zaterdag 12 juni 2010

Booker T. is de MGs ontgroeid

Booker T. & Me backstage in 013 Tilburg, 26 mei 2010.
Booker T. kennen we natuurlijk van de MGs en evergreens als Green Onions. Maar voor de soullegende is er meer in het leven.

Klik hier voor het interview met Steve Cropper en Donald "Duck" Dunn

Booker T. Jones (65) heeft het wel gezien met de band die al een halve eeuw zijn naam draagt. Hij treedt nog wel op met de MGs, vorig jaar nog in Nederland, maar Jones is de band allang ontgroeid. Niet zo gek dat je hoofd naar iets anders staat als je net een Grammy Award hebt gewonnen voor je soloalbum Potato Hole (2009), een rockgeoriënteerd album dat Jones opnam met de Drive-By Truckers en Neil Young.

“In het begin van mijn carrière werd ik onder het kopje R&B geschaard. Vond ik prima hoor. Maar sinds de jaren zeventig heb ik mezelf verbreed. Ik ben altijd een liefhebber van rock geweest. Maar mijn rockkant kwam met de MGs nooit uit de verf. Ik heb vele kanten en heb altijd gezocht naar een balans tussen mijn verschillende facetten. Ik heb samengewerkt met Neil Young, Willie Nelson en Earl Klugh. Ik hou ook veel van gospel en klassiek, maar ook van hiphop. Ik heb net in New York veertien nummers met The Roots opgenomen voor mijn volgende album, dat een hiphop/R&B-plaat wordt. Die komt dit najaar uit.
De muziek die ik nu in mijn hoofd hoor is zo anders dan wat ik in de jaren zestig hoorde. The MGs zijn nog steeds een geweldige band met een fantastisch oeuvre en geschiedenis, maar een ander soort band. Het is geen rockband. En ook geen hiphopband.”



Eenvoud
Wat Booker T. & The MGs wel waren: meesters van de groove. Alles staat ten dienste van de groove. Steen voor steen opgebouwd. Nooit te veel, alleen wat nodig is. Simpel en effectief.
Als huisband van het toonaangevende soullabel Stax in Memphis speelden Booker T. & The MGs in de jaren zestig op de platen van soullegendes als Otis Redding, Rufus Thomas en Eddie Floyd. Maar Booker T. & The MGs scoorden zelf ook hits als Green Onions, Hip Hug-Her en Time is Tight. Ze waren architecten van de soul. Niet slecht voor een stel muzikanten die hun tienerjaren niet of nauwelijks ontgroeid waren.

Het uitgekiende geluid getuigt van een opvallende muzikale volwassenheid. Volgens Jones, een muzikaal wonderkind en multi-instrumentalist die als scholier al bij Stax werkte, kreeg de MGs-sound zijn vorm zonder veel geschaaf en gebeitel.

“Het klonk meteen al zo. Direct toen we begonnen te spelen. Het was een meeting of the minds”, zegt de toetsenist. “Er ging weinig overleg aan vooraf. Het was een wederzijds begrip dat we het simpel moesten houden. De neuzen stonden gewoon allemaal dezelfde kant op.”

De eenvoud en rauwheid van het Stax-geluid is precies waarom Booker T. er zich thuis voelde. “De muziek bleef altijd basic en funky. Niet zo uitgesponnen en gelaagd als bij Motown. De teksten, melodieën en songs waren altijd eenvoudig, toegankelijk en funky. Ik was behalve een werknemer ook een fan van Stax.”



Muziekgeschiedenis
De lijst met grootheden en klassiekers op de CV van Booker T. & The MGs is duizelingwekkend lang. Beseften ze destijds dat ze muziekgeschiedenis schreven?

“Soms wel ja”, zegt Jones. “Als we met Albert King speelden bijvoorbeeld. Er is een nummer, As The Years Go Passing By, waarop zijn stem zo prachtig is. There is nothing I can do, if you leave me, with a cry. Ik luisterde door de koptelefoon en ik wist meteen: dit gaat de geschiedenisboeken in. Dit is een klassieker. Albert King was de Frank Sinatra van de blues. Hij was beter dan Bobby Bland.”

“Dat gevoel had ik meteen toen ik Otis Redding voor het eerst ontmoette. Hij kwam binnen en vroeg of hij een liedje mocht zingen. Hij ging naast me zitten en zong een paar maten van These Arms of Mine. Dit is echt iets bijzonders, dacht ik. In die tijd hoorde ik Johnny Ace en B.B. King en andere blueszangers op de radio, maar Otis was een klasse apart. Hij legde er zo veel gevoel in.”

Rassenscheiding
Booker T. & The MGs schreven niet alleen muziekgeschiedenis, ook op andere vlakken was de groep baanbrekend. In de hoogtijdagen van de zwarte emancipatiestrijd waren Booker T. & The MGs de eerste band met zowel blanke (gitarist Steve Cropper en bassist Donald “Duck” Dunn) als zwarte (Jones en drummer Al Jackson, Jr.) leden. Dat was nogal wat in een land dat met veel pijn en moeite bezig was de rassenscheiding af te schaffen.

“Dat was wel lastig ja”, herinnert Jones zich. “De hotels waren toen gescheiden, dus we moesten in zwarte hotels of blanke hotels slapen. Restaurants waren gescheiden, dus we moesten apart eten. Vaak aten we dan maar in de auto. Of Steve en Duck moesten de kamers regelen en Al en ik slopen dan via de achterdeur naar binnen, want we konden niet gewoon de lobby binnenwandelen. Dus we moesten wel de nodige listen uithalen. Maar we hebben nooit met bedreigingen of geweld te maken gehad.”



Otis Redding
Een van de ‘great rock&roll deaths’ is die van Otis Redding. In december 1967 stortte zijn vliegtuig neer in een meer. Booker T. weet het moment dat hij het tragische nieuws hoorde nog precies.

“We waren op het vliegveld van Cincinnati. We zouden ‘s morgens vroeg terugvliegen van een optreden in Cincinnati naar Memphis. Al Jackson werd gebeld door zijn vrouw. Ik weet nog dat we aan de bar zaten en Al kwam terug met een bedroefd gezicht en vertelde dat Otis dood was. We konden het niet geloven.”

Moord
De boodschapper van het slechte nieuws, Al Jackson kwam zelf ook voortijdig aan zijn einde. In 1975 werd hij doodgeschoten in zijn huis in Memphis. Jackson zou zijn vermoord door inbrekers, maar uit het huis was niets ontvreemd en hij had zijn portemonnee nog op zak. Drie verdachten, onder wie Jacksons ex-vrouw, werden niet vervolgd. De zaak is nooit opgelost.

Jones weet ook nog steeds niet hoe de vork in de steel zit. “Die beroving klinkt me onlogisch in de oren. De politie heeft de zaak niet grondig onderzocht. Er is inderdaad ook een verhaal dat zijn ex-vrouw hem doodgeschoten heeft, maar dat was de eerste keer. Hij is namelijk twee keer neergeschoten. Van de eerste keer was hij hersteld. Hij was zelfs in staat om naar Californië te reizen. Ik heb hem toen gezien. Hij liet me de kogelwond op zijn borst zien. Verschrikkelijk. Dat was weken voor de fatale schietpartij. Ik dacht toen dat het was opgelost. De tweede keer is hij door iemand anders neergeschoten, niet door zijn ex. Maar wie het wel heeft gedaan weet ik dus niet.”

Jacksons sloppy drumstijl was bepalend voor de Stax-sound en de MGs. “Toen we Al Jackson verloren, zijn we veel kwijtgeraakt. The MGs hebben sindsdien nooit meer hetzelfde geklonken. Het is nog steeds een geweldige band, maar het is toch anders”, treurt Booker nog altijd. “Al had zo veel input in de band. Hij was een grote creatieve bron die afgesneden is.”

Jones noemt Jackson meerdere malen tijdens het interview, een teken dat de drummer nog altijd veel voor hem betekent. “Zijn dood heeft zijn weerslag gehad op mijn hele leven. Hij was mijn beste vriend.”

Dit artikel verscheen eerder in popmagazine Heaven.