donderdag 29 augustus 2002

Southern African Wildlife College

Zuid-Afrika bezit een rijke natuur en het land is daar ook trots op. Maar de natuur wordt bedreigd door milieuvervuiling en de jacht. Om dat in te dammen zijn goed opgeleide natuurparkbeheerders nodig. In Zuid Afrika, tussen Hoedspruit en Klaserie en nabij het Kruger Nationaal Park, zetelt het Southern African Wildlife College, een instituut waar rangers worden bijgeschoold tot 'protected area managers'.

Verslaggever Peter Schong woont voor Planet Internet de VN top in Johannesburg bij. Natuurbeheer is een belangrijk thema. Het Wereld Natuur Fonds toont met het Southern African Wildlife College hoe Zuid-Afrika daaraan werkt.

Een betere plaats om als ranger de praktijk te leren lijkt er niet te zijn. Na bij Nelspruit de snelweg te hebben verlaten rijd je vervolgens ruim honderd kilometer door typisch Zuid-Afrikaanse plattelandsdorpen, waar de mensen in kleine betonnen huisjes wonen en kinderen en koeien over de weg lopen. Na Klaserie sla je opeens rechtsaf, en rijdt dan tien kilometer door een dor savannegebied. Tussen de poort en het Wildlife College wordt de bezoeker op een minisafari getrakteerd. Zebra's en impala's die rustig op de grindweg rondscharrelden, rennen verschrikt voor de auto uit. Uitstappen is streng verboden, het is goed mogelijk dat er in het gele gras een leeuw op de loer ligt.Het terrein van het Wildlife College is dan ook omheind met een elektrisch hek. Maar dat houdt niet alle gevaarlijke dieren buiten; slangen en schorpioenen komen nog door de mazen binnen. Egyptische cobra's, zwarte mamba's, rotspythons boomagama's en pofadders zijn al diverse keren op de campus aangetroffen. Het is dus uitkijken waar je loopt en je moet altijd je schoenen uitschudden voordat je ze aantrekt.

Behoud van natuurerfenis
In 1993 kwam de Southern African Nature Foundation (SANF) op het idee om een wildlife college te stichten, om Zuid-Afrikanen op te leiden om hun erfenis van de natuur te managen. Het Wereld Natuur Fonds schonk een deel van het Kempiana landgoed om het Wildlife College op te bouwen. De Duitse regering financierde de eerste fase van de bouw. Ook Nederland droeg zijn steentje bij. Het WNF staat het Wildlife College gedurende vijftien jaar financieel bij door de oprichting van het South Africa Conservation Education Trust. Maar op termijn moet de school zelf rond kunnen komen. In 1995 en 1996 werd de school gebouwd, en in 1997 gingen de eerste cursussen van start.

Het Wildlife College ziet scholing als sleutel tot de rehabilitatie en het behoud van de natuurgebieden. De leerlingen worden opgeleid tot 'protected area managers', die het natuurtoerisme in goede banen moeten leiden, en tegelijk natuurgebieden moeten beschermen. Behalve in de nodige kennis over de natuur, worden de studenten ook in managementtaken onderwezen, zoals bijvoorbeeld het beheer van financiën en personeelszaken.

Carrièrekansen voor rangers
De opleiding is bestemd voor bestaande rangers die al in dienst zijn van natuurbehoudorganisaties. De studenten komen behalve uit Zuid-Afrika, ook uit landen als Mozambique, Zambia en Namibië. Dit jaar volgen bijna vijftig studenten een opleiding. Het Wildlife College is bedoeld als aanvulling op de praktijkervaring die de rangers al hebben. Bovendien moet de opleiding hun carrièkansen vergroten. Veel rangers maken na het volgen van een cursus aan het Wildlife College promotie en stromen door naar leidinggevende functies.

Het Wildlife College biedt twee langere opleidingen, de certificate en de diploma course, die elk een jaar duren. De certificate course is vooral inleidend van aard, de diploma course is voor gevorderden en bevat ook een managementelement. De cursussen van het College zijn praktijkgericht, en zijn ontwikkeld in samenwerking met natuurbehoudgroepen, alsmede universiteiten. Momenteel wordt gewerkt aan in lijn krijgen van de opleidingen met de Zuid-Afrikaanse onderwijsstandaard. Het Wildlife College beschikt niet over een vaste lerarenstaf, maar werkt met deskundige gastsprekers uit de praktijk, die voor de diverse modules worden ingehuurd. Het College biedt behalve de eenjarige opleidingen ook korte, op maat gesneden cursussen.

Erop uit
Het is maandagmorgen en enkele studenten in de diplomaklas moeten presentaties geven over de milieuproblemen in hun land. Vervolgens worden de bedreigingen in een bredere context geplaatst. Het milieu in Afrika wordt namelijk niet alleen bedreigd door bijvoorbeeld de industrie, de oorzaken hebben een groter verband. Het hangt samen met sociale problemen als werkloosheid, armoede en zelfs ziekten als AIDS.

Verder leren de studenten hoe ze als ranger in een natuurpark het publiek attent kunnen maken op het belang van milieubescherming. De studenten moeten hun doelgroepen identificeren, en de boodschap daarop afstemmen. Zo leren de studenten bijvoorbeeld dat schoolkinderen die een natuurpark bezoeken, het beste iets leren door middel van een activiteit. Om een goed idee te krijgen van hoe natuurparken hun publiek informeren, zal de volgende dag een bezoek aan het nabij gelegen Kruger Nationaal Park gebracht worden.

De volgende morgen vroeg, om half 8, verlaat de bus met de diplomaklas de campus op weg naar het Krugerpark. Bij de poort stappen de studenten uit om rond te kijken naar de informering van het publiek. Zo bestuderen de studenten een toerbus met luidsprekers, een uithangbord met de diverse excursies, en beschrijvingen van de dieren in het park.

Het was eigenlijk een eenvoudige opdracht. De studenten maakten enkele notities en amper tien minuten later zitten ze weer in de bus om de rest van de dag op safari te gaan. De snikhete bus voert de studenten door het dorre savannegebied, vol adembenemende ontmoetingen met de dieren.

Twee olifanten lopen op de weg voor de langzaam naderende bus uit. Ze voelen zich opgejaagd en wijken af het veld naast de weg op. Daar zetten ze hun tocht voort, af en toe wat bladeren van de bomen trekkend met hun slurf. Elders loopt een kudde olifanten over een drooggevallen rivierbedding, op zoek naar water. In de verte is te zien hoe een kudde olifanten over een helling richting een rivier loopt. De bus snelt naar de plek op de weg waar de kudde naar verwachting zal oversteken. De dieren hadden de bus echter al opgemerkt en hebben hun route verlegd. Later op de dag steekt een hele kudde olifanten de weg over vlak achter de bus. Ze hebben een jonkie met een gebroken achterpoot bij zich. De moeder briest naar de bus om deze op afstand te houden.

De volgende dag vindt er een excursie plaats naar Blyde River Canyon, een schitterend natuurpark bestaande uit imposante, kleurrijke rotspartijen die een groot stuwmeer omringen. De ranger vertelt de studenten hoe hij zijn publiek informeert over het belang van natuurbehoud. Niet door middel van dia- en filmvoorstellingen en lezingen, maar met activiteiten als rafting en abseilen. Vandaag gaat de diplomaklas echter niet raften, hoewel dat wel tijdens een eerdere excursie is gedaan. Met een schitterend uitzicht op het vredige meer, dat echter wel wordt bevolkt door nijlpaarden en krokodillen, brainstormen de groepjes over hun ranglijst van doelgroepen. De lunch wordt genuttigd bij een paradijselijke waterval, waarna de studenten hun doelgroepgerichte presentaties oefenen voor een beoordeling door hun klasgenoten.

Het Southern African Wildlife College lijkt een droomopleiding, als je allemaal oogstrelende landschappen mag bezoeken. Maar het is ook hard werken. Voor de examens zijn geen herkansingen mogelijk, onvoldoendes moeten met andere onderdelen gecompenseerd worden. De studenten zijn dan ook uiterst gemotiveerd, daaraan kunnen hun zuipende en studiefinancieringverzwelgende Nederlandse collega's nog een voorbeeld nemen. Maar bovenal heeft de natuur deze goed opgeleide en breed onderlegde rangers hard nodig.


Dit artikel verscheen eerder op Planet.nl