vrijdag 12 april 2019

Sérgio Mendes: sambajazz



“Wat is de temperatuur bij jullie?”, informeert Sérgio Mendes door de telefoon vanuit Tokio, waar hij net zijn Aziatische tournee heeft afgerond. In Nederland is het een ongewoon warme februarimorgen. “Hier in Japan is het twee graden boven nul. Dat is erg zwaar voor een Braziliaan.”

Lees ook:

“Zeg, wat is dat eigenlijk voor een tent waarin ik bij jullie kom spelen?”, vraagt de 78-jarige bossa nova-pianist, die op 8 mei naar TivoliVredenburg in Utrecht komt. Het concert valt samen met de release van een nieuw album, dat ten tijde van dit interview nog in de steigers stond. “Het is bijna af”, zegt Mendes. “Het is allemaal nieuw materiaal. Geen covers, ik heb alles zelf geschreven of meegeschreven. Veel opwindende muziek van andere Braziliaanse componisten. Er doen ook gasten mee, veel up-and-coming artiesten die je waarschijnlijk nog niet kent, maar ook de grote rapper Common. Mijn vrouw Gracinha Leporace zingt natuurlijk weer mee. De liedjes zijn in het Portugees en in het Engels. Veel percussie, het is een echt Braziliaanse plaat, een feestje. Ik zit nog te broeden op de titel. Zodra ik eruit ben laat ik het je weten. En ik ben ook bezig met een documentaire over mijn leven. Die komt tegelijk met het album uit.”

Het leven van Mendes begon op 11 februari 1941 in Niterói, onder de rook van Rio de Janeiro. Als jongen studeerde hij voor klassiek pianist, maar eenmaal in de pubertijd kreeg Sérgio andere interesses. “Toen ik Take Five van Dave Brubeck hoorde, was ik meteen verliefd op de stijl en het pianospel. Toentertijd kon je moeilijk aan jazzplaten uit Amerika komen, maar met mijn vrienden luisterde ik naar grootheden als Bud Powell, Horace Silver, Dizzy Gillespie en Miles Davis. Jazz werd een deel van mijn leven. Mijn eerste band, in de bossa nova tijd in 1962, heette The Bossa Rio Sextet, was sterk beïnvloed door Art Blakey & The Jazz Messengers. Ik speelde bossa nova-nummers, maar met een jazzgevoel. We noemden het samba jazz. Ik hield van de improvisatie en de vrijheid van jazz. En de harmonieën. Dat is een prachtige combinatie met Braziliaanse muziek, die heel melodieus is. Daarom houden de Amerikaanse muzikanten als Stan Getz, Dizzy Gillespie en Quincy Jones zo veel van Braziliaanse muziek.”

"Ik hield van de vrijheid van jazz"

Historisch

Als nachtclubmuzikant in Rio maakte Mendes eind jaren 50 de geboorte van de bossa nova van dichtbij mee. Hij maakte deel uit van de groep Braziliaanse muzikanten die in 1962 een historisch concert gaven in Carnegie Hall in New York, het begin van de liefdesrelatie tussen jazz en bossa nova die tot op de dag van vandaag nog niet bekoeld is. “Ik weet het nog goed”, denkt Mendes terug. “Het was in november. De andere gasten waren Antônio Carlos Jobim, João Gilberto, Dizzy Gillespie, Stan Getz natuurlijk, en Charlie Byrd. Het was een geweldige ervaring. Ik was 21 en voor het eerst in New York. Het was november, dus het was erg koud. Dat was nieuw voor mij. En we mochten spelen in een iconische zaal als Carnegie Hall. Dat we al die grote jazzmuzikanten ontmoetten was een onvergetelijke ervaring. Ik ging naar een optreden van Cannonball Adderley in Birdland. Hij vroeg of we samen een album konden opnemen. Hij was een mooi mens en een groot muzikant.”

Met zijn easy listening bossa nova-versies van bekende popliedjes als Fool on the Hill van The Beatles en Scarborough Fair van Simon & Garfunkel, scoorde Mendes in de jaren 60 de ene na de andere hit.  Zijn signature song is Mas Que Nada, een wereldhit in 1966 en opnieuw in 2006. De eigentijdse update was een opmerkelijke samenwerking met rapgroep The Black-Eyed Peas. “Will.i.am kwam bij me langs en hij vroeg of ik wilde spelen op hun album. Hij was fan van Braziliaanse muziek en van mijn platen. We werden goede vrienden. Toen heb ik op mijn beurt hem gevraagd of hij op mijn plaat wilde meedoen. Het was een mooie ontmoeting, heel organisch. Hij is veel jonger en heeft een heel andere culturele achtergrond, maar we hebben samen mooie muziek gemaakt waar ik trots op ben.”

Ook op zijn nieuwe album werkt Mendes weer samen met een rapper, Common. Hiphop en bossa nova liggen niet ver van elkaar, vindt Mendes. “Ik hou van het ritmische aspect van hiphop. Het gaat goed samen met de Braziliaanse ritmes. Het was heel organisch en natuurlijk. Het draait om goede songs.”



Rebel

'Diversiteit' is een woord dat Mendes vaak in de mond neemt. Alle stijlen kunnen door zijn bossa nova-filter. Spijt dat hij zijn oorspronkelijke ambitie om klassiek pianist te worden nooit heeft gerealiseerd, heeft hij dan ook niet. “Klassiek is de belangrijkste muziek, ik hou er nog steeds veel van. Maar ik zou geen groot klassiek pianist zijn geworden. Dat vraagt veel discipline en oefening.” Zegt de maestro nou dat hij lui is? Mendes: “Ik ben een rebel.”

Sérgio Mendes is de best verkopende Braziliaanse artiest aller tijden. En dat ondanks, of wellicht dankzij het feit dat hij al meer dan een halve eeuw in Los Angeles woont. Toen het leger in 1964 de macht greep in Brazilië, emigreerde Mendes naar de Verenigde Staten. “Mijn zoon was net geboren. Ik voorzag dat er donkere tijden aanbraken in Brazilië. Ik hoopte dat ik ergens anders een carrière kon opbouwen. Daarom besloot ik naar de VS te gaan. Een vriend regelde vliegtickets en ik ben gegaan. Ik kende niemand in Amerika, maar ik ben voorgoed gebleven. Ik ben blij dat ik dat besluit heb genomen.”

Er is vrees dat de geschiedenis zich herhaalt in zijn vaderland onder de omstreden nieuwe president Jair Bolsonaro. Mendes kijkt evenwel de kat uit de boom. “Er is hoop, licht aan het eind van de tunnel. Bolsonaro is door de meerderheid van de Brazilianen gekozen. De laatste twintig jaar ging het heel slecht in Brazilië, er was veel werkloosheid, ongelijkheid en armoede. De mensen verdienen beter. Laten we hopen dat de nieuwe regering goed is. We moeten afwachten.”

Politiek is niet zo aan Mendes besteed. “Ik wil over de hele wereld muziek spelen, ik ben geen militant. Een muzikant moet zijn muziek aan de wereld laten horen. Als jij protestliedjes wil zingen, ga gerust je gang. Maar ik houd me liever bezig met liedjes, melodieën en ritmes.”


Dit artikel verscheen eerder in popmagazine Heaven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten