Posts tonen met het label De Nieuwe Pers. Alle posts tonen
Posts tonen met het label De Nieuwe Pers. Alle posts tonen

woensdag 6 juni 2012

Marvin Gaye waaide uit in Oostende

Marvin Gaye en Freddie Cousaert op de zeedijk, 1982. Foto: JJ Soenen/Toerisme Oostende

Wat deed Marvin Gaye begin jaren ’80 in hemelsnaam in Oostende? Met een audiovisuele wandeling in de Vlaamse badplaats treedt de fan in de voetsporen van de soulzanger.

Lees ook:
Marvin Gaye (41) had niets te verliezen toen hij op een kille 14 februari 1981 – Valentijnsdag – de haven van Oostende binnenstoomde op de pont uit Dover. Het enige dat hij bezat waren de kleren die hij droeg, zijn zoontje Bubby aan zijn hand, een zware cocaïneverslaving en een miljoenenschuld aan twee ex-vrouwen en de belastingdienst. Een gevallen ster van begin veertig met zijn carrière in duigen. Marvin had zijn lot in handen gelegd van een Belg die hij nauwelijks kende, maar hem was komen opzoeken in zijn van dealers, hoeren en ander geteisem vergeven flatje in Londen en beloofde zijn leven en carrière weer op de rails te krijgen. In een winderige badplaats aan de andere kant van de Noordzee genaamd Oostende. Heel wat anders dan het snelle showbizzleven dat Marvin gewend was in Los Angeles. Als een Brusselse cameraploeg hem vraagt wat de superster in hemelsnaam te zoeken heeft in Oostende, houdt zijn antwoord niet over qua enthousiasme: 'Ik ben een wees en Oostende is mijn weeshuis.' Om daar typisch religieus aan toe te voegen: 'Maar waarschijnlijk moet ik hier zijn.'
Vaak wandelde Marvin naar het einde van de pier, om zo dicht mogelijk bij zijn vaderland te zijn. Maar volgens de mensen die hem destijds kenden was Marvin wel degelijk gelukkig in de badplaats, waar de verf afbladdert van de sierlijke herenhuizen en de chique appartementencomplexen aan de Albert-I-promenade. Anders had hij het er niet bijna twee jaar uitgehouden. En hij was van plan terug te keren om er te gaan wonen.
Op deze zonovergoten voorjaarsdag, met strandwandelaars, volle terrassen op de zeedijk en kinderen die op skelters tussen de badgasten door zoeven, is dat niet moeilijk voor te stellen.

dinsdag 10 april 2012

Commodore 64


Jack Tramiel, oprichter van Commodore, is zondag overleden. De computerpionier werd 83 jaar.

We schrijven 1986. 'Wanneer krijgen we nou een computer?', vroeg ik, acht lentes jong, aan mijn moeder. 'Dit jaar', antwoordde ze. Je ging in die tijd niet over een nacht ijs voor de aanschaf van een computer. Mijn ouders hadden een stapel brochures van allerhande computers in huis gehaald om zich optimaal te oriënteren op hun Eerste Computer, hun Eerste Stap Naar De Digitale Toekomst Die Voor De Deur Staat. Tussen de folders zat er eentje van de Philips MSX. Ondanks mijn atheïstische opvoeding bad ik dat mijn ouders die níet zouden kopen. Dat was zo'n saai ding met een zwart beeldscherm en groene letters, waarmee je alleen taal- en rekenspelletjes, en vooruit, Galgje, kon spelen. Een vriendje had er een. Zoontje van onderwijzers, dan weet je het wel. Dezelfde computer hadden we ook op school. Vurig hoopte ik dat we die toffe spelcomputer kochten die een ander vriendje had: de Commodore 64. Met Bruce Lee, Pitfall, Pole Position, Pacman. Met bewegende poppetjes in kleur. Maar mijn vader, een fel tegenstander van plat vermaak, vond dat de computer nuttig en educatief moest zijn.

Mijn gebeden werden verhoord en de belofte ingelost. Op oudjaarsdag reden papa, mama en mijn grote broer naar de Maxis in Muiden. Aan het einde van de middag kwamen ze terug met een witte sporttas met daarop een hoekige blauwe C. De Commodore 64 werd eruit getild. Maar het was niet de karakteristieke donkergrijze met zwarte toetsen. Mijn vader had de Commodore 64 Personal Computer aangeschaft, met de zakelijke lichtgrijze tint die de pc's hadden die toen op de markt kwamen. Een nuttige computer. Het verschil met de normale Commodore 64 is me echter altijd ontgaan, of liever gezegd, ik heb nooit de moeite genomen om het uit te zoeken want ik wilde gewoon gamen.



In 1986 nog geen USB-sticks. Nee kinderen, opa werkte toen nog met cassettebandjes op de Commodore 64. Met vriendjes en klasgenoten wisselde je spelletjes uit op bandjes. Moest je eerst het bandje een stukje afspelen om de data in te laden, dan een nieuw bandje erin om de kopie op te nemen. Hele middagen was je bezig. En dan in een schriftje noteren bij welk nummer op de teller het spelletje begon. Om tijd te besparen probeerde ik de bandjes te kopiëren op een dubbel cassettedeck, maar daar kreeg je crappy files van. Hard moesten we lachen als we de spelletjesbandjes op de stereo speelden. 'Krrriieggggprrrriieeeekggggggg', hoorde je dan. Hilarisch vonden we dat. In mijn naïviteit probeerde ik wat er zou gebeuren als je een audiotape op de Commodore 64 afspeelde. Misschien zie je dan wel de noten en de teksten op het beeldscherm! De uitslag van het experiment laat zich raden.