vrijdag 13 februari 2015

Curtis Harding: rock ’n soul

Foto: Hedi Slimane

Curtis Harding is een soulman, maar draait er zijn hand niet voor om om flink te rocken. “Het is een en hetzelfde.”

Driemaal is scheepsrecht. Curtis Harding had het razend druk toen hij in november ons land aandeed voor een minitour.  Twee keer moesten we het interview verzetten vanwege uitgelopen soundchecks. We krijgen hem eindelijk te pakken als hij onderweg is naar de volgende gig, waar hij die avond furore zal maken op het Le Guess Who festival in Utrecht.

Hardings debuutalbum Soul Power, een tijdloze rhythm & blues-plaat met een ruw rockrandje, was die week het 3voor12 album van de week en de Curtis Mayfield-achtige single Keep on Shining  de 3FM Megahit. Was Harding verrast door al die aandacht?
“Een beetje wel.  Ik wist niet wat ik moest verwachten wat media-aandacht betreft. Ik hoorde wel dat de plaat veel op de radio gedraaid werd.  Ik wist niet dat het zo groot zou zijn, dus dat is een prettige verrassing.”

Krijg je hier meer aandacht dan in Amerika?
“Het is anders. Radio is hier in Nederland groter. In de VS worden we vooral gedraaid op college radio. We zijn druk met toeren.  Maar we hebben daar nog geen tv-optredens gedaan, of aandacht van de grote radiozenders.”



Je album heet Soul Power. Is dat een statement over soulmuziek?
“Over soul in het algemeen, niet per se over het muziekgenre. Je hoeft niet van soul te houden om soul te hebben.  Eigenlijk gaat het over het leven. Over alles. Voor sommige mensen is muziek hun leven. Het album gaat over het leven, liefde, vrijheid,  strijd.”

Welke artiesten hebben je geïnspireerd?
“Te veel om op te noemen. Allerlei soorten artiesten: soul, gospel, country, klassiek, rock, punk.”

Ben je eigenlijk vernoemd naar Curtis Mayfield?
“Nee. “

Die vraag wordt je vast vaak gesteld?
“Ja.”



Op Soul Power is je liefde voor oude soul duidelijk hoorbaar. Is het moeilijk om iets  nieuws en oorspronkelijks toe te voegen aan zo’n rijk muzikaal erfgoed?
“Niet als je het gewoon probeert. We proberen de beste muziek mogelijk te maken. Dat is onze opdracht. “

Wat is jouw bijdrage?
“Hopelijk goede muziek, man. Dat is het doel. En stijl en persoonlijkheid.”

Je muziek beperkt zich niet tot soul, je maakt ook uitstapjes naar garagerock. Dat lijken twee contrasterende stijlen. Wat hebben zij gemeen?
“Ik vind juist niet dat ze contrasteren.  Ze hebben heel veel met elkaar gemeen. Soul komt voort uit gospel en blues, en garagerock gebruikt dezelfde elementen. Het is een en hetzelfde.”

Soul Power is uitgebracht door Burger Records, een label dat zich vooral richt op garagerock. Hoe ben je daar terechtgekomen?
“Ik heb een garagerock sideproject genaamd Night Sun en Burger Records heeft daarvan een single uitgebracht. Toen wilden ze ook een soloalbum van mij. Met Night Sun liep het zo goed dat ik besloten heb om bij Burger Records te tekenen.”

Je hebt een gospelachtergrond. Gospel heeft tegenwoordig een imagoprobleem. Hebben mensen er een verkeerd  beeld van?
“Ik weet niet wat voor een idee mensen hebben van gospel. Voor mij tellen goede liedjes. Ik ben geen liefhebber van hedendaagse gospel, maar ik hou wel veel van oude gospel.  Daar ben ik mee opgegroeid.”

Wat is het verschil tussen oude en nieuwe gospel?
“Hoe het klinkt en is opgenomen. Oude gospel heeft meer live-instrumenten.  Maar het hoeft ook helemaal geen instrumenten te hebben.  Het is veel rauwer, funkier en spiritueler.”



In het verleden heb je samengewerkt met Cee-Lo Green en OutKast. Hoe hebben zij je muzikale ideeën beïnvloed?
“Van Cee-Lo heb ik liedjes leren schrijven en goed leren luisteren naar structuur. En stilistisch/esthetisch gezien hebben zij me geleerd om anders te zijn, niet bang te zijn om je eigen ding te doen. “

Jouw muziek heeft een klassiek soulgeluid. Is het moeilijk om een balans te vinden tussen de tijdloze kwaliteit van oude soul en de wat gladdere, kunstmatige moderne R&B?
“Ik heb niet geprobeerd om een soulplaat te maken, dit is gewoon zoals het klinkt.  Soul Power is maar een titel die we aan de plaat hebben gegeven. Mensen mogen het noemen wat ze willen. Je moet het een naam geven om het te kunnen verkopen. Het geluid is een smeltkroes van dingen die in mij zitten en mij vormen en waarvan ik geniet. Wie weet maak ik de volgende keer een countryplaat.”

Dit artikel verscheen eerder in popmagazine Heaven.