Bij elke uitspraak van een politicus dient men zich af te vragen of er electorale belangen meespelen. Bij Bush is dat zeker het geval, al zal het Witte Huis dat natuurlijk niet toegeven. De bodem onder zijn populariteit is weggeslagen door de uitzichtloze situatie in Irak, de allesbehalve vlekkeloze reactie op de orkaan Katrina en de alsmaar stijgende brandstofprijzen. Over een jaar staan de verkiezingen voor het Congres voor de deur, en het ziet er momenteel ongunstig uit voor de Republikeinen.
Achterdeur
De 35 pagina’s tellende ‘Nationale strategie voor overwinning in Irak’ moet de kritiek doen verstommen dat president Bush geen Irak-plan heeft. De druk op Bush om de 155.000 Amerikaanse manschappen uit Irak terug te trekken groeit. Maar ‘war president’ Bush heeft zichzelf altijd geprofileerd als een sterke leider die zich niet uit het veld laat slaan of zich laat leiden door opiniepeilingen, en volhardt in zijn standpunt dat zijn leger op volle kracht in Irak blijft tot de klus geklaard is. Of in zijn eigen bewoordingen: hij neemt niet genoegen met minder dan de ‘totale overwinning’.
Geen ‘cut and run’ dus, maar intussen broedt het Witte Huis wel op een plan om op hun tenen uit Irak te sluipen via de achterdeur. Minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice zei recentelijk dat ‘Amerikaanse strijdkrachten in deze aantallen niet veel langer moeten blijven’.
Van groot belang daarbij is het verloop van de Iraakse parlementsverkiezingen op 15 december. Als die succesvol zijn en de soennieten meedoen, kan er een begin gemaakt worden met een geleidelijke troepenreductie.
Doofpot
Voor het Witte Huis is het van cruciaal belang dat de Republikeinen hun meerderheid behouden in de Senaat en het Huis van Afgevaardigden, omdat de doofpot over hoe de Verenigde Staten in Irak is beland, opengaat als de Democraten het voor het zeggen krijgen. Dat zal resulteren in onderzoekscommissies, hoorzittingen en dagvaardingen voor leden van de regering.
De Democraten hebben al diverse pogingen ondernomen om boven tafel te krijgen wat de regering heeft uitgespookt met de inlichtingen over de vermeende massavernietigingswapens van Irak. De Republikeinen hebben dat tot dusver gedwarsboomd.
Verstandig
De vraag of een spoedige terugtrekking uit Irak verstandig is, is moeilijk te beantwoorden. Voorstanders, waaronder de Democratische Afgevaardigde en havik John Murtha, menen dat de Amerikaanse aanwezigheid in Irak de wederopbouw eerder in de weg staat dan bevordert.
Het geweld houdt aan vanwege de haat jegens de Amerikaanse troepen. Als ze weg zijn, zal de situatie in Irak normaliseren, is de redenering. Inderdaad, de opstandelingen genereren hun steun uit de woede van het Iraakse volk over de Amerikaanse bezetting, dus die basis valt weg. Bovendien zijn er signalen dat sommige verzetsgroepen de wapens willen inruilen voor de politiek.
Ook voor het gehele Midden-Oosten zou de terugtrekking positieve gevolgen hebben. De Arabische landen zijn weliswaar blij dat Saddam Hussein verdreven is, maar zijn evengoed tegen de Amerikaanse bezetting van Irak. Veel terreuraanslagen in de regio, zoals vorige maand in Jordanië, hangen mogelijk daarmee samen. Daarnaast kunnen de teruggetrokken militairen elders in de wereld ingezet worden voor terreurbestrijding.
Destabilisatie
Tegenstanders waarschuwen dat terugtrekking het land verder zal destabiliseren. De CIA vreest dat de verschillende bevolkingsgroepen elkaar al zo naar het leven staan, dat het mogelijk te laat is om het uiteenvallen van Irak nog te voorkomen. Het Iraakse leger en de politie zijn momenteel niet in staat om de veiligheid te handhaven, door gebrek aan mankracht en niveau.
Bovendien zijn de Iraakse veiligheidsmachten geïnfiltreerd door sjiitische en Koerdische milities, die vergeldingsacties uitvoeren tegen soennieten, door wie ze tijdens Saddams bewind onderdrukt werden. Vorige maand werden 173 overwegend soennitische gevangenen gevonden in een gevangenis van het ministerie van Binnenlandse Zaken, een sjiitisch bolwerk. De gevangenen waren ondervoed en sommigen hadden sporen van martelingen op hun lichaam.
Los daarvan hebben de Amerikanen de morele plicht om het land op te bouwen dat ze 2,5 jaar geleden annexeerden. Oud-minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell noemde dat de ‘Pottery Barn Rule’ (regel van de pottenbakkerij): als je iets breekt, moet je dokken.
Dit artikel verscheen eerder op Planet.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten