Lima staat op springen. The Upsessions zijn nog maar drie nummers diep in hun optreden, maar al bij de eerste tonen had de band de tent al aan hun voeten met hun aanstekelijke reggae uit ons eigen koude kikkerlandje, gemaakt door mannen in kikkergroene trainingspakken. Dan gaat er een bruine leren tas open en haalt trombonist Giel Mulder een decibelmeter tevoorschijn. "In Madrid haalde het publiek 136 decibel", zegt zanger-gitarist Boudewijn "Boss" van Trigt, en daagt de zaal uit het record te verbreken. En ja hoor, na 133 en 135 decibel vestigt Lowlands een nieuw record: 138.
Een uur na de show kijkt de band backstage dik tevreden terug op hun Lowlands-gig.
Leuke show! Ik heb zelden zo snel een zaal in een feestje zien veranderen.
Giel: “Nou, wij wel. Dit gebeurt wel vaker, maar het is nog nooit bij Lowlands gebeurd. Eén grote adrenalinekick waar ik nog drie maanden op ga zweven.
Als jongen van zestien, zeventien wilde ik als ik later groot zou zijn bandjes kijken op Lowlands. En toen ik eenmaal op Lowlands was, dacht ik: als ik later groot ben, hoop ik dat ik hier met mijn bandje mag staan. En dat gebeurt dan en dat is superkicken!”
Is dit de grootste gig die jullie hebben gespeeld?
Giel: “In Nederland is dit wel de grootste.
In het buitenland spelen we doorgaans niet op festivals als dit. In landen als Duitsland en Frankrijk, en andere landen daar omheen, heb je een heel grote ska- en reggaescene. Daar kunnen ze zo’n feest als dit houden. Misschien iets kleiner, maar wel meerdere tenten met alleen maar ska- en reggaefans vullen. En dat ook nog eens heel vaak. Daar spelen wij heel veel. Dus we zijn wel gewend om voor duizend mensen te spelen, maar niet op zo’n allround en gemêleerd festival als Lowlands."
Is dit ook jullie doorbraak in Nederland?
Boss: “Zo zie ik het niet. Dit was gewoon een heel leuke show. Ik heb niet zoiets van dat er veel van af hangt. Het was een leuke show en verder zien we wel weer.”
Giel: “We hebben een lp uit bij Excelsior en we hebben een nieuw boekingsbureau. Er is interesse van de pers. Dat is nieuw en dat is ook tegelijk met Lowlands. Waarschijnlijk hangt dat allemaal met elkaar samen, het versterkt elkaar. We zitten nu in een positieve vibe waar we heel erg van genieten. Maar als het hier eindigt, heb ik ook heel erg genoten en gelachen."
Hoe kan het dat jullie in het buitenland wel populair zijn, maar dat we jullie in Nederland amper kennen?
Boss: “Het zal wel door de scene komen. Toen wij onze eerste plaat uit hadden, zijn we meteen naar Duitsland gegaan, want daar gebeurde het. Daar kun je bij wijze van spreken elke week spelen, want voor elke nieuwe reggaeband is er veel aandacht. In Nederland wordt het niet zo opgepikt, het is niet echt een reggaeland, er is niet echt een reggaescene.”
Waarom heeft Duitsland wel een reggaescene en Nederland niet?
Boss: “Het is een groot land, met meerdere grote steden.”
Giel: “Ik heb ook het idee dat in Duitsland de bandjescultuur veel meer leeft dan hier in Nederland. Er is minder dance en meer bandjes. Mensen gaan daar sneller naar een bandje dan naar de film en hier in Nederland is het andersom. Dus alle bandjes hebben daar meer mogelijkheden. Alles is daar veel beter. Het Duitse gras is erg groen.”
In Spanje zijn jullie ook populair. Is dat hetzelfde verhaal?
Boss: “Ja. We hebben daar een keer op een enorm festival gespeeld. We wisten niet dat iemand ons daar kende. De band vóór ons was een lokale band. Het was in een grote hal, en bij die band stond helemaal niemand. We dachten nog: zijn we hiervoor helemaal naar Spanje gevlogen? En op het moment dat we het podium op kwamen, ging iedereen naar binnen – ze stonden blijkbaar allemaal buiten te roken en biertjes te drinken want het was mooi weer. De hele eerste rij zong alle liedjes mee. We hadden zoiets van: hoe kán dit in godsnaam?! Blijkbaar was onze lp daar toch wel aangekomen.”
Jullie zeiden in een interview dat de interesse voor ska in Nederland in golfbewegingen gaat. Waar komt dat door?
Boss: “Weet ik niet. Maar je hebt in Nederland een aantal enorme golfbewegingen gehad dat elk jongerencentrum waar een skaband optrad, helemaal vol zat.”
Giel: “In de jaren ’90 had je bands als Hepcat, The Slackers en Rancid, die uit Amerika kwamen en nieuw en hip waren. Toen was ineens iedereen into ska.”
Dus er moet een keer een grote band komen die ska weer op de kaart zet.
Giel: “Laten wij het dit keer zijn.”
De decibelmeter van The Upsessions.
Beat You Reggae, het album dat Excelsior in Nederland heeft uitgebracht, is een heruitgave van een ouder album.
Giel: “Die hadden we uitgebracht op een Duits label, Grover Records, dat alleen maar skabandjes doet. Die kon ons toen het meeste bieden. We wilden toen eigenlijk al graag wat meer in Nederland gaan doen, dat is wat makkelijker, we wonen tenslotte in Nederland. Maar in Nederland hapte niemand toe en in Duitsland wel. En uiteindelijk kwam Excelsior langs omdat ze het te gek vonden en in Nederland toch wel mogelijkheden zagen. En sindsdien neemt het een onwijze vlucht.”
Gaat Excelsior ook nieuwe dingen van jullie uitbrengen?
Giel: “We beginnen binnenkort met de opnames van een nieuwe plaat. De wederzijdse bedoeling is dat die plaat op Excelsior uitkomt.”
Waar hebben jullie die mooie trainingspakken vandaan?
Boss: “We waren op zoek naar een outfit voor op het podium dat opvallend was.”
Giel: “Dat is geslaagd!”
Boss: “En iets dat niet mooi en schoon gehouden moet worden.”
Giel: “Ik kan je vertellen, die is ook binnen. Ja hij stinkt.”
Boss: “Je kan hem gewoon in je tas gooien, je hoeft hem niet te strijken. Af en toe gooi je hem in de was, en dan is ‘ie gewoon weer goed.”
Giel: “En eventuele schimmel heeft precies die kleur.”
Boss: “Eigenlijk blijven ze best mooi na een aantal jaar. En ze waren dertig euro per stuk.”
Giel: “Het plaatje is mooi toch? Het is spuuglelijk, maar daarom juist mooi! Dingen kunnen vaak mooi en cool zijn, juist omdat ze lelijk zijn.”
Dit artikel verscheen eerder op DePers.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten