maandag 30 november 1998

Islamitisch onderwijs: emancipatie of desintegratie?

De islamitische gemeenschap in Nederland heeft een aanzienlijke omvang bereikt. Moskeeën behoren inmiddels tot het gewone straatbeeld in talrijke steden. Na eigen moskeeën is ook de behoefte aan eigen onderwijs gegroeid. Dat leidt in Nederland wel eens tot discussie. Moslimfundamentalisme is tegenwoordig maar al te vaak in het nieuws, en zijn islamitische scholen geen kweekvijvers daarvoor? Bevordert islamitisch onderwijs de emancipatie en het zelfbewustzijn van de islamitische gemeenschap, of leidt het tot isolement en wereldvreemdheid?

Ondoordringbaarheid
Het idee achter islamitische scholen is dat de leerlingen betere leerprestaties leveren. De sociale controle is er groter, de ouders nemen meer verantwoordelijkheid voor hun kinderen, dus de kans dat de jeugd in criminaliteit vervalt wordt verkleind.
De boodschap moet in hun eigen taal aan de islamitische jeugd overgebracht worden. "In haar strijd tegen criminaliteit, drugshandel en sociaal-economische malaise slaagt de overheid er niet in om grote groepen allochtone jongeren te bereiken: in tegenstelling tot moskeeën." (...), schreef Coskun Cörüz (voorzitter Stichting Bijzondere Leerstoel Islam) in De Volkskrant.
De ouders van islamitische kinderen vinden de relatie met de schoolleidingen van normale scholen vaak slecht. De schoolleidingen zouden niet zelden slecht op de hoogte van de religieuze en culturele achtergronden van hun moslim-leerlingen zijn. Schoolleidingen verwijten op hun beurt de islamitische ouders van ondoordringbaarheid, en het leven in een eigen wereld.
Redenerend naar analogie van gereformeerde of katholieke ouders die hun kinderen meestal ook naar respectievelijk gereformeerde of katholieke scholen sturen, zijn de islamitische ouders van mening dat zij hun kinderen daarom best naar een islamitische school kunnen sturen. De Nederlandse grondwet voorstaat tenslotte vrijheid van onderwijs, en een islamitische school is gewoon een bijzondere school.

Emancipatie
Bovendien zou eigen onderwijs in het verleden ook al een grote bijdrage hebben geleverd aan de emancipatie en het zelfbewustzijn- en vertrouwen van andere bevolkingsgroepen, zoals de joden en katholieken. De islam kampt in Nederland met een slecht imago, en doordat religie een belangrijk onderdeel van de identiteit is, is dat schadelijk voor de vorming van islamitische jongeren. Daardoor zouden zij in criminaliteit vervallen.
Volgens voorstanders van islamitisch onderwijs gaat men onterecht ervan uit dat islamitische scholen alleen de leer van de islam prediken. Het lesprogramma bestaat uit het reguliere curriculum zoals die er op elke school is. Het gaat erom dat de leerlingen goed Nederlands leren spreken, en dat het reilen en zeilen van onze samenleving bijgebracht wordt. Er wordt alleen een islamitische stempel op het onderwijs gedrukt.

Integratie
Van belemmering van integratie zou geen sprake zijn, want door verankering van islamstructuren in bestaande structuren wordt de integratie juist bevorderd, is de redenering.
Een pikant detail is dat tien jaar geleden na de oprichting van de eerste islamitische basisschool in Nederland, de eerste lichting minder gemotiveerd blijkt te zijn om islamitisch (vervolg) onderwijs te volgen.
Bovendien is nog nooit bewezen dat islamitisch onderwijs de integratie in de weg staat, en voor de lagere kwaliteit van het onderwijs is evenmin bewijs geleverd. Centraal op islamitische scholen staan goed onderwijs en religieuze vorming (van de moskee blijken leerlingen minder kennis mee te krijgen). Men moet eerst de eigen cultuur kennen om in Nederland te kunnen functioneren.
Volgens de Amsterdamse onderwijsdeskundige Metin Alkan doet `mentale gettovorming' zich echter wel degelijk voor in het islamitisch onderwijs. Hij wijst op de koepelorganisatie ISNO, waarvan het streven veel verder reikt dan de bedoeling de islam in het onderwijs te integreren. Zoals de overheid randvoorwaarden stelt voor het onderwijs, zal zij dat ook moeten doen voor het islamitische onderwijs. Het onderwijs moet aansluiting op de Nederlandse samenleving hebben, daarbij zijn ook de leerlingen gebaat. De onderwijsinspectie zou hiervoor moeten waken.

Moslimambassadeurs
In september 1995 startte de eerste islamitische HBO-opleiding, aan de Academie voor Theologie en Levensbeschouwing van de Hogeschool Holland in Diemen. Bij de start was de belangstelling al drie maal groter dan voor christelijke theologie (dertig tegen tien). Dit cursusjaar was dat elf tegen één.
De HBO-studie in Diemen leidt op tot islamitisch godsdienstleraar of geestelijk opbouwwerker. De student verwerft grondige kennis van de islam, maar ook van andere godsdiensten en levensbeschouwingen. De opleiding bereidt haar studenten ook voor op functies in de maatschappelijke dienstverlening en sociaal-cultureel werk. De oprichters hopen hun studenten op te leiden tot moslim-ambassadeurs. Van een imam-opleiding is geen sprake. Zulke opleiding komen in Nederland zeer moeilijk van de grond. De Binnenlandse Veiligheidsdienst vreest dat buitenlandse fundamentalistische moslims invloed krijgen. De imams komen vaak uit het buitenland ('pendelimams'), spreken geen Nederlands, en weten niets van de Nederlandse samenleving en de situatie van de hier wonende islamieten. De buitenlandse organisaties willen hun invloed handhaven.

Zelfbewustzijn
Ook tweede-generatie moslims zien dit als een probleem. Ze voelen zich moslim, en willen ook zo door het leven. Ze willen echter ook meedraaien in de maatschappij. De imams hebben hiervoor geen (duidelijke) antwoorden. Ze hebben behoefte aan een imam die op de hoogte is van de Nederlandse samenleving. De moslimorganisaties en de eerste generatie, staan sceptisch tegenover een `Nederlandse' imam-opleiding, evenals de HBO-opleiding. Men twijfelde of de islam wel in de juiste (lees: ware) vorm gegoten werd.
De eerste generatie vindt dat de koran in principe niet in het Nederlands uitgelegd kan worden. Ook in het verleden progressieve personen, die een seculier leven leidden, keren zich weer tot hun geloof. De islam biedt hen werk en houvast, wat de linkse kabinetten in het verleden niet deden. Uit teleurstelling en groeiend zelfbewustzijn keren ze zich tegen de Nederlandse samenleving.

Nationalistisch
De moslimorganisaties hebben nauwe banden met de herkomstlanden. Vaak zijn de organisaties nationalistisch georiënteerd. Bijvoorbeeld het Turk-zijn wordt vaak gelijk gesteld aan de islam. Alleen Turken zouden dan in staat zijn een opleiding op te zetten. Dit leidt weer tot verdeeldheid tussen de verschillende moslimgroepen en -generaties.
Het is opvallend dat bij jonge Turkse mannen (ruwweg tussen de 17 en 21 jaar) de aan de Turkse Welvaartspartij gelieerde moslimorganisatie Milli Görüs zeer populair is. Ook de Grijze Wolven zijn populair.
Beide organisaties winnen veel zielen, en dus is de Binnenlandse Veiligheid wegens hun extreem-nationalistische identiteit op haar hoede. De BVD plaatst hierbij wel de kanttekening dat slechts een zeer klein groepje moslims daadwerkelijk streeft naar een islamitische staat of wereldorde, en dus echt gevaarlijk is.
Het is echter moeilijk dit de bestrijden, omdat de moslimradicalen uiterst heimelijk te werk gaan. Zij zijn niet altijd aangesloten bij als radicaal herkenbare organisaties, of ze zijn lid van bonafide grote organisaties, en winnen van binnenuit aan aanhang en kracht.
De BVD heeft geen vrees dat de invloed van radicale moslims binnen afzienbare tijd kritiek zal worden, maar wijst wel op het gevaar op de lange termijn.
Ondanks het groeiende aantal moskeeën, islamitische scholen, en de gesuggereerde daarbij horende isolationisme en desintegratie, is er geen sprake van een islamitische zuil, en dus ook niet van dè islam. De moslimgemeenschap is versplinterd en verdeeld.

Tweedeling
Onder Turken is er een tweedeling van enerzijds Diyanet-aanhangers, en anderzijds aanhangers van Milli Görüs. De meeste Nederlandse moskeeën zijn verbonden aan het Turkse Directoraat voor Godsdienstzaken, het Diyanet. De organisatie stuurt imams en koraanleraren naar Nederland, en betaalt deze. Er is grote bemoeienis van de Turkse staat. Paradoxaal genoeg zet Milli Görüs, die gelieerd is aan de Welvaartspartij, zich af tegen staatsislam. Ook is er een verschil tussen Turken die van het platteland of uit de stad afkomstig zijn. De laatste groep is vaak hoger opgeleid.

Alevieten
Een op zichzelf staande stroming is de vrijzinnige Alevitische islam. Alevieten voorstaan scheiding van kerk en staat en gelijkwaardigheid van seksen. Ze gaan niet naar de moskee en geloven niet in de goddelijke openbaring van de koran. Voor alevieten aanbidt elke godsdienst dezelfde god.
Alevieten aanvaarden geen kledingsregels, houden geen ramadan en sturen hun kinderen naar openbare scholen. Zij zijn de politieke en religieuze onderdrukking in Turkije ontvlucht.

Verdeeldheid
De grote onderlinge verschillen tussen de islamitische stromingen staan het vormen van eenduidig islamitisch onderwijs, waarin elke stroming zich kan vinden, in de weg. De ouders willen voor hun kinderen wel onderwijs met een islamitische signatuur, maar ze weten vaak niet hoe ze daaraan concreet invulling moeten geven. Er wordt dan al gauw teruggegrepen op tradities, en die tradities zorgen juist voor de verdeeldheid.

maandag 12 oktober 1998

AG en Big L: Graven in de kratten der kwaliteit

AG, Big L en Peter Schong backstage in de Melkweg, 8 oktober 1998.
(Foto: Ruben Le Noble)

Goede hiphop platen zijn schaars tegenwoordig. De kwaliteit is omgekeerd evenredig aan de kwantiteit. De Newyorkse rappers AG (van Show & AG) en Big L behoren tot het handjevol rappers dat zich onderscheidt van de massa met oerdegelijke en onvervalste hiphop platen. Niet graven in de portemonnee van het publiek, maar graven in de kratten der kwaliteit.

"Uche uche uche!" hoest AG (`Andre the Giant') in de kleedkamer van de Melkweg in Amsterdam. Hij heeft zojuist een pure blunt gerookt, en is bovendien verkouden. Als dat maar goed gaat, want AG (Show is niet meegekomen) moet ook nog optreden van­avond. Zijn DITC-genoot Big L doet het rustiger aan. Om aan zijn dagelijkse dosis vitaminen te komen laat hij zich de ap­pels op de tafel goed smaken.

Verkoop vanuit de kofferbak
AG begon zijn muzikale carrière bij Lord Finesse. Lord Finesse werkte aan zijn debuutalbum Funky Technician, waarop AG op één nummer optrad. Showbiz produceerde enkele tracks op het album. Het klikte meteen tussen de twee, en het duo Show(biz) & AG was geboren. In 1992 gooide het duo hoge ogen met de in eigen be­heer uitgebrachte Party Groove/Soul Clap EP, die Show en AG vanuit de kof­ferbak van hun auto aan de man brachten. De EP resulteerde in een contract met het label PayDay, waarop Show & AG twee mees­terwerken uitbrachten: Runaway Slave (1992) en Goodfellas (199­5).
Na Goodfellas bleef het een tijd stil rond Show & AG. Show produceerde hier en daar voor andere artiesten. Samen met de hele Diggin' In The Crates crew (kortweg DITC, een Newyorks collectief bestaande uit Show & AG, Big L, Lord Finesse, Dia­mond D, Fat Joe, OC en Buck­wild) werkten Show & AG aan enkele DITC singles (Day One, Internationally Known/The Enemy en Dig­nified Soldiers/Themes, Schemes en Dreams) afkomstig van een aankomend groepsalbum.

Eigen label
Dit voorjaar dropten Show & AG een nieuwe EP, Full Scale. Het duo zat niet meer op hun oude PayDay label, maar brachten de EP in eigen beheer uit op D.I.T.C. Records. Wat was er met hun contract met PayDay gebeurd? AG legt uit: "We waren er niet gelukkig. Ze wisten niet wat ze met het product moesten doen. Ze brachten de verkeerde dingen uit. De promotie was slecht. Je moet geld uitgeven om geld te verdienen.
"Als je een plaat koopt, moet de naam een naam zijn die je kent. Als mensen je naam niet kennen kunnen ze je album niet kopen."
Show & AG hebben meer vertrouwen in hun werk nu ze op hun eigen label zitten. Ze kunnen doen wat ze willen, en ze verdienen meer geld. De verkoopcijfers zijn zelfs gestegen, zegt AG.

Nieuwe projecten
Show & AG hebben het druk. Show is bezig met het maken van beats voor het DITC groepsalbum. Het duo is bezig met een remix EP die eind oktober moet uitkomen. Behalve dat staat er een album voor begin 1999 op het programma. Van AG verscheen on­langs de single Hidden Crate/Hold Mines. De nummers zijn afkom­stig van de verzamelplaat Unda-Pendent Hiphop Volume 1, waarop behalve AG ook de uit Brooklyn afkomstige rappers United King­dom, Timbuktu en 12 Jewels te horen zijn. Het album is geprodu­ceerd door DJ Greyboy, een acid-jazz DJ uit San Diego. Unda-Pendent Hiphop Volume 1 is Greyboys eerste hiphop project, en wordt uitgebracht op zijn eigen label P-Jays Records (gedistri­bueerd door Ubiquity Records).

Nieuw album
Ook Big L werd door Lord Finesse ontdekt. De twee ontmoetten elkaar in een platenzaak, en wisselden telefoonnummers uit. In 1995 verscheen op Columbia Big L's debuutalbum Lifestylez ov da Poor & Dangerous. Recentelijk verscheen de single Ebonics (Cr­im­inal Slang)­/Size 'Em Up op Big L's eigen Flamboyant label. Momenteel is Big L met een album in de weer, die volgend jaar in de winkels moet liggen. "Ik heb al veel rhymes, veel goed materiaal, veel tracks. Ik heb de num­mers gemaakt, ik heb ze zelf geproduceerd.
"Ik ben aan het wachten, er zijn veel labels die het project willen steunen. Ik wil de tijd nemen om te wachten op de beste deal. We zijn nu in onderhandeling met Rockafella, maar niet over mij als solo-artiest. Het is voor Wolfpack. Dat ben ik, mijn kleine broertje C-Town en McRuff samen."

Diggin' In The Crates
Al ruim een jaar is er sprake van een groepsalbum van DITC. Tot dusver is er nog geen album, slechts een nieuw single, Digni­fied Sol­diers/Themes, Schemes and Dreams. Het album laat nog even op zich wachten. "Ik weet niet wanneer hij uitkomt. Ieder­een heeft het nu druk met zijn eigen projecten. Het is moeilijk iedereen samen te krijgen. Maar uiteindelijk komt het wel af, ik denk dat het binnenkort wel af is. Showbiz is nu de beats aan het maken. Als we maar eenmaal de beats hebben, want we hebben zoveel geta­lenteerde MC's om het album te maken (...). Dus als we eenmaal de tracks hebben, sluiten we ons een maand op in de studio en maken we het af. And it's gonna be crazy!", zegt Big L, die een stuk spraakzamer is dan AG.
Behalve het DITC groepsalbum had Lord Finesse's nieuwe plaat al ongeveer een jaar in de winkels moeten liggen. Wat is daarmee aan de hand? Big L: "Ze (Lord Finesse en zijn label Penalty Records - PS) zijn opnieuw in onderhandeling over zijn con­tract. Ze stoppen meer geld in het project, ze steunen hem wat meer dan eerst. Fat Joe overziet het hele project, hij is de executive producer."
OC's nieuwe album bevindt zich in een vergevorderd stadium. Het album is bijna af, maar de titel en tijdstip van uitgave zijn nog niet bekend.

AG en Big L hebben nog een aantal dingen in petto waarvan menig hiphop head zal likkebaarden. Met een remix EP voor dit najaar en een album begin volgend jaar van Show AG, en volgend jaar een album van Big L en eentje van zijn Wolfpack, ziet de toe­komst er rooskleurig uit. Hoezo Millenniumprobleem?

vrijdag 9 oktober 1998

Roc Raida, Babu en J-Rocc: We laten zien dat je dit vanu­it de slaapkamer kunt doe­n


De DJ is het begin van hiphop. Ironisch genoeg was het uitgere­kend de DJ die steeds meer uit het zicht verdween. Maar de DJ is weer terug. De mixtape is een gevestigd fenomeen, DJ crews kunnen leven van hun kunsten. Tijd voor een gesprek met de DJ-top van de wereld, Roc Raida (X-Ecutioners), Babu en J-Rocc (Beat Jun­kies), over het verleden, heden en toekomst van dee­jaying.

De basis van hiphop werd gelegd toen DJ Kool Herc midden jaren '70 zijn legenda­rische feesten in de Newyorkse borough de Bronx gaf. Op deze feesten deed Kool Herc iets geheel nieuws; hij draa­ide niet ge­woon platen, maar deelde de muziek naar eigen in­zicht in door de beste stukken aan elkaar te mixen.
Al gauw pikten andere DJ's de nieuwe stijl op, en gingen het ontwikkelen. Om de feestvreugde een extra impuls te geven gin­gen DJ's zogenaamde MC's inzetten, die het publiek en de DJ aan­moedigden. Hun ritmische voordracht groeide uit tot wat we nu kennen als rap.
Door de jaren heen verdween de DJ steeds meer uit het zicht. Roc Raida (o.a. DMC World Champion 1994/1995) verklaart waarom: "MC's zijn meer vocale mensen. Zij worden meer erkend omdat ze meer praten. Ik denk dat men de aandacht meer op hen richt. Zoals in videoclips, zij krijgen automatisch de hoofdrol omdat ze de MC zijn."
Opvallend is dat de rol van de DJ kleiner werd toen men in de studio met sample-apparaten ging werken. Babu (o.a. ITF World Champion Scratching Category and Beat Juggling) wil echter geen oorzakelijk verband leggen.
"Ik denk niet dat DJ's daar tegen­aan keken als een probleem, want wij klooien ook allemaal met samplers. Ik denk dat produ­ceren hetzelfde princi­pe is als veel dingen die je met de draa­itafel doet, het is alleen meer gepro­grammeerd. Zoals wij dat doen met beat jug­gling, doet Primo (DJ Premier van Gang Starr - PS) dat op de drumcom­puter."
Opvallend is dat met de krimpende interesse in de DJ, veel DJ's zich gingen toeleggen op andere terreinen. Veel DJ's werden producer, radio of club DJ's, of werden MC. J-Rocc (o.a. ITF Team World Champion, samen met Babu, Melo-D en Rhettmatic) betwij­felt of DJ's uit noodzaak iets anders gingen doen, maar hij signa­leert de tendens wel.
"Ik denk dat alle DJ's produce­ren. Elke DJ die ik ken wil een beat maken. Ze mogen dan de appara­tuur wel niet hebben, maar ze willen wel een beat maken. En DJ's die voor de radio gingen werken, hebben gewoon de laan van deejay­ing bewandeld. Die gingen die kant op. Het is moei­lijk DJ te zijn en alleen te deejayen, en ergens optreden ofzo. Mensen die je niet kennen komen niet naar je kijken. Veel DJ's cutten het nog steeds op, en ze nemen wel een baan bij de radi­o, maar hun hart is nog steeds bij waarmee ze zijn begonnen."
Babu: ""Vroeger was het moeilijk om te gaan toeren als DJ, zoals Q-Bert en Raida dat nu doen. Deejaying was toen niet op een punt dat je op toernee kon gaan en er geld mee kon verdie­nen. Je maakte misschien eens een scratchplaat. Dus je moest wel een producer worden. Het was een manier om remixes te krij­gen, en contacten te leggen met de andere kant van het land. Te­genwoor­dig is dat anders, nu kan je veel geld verdienen met het gewoon op te cutten."
De laatste jaren is de DJ bezig aan een comeback. Vrijwel geen enkele hiphop act treedt nog zonder DJ op, het publiek is ver­trouwd geraakt met de mixtape, en DJ-crews als de X-Ecutioners, Beat Junkies en Invisibl Skratch Piklz zijn razend populair. "De cirkel is rond," zegt Babu. "Hardcore hiphop komt weer terug. Er is nu weer meer ruimte voor DJ's."
Volgens Babu heeft de terugkeer van de DJ ook te maken met de generatie. "Zij hebben de energie en de drive om het voort te trekken, het naar het volgende niveau te tillen.
"Toen Q-Bert, Raida, X-Men (oude naam van de X-Ecutioners - PS), Piklz, de Junkies uitkwamen was dat een grote sprong. We lieten andere DJ's zien dat je dit vanuit je slaapkamer kunt doen. Er zijn nu zoveel andere kids omdat ze de video's kunnen zien. It is just bullshit, 'cause we just got busy in the be­droom."
De toekomst van deejaying ziet er rooskleurig uit. "Er zijn geen grenzen aan wat er gaat gebeuren.", zegt Roc Raida.
"Drie jaar geleden dacht ik dat de dingen niet veel gekker zouden worden. Ik weet niet waarom. Ik zat tot aan mijn nek in het battlen, en nieuwe kids kwamen uit en ik was niet echt onder de indruk. Maar toen kwamen er kids uit die me echt ver­steld deden staan, en dat was voor mij het bewijs dat deze shit nog lang niet klaar is.", vult Babu aan.
Roc Raida verwacht dat in de toekomst de DJ ook gelijkwaardiger aan de MC wordt. "De DJ krijgt nu meer aandacht, zoals DJ's die albums maken. Het gaat steeds meer die richting uit."
"Het gebeurt al", valt Babu hem in de rede. "[Roc Raida] heeft net een contract met Loud Records getekend. Loud is hetzelfde label als van Wu-Tang en Big Punisher, dus dat is ongelofelijk (...). Q-Bert en [Mixmaster] Mike komen met een album uit. Het wordt groter en groter. Waar­schijnlijk de grootste band van nu, de Beastie Boys, hebben Mixmaster Mike als DJ. Een platinum act!"
De laatste revolutie in deejaying was beat juggling, het met twee dezelfde platen een geheel nieuwe beat creëren. Wat is de volgende stap?
Babu: "De nieuwe stijl nu, en Shortkut, Craze en Dough Boy zijn daar veel mee bezig, is alles combineren. Craze vond ik echt ill, want hij jugglede, scratchte en deed body tricks, allemaal in een kort tijdbestek in één set. En muzikaal en technisch gezien was het ook nog volmaakt.
"Ik denk dat de vorige generatie DJ's vrij beperkt was. Als ik naar mezelf en Melo-D kijk, wij deden niet het fysieke spul, we waren alleen aan het scratchen en bezig met de beat. Meer tech­nisch. Roc Raida was meer bezig met de beat, en weinig scrat­chen. En nu zie je kids het allemáál opzuigen.
"Je kunt die vraag beter aan de nieuwe kids stellen die al die shit doen! Ik voel me oud, ik begin gebreken te vertonen!"

zaterdag 28 maart 1998

De DITC dynastie

`Keep it real' is een credo dat door overmatig en onrechtmatig gebruik behoorlijk aan kracht heeft moeten inboeten. Degenen die dit het hardst riepen waren vaak ook degenen die er zich het minst aan hielden. Het Newyorkse collectief Diggin' In The Cra­tes heeft echter altijd de daad bij het woord gevoegd. Dig­gin' In The Crates staat voor hiphop in de ware zin van het woord. Dit jaar willen ze hiphop gaan kapen.

Diggin' In The Crates, kortweg DITC, werd opge­richt door Dia­mond D (producer en rapper), Lord Finesse (rapper en producer) en Showbiz & AG (respectievelijk producer en rap­per). De groep draagt pas vanaf begin jaren '90 de naam Diggin' In The Crates, maar het vier­tal was al op jonge leeftijd geza­men­lijk actief op house- en blockparty's in The Bronx, New York. De naam `Dig­gin' In The Crates' (`Graven In De Kratten') slaat op hun lief­de voor oude jazz- en funk­platen.

De crew
Diamond D (die wegens een juridische kwestie met zijn uit Cali­fornië afkomstige naamgenoot officieel Diamond heet) was de eerste die een plaat uitbracht, genaamd `I'm Not Play­ing', samen met Master Rob en The Ultimate Force.
In 1989 bracht Lord Finesse (Robert Hall) zijn debuut `Funky Technician' uit, een plaat die al snel een underground klassie­ker werd. Vanaf toen begon het balletje te rol­len. Lord Fines­se: "Iedereen dacht: `Finesse komt uit de projects (sociale woningbouw, PS), we wonen allemaal in dezelfde buurt, dat kun­nen wij ook."
`Funky Technician' was tot stand gekomen met medewer­king van Diamond D (Joe Kirk­land), Showbiz (Rodney Lemay) en dj Premier (van Gang Starr). AG (Andre Barnes) rapte ook mee, en zodoende zijn hij en Show­biz een duo gewor­den, dat in 1992 de inmiddels klassieke EP `Party Groove' en daarna de eveneens klassieke elpee `Runa­way Slave' uitbracht.
Terwijl Diamond D rond 1992 met zijn eerste solopro­ject `Stun­ts, Blunts & Hip­hop' bezig was, ontdek­te hij de eveneens uit The Bronx afkom­stige Puertoricaanse rapper Fat Joe (Joe Carta­gena). Rond die tijd ontdekte Lord Finesse de rapper Big L (L. Cole­man) en de producer Buckwild (Anthony Best). Op een tournee leerde Buck­wild de rapper OC (Omar Cred­le) kennen. OC kwam oor­spronkelijk uit de stallen van Organi­zed Konfu­sion, en was al te horen op hun single `Fudge Pudge' uit 1991.
Het nieuwste lid van DITC is, als men de geruchten mag geloven (het is dus niet officieel), Big Punisher. Punis­her werd ont­dekt door Fat Joe, en deed al een gastoptreden op Fat Joe's laatste plaa­t. Hij is tevens lid van Fat Joe's crew, Terror Squad (tezamen met Shorty Pros­pect, Cuban Link en Triple Sies).
Punisher heeft een contract met Loud Records, waar hij de sin­gle "I'm not a Player" uitbracht.

Het jaar van DITC
1998 Moet het jaar van DITC worden. Big L: "We gaan onze plaat­sen reserveren. Op de stoelen staat `DITC', het is onze plek."
-"Just get the fuck outta there!", vult OC hem aan.
Klare taal dus. Nu horen we het de DITC-leden al jaren zeggen (volgens Big L staat er al sinds eind jaren '80 een gezamenlijk project op het programma), maar dit jaar lijken de plannen eindelijk vaste vor­men aan te nemen.
Allereerst komt het groepsalbum eraan. Vorig jaar bracht DITC al twee singles in eigen beheer uit (`Day One' en `In­ternation­ally Known/The Ene­my' op DITC Records). Voor het hele album hebben ze een con­tract met het label PayDay gete­kend.
Wat mogen we dit jaar nog meer van DITC verwachten? `Moeders mooiste' Fat Joe (alias Joey Crack) zal dit voorjaar na een afwezigheid van bijna drie jaar weer te­rugkeren. Voor dit album is Fat Joe van label ges­witched. Voor­heen zat Fat Joe op Rela­tivi­ty Records, waar hij zijn twee albums `Represent' (1993) en `Jea­lous One's Envy' (1995) uit­bracht. `Joe Cartagena', zoals zijn derde plaat gaat heten, zal waar­schijnlijk uitkomen op Atlan­tic Records. De eerste single van de nieuwe elpee, `Find Out', kwam ook al uit op Atlantic. De produktie van `Joe Carta­gena' wordt ge­daan door Buckwild, Ras­had Smith, Sugar Bear en the Hitmen. Raekwon (Wu-Tang Clan), Prodigy (Mobb Deep), Norie­ga (Capone-N-Norie­ga), Big Punisher, Nas en zelfs Bone Thugs-N-Harmony zul­len vo­caal hun steentje bijdra­gen.
Lord Finesse werkt momenteel ook aan zijn nieuwste plaat. `The Underworld Operator' moet Fines­se's vierde album gaan heten. De produk­tie wordt gedaan door Lord Finesse zelf, alsme­de Showbiz, Buck­wild, Diamond D, dj Pre­mier en Easy Mo Bee. "Ik denk niet dat het zo kleurrijk als `The Awakening' (zijn vorige album, red.) gaat klinken, met alle smoo­th stuff erop. Je hebt nog wel drie of vier nummers die anders klinken, maar de rest is strai­ght Finesse type stuf­f", zei Lord Finesse al eerder in Xces. De plaat zou eerst vorig jaar okto­ber, en later januari dit jaar gedropt worden, maar het schijnt dat Lord Finesse enige ge­schillen met zijn label Penal­ty Re­cords heeft.
Ook Diamond D lijkt overhoop te liggen met zijn platen­label Mercury Re­cords, aangezien het gerucht circu­leert dat hij zelfs door Mercury gedropt is. Wat daarvan waar is, is tot dusver niet bekend. Op Mercury verscheen vorig jaar Diamond D's tweede solo-album `Love, Hatred & Infidelity'.
Big L bereidt zich inmiddels voor op een opvolger voor zijn debuut `Lifestylez ov da Rich & Dangerous' uit 1995, dat op zijn eigen label Flamboyant Records zal verschijnen. Veel is er nog niet over bekend, maar in een interview met dit blad liet Big L weten dat het album anders dan zijn debuut wordt. "Ik ben nu niet kwaad, ik heb iets te bewijzen."
Ook Showbiz & AG schijnen met een nieuw pro­ject aan de slag te zijn.
OC (alias Mush), die vorig jaar zijn tweede plaat (`Jewelz') uitbracht, is al bezig met een nieuw project. De opnames voor `Love, Hell or Right', zoals de voorlopige titel luidt, moesten in januari beginnen.
De leden van Diggin' In The Crates zijn ook buiten DITC ac­tief. Diamond D produ­ceert voor de tweede elpee (`The End') van de West­coast-rapper Ras Kass. OC zal ook op de plaat te horen zijn. OC en Ras Kass hebben ook de koppen bijelkaar gestoken voor de Open Mic/Rawkus verzamelaar `Lyricist Lounge Volume I'. Voorts doet OC doet een nummer (`Your Life') op de sound­track van de film `Soul in the Hole'. De soundtrack zal ver­schijnen op Loud Records.
Lord Finesse rondde enkele maanden geleden een samenwerking af met een Zweedse rapper genaamd Steven Simmons. Op de plaat rijmen Big L en Marquee (een vrouwelijke emcee, die ook al op Lord Fines­se's `The Awakening' te horen was) mee. Ook hier hebben DITC dus hun visitekaartje achtergelaten.
Buckwild produceerde recentelijk met Diamond D voor `Afro Jazz­', en ook de `Tru Criminals' elpee bevat beats van Buck­wild, alsmede Lord Finesse. Buckwild en OC drukten de DITC-stem­pel op twee nummers op de `Street Smartz' verzamelaar, op de nummers `Problemz' en `Metal Thangz' om precies te zijn. Ook Organized Konfusions Pharaohe Monch is hierop te horen.

DITC's betekenis voor hiphop
Diggin' In The Crates heeft een grotere invloed in de hiphop dan het op het eerste gezicht lijkt. DITC ver­vult een be­lang­rijke rol achter de schermen, door het pro­duceren of het doen van remixes voor een groot scala aan meer en minder beken­de arties­ten. Lord Finesse heeft bij­voorbeeld beats gemaakt voor The Notorious B.I.G., en Dia­mond D produceerde voor The Fugees.
De back to basics geest die een paar jaar terug speelde is deels terug te voeren op Diggin' In The Crates. Men heeft tot op het heden het gevoel dat hiphop te ver van de kern verwij­derd is geraakt. Er ontstond een herwaardering voor de funda­men­ten van hiphop, dat zich uitte in een revival van de old skool. De battle rhymes, met het zogenaamde braggin' and boas­tin' (opscheppen), keer­den terug in de tek­sten.
De teksten van de DITC-leden, en vooral Lord Finesse, hebben altijd gespeend gestaan van dit soort b-boy machismo. In een tijd waarin tallo­ze rappers zich gedwongen voelden ofwel op de kennis- ofwel de gangstertrein te springen, is dat tamelijk non-con­ventioneel. Geleidelijk aan werd dat door anderen opge­pikt.
Het belang van Diggin' In The Crates moet vooral in de pijlers van de hiphop gezocht worden. DITC mag dan wel weinig mainstre­am suc­ces heb­ben, de formatie geniet wel veel respect in de under­ground, de basis en kern van alle muziek. De populaire hiphop die in de hit­lijsten zegeviert, hiphop à la Puff Daddy bijvoor­beeld, steunt op de underground. De underground bestaat uit trendlei­ders, het is de bron van nieuwe ontwikkelingen, en het bepaalt de richting. Juist bij hip­hop is dit het ge­val, omdat hiphop bij uitstek muziek van de straat is. En de straat, dat is waar DITC zich ophoudt.
Daarom, en wegens de constante kwaliteit van hun produkten, kan een groep als DITC altijd zeker zijn van een vaste plek in het snel groeiende hiphop spectrum. Met hun creatie­ve input nemen ze hiphop steeds een stapje verder. Afgezien daar­van bestaat er een weliswaar kleine maar wel consis­tente doel­groep die hun platen wel koopt.
Door deze lowkey benadering is DITC nooit tot de mainstream doorgebroken, en heeft de groep zelfs te kam­pen met tame­lijk slechte verkoopcij­fers. Ze maken hiphop volgens de wetten van de straa­t, het recept waarmee hiphop in haar puurste vorm be­reid wordt.
Om in de mainstream te slagen moet de muziek aan bepaalde onge­schre­ven wetten voldoen. De muziek moet bijvoor­beeld van haar scher­pe rand­jes ontdaan zijn. Het moet een ge­luid hebben dat voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk is. Vaak betekent dit dat de artiest concessies moet doen. De leden van DITC staan er niet bepaald om bekend zich aan te passen aan die onge­schreven wetten voor commercieel succes.
Diggin' In The Crates staat nu al bijna tien jaar garant voor onver­valste hiphop met veel street appeal. Het is verfrissend om te horen dat er nog steeds mensen zijn die bij de kern blij­ven, die de essentie van hiphop weer­geven. Dat laatste is dezer dagen helaas een schaarstegoed gewor­den. DITC toont niet alleen dat ze ruggengraat hebben, maar dat ze ook de ruggengraat van de hiphop zijn.





Discografie
Voor degene die alvast een voorproefje wil hebben van wat DITC tot nu toe heeft gedaan, is er genoeg voor handen. Diamond D dropte eind vorig jaar zijn lang verwachte album `Love, Hatred & Infideli­ty' op Mercury Records. Zijn eerste album, `Stunts, Blun­ts & Hiphop', is inmid­dels opnieuw door Chemistry Records uit­gebracht. Op de re-release staan echter niet alle nummers. Dia­mond heeft ook tal­rijke produkties voor andere artiesten op zijn naam staan, waaronder namen als Fu­gees, Alkaholiks, Phar­cyde, Ras Kass (Dia­mond gaat ook voor Ras Kass' nieuwe album produceren), Ra­kim, KRS-One en Sadat X.
Ook Buckwild heeft als producer zijn sporen verdiend. Behalve produkties voor DITC, kan hij ook namen als Mic Geronimo, Orga­nized Konfusion, Artifacts, AZ, Kool G Rap en The Notorious B.I.G. op zijn curriculum vitae zetten.
Vorig jaar werd `Runaway Slave', de debuutelpee uit 1992 van Showbiz & AG opnieuw uitgebracht (helaas staan niet alle num­mers erop). Hun EP `Par­ty Groove' (1992), die aan `Runaway Sla­ve' vooraf ging, is ook opnieuw uitgegeven in eigen beheer (Sho­wbiz Productions). `Goodfellas' (1995), het laatste album van Show & AG, ligt nog steeds in de winkels.
OC bracht vorig jaar op Payday Records `Jewelz', de opvolger van zijn debuut `Word...Life' uit. Volgens OC is hij op `Jewe­lz' ouder, wijzer en daarmee milder geworden: "De tek­sten zijn wat meer getemperd. `Word...­Life' was een persoonlijk album, dit album is meer business, het heeft een groter be­reik. Het is iets voor ieder­een, makkelijk luisterbaar. Niet té makkelijk luisterbaar, maar gewoon makke­lijk luisterbaar. Niet zoals `Word...Life', waar de rhymes mensen verwarden, zodat ze moes­ten terugspoelen en op­nieuw moesten luisteren."
Met `Word...Life' (1994) had OC de pech dat zijn toenmalige label Wild Pitch fail­liet ging. "Wild Pitch went out of busi­ness, word up!" zei OC sma­lend tegen Xces. `Word...Life' is al­leen nog met heel veel geluk te vin­den.
Lord Finesse's carrière ging ook niet van een leien dakje. Zijn debuut `Funky Technician' uit 1989 (op Wild Pitch) had, ondanks grote populariteit in de underground, teleur­stellende verkoop­cijfers. Volgens Finesse zelf is `Funky Technician' wel zijn best verkochte plaat: "Dat niveau heb ik nog niet be­reikt."
Een betere deal met het grotere label Giant, plus steun van Ice-T en lidmaatschap van het Rhyme Syn­dicate leken goede prik­kels voor Finesse's car­rière. Zijn twee­de album `Return of the Funky Man' (1991) haalde echter ook niet de beoog­de verkoopcij­fers.
In 1995 keerde Lord Finesse terug met `The Awake­ning' op het label Penalty Records, dat, in tegen­stelling tot Finesse's eerste twee albums, een wat toegan­kelij­ker geluid had. `Funky Technician' is op­nieuw uitge­bracht, en `The Awakening' is nog steeds in de win­kels ver­krijgbaar. Of `Return of the Funky Man' opnieuw uitge­bracht zal worden, is niet bekend. Wel is er een verzamelaar (`From the Crates to the Vaults') met niet eerder uitge­brachte nummers en remixes uit die tijd verschenen. Behal­ve als rapper is Lord Finesse ook als produ­cer actief. Uiter­aard pro­duceert hij voor zichzelf en DITC, maar namen als The Noto­rious BIG, Sadat X, Capone-N-No­riega mogen niet onver­meld blijven.

woensdag 25 maart 1998

Big Pun: Engel des doods


Na een duwtje in de rug van boezemvriend Fat Joe gaat Big Pu­nisher op eigen kracht verder. Zijn aankomende debuutalbum moet hiphop een stap verder nemen, en de positie van Puerto­ricaanse rappers verster­ken.

Ik ben blij dat het interview met Big Punisher telefonisch plaatsvindt. Als ik vragen stel die hem niet aanstaan, kan Punisher hooguit de hoorn erop gooien. Zijn forse verschijning is namelijk die van iemand die je niet in een donker steegje wil tegen­komen, laat staan een ver­licht steegje. Voor zijn muzikale carrière leefde de uit de Bronx, New York afkomstige rapper van de drugshandel. Big Punisher is dus geen type om ruzie mee te krijgen.
Door de telefoon is Punisher echter de vrie­ndelijkheid zelve,
hij spreekt me zelfs aan met een vals Engels accent. Pun (voor intimi) schijnt be­kend te staan om zijn humor.
Big Punishers skills werden voor het eerst aan de wereld gepre­senteerd in 1995, met een gastoptreden op Fat Joe's album `Jea­lous One's Envy'. Deze succesvolle samenwerking werd voortgezet op de single `Fire­water' (tezamen met Raekwon van de Wu-Tang Clan). Puns skills wekten zoveel indruk dat Funkmaster Flex hem vroeg voor wat zijn `The Mixtape Vol. I'. Een single (`Wishful Thinking') met Cypress Hills B-Real, Kool G Rap en Fat Joe volgde, evenals een bijdrage voor Flesh-N-Bone (spin-off groep van Bone Thugs-N-Harmony).
In­middels heeft Pun een contract met Loud Records, waar hij tot nu toe twee singles heeft ge­dropt (`You Ain't A Killer' en `I'm Not A Player (I Just Fuck A Lot)­'). De remix van `I'm Not A Player', met de R&B zanger Joe krijgt al behoorlijk wat spins op de Amerikaanse radio. Een album is onderweg, `Ca­pital Pu­nishment' zal eind april in de winkels liggen. De beats worden gelegd door o.a. Minnesota (Money Boss Players), Psycho LES (Beatnuts), Frank Nitty (Trackmasters) en Showbiz (Showbiz & AG). Dat belooft dus wat te worden. Dat kan Punisher beamen: "The album's crazy. The album is next level hiphop. Om de paar jaar komt er iemand die hiphop voor je ver­andert, als alles hetzelfde klink­t. Ik denk dat ik deze keer de engel des doods ben."
Weinig mensen weten dat Puertoricanen ook aan de wieg van hip­hop hebben ge­staan. Net als Fat Joe een paar jaar geleden met `Represent', is Big Punisher met `Capital Punishment' op een missie om de positie van Puertoricanen in hiphop te versterken. "We zitten niet zoveel in the game als we zouden moeten. We moeten meer gasten erin hebben. Nu begin je dat allemaal te zien. Steeds meer gasten komen tevoorschijn, zoveel zelfs dat ze [de radiostati­ons - PS] het niet allemaal meer kunnen draai­en. Het wordt al zoveel erkend. Ik wijt het half aan de busi­ness, en half aan het feit dat artiesten niet durfden uit te komen. [Fat] Joe en ik zei­den: `we moeten niet bang zijn, wij maken ook zwarte muziek, we zijn alleen Puertoricaans'."

woensdag 18 maart 1998

MCing: Freestylin’ on the block, now I chief rock

Na een bestaan van een kwart eeuw is hiphop populairder dan ooit. Nog nooit stonden zoveel rappers in de hitlijsten. Nog nooit had hun muziek echter nog zo weinig met hiphop te maken. In 1998 heeft hiphop zichzelf grotendeels uit het oog ver­loren. De hoeveelheid mensen die (nog) weet waar hiphop voor staat is klein. Een slechte ontwikkeling die een steeds grotere bedrei­ging voor de cultuur gaat vormen.
Om weerstand te bieden tegen zijn eigen ondergang zal hiphop zich van zijn puurste kant moeten laten zien. De meest logische manier om dat te doen is terugkeren naar de oorsprong. Xces wil met deze serie het oude gevoel doen herleven, aan de hand van de 4 elementen van hiphop: DJing, breakdance, graffiti en MCing. Deze maand de laatste aflevering over het jongste element: MCing.


Als men aan hiphop denkt, denkt men in de eerste plaats aan rap. De twee termen zijn lange tijd zelfs synoniem geweest, ondanks dat er wel degelijk een verschil was. Zelfs over wat dat verschil nu precies was, is onduidelijkheid geweest. Uiteindelijk moesten ‘hiphop-personificaties’ als KRS-One (een bescheiden eer die de man zichzelf aandeed) aan de pas komen om de twee exact te definiëren. Hiphop is de (sub)cultuur, rap de muzikale uiting daarvan.
Van de vier elementen is rap de jongste. Midden jaren ‘70 droeg hiphop-peetvader DJ Kool Herc droeg ritmische rijmpjes voor over de platen die hij aan elkaar draaide, om zijn presentatie wat meer aan te kleden. Andere DJ’s gebruikten zogenaamde Masters of Ceremonies, kortweg MC’s, om het publiek op te zwepen en de feeststemming te verhogen. Zo had Grandmaster Flash zijn Furious Five. Gaandeweg ontwikkelden de partykreten zich in ritmische, vloeiende en rijmende spraakwatervallen. De boodschap die de MC’s uitdroegen werd ook belangrijker. Zo ontstonden de raps. De MC’s/rappers ontwikkelden zich tot artiesten, die deelnamen in battles, de letterlijk verbale krachtmetingen.
In 1979 verscheen de eerste rap op plaat. Op een b-kantje van een single van de Fatback Band stond King Tim III, van een gelijknamige rapper. Hierop volgde Rapper’s Delight van de Sugarhill Gang (vorig jaar gecoverd door de Def Squad). Meer rappers verschenen op plaat, zoals de klassiekers The Message van Grandmaster Flash (eerste rapplaat met een boodschap) en Planet Rock van Afrika Bambaataa & The Soul Sonic Force. Ook uit hele andere genres gingen artiesten zich toeleggen op het rappen, dat inmiddels een ware rage geworden was. Zo scoorde Malcolm McLaren, bekend van de Britse punkpioniersband Sex Pistols, een hit met Buffalo Gals.
Rap groeide snel uit tot het meest prominente element van de hiphopcultuur. Midden jaren ‘80 was Run-DMC de eerste serieuze rapgroep die op MTV te zien was. Run-DMC heeft de eerste gouden plaat van rap op hun naam staan, stonden als eerste rapgroep op de cover van de Rolling Stone, en waren de eerste rapgroep die een sponsordeal tekenden (met Adidas).
In het kielzog van Run-DMC volgde een nieuwe golf rappers, bekend geworden als de new school, die braken met de old skool. Een belangrijke rol speelde het Def Jam-label van Russell Simmons (grote broer van Run), met rappers als L.L. Cool J, Public Enemy en de Beastie Boys in zijn stallen. Andere vooraanstaande artiesten uit deze tijd waren Eric B & Rakim (Paid in Full), EPMD, BDP (KRS-One),Just-Ice, Biz Markie, Big Daddy Kane, Schoolly D, Ice-T en NWA.
Met de commerciële vlucht die rap steeds meer nam, raakten de overige drie elementen steeds meer op de achtergrond. Zo ontstond de spraakverwarring van hiphop en rap, en maakte rap ook een oversteek naar andere muzieksoorten, te beginnen met (hip)house.

Vroeger was een MC dus eigenlijk hetzelfde als een rapper. Deams (Dutch Masters), volgens sommigen de eerste Nederlandse rapper die vloeiende teksten kon voordragen, maakt geen onderscheid tussen de twee.
“Binnen hiphop is er voor mij geen rapper of MC. Het is allebei hetzelfde. Vroeger heette het een MC, en later werd het rapper genoemd.”
In bredere zin, dus buiten de grenzen van wat onder de noemer hiphop geschaard kan worden, maakt Deams wel een onderscheid.
“Rappen kan op elke muzieksoort. Je hoort ook rap op R&B of rock. MCing is meer hosten. Iemand die op een houseparty het publiek oppept is ook een MC. En entertainer. Dat hangt ook weer af van het soort evenement.”
Dat brengt ons op een lastige kwestie, namelijk wat nou precies een rapper is, en wat een MC. De meningen lopen hierover nogal uiteen. Tegenwoordig lijkt er steeds meer onderscheid te worden gemaakt tussen een rapper en een MC. Een rapper wordt vaak gezien als iemand die gewoon rapt, of dat over hiphop beats is, of over andere muzieksoorten. Een MC is meer hiphop, als een exponent van de cultuur. Een MC zou meer een battler, een freestyler, en eventueel een host (op party’s) zijn.
“Ik denk dat een rapper van alles kan zijn en dat een MC meer met zijn hart bezig is. De MC beoefent meer de kunst, de hiphop druipt er vanaf.”, zegt Skate the Great (Next Chapter, Dutch Masters). Brainpower (Butter-host, rapper, MC, Bassic Groove/Update-journalist) aarzelt met het maken van een onderscheid tussen een rapper en een MC. “Dat hangt er vanaf hoe je het definieert. Volgens mij is er niet echt een verschil tussen een MC en een rapper, tenzij je met MC een host bedoelt.” Maar hij erkent wel: “Een rapper is iemand die gewoon ritmisch een rijmpje zegt over een beat. Dat kan dope of wack zijn, het kan over een hiphopbeat zijn, een funkbeat, een housebeat, een violenbeat. Een MC is meer the whole package.” Toch vindt Brainpower niet dat een MC per se een battler en/of freestyler is. “Veel MC’s vinden dat een MC zowel moet kunnen battlen als freestylen. Ik vind dat een goede MC niet perse moet kunnen battlen. Hij moet wel kunnen freestylen. Rakim bijvoorbeeld is een legende,  maar je moet hem niet tegen Canibus laten battlen, want dat kan hij niet.”
Zijn de meningen verdeeld over of er een verschil is tussen een rapper en een MC, en wat dat eventuele verschil dan is, Skate, Brainpower en Deams zijn wel eensgezind over de benodigdheden voor een goede MC. “Actuele skills hebben, in de zin van trendsetter zijn en verrassend zijn. Een goede MC moet fris zijn, hij moet je laten lachen maar je ook laten nadenken. Het is heel breed. Sommige MC’s maken je echt aan het lachen, anderen maken je bang met wat ze wel niet allemaal verkondigen. Als ik bondig moest zijn zou ik zeggen dat het van belang is dat de message overkomt. Hoe mooier de stijl en woordkeus, hoe beter de MC.”, aldus Skate.
“Een bekwame MC is iemand die goed kan rappen, charisma heeft, een goede verschijning heeft, gefocust bezig is, scherp is, analytisch is, een goede stem heeft. Dat is ook heel belangrijk, want iedereen kan wel rappen, maar niet iedereen heeft een goede stem.”
Essentieel voor een MC is zijn (podium)presentatie. Volgens Deams is juiste timing daarbij belangrijk. “Een goede MC weet de aandacht van het publiek vast te houden, en weet ook wanneer hij die aandacht niet meer heeft. Sommige MC’s gaan te lang door, waardoor ze de aandacht van het publiek verliezen. Een goede MC heeft dus voor 100% de aandacht van het publiek.”
Voor Brainpower is de al eerder genoemde KRS-One het ultieme voorbeeld van een MC. “Hij kan zowel het ghetto-publiek bereiken als lezingen doen op universiteiten om daar aan leken uit te leggen wat hiphop is.”
Waar vroeger MCing en rappen twee woorden voor hetzelfde ding waren, lijkt er tegenwoordig steeds meer een scheiding te worden gemaakt, vooral in de Amerikaanse bladen. MCing staat heden ten dage überhaupt meer in de schijnwerpers. Betekent dat er sprake is van een revival van het oude ambacht?
“Nee, het is er altijd al geweest. Er zijn altijd gasten geweest die het nooit uit het oog hebben verloren, die het nooit voor het geld hebben gedaan, en gewoon deden wat hun hart hen ingaf. Het is een manier om jezelf te uiten.”, redeneert Skate.
Aangezien Deams geen onderscheid tussen rappen en MCing maakt (in enge zin, dus binnen hiphop), is er volgens hem ook geen sprake van een revival. Ook Brainpower spreekt tegen dat er een herleving van MCing plaatsvindt. “Ik denk dat mensen continu op zoek zijn naar een kick. Nu is dat bijvoorbeeld ook weer DJing, dat heft nu veel meer aandacht dan vroeger. Terwijl de DJ’s van nu in wezen niet zoveel verschillen van een Cash Money van tien jaar geleden. Dat geldt ook voor MCing. Wat Canibus nu doet, werd in feite tien jaar geleden ook al gedaan. Ik denk ook dat het komt doordat er nu in Nederland mee independents op plaat te krijgen zijn, dat er meer nadruk op lyrics wordt gelegd. Maar ik denk ook dat er niet zozeer sprake is van een revival, maar dat er meer focus op wordt gelegd.”

Dit artikel verscheen eerder in Xces.

DJing - Power from the streetlight made the place dark

Na een bestaan van een kwart eeuw is hiphop populairder dan ooit. Nog nooit stonden zoveel rappers in de hitlijsten. Nog nooit had hun muziek echter nog zo weinig met hiphop te maken. In 1998 heeft hiphop zichzelf grotendeels uit het oog ver­loren. De hoeveelheid mensen die (nog) weet waar hiphop voor staat is klein. Een slechte ontwikkeling die een steeds grotere bedrei­ging voor de cultuur gaat vormen.
Om weerstand te bieden tegen zijn eigen ondergang zal hiphop zich van zijn puurste kant moeten laten zien. De meest logische manier om dat te doen is terugkeren naar de oorsprong. Xces wil met deze serie het oude gevoel doen herleven, aan de hand van de 4 elementen van hiphop: Deejaying, breakdance, graffiti en MC'i­ng. Deze maand de eerste aflevering over waarmee het alle­maal begon: Deejaying.

Deejaying is het absolute beginpunt van hiphop. Iedereen kent het verhaal wel van de Jamaicaanse DJ Kool Herc die medio jaren '70 in de Newyorkse borough The Bronx feesten gaf. Deze feesten werd voornamelijk op straat en in parken gegeven, waarbij de lantaarnpalen als stroomvoorziening dienden voor de gigantische sound­systems (vandaar de titel "Power from the streetlight made the place dark" - PS). Op de feesten zette Kool Herc twee de­zelfde pla­ten op, en herhaalde dan stee­ds hetzelfde stukje. Vaak mixte Kool Herc er nog stukken van andere platen doorheen. Zo ontstond er een nieuw nummer dat bestond uit Kool Hercs favoriete stukken uit platen. Er werd geput uit funk-, reg­gae-, soca-, ca­lyp­so- en jazzpla­ten. Alles wat maar een enigs­zins funky beat had kreeg een spin. Anderen pikten Kool Hercs manier van draai­en op, en creë­erden nieuwe tech­nieken als back­spinnen en scr­at­chen. DJ's begon­nen tegen elkaar te wedij­veren om wie de beste trucs kon (battlen).
Niet veel later werden zogenaamde Masters of Ceremonies (kort­weg MC's) ingezet, om het publiek op te zwepen. Grandmaster Flash, die de scratch wereldberoemd maakte, had bijvoorbeeld The Furious Five. De kreterige aanmoedi­gingen van de MC's wer­den geleidelijk ste­eds ritmischer en vloeiender. De rap was geboren. Ook tussen rappers ontstonden battles, wedstrij­den waarin MC's (inmiddels beter bekend als rappers) het tegen elkaar opnamen om wie het beste kon rappen. De rapper trad steeds meer naar de voorgrond en werd steeds meer als artiest gezien.
De rapper trad zelfs zo ver naar de voorgrond dat de DJ steeds meer naar de achtergrond verschoof. In 1979 werd de eerste rapplaat uitgebracht, "King Tim I­II (Personality Jock)" van de Fatback Band. Hierna volgde de ene rapplaat de andere op. De DJ had in de opname­studio nagenoeg geen func­tie meer. De muziek werd met sample-apparaten en drumcompu­ters gemaakt, of het werd door een band ver­zorgd. Toen halver­wege de jaren '80 de CD werd geïntro­du­ceerd, was de rol van de DJ tot het uiterste beperkt.
"Ik weet nog dat groe­pen als De La Soul op een gegeven moment rie­pen `we gaan zonder DJ werken, we gaan alleen maar met DAT werken'", zegt KC The Funka­holic, huis-DJ van Paradiso en orga­nisator van de maande­lijkse Bassli­ne par­ty's, verder bekend van Butter (van de hiphop-speci­aalzaak Fat Beats) en Paradisco.
Bovendien was met het verschijnen van hiphop op plaat eind jaren '70 en begin jaren '80, de cultuur gegroeid. Hiphop was niet meer be­perkt tot de binnensteden. Door de interna­tio­nali­sering van hiphop kwamen mensen ermee in aanra­king die nauwe­lijks weet hadden van de context waarin het was ontstaan. Zij hadden geen weet van de feesten in de parken met de DJ's en MC's. De DJ had voor hen geen spe­ciale beteke­nis, het zei hen zelfs helemaal niets.
Om enigszins te overleven gingen DJ's zich specialiseren in bepaalde deelgebieden. De echte diehards gingen door in battle deejaying, de meest oorspronkelijke vorm. In de jaren '80 kwa­men wedstrijden op. De in­ternationa­le DMC Cham­pi­ons­hips is wel de be­kend­ste en meest prestigieuze. DJ's die aan DMC hebben meegedaan en ook hebben gewonnen zijn Roc Raida (X-Men), Q-Bert (Invisibl Skratch Piklz) en Cash Money. Ze zijn allen autori­teiten op het gebied van battle deejaying.
Sommige DJ's ontwikkelden zich tot radio DJ's. Chuck Chillout, Red Alert, Kid Capri, Stretch Armstrong & Bobbito en Funk­master Flex zijn enkele voorbeel­den van DJ's die de ether ingingen. Hun shows zijn legendarisch geworden, en de plaats om de nieuw­ste hiphop platen te horen. Vaak organiseren zij ook party's waarop zij zelf draaien, en brengen ze mixtapes uit.
De meeste DJ's kozen echter voor een richting die het meeste geld opleverde: producer DJ. Het daadwerkelijke deejayen werd wel beperkt tot hooguit de nummers voorzien van scratches (hoe­wel zelfs die een tijd schaars waren op platen), en het functi­oneren als back-up bij optredens. DJ Pre­mier, DJ Mark The 45 King en Jazzy Jay zijn slechts enkele voorbeelden. In feite is elke hiphop producer van huis uit een DJ.
Ook waren er DJ's die zich gingen toeleggen op rappen. Zo zijn Redman, Diamond D en Dr. Dre begonnen als DJ.
Rond 1994 begon een groeiend aantal mensen zich weer te inte­resseren in de DJ. In de hip­hop scene groe­ide het besef dat hiphop te ver van zijn oor­spro­ng verwij­derd was ge­raakt. Men wilde hiphop terug in zijn pure, oor­spronke­lijke vorm. Back to ba­sics. Het is dan natuurlijk lo­gisch dat men bij het begin begint; bij de DJ dus.
Old skool klassiekers werden uit de kast gehaald of opnieuw geperst. Talloze hiphop heads schakelden over van CD op vinyl (dit is een trend die zich voordoet in vrijwel alle muziekgen­res), en begonnen SL1200's aan te schaffen om zelf te gaan deejayen (ook dit gebeurde niet alleen in de hiphop; ook in house, jun­gle en drum & bass raakte men geïnteresseerd in dee­jaying). Het feno­meen mixtapes (cassettebandjes waarop DJ's hun vaar­digheden ten gehore brengen) werd steeds populair­der, en zit nog steeds in de lift. Bij live shows stond de rapper niet meer alleen op het podium, maar werd hij weer als vanouds ver­gezeld door de DJ. Vol­gens DJ Chainsaw (bekend van o.a. Bassli­ne en de stand-up come­dy show Fresh Wagon) is de DJ in Amerika echter nooit van het toneel verdwe­nen, en is het meer een Ne­derlands verschijnsel.
"Bij optredens is het zo dat ze in de States altijd liever een DJ bij zich hebben, omdat je er daar ook gewoon veel meer mee kan verdienen. Het budget is hier nou eenmaal een stuk kleiner. Het heeft gewoon heel veel met geld te maken hier in Ne­derland, denk ik.
"[Het is] natuurlijk altijd goedkoper om met een DATje te komen dan met een DJ, want die moet je ook weer betalen en een DATje kun je zo weer in je zak steken natuurlijk.
"In de hiphop scene in Amerika is het natuurlijk nog al­tijd wel dat DJ's grote faam kunnen maken, puur met alleen discjockey zijn. Maar in Nederland is dat echt anders, heb ik het idee."
Volgens KC The Funkaholic is de opkomst van de mixtape ook iets typisch Nederlands. "De mixtape is ook al in Amerika en ook Engeland al vijftien jaar een belangrijk, gevestigd iets. Al­leen in Nederland wordt het nu steeds belangrijker. Dus het is gewoon weer dat we achter de feiten aanlopen."
KC The Funkaholic vindt ook niet dat er sprake is van een revi­val, in de zin van dat deejaying is weggeweest en nu weer terug is. "De basis wordt volgens mij steeds breder. Er zijn steeds meer jongens die heel erg goed zijn. Er zijn steeds meer mensen ermee bezig. Vroeger had je er maar een paar."
Hij denkt vooral dat de functie van de DJ is veran­derd. "Het verschil met een paar jaar geleden is dat de DJ nu meer als artiest gezien wordt, en niet meer als een soort back-up in een live-optre­den."
DJ's beginnen zich inderdaad steeds meer als artiesten te pro­fileren. Vooraanstaande DJ-collectieven als de X-Men (officieel de Xecutioners), Beat Junkies en Invisibl Skratch Piklz heb­ben deejaying op een hoog technisch niveau gebracht, met mind­blo­wing trucs als beat jug­glin' (het maken van nieuwe beats met twee platen), en steeds com­plexer wordende scratches.
Men begint de turntable dan ook steeds meer te zien als een muziekin­strument. De X-Men, Invisibl Skratch Piklz en vooral de Beat Junkies zijn steevast ervan overtuigd dat de turntable een volwaardig muziekinstrument is (de Beat Junkies spreken dan ook niet van een DJ, maar van een `turntablist'). DJ Kypski, win­naar van de Turnta­blized kampi­oens­chap­pen van afge­lopen jaar, ziet grote overeen­komsten met een mu­ziek­instru­men­t. "Ik drum ook en ik speel ook vibrafoon. Het is zeker ver­gelijkbaar. Je legt je ziel er wel in, en je doet niet zomaar wat, je bent niet aan het rotzooien met geluid ofzo. Ik gebruik dingen die ik met drummen heb geleerd ook met scrat­chen. Dat is voor mij al een verklaring eigenlijk."
KC The Funkaholic vindt de vergelijking met een muziekinstru­ment niet onterecht, maar wil het wel enigszins relativeren.
"Ik vind zoals de X-Men [dat benaderen] erg overdreven. Dan heb ik zoiets van `hé jongens, even een beetje dimmen'. Dat vind ik niet te vergelijken. Kijk, scratchen heeft natuurlijk een onge­lofelijk eigenzinnig geluid. Dus in dat opzicht wel, het is een nieuw soort geluid. Maar ik vind het niet te vergelijken met een saxofoon ofzo. Dat gaat me weer een stapje te ver. Ik snap ook wel dat je net zo dedicated moet zijn om een turntable te spinnen als een instrument. Of je nou zes, zeven uur met je saxofoon bezig bent, of zes, zeven uur met je turntables. De tijd moet je er wel aan spenderen om heel goed te worden. Maar een scratcher hoeft geen noot te kunnen lezen bijvoorbeeld."
Met het oog op de toekomst kan gezegd worden dat de DJ here to stay is. "Ik denk dat een DJ gelijk­waar­diger gaat worden aan een rapper," voorspelt Kypski. Ook Chainsaw denkt dat de DJ een steeds belangrijker wordende rol zal gaan vervullen, zeker wat optredens betreft. "Dat hebben de X-Men wel bewezen hier [met een legendarisch optreden in Amsterdam waar Rob Swift en Roc Raida fysiek onmogelijk lijkende trucs deden - PS]. Skra­tch Piklz zijn nog niet geweest, maar die zullen dat zeker kunnen doen."
De DJ weet zich steeds meer uit de schaduw van de MC te werken. Het besef dat de DJ de hoeksteen van hiphop is, zal nooit meer vervagen. Bovendien gaan DJ's zich steeds meer pro­fileren, zowel qua techniek als qua neerzetten van spectacu­laire shows. De groeiende populariteit van de Beat Junkies, Invisibl Skratch
Piklz en X-Men inspireert ande­ren om hetzelfde te gaan doen. De DJ beschikt over de potentie ooit gelijkwaardig te worden aan de MC, zeker als de huidige trend doorgaat. Maar of DJ's ooit echt van hun backspinning kunnen leven, is twijfelachtig. Toen Roc Raida ooit in een interview hiernaar werd gevraagd, zei hij kort maar krachtig: "No!".

Dit artikel verscheen eerder in Xces.