dinsdag 10 april 2012
Commodore 64
Jack Tramiel, oprichter van Commodore, is zondag overleden. De computerpionier werd 83 jaar.
We schrijven 1986. 'Wanneer krijgen we nou een computer?', vroeg ik, acht lentes jong, aan mijn moeder. 'Dit jaar', antwoordde ze. Je ging in die tijd niet over een nacht ijs voor de aanschaf van een computer. Mijn ouders hadden een stapel brochures van allerhande computers in huis gehaald om zich optimaal te oriënteren op hun Eerste Computer, hun Eerste Stap Naar De Digitale Toekomst Die Voor De Deur Staat. Tussen de folders zat er eentje van de Philips MSX. Ondanks mijn atheïstische opvoeding bad ik dat mijn ouders die níet zouden kopen. Dat was zo'n saai ding met een zwart beeldscherm en groene letters, waarmee je alleen taal- en rekenspelletjes, en vooruit, Galgje, kon spelen. Een vriendje had er een. Zoontje van onderwijzers, dan weet je het wel. Dezelfde computer hadden we ook op school. Vurig hoopte ik dat we die toffe spelcomputer kochten die een ander vriendje had: de Commodore 64. Met Bruce Lee, Pitfall, Pole Position, Pacman. Met bewegende poppetjes in kleur. Maar mijn vader, een fel tegenstander van plat vermaak, vond dat de computer nuttig en educatief moest zijn.
Mijn gebeden werden verhoord en de belofte ingelost. Op oudjaarsdag reden papa, mama en mijn grote broer naar de Maxis in Muiden. Aan het einde van de middag kwamen ze terug met een witte sporttas met daarop een hoekige blauwe C. De Commodore 64 werd eruit getild. Maar het was niet de karakteristieke donkergrijze met zwarte toetsen. Mijn vader had de Commodore 64 Personal Computer aangeschaft, met de zakelijke lichtgrijze tint die de pc's hadden die toen op de markt kwamen. Een nuttige computer. Het verschil met de normale Commodore 64 is me echter altijd ontgaan, of liever gezegd, ik heb nooit de moeite genomen om het uit te zoeken want ik wilde gewoon gamen.
In 1986 nog geen USB-sticks. Nee kinderen, opa werkte toen nog met cassettebandjes op de Commodore 64. Met vriendjes en klasgenoten wisselde je spelletjes uit op bandjes. Moest je eerst het bandje een stukje afspelen om de data in te laden, dan een nieuw bandje erin om de kopie op te nemen. Hele middagen was je bezig. En dan in een schriftje noteren bij welk nummer op de teller het spelletje begon. Om tijd te besparen probeerde ik de bandjes te kopiëren op een dubbel cassettedeck, maar daar kreeg je crappy files van. Hard moesten we lachen als we de spelletjesbandjes op de stereo speelden. 'Krrriieggggprrrriieeeekggggggg', hoorde je dan. Hilarisch vonden we dat. In mijn naïviteit probeerde ik wat er zou gebeuren als je een audiotape op de Commodore 64 afspeelde. Misschien zie je dan wel de noten en de teksten op het beeldscherm! De uitslag van het experiment laat zich raden.
De Commodore 64 had een futuristisch vormgegeven driehoekige stroomadapter. Na een uurtje moest je stoppen met computeren want dan werd de adapter te warm en kreeg de computer kuren. Bij een vriendje met een houten vloer moest je voorzichtig lopen als een spelletje inlaadde, want bij de minste trilling sloeg de Commodore 64 vast.
Een klasgenootje had een luxe Commodore 64. Met floppy diskdrive. Daarmee kon je 'doorlaadspellen' doen. Prachtig, maar het enige spel dat is blijven hangen – al zegt dat misschien meer over mij - is het Duitse Party Girls. Wedstrijdjes neuken. Eerste level lag je boven, het tweede level onder. Door de joystick heen en weer te bewegen maakte je de copulerende beweging. En dat zo snel mogelijk. Zo werkte overigens ook het athletiekspel Decathlon, maar dat mocht ik niet spelen van mijn ouders omdat ze bang waren dat de joystick kapot zou gaan.
Mijn favoriete spel op de Commodore 64 was echter Knight Rider. Dan zag het het dashboard van KITT met dat stoere stuur en kreeg je een opdracht van Devon, waarna je naar een stad moest rijden. Nooit zag je een skyline opdoemen, je was er gewoon opeens. Dan kwam je in een gebouw waar je van kamer naar kamer moest lopen zonder gespot te worden door de bewakers. Die bewakers leken visueel en auditief beperkt. Je kon een halve meter achter ze lopen zonder dat ze je zagen. Pas als je recht voor hun neus stond, schoten ze.
Twintig jaar geleden gaf onze Commodore 64 de geest. Mijn broer sloot per ongeluk een stekkertje verkeerd aan, waarna hij stilletjes stierf. Mijn oom zou hem repareren, maar de computer stond jaren te verstoffen op zijn rommelzolder voordat mijn vader hem weer meenam. Ook al is hij nu hopeloos verouderd, ik mis de Commodore 64 nog steeds. Gamen op andere computers heeft me op een of andere manier nooit meer geïnteresseerd. Jack Tramiel bedankt.
Dit artikel verscheen eerder in De Nieuwe Pers.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten