde Hermeto naar de vogels en de kikkers. En zij naar hem.

In de smederij van zijn grootvader knutselde Hermeto zijn eigen instrumenten in elkaar, gefascineerd door de verschillende toonsoorten die hij kon maken met stukken metaal in allerlei soorten en maten.

Pascoal kan elk voorwerp omtoveren tot een instrument en maakt muziek met theepotten, knuffelberen en zelfs zijn baard. In de documentaire Sinfonia do Alto Ribeira (1985) staat Pascoal tot zijn borst in een jungle rivier Música da Lagoa te spelen, waarbij hij zijn dwarsfluit onder water steekt om de noten om te buigen. Voor Hermeto hoeft zijn band niet louter uit mensen te bestaan, ook met dieren kan hij muziek maken. Op zijn composities zijn varkens en kikkers te horen, of hij speelt fluit met de vogels in de dierentuin. 



Zoals dieren hun eigen taal en woordenschat hebben, is Hermeto Pascoal een paradijsvogel die zich niet in een hokje laat plaatsen. Zijn muziek is moeilijk te categoriseren. Hij smeedt avant-garde jazz, rock, klassiek en traditionele Braziliaanse volksmuziek samen tot een idiosyncratisch, organisch geheel. Hoewel het moeilijk aan te duiden is waar de compositie ophoudt en de improvisatie begint, is zijn muziek geen ongecontroleerde kakofonie, maar ingenieuze, mantra-achtige patronen, genoteerd met kleurstiften zodat hij het zelf kan lezen. Hoe lyrisch en complex zijn muziek ook is, het is altijd van een delicate schoonheid. 

Pasco Als eigenzinnige muziek doet denken aan een strofe uit het gedicht Inamorata van Conrad Roberts, dat wordt voorgedragen op het album Live-Evil (1971) van Miles Davis, waar Pascoal overigens aan meewerkte: 

Who is this music that which description may never justify?
Can the ocean be described?

Natuurkracht

Muziek is voor Pascoal een natuurkracht. Van conventionele muziektheorie en -compositie is hij wars. Alles is geluid, is zijn motto. Het gaat om toon, de rest is ondergeschikt. Een aanpak die mede uit noodzaak is geboren. “Ik zou wel notenbalken willen lezen, maar ik ben slechtziend. Dus wat deed ik? Ik begon op mijn eigen manier te schrijven”, vertelt Pascoal vanuit Rio de Janeiro. “Ik vraag altijd aan mijn zoon Fabio of hij het kan lezen en of alles klopt. Maar hij zegt altijd dat het prima is.”

Universele muziek, zo noemt Pascoal het zelf. “Ik ben voor honderd procent een intuïtief persoon. Intuïtieve mensen communiceren sneller met het Universum. Daarom kan de muziek die ik met andere mensen maak nooit herhaald worden. Ik kan een muziekstuk op papier zetten, maar als ik vervolgens speel gaat het erom dat de mensen, de muzikanten, het voelen en het op hun eigen manier spelen. Daarom noem ik het universele muziek.”

Dat is niet voor elke muzikant weggelegd. “Er zijn muzikanten die niet kunnen improviseren, daar hebben ze niet de benodigde kennis voor. Op de conservatoria lopen legio van dat soort musici rond. Als ik met een symfonisch orkest speel kom ik ze ook vaak tegen. De meerderheid improviseert niet, ze lezen alleen wat er geschreven is.”

“Veel muzikanten vinden het juist een aangename verrassing, soms gaan ze niet eens meer terug naar het conservatorium”, vervolgt Pascoal. “Ze volgen hun eigen interesse en gevoel. Iedereen die de theorie beheerst kan muziek schrijven en naar het conservatorium. Maar om het te spelen en te voelen, dat moet aangeboren zijn. Als dat gebeurt is het altijd een leuke verrassing, zelfs voor mij. Ik geef mensen altijd het advies: vergeet nooit jezelf, jij hebt je eigen manier om dingen te maken. Herhaal jezelf niet. En als je een lied moet opschrijven, is dat ook goed.”  

In de voorhoude van de jazzrock

Als niemand minder dan Miles Davis je ‘de meest indrukwekkende muzikant ter wereld’ noemt, dan ben je een baas. Wereldfaam kon niet uitblijven. Hermeto en zijn carrière nemen een internationale vlucht als hij op uitnodiging van zijn voormalige band maatje Airto Moreira in 1970 naar New York komt. De drummer en percussionist speelde mee op de big bang van de jazzrock, Miles Davis’ baanbrekende album Bitches Brew dat in hetzelfde jaar uitkwam. Jazzrock is hip en happening, en Airto speelde ook op het eerste album van de fusion-supergroep Weather Report en hij was medeoprichter van de toonaangevende fusion-formatie Return to Forever van Chick Corea. Via Airto en zijn vrouw, zangeres Flora Purim, bevindt Pascoal zich in de voorhoede van de nieuwe stijl.

Als Hermeto in 1970 zijn eponieme debuutalbum opneemt, kan hij bogen op niet de minste jazzmuzikanten: arrangeur Gil Evans, contrabassist Ron Carter, trompettist Thad Jones en fluitist Hubert Laws. Het album wordt geproduceerd door Airto en Flora Purim. Ook speelt hij op het invloedrijke Electric Byrd (1970) van trompettist Donald Byrd. 

Maar zijn doorbraak wordt het semi-live-album Live-Evil (1971) van Miles Davis, waarvoor Pascoal twee composities aanleverde: Little Church en Nem Um Talvez. Miles had nog meer stukken van Hermeto gewild, maar die wilde Pascoal voor zijn eigen album bewaren. Op zijn ervaringen met de legendarische trompettist wil Pascoal niet ingaan. Daar heeft hij in het verleden al genoeg over gezegd. Ook de anekdote over de vriendschappelijke bokspartij met Miles, waarbij de loensende Hermeto met een truc met zijn ogen Davis afleidde en hem een onverwachte opdoffer gaf, weigert hij nog eens af te stoffen. In plaats daarvan laat hij zijn manager een stripverhaal over de episode sturen.

In eigen land blijft Pascoal ook actief als sessiemuzikant. Hij speelt fluit op het elegante bossa nova album Tide (1970) van grootmeester Antônio Carlos Jobim. Op het jazzfestival in Montreux in 1979 deelt Hermeto het podium met de legendarische, veel te jong gestorven zangeres Elis Regina, maar viert er ook triomfen met zijn eigen band, zoals gedocumenteerd op Ao Vivo Montreux Jazz.



Slaves Mass (1977) geldt als Hermeto Pascoals meest prestigieuze werk. Opnieuw kreeg hij ondersteuning van zwaargewichten als bassisten Ron Carter en Alphonso Johnson, en drummer Chester Thompson (beiden ex-Weather Report). 

Wellicht ‘the finest hour’ van de ‘kosmische afgezant’, zoals de Braziliaanse gitarist Guinga Pascoal ooit noemde, werd pas in februari van dit jaar uitgebracht. Het Britse label Far Out Recordings duikelde een concertregistratie op uit 1981. Hermeto’s nieuwe supergroep, met de eenvoudige naam O Grupo, speelt in het planetarium van Rio de Janeiro de sterren van de hemel. Een betere plek om deze kosmische muziek te horen is er niet. Planetário da Gávea is een uitzinnig, transcendentaal en hypnotisch live-dubbelalbum met oneindige stukken waarop lyrische solo’s van pure schoonheid over warme grooves geweven worden. Het was de eerste keer dat Hermeto zijn nieuwe band introduceerde. O Grupo zou in deze samenstelling met de twee drummers Zé Eduardo Nazário en Marco Bahia, percussionist Pernambuco, bassist Itiberê Zwarg (speelt nog steeds met Pascoal), toetsenist Jovino Santos Neto en saxofonist/fluitist Carlos Malta, elf jaar Pascoals vaste band blijven.



Far Out ontfermt zich de laatste jaren over zijn oeuvre, met niet eerder uitgebracht materiaal uit Pascoals persoonlijke archief. Maar ook heruitgaven, zoals het debuutalbum Hermeto uit 1970 dat in mei verscheen. Het lijkt alsof Hermeto Pascoal, die in juli 86 kaarsjes uitblaast, bezig is met zijn muzikale nalatenschap. 

Ondanks zijn hoge leeftijd doet hij het nog niet rustig aan. Hij blijft driftig nieuwe muziek maken en tourt nog de hele wereld over om concerten te geven. In augustus speelt Hermeto Pascoal op het Dekmantel Festival in Muziekgebouw aan ‘t IJ in Amsterdam. Wat is zijn geheim? “De universele muziek geeft me de energie. Ik heb er geen andere verklaring voor. Ik weet het niet, ik voel gewoon alles wat ik doe.”


Met dank aan: Elizabeth Pinheiro en João Silva. Dit artikel verscheen eerder in Jazzism.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten