Voor de loodzware en dynamische gitaarmuren van Antwerpenaren Sir OJ moet je even de tijd nemen. ‘Belgische bands eisen vrijheid op.’
Extreem winterweer legt Nederland en België al dagen lam. David Joris, Sir OJ himself, ziet het met lede ogen aan. ‘We moeten straks spelen hier in Antwerpen. Met die instrumenten moet je oppassen in de sneeuw. Ik weet nog niet hoe we dat gaan doen. Maar het is wel schoon hè?’
Let wel: we hebben het niet over de Nederlandse hiphopper Sir OJ. Joris ligt er niet wakker van dat iemand anders onder dezelfde naam actief is. ‘Ik vind het wel goed, een Sir OJ in Nederland en een Sir OJ in België. Misschien kunnen we samen een optreden doen. Het is voor hem misschien ook wel plezant. In België kent niemand hem en er wordt hier natuurlijk publiciteit voor ons gemaakt en als mensen op internet zoeken komen ze hem ook tegen.’
Gitarist en toetsenist Joris richtte Sir OJ een jaar of drie geleden op in de Antwerpse rockscene met zijn jeugdvrienden Steve Frederickx (gitaar) en Tom Debuyssher (drums). Later werden bassist Lenn Dauphin (Stijn) en producer/gitarist/toetsenist Tars Vervaecke (Black Heart Rebellion) toegevoegd.
Joris’ afkomst is niet misselijk: hij speelt ook in Mauro & The Grooms, de band van Mauro Pawlowski, een van de prominentste en creatiefste muzikanten van België en momenteel de smaakmaker van dEUS.
Maar platenmaatschappijen stonden niet in de rij om Sir OJ te contracteren. ‘Onze muziek is niet evident’, verklaart Joris. ‘Het is vrij heavy en de nummers wisselen veel qua stijl. Je moet er de tijd voor nemen en er op je gemak een paar keer naar luisteren om er een beetje in te komen. Dat is voor die lui bij platenmaatschappijen niet te doen want die krijgen zo veel binnen.'
'Vroeger was het wel zo dat mensen die bij dEUS hadden gespeeld direct werk hadden. Maar die periode is afgelopen', zegt de parttime barman. 'Wij moesten echt vanaf nul beginnen.’ Videoclip- en reclamespotmaker Bonhanssa wilde wel eens een plaat uitbrengen en nam Sir OJ onder zijn hoede.
De dreinende rock van Sir OJ is loodzwaar en toch melodieus, gaat alle kanten op maar is geen stuiterbal, is hermetisch dichtgemetseld maar met ventilatieroosters. ‘Oor noemde het psychedelische rock. Dat vind ik een compliment, ik hou erg van psychedelische rock uit de jaren zestig en zeventig. Daar zijn wel invloeden van, maar onze muziek is hedendaags. Het is niet echt psychedelische rock, dan denk ik aan nummers van elf minuten die voort blijven gaan, met veel solo’s. Onze muziek is duidelijker, niet te veel notengepingel, alleen de juiste noten. Dan krijg je dat hoekige. Ik heb een brede smaak, van heel rustig tot extreem hard. Elektronica, jazz, klassiek. Dus dan kom je wel aan een plaat vol verschillende stijlen.’
Eigenzinnige bands lijken in België weinig moeite te hebben om de mainstream te bereiken, terwijl hun Nederlandse collega’s liever de veiligheid van conventies opzoeken. Hoe zit dat? ‘Ik heb me dat ook afgevraagd. Jan Douwe Kroeske zei ook dat de Belgische groepen nooit zo oppervlakkig klinken en dat donkere hebben. Belgische groepen leggen de lat hoger. Worden bands in Nederland door de platenfirma’s beperkt? In België zeker niet. Bands eisen de vrijheid op. Het publiek gaat daar in mee, dat wordt op den duur een wisselwerking. De Belgische groepen proberen elkaar ook te stimuleren. Ze gaan elkaar zien, iedereen vindt elkaar te gek.'
Dit artikel verscheen eerder in Dagblad De Pers.
woensdag 22 december 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten