In april presenteerden de Verenigde Staten de zogeheten 'routekaart' voor de vrede. Het vredesplan moet gefaseerd uitmonden in de oprichting van een onafhankelijke Palestijnse staat in 2005. De routekaart bestaat uit 3 fasen:
Een ambitieus plan, dat lijkt te slagen nu alle direct en indirect betrokken partijen hun steun voor het plan hebben uitgesproken. Maar er zijn veel factoren die roet in het eten kunnen gooien.
Oprechte welwillendheid Sharon onduidelijk
De Israëlische premier Ariel Sharon lijkt zich te hebben opgeworpen als vredesstichter, maar de als havik bekend staande politicus ging pas na Amerikaanse druk akkoord met het vredesplan. Sharon sprak al maanden over zijn bereidheid 'pijnlijke concessies' te doen om vrede te bereiken, maar over de concrete invulling daarvan was hij zowel vaag als inconsistent. Een voorbeeld is de voor Israël uiterst gevoelige kwestie van de joodse nederzettingen. Enige tijd geleden zei Sharon nog dat de sloop van nederzettingen nog lang niet aan de orde is, maar dinsdag werd bekend dat hij toch zeventien nederzettingen laat ontruimen. En dat zou hij al bij zijn aantreden, bijna drie jaar geleden, van plan zijn geweest.
Bij Sharon is het dus afwachten of hij zijn woorden zal omzetten in daden. Afgelopen weekeinde kregen de Palestijnen weer toegang tot Israël, maar de Palestijnen klaagden dat er in de praktijk weinig veranderd was. Bovendien ontpopt Sharon zich nu als vredesduif, maar de vraag is of hij dat ook zal blijven als de ogen van de wereld zich van het Midden-Oosten afwenden.
Mogelijke tegenwerking ultrarechtse partijen
Daar komt nog bij dat Sharon leiding geeft aan een coalitie met ultrarechtse partijen. Het kabinet keurde de routekaart weliswaar goed, maar met een krappe meerderheid en slechts gedeeltelijk. Vooral de extreem-rechtse ministers en bewindslieden van Sharons eigen Likoed partij verzetten zich tegen het vredesplan.
Zij kunnen nog dwars gaan liggen als Sharon besluiten wil nemen die in hun ogen onaanvaardbaar zijn. Dat kan leiden tot een regeringscrisis. Als de Likoed zijn steun aan zijn eigen premier intrekt, wordt Sharons positie wankel. Als de ultrarechtse partijen uit het kabinet stappen en Sharon met een minderheidscoalitie verder moet, kan hij het ook moeilijk krijgen om zijn maatregelen door de Knesset te loodsen. De stopzetting van de bouw van joodse nederzettingen en de ontruiming van de al bestaande nederzettingen, is een kwestie die vooral bij de ultrarechtse partijen gevoelig ligt.
Een ander potentieel struikelblok voor Israël is de toekomstige status van Jeruzalem. Zowel Israël als de Palestijnen zien Jeruzalem als hun hoofdstad. Sharon heeft in het verleden aangegeven nooit een gedeeld Jeruzalem te zullen accepteren.
Ook het recht van terugkeer van Palestijnse vluchtelingen naar Israël kan nog de nodige hoofdbrekens opleveren. Voor de Palestijnen staat of valt het vredesproces mede met het recht van terugkeer. Israël is op zijn beurt huiverig voor een massale instroom van Palestijnen.
Hamas verwerpt routekaart
Aan Palestijnse zijde is de kans op verstoring van het vredesproces zo mogelijk nog groter. Militante groepen als Hamas strijden tegen het bestaan van de staat Israël, en zullen waarschijnlijk geen genoegen nemen met het grondgebied dat ze krijgen. In hun ogen behoort ook het Israëlisch grondgebied aan hen toe. Hamas heeft de routekaart dan ook expliciet verworpen.
De nieuwe Palestijnse premier Mahmoud Abbas (bij de Palestijnen beter bekend als Abu Mazen) zei vorige week erop te vertrouwen binnen twee tot drie weken een bestand te kunnen sluiten met Hamas en andere militante groepen. Een uiterst ambitieus voornemen. Het is twijfelachtig of de militante groepen het speerpunt van hun agenda nu overboord gooien, ook gezien het feit dat ze Sharon niet vertrouwen. Als Hamas besluit tot een nieuwe terreurcampagne, is het vredesproces snel terug bij af.
Bovendien is de Palestijnse president Yasser Arafat voortdurend verweten dat hij onvoldoende optrad tegen de terreurgroepen. Het is onduidelijk of Arafat daarin opzettelijk nalatig was, of dat hij geen invloed op hen had. In het eerste geval is het logisch dat de Palestijnse Autoriteit met deze nieuwe kans op vrede wel actief een halt probeert toe te roepen aan de terreur. Maar dan dringt de vraag zich op wanneer Israël het optreden van de Palestijnse Autoriteit tegen de terroristen wel voldoende acht.
Israëlische extremist vermoordde Rabin
Tegelijk mogen de extremisten aan Israëlische zijde niet vergeten worden. In de jaren '90 werd in het vredesproces grote vooruitgang geboekt onder de Israëlische premier Yitzhak Rabin en minister van Buitenlandse Zaken Shimon Peres. De Palestijnen kregen een autonome staat. In 1995 werd Rabin vermoord door een extreemrechtse Israëliër. Het is dus mogelijk dat in ultraconservatieve Israëlische kringen naar de wapens wordt gegrepen als Sharon concessies te pijnlijk worden.
Een terugblik op de vredespogingen uit het recente verleden geeft weinig hoop. Alle Amerikaanse presidenten van de laatste 25 jaar hebben het vergeefs geprobeerd. Israëlische leiders hebben het geprobeerd, maar moesten het met de dood bekopen. Het is dus weinig verwachten, maar hopen op het beste.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten