vrijdag 13 april 2018

Fred Wesley en Maceo Parker: aan de wieg van de funk

Maceo Parker (Foto: xflickr)

Fred Wesley en Maceo Parker speelden bij James Brown, George Clinton en Prince, werden zo mede-uitvinders van de funk en bepalend voor het geluid van de hiphop. Een gescheiden dubbelgesprek met twee coauteurs van een belangrijk hoofdstuk  van de muziekgeschiedenis.

En dan te bedenken dat James Brown de jonge saxofonist Maceo Parker in 1964 maar op de koop toe nam. “James Brown hoorde mijn jongere broer Melvin drummen en bood hem een baan aan, zodra hij klaar met school zou zijn”, vertelt de inmiddels 75-jarige Parker. “Een jaar later gingen we samen naar James Brown om te kijken of we voor hem konden werken. James nam Melvin aan. Toen hij wilde weggaan, schraapte ik mijn keel en Melvin zei: ‘Mr. Brown, dit is mijn broer, hij speelt saxofoon en hij wil ook een baan.’ James Brown vroeg aan mij: ‘speel je baritonsax?’ Ik had op school wel een beetje met een bariton geklooid. Ik moest mijn lach onderdrukken want ik had die vraag niet verwacht. Dit was mijn antwoord: ‘Euh… ja meneer.’ Toen vroeg James Brown: ‘Héb je een baritonsaxofoon?’ En ik zei weer: ‘Euh… ja meneer.’ Daaruit kon James Brown wel opmaken dat ik er geen had, maar er misschien wel op kon spelen. Hij zei: ‘Weet je wat, als je aan een baritonsax kunt komen, heb je een baan.’ We zijn naar huis gegaan en kochten een baritonsax in de plaatselijke muziekwinkel. De winkelier vroeg: ‘weet je wel wat die dingen kosten? Kun je dat wel betalen?’ ‘We hebben een baan bij James Brown’, antwoordden we. ‘Oh, dat moet dan wel genoeg zijn’, zei hij.”

Fred Wesley. (Foto:The supermat)
Trombonist Fred Wesley (74) kwam op aanbeveling van trompettist Waymon Reed bij de James Brown band. Al snel groeiden Fred, Maceo en Melvin uit tot belangrijke bandleden. Wesley schopte het zelfs tot musical director. Ze speelden op en schreven mee aan James Brown-krakers als Say It Loud (I’m Black And I’m Proud), Papa’s Got A Brand New Bag, Cold Sweat, I Got You (I Feel Good) en Hot Pants. Zodoende stonden ze aan de wieg van de funk.

Van muziektheorie had James Brown geen kaas gegeten.  ,,Maar je hebt geen academische graad nodig om een melodie te kunnen verzinnen”, stelt Maceo. “James had de ideeën”, legt Wesley uit. “Bijvoorbeeld Cold Sweat of Gimme Some More, zulke nummers had ik nooit kunnen verzinnen. Of Pass The Peas en Breakin’Bread, ik weet nog steeds niet wat dat eigenlijk betekent. James Brown had heel aparte ideeën, hij kwam altijd met van die gekke titels of riffs. (Zingt de melodie van Pass The Peas) Ik had niet kunnen bedenken om die riff de hele tijd te herhalen. Maar zo wilde hij het en zo heb ik de blazers en de band gearrangeerd.”



Aan Wesley de  taak om chocola te maken van Browns  ideeën.  “Ik geef James Brown de volledige credits voor de ideeën, maar ik heb alles georganiseerd, de akkoorden geschreven, de ritmes op de juiste plek gezet, zodat het een echt liedje zou worden. Maar James Brown was de initiator.”

Door Browns aansporingen van zijn muzikanten op zijn platen en tijdens liveshows, werden zijn begeleiders ook bekende namen. Maceo: “James Browns muziek ging de hele wereld over, dus toen hij mijn naam begon te noemen als introductie voor de saxsolo’s, ging mijn naam ook de hele wereld over. ‘Come on, Maceo!’ Later gingen mensen James Brown imiteren, zoals Eddie Murphy, en dan kwam Maceo ook voorbij. Mijn naam werd daardoor ook groter en groter. Als dat niet was gebeurd, hadden we waarschijnlijk nu dit interview niet gedaan. We gingen een keer met James Brown naar Afrika. Toen we uit het vliegtuig stapten, stond er een menigte op de landingsbaan die ‘Maceo! Maceo!’ riep. Wat zullen we nou beleven, dacht ik. Terwijl James Brown al weg was in zijn limousine en wij nog wachtten op onze koffers, bleven die mensen ‘Maceo! Maceo!’ roepen.”



Discipline
Brown leidde zijn orkest met militaire discipline. “Je stond onder druk als je in James Browns band zat”, vertelt Wesley. “Hij repeteerde voortdurend. Hij had geen hobby’s en deed niets naast zijn muziek, hij ging niet vissen of joggen ofzo. Het enige dat hij deed was muziek, muziek, optreden, optreden. En dat verwachtte hij ook van zijn mensen. Mensen die andere dingen te doen hadden vonden het moeilijk om voor James Brown te werken. Daarom was er veel verloop. Maar als je er naar schikte kon je zo lang blijven als je wilde.”

Maceo: “We moesten uniformen dragen, onze schoenen moesten altijd gepoetst zijn. Maar hij was bovenal punctueel, je mocht niet te laat komen.”

Voor Browns perfectionisme betaalden zijn muzikanten een prijs Letterlijk. James Brown deelde boetes uit.  “Ik heb wel eens ijs gemorst op een orgelklep, daar gaf hij me een boete voor”, herinnert Maceo zich. “Hij hield twintig of dertig dollar in op je loon. En dan maakte je die fout niet weer.”


Oproerkraaier?
Eind jaren ’60 stapte Maceo op, met een groot deel van de band in zijn kielzog. Naar verluidt was onvrede over geld de reden van de muiterij. Dat werd ook gesuggereerd in de biopic Get On Up (2014), de Maceo portretteert als een grimmige, potige oproerkraaier. Daar herkent Maceo zich niet in. “Niemand heeft contact met mij opgenomen om mijn zienswijze te horen. Ik heb er geen advocaat opgezet, maar zoals ze mij in die film hebben afgeschilderd klopt van geen kanten. Elke keer als ik mijn mond open doe komt er gevloek uit. Zo praat ik helemaal niet.”


Maceo en de band stappen op (scène uit Get On Up)

Van ruzie wil Parker niet weten. “Op een gegeven moment wil je je eigen band. James Brown was als een universiteit, op een gegeven moment ben je afgestudeerd. De anderen zeiden: ‘als jij gaat, dan gaan wij ook.’ Dus we stapten op en richtten Maceo & All The King’s Men op.”

Wesley vertrok ook. “Ik was het wel eens met James oneens, maar dat hield ik meestal voor me. Als je hem openlijk afviel, werd je ontslagen. Ik zei altijd ja en amen, tot ik op een dag antwoordde: ‘hell no!’ Meestal kon ik wel leven met wat hij zei, maar die keer niet. Toen heb ik alles gezegd wat ik op mijn lever had.”



Feest
Van the hardest working man in show business gingen Parker en Wesley naar the hardest partying man in show business: George Clinton. Een andere planeet.

“George Clinton kwam uit de ruimte om de aardbewoners te leren funky te zijn”, zegt Maceo. “Hij was hilarisch. Ik moest er in het begin even aan wennen, maar het beviel me wel omdat het nieuw en anders was. Ik vond het leuk, het was niet zo serieus. Ik werd de musical director en de master of ceremonies voor die groep. Het was een hoop lol. It ain’t nothing but a party. George gaf niet om uniformen, behalve die malle kostuums die hij droeg. Maar zo was hij.”

“Parliament-Funkadelic was als James Brown aan de steroïde”, zegt Wesley. “Ze gebruikten dezelfde licks als James Brown, maar het was elektrischer, harder, funkier zelfs. Mijn taak bij Parliament-Funkadelic was voornamelijk de blazerarrangementen. Af en toe schreef ik een nummer, zoals Peace Fugue. George Clinton was een meester in hoe hij alles samenbracht: de ideeën van bassist Bootsy Collins, toetsenist Bernie Worrell, gitarist Garry Shider, tot geweldige nummers. James en George hadden elk hun eigen manier van werken, maar het werden allemaal nummer 1 hits. Het was een totaal andere omgeving dan James Browns band. George zei: ‘it ain’t nothing but a party, baby!’ En iedereen feestte. Bij George Clinton had je lol, bij James Brown was het altijd zakelijk. Ik vond het gek dat Garry Shider een luier droeg, maar hoe  maf ze zich ook uitdosten, ik hield van ze. Het waren geweldige muzikanten en geweldige mensen.”


Parliament-Funkadelic met Maceo Parker en Fred Wesley live in Houston, 1976

Blauwdruk
Via samples leverden James Brown en George Clinton, en daarmee ook Maceo Parker en Fred Wesley, een blauwdruk voor het geluid van de hiphop. Hun invloed op de hedendaagse popmuziek is niet te overschatten.  Parker en Wesley speelden ook op platen van o.a. raptrio De La Soul mee.

Maceo werkte bovendien samen met een andere grootheid: Prince, die hem eerbiedig ‘the teacher’ noemde. “Prince was een schat. Het is moeilijk om zoiets over een andere man te zeggen, maar dat was hij. Zo aardig. We hebben een grootheid verloren. Ik ben heel trots dat ik met hem het podium heb mogen delen. Misschien nog wel trotser dan dat ik op mijn eigen werk ben. Daar krijg ik een glimlach van op mijn gezicht. Dat kaliber.”

Als The J.B.’s maakten Fred Wesley en Maceo Parker ook samen platen en toerden met saxofonist Peewee Ellis over de wereld. ‘Onze’ Candy Dulfer blies ook regelmatig een partij mee. Maar het is alweer jaren geleden dat Fred en Maceo samenwerkten.

“Fred doet zijn ding, ik doe mijn ding. Dat is alles”, zegt Maceo kortaf. “Fred is geboren als Fred Wesley, ik ben geboren als Maceo Parker. Ergens tussen onze geboortes en nu speelden we samen bij James Brown en op andere plaatsen. We bereikten een punt waar Fred honderd procent voor Fred Wesley ging en ik honderd procent voor Maceo Parker.”

Wesley: “Het publiek wil altijd hetzelfde van Maceo, en hij geeft het hen. Het is net een James Brown show. Maceo geeft van die lange shows, en daar hou ik niet van, ik doe liever een bondig optreden met meer muzikale variatie.  We waren het oneens over de format  en toen zijn Peewee en ik opgestapt. The JB Horns was een fantastische band, maar ik vond de muziek niet zo goed als mijn eigen muziek. Ik denk niet dat we in toekomst weer samen gaan spelen.  We zijn nog goed bevriend, Peewee en Maceo zijn zelfs mijn beste vrienden.”


The JB Horns in 1991.

Dit artikel verscheen eerder in popmagazine Heaven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten