zaterdag 8 december 2012

Sunken Condos: platgetreden paden




Voor een diehard Dan-fan als ik was het comebackalbum Two Against Nature uit 2000 een grote gebeurtenis. En het eerste studioalbum van Steely Dan in twintig jaar stelde niet teleur. Walter Becker en Donald Fagen gingen verder waar ze met Gaucho (1980) waren gebleven.

Maar laten we eerlijk zijn: hoe vaak draai je Two Against Nature, Everything Must Go (2003) of Donald Fagens soloalbum Morph The Cat (2006) ten opzichte van klassieke albums als Countdown to Ecstasy, The Royal Scam of Aja? Hoe vaak borrelt er spontaan een nummer van Steely Dans post-2000 platen in je hoofd op in vergelijking met een Babylon Sister of een Black Cow? Hoewel van prima kwaliteit, is het nieuwe Steely Dan werk weinig memorabel. Het zijn in feite stijloefeningen die klinken als Steely Dan, maar de inhoud ontbreekt.

Dat is ook het euvel van Sunken Condos. Het album heeft een typisch Fagen-geluid, maar het is meer sound dan song. Machinale ritmes met jazzy pianoaccenten, gelikte dameskoortjes, obligate solo’s, voorspelbare wendingen en Fagens vermoeide  (en soms valse) vocalen zorgen dat het album voortkabbelt en maar niet wil overtuigen of beklijven. Fagen en producer Michael Leonhart kozen voor een minimalere productie, maar dat geeft eerder een magere, onaffe en ongeïnspireerde indruk dan dat het getuigt van uitgekiende precisie. Het waren juist de subtiele details en sterke songs die The Nightfly (1982) – en het onderschatte Kamakiriad (1993) evengoed – zo rijk maakten. Weather in my Head, met een prachtige, gevoelige gitaarsolo van Jon Herington, en Planet D’Rhonda steken boven de rest uit, maar redden Sunken Condos als geheel niet van de middelmaat.

Steely Dan is een acquired taste. De band is vaak verweten muzak te maken, maar er lag altijd een addertje onder het gras. Tot in de puntjes verzorgde, vernuftige composities, ijzersterke songs en cryptische, ironische teksten gaven de muziek een ruw randje. Donald Fagen maakt het op Sunken Condos moeilijk om te verdedigen waarom het geen liftmuziek is. Openingsnummer Slinky Thing zou niet detoneren in een hotelbar en de uptempo Isaac Hayes-cover Out of the Ghetto komt te veel uit een doosje om echt funky te zijn.

Misschien heeft Fagen een producer nodig die hem uitdaagt en hem uit zijn comfort zone haalt. Donald Fagen begeeft zich op platgetreden paden in zijn achtertuin, en deze keer glijdt er geen adder over zijn keurig gemaaide gazon.



Dit artikel verscheen eerder in popmagazine Heaven.

2 opmerkingen:

  1. Ik ben een groot Fagen/Steely Dan fan. Vind dit een soort Nightly deel 2. Alleen de drums en productie hier en daar klinkt wat te strak. Mag wel rauwer inderdaad. Het venijn zit wel altijd in de teksten. Net als bij de Dan. Ik vermoed een grote angst voor fouten. Tja... wat is een fout? :)

    Heb je Eminent Hipsters al gelezen? Aanrader!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. The Dan is een van mijn all time favorite bands. Ik heb ze ontelbaar vaak verdedigd waarom het geen muzak was. Maar wbt Sunken Condos moet ik de criticasters gelijk geven. Vooral Out of the Ghetto luister ik me plaatsvervangende schaamte.

    Maar de meningen zijn verdeeld. Heaven drukte bovenstaande recensie af naast een stuk van een andere medewerker die het een geweldig album vond; en precies om de redenen die ik er slecht aan vond. ;-)

    Misschien is het zo'n love it or hate it plaat. Die dus eigenlijk (daarom) geniaal is. :-)

    Ik moet dat boek van Fagen idd nog lezen. Heb wel Reelin' in the Years in de kast staan. http://www.amazon.com/Steely-Dan-Reelin-The-Years/dp/1846098815

    BeantwoordenVerwijderen