vrijdag 8 juni 2018

Lamont Dozier: Motown revisited



Op papier is het een weinig aanlokkelijke premisse:  een oude rot die zijn oude hits in een nieuw jasje steekt. Vaak onder aanvoering van hippe producers die alles dichtplamuren met een vette beat, zodat het een jong publiek aanspreekt. Het resultaat is dat de veteraan verdwaald klinkt, als een opa die te gast is op zijn eigen verjaardag. Zo niet, gelukkig, Reimagination van Lamont Dozier.

In de jaren 60 was de zanger en liedjesschrijver (77) een derde van het legendarische producersteam Holland-Dozier-Holland en het brein achter vele Motown-hits van The Four Tops en The Supremes. Motown maakte muziek voor een tienermarkt. Op Reimagination ontdoet Dozier klassiekers als You Keep Me Hangin’ On en I Can’t Help Myself van de kauwgomballensound van Motown, om ze te herinterpreteren met een volwassen, smaakvol, rootsy geluid.

“De oude songs moesten een update krijgen, een facelift, voor de hedendaagse markt. Dit zijn heel goede liedjes, omdat ze zich lenen voor verschillende interpretaties”, legt Dozier uit. “Dit zijn de beste nummers die bij Motown gemaakt zijn. De single Reach Out I’ll Be There met Jo Harman is een heel opwindend duet. We wilden mensen laten horen hoe diep deze nummers eigenlijk gaan.”



 “Het was een idee van de producer, Fred Mollin”, vervolgt Dozier. “We spraken er al jaren over, maar ik was druk met andere projecten. Een jaar geleden besloot ik het te proberen. Fred had een paar ideeën om de oude nummers een nieuw bewustzijn te geven, zoals hij het noemt. Reimagination. Dat vond ik een goed idee, ik wilde dat al een tijd doen. En het is zeer geslaagd. We hadden veel plezier met de gasten, Jo Harman, Graham Nash, Gregory Porter en Cliff Richard. Een van mijn beste ervaringen in de studio. Het deed me denken aan de tijd met The Four Tops. We hadden veel lol, lang geleden dat het zo bevredigend was.”

Familie

‘Motown college, school of knowledge’, vat Dozier de periode samen waarin hij zijn stempel drukte op de Motown-sound, en daarmee ook op de popmuziek. Het was hard werken, maar de sfeer was goed. De hitfabriek voelde als familie.

“Het was druk”, herinnert Dozier zich. “Iedereen sloofde zich uit om de volgende plaat te mogen maken. Maar de competitie tussen de liedjesschrijvers en de producers was vriendschappelijk. De songwriters luisterden naar elkaars liedjes. We hadden het beste met elkaar voor, maar iedereen wilde met het beste nummer komen voor The Supremes, The Four Tops of Martha and the Vandellas. Bij de vergaderingen op vrijdag werden alle liedjes beluisterd die die week waren gemaakt. Daaruit werd de beste gekozen. Onze nummers, van Holland-Dozier-Holland, zaten daar bijna altijd bij.”

Als je bij Motown werkte, stond je onder druk om te leveren. “Maar het was positieve druk. Soms kwam je om negen uur ’s morgens de studio binnen en haalde je door tot drie uur ’s nachts. Maar het was altijd feest, het voelde niet als werk. Motown kwam met een nieuwe manier van muziek opnemen. Een ander soort business, het ging meer om plezier. Ik mis die tijd. Helaas leven veel mensen niet meer. Ik mis de mensen van de huisband The Funk Brothers, met wie we elke dag zestien uur in de studio zaten. En de artiesten natuurlijk. We hadden goede ideeën. We schreven op onze manier geschiedenis. Niet dat we doorhadden hoe groot het zou worden, maar we wisten dat we goed bezig waren.  In Engeland hebben ze nu nog Motown-weekends. Dat vind ik heel opwindend. We hadden geen idee dat die liedjes nu nog zo veel zouden worden gedraaid.”



donderdag 7 juni 2018

John Lydon: 'Punk is verworden tot een cliché'


John Lydon (Foto: Shell Smith)

John Lydon (62), beter bekend als Johnny Rotten van de Sex Pistols, is de godfather of punk. Maar met het genre heeft hij niks meer op. ,,Punk is een beperkte, geüniformeerde manier van denken geworden.'' 

Er was eens een tijd dat je je ouders in de gordijnen kon jagen met muziek. De ideale band die zich daarvoor leende waren de Britse punkers de Sex Pistols. Met subversieve krakers als Anarchy in the UK ('I am an anti-Christ, I am an anarchist') en God Save the Queen ('God save the queen, the fascist regime'), gebracht met een uitgekiende dosis wangedrag, werd de groep midden jaren 70 gezien als een gevaar voor de samenleving.



Wie had veertig jaar geleden kunnen bedenken dat de iconoclastische zanger John Lydon (62) nog eens in de race zou zijn voor het Eurovisie Songfestival? Hij schopte het in de Ierse voorronde (Lydons ouders waren Iers) tot de laatste tien, maar werd afgewezen. ,,Ik had graag die verantwoordelijkheid op me genomen. Ik zag het als een uitdaging om mee te doen aan de dufste competitie die er is", giechelt Lydon, die zowel een Brits, een Iers als een Amerikaans paspoort bezit en al decennia in de VS woont. ,,Ik had de kans om iets ten goede te veranderen. Public Image is precies het soort band dat de ogen van mensen kan laten openen. Maar een hotemetoot van de Ierse omroep besloot in ons nadeel. What a pity! Het hangt altijd af van de seniele delinquenten die het voor het zeggen hebben. Het probleem was of ik wel kon omgaan met een groot publiek. Of ik live optreden niet eng zou vinden? Na veertig jaar vraag je dat aan mij?! Sommige mensen op machtsposities hebben hun hoofd diep in het zand gestoken, als die niet in hun achterste zit. Maar ik ben volgend jaar weer beschikbaar. Ik ben vastberaden. Ik heb de barst in het raam gezien, ik ben als een spin die er graag doorheen kruipt."

Geestig


In zijn jonge jaren ontaardden interviews met Lydon nog wel eens in scheldpartijen, maar aan het gegrinnik door de hoorn te horen heeft hij vandaag een goed humeur en blijkt hij een geestige gesprekspartner. Misschien was zijn onhandelbare gedrag vroeger ook een beetje spielerei. De Sex Pistols waren een ogenschijnlijk zooitje ongeregeld; georganiseerde chaos. Zeker is dat het punkicoon controverse aan zijn kont heeft hangen als een hondenketting aan een portemonnee. ,,Ik hoef er niet eens wat voor te doen. Dat is de kracht van het woord, denk ik. Mijn uitspraken hebben grote betekenis voor veel mensen. Een paar mensen vinden dat niet leuk, die zien verandering aan de horizon en dus moeten ze er korte metten mee maken."

Houdt u ervan te provoceren?

,,Dat weet ik niet. Het zit zo: neem Gil Scott-Heron, The Revolution will not Be Televised. En The Last Poets, voorlopers van de rap. Moedige commentaren die met de tijd juist zijn gebleken. Over positief denken gesproken. Ze hadden geen succesvolle carrière, maar wel een positief effect op de mensen die naar hen luisterden. Dat is gezond. Ik heb een heel opwindende platencollectie door zulke mensen. De tijd heeft uitgewezen dat ik gelijk had. Ik klets niet uit mijn kont, ik spreek duidelijk en bewust en ik zit er meestal niet naast. Mijn ideeën zijn geen meningen, ze zijn weloverwogen, gestoeld op feiten, research en realiteit. En menselijkheid." Hij lacht: ,,Als er ooit iemand familiewaarden predikte, was ik het wel."