vrijdag 10 oktober 2025

Gary Bartz: ‘Jazz is een scheldwoord’

Gary Bartz
 

Jazzveteraan -excusez le mot- Gary Bartz speelde met grootheden als Miles Davis, Art Blakey en Charles Mingus. De saxofonist is nog steeds niet kapot te krijgen en vierde onlangs zijn 85ste verjaardag met een nieuw album. In november komt hij voor twee optredens naar Nederland.

Om met de deur in huis te vallen: Gary Bartz heeft een broertje dood aan jazz. Niet aan de muziek natuurlijk, maar aan het woord. “Jazz is van oorsprong een scheldwoord. Deze grootse muziek verdient het niet om een scheldwoord als naam te hebben”, legt de eigenzinnige muzikant uit, via een videoverbinding vanuit zijn huiskamer in Emeryville bij Oakland, Californië. Met zijn lange krulhaar in een paardenstaart op zijn rug en een donker shirt, kleedt de muzikant zich thuis eenvoudiger dan de picobello pakken die hij op het podium draagt. “Jazz betekende zoveel als ‘pussy’, neuken. Het werd populair in de sekshuizen van New Orleans, dus jazz was bordeelmuziek. ‘Ik ga naar de jazzclub voor jazz’, hield dus in dat je naar de hoeren ging. Het is een negatief woord dat ik niet accepteer, nooit. Het is net zoiets als het woord ‘nigger’. Max Roach ging zelfs met je op de vuist. Ik noem het gewoon muziek.”

Vraag aan professor Bartz dus nooit of hij je wil leren hoe je jazz speelt, als je student bent aan het Oberlin College & Conservatory in Ohio, een van de oudste gemengde universiteiten in de VS met een lange historie van activisme. “Dan zeg ik: ik weet niet wat jazz is, maar ik kan je wel saxofoon leren spelen, en hoe je muziek en solo’s componeert en akkoorden speelt. Jazz is een woord en ik speel geen woorden, ik speel muziek.”

Oerkracht

Voor Bartz is muziek veel meer dan dat. Het is een oerkracht. “Muziek is het geschenk van de natuur aan het universum, als een religie”, zegt hij filosofisch. “Een mens kan geen religie maken. Het moet uit de natuur komen. Maar we missen de enige religie die ons is gegeven, omdat mensen overal geld aan willen verdienen. Maar hoe kun je geld verdienen aan geluiden? Geluiden komen uit de natuur. Niemand bezit een geluid.”

 “Er zijn verhalen, en ik geloof ze, waarin muziek wordt gebruikt om zware voorwerpen op te tillen”, vervolgt Bartz. “Ik heb pas ontdekt dat het molecuul van geluid het enige molecuul is dat opstijgt. Alle andere moleculen dalen. De Soefi geloven dat een noot de oerknal veroorzaakte. Ella Fitzgerald kon glas laten barsten als ze een bepaalde noot zong. Alles en iedereen is geluid, we zijn allemaal muziek.”

"Ik ben nu 85, Charlie Parker werd slechts 34 jaar, en ik leer nog steeds van hem"

Toen kleuter Gary de baanbrekende saxofonist Charlie Parker hoorde spelen, zag hij zijn toekomst. Tot op de dag van vandaag is Bird een inspiratiebron. “Ik ben nu 85, hij werd slechts 34 jaar, en ik leer nog steeds van hem.” 

Als beginnende saxofonist legde de tiener Gary zijn oor te luisteren bij de grootheden die de levendige clubscene in zijn geboortestad Baltimore aandeden. “Het was een van de meest muzikale steden aan de oostkust”, vertelt Bartz, wiens vader er een jazzclub bestierde. “Het was een halte in het tourcircuit. Er was een rassenscheiding en er waren veel clubs waar iedereen kwam optreden: Miles Davis, Sonny Stitt, Max Roach. Ik heb ze daar leren kennen. In mijn schooltijd heb ik iedereen gezien, Fats Domino, Little Richard, Sam Cooke en Marvin Gaye, toen hij nog een achtergrondzanger was bij Harvey & The Moonglows.”

De getalenteerde jonge trompettist Lee Morgan, bekend van de hit The Sidewinder uit 1964, gaf Bartz het zelfvertrouwen om professioneel muzikant te worden. “De eerste keer dat ik Lee zag spelen was ik 15 jaar en hij was 17. Hij speelde bij Dizzy Gillespie. Mijn ouders namen ons altijd mee op vakantie in New York. Mijn hele familie hield van muziek, dus we moesten altijd naar Birdland, een klein paradijsje. We zagen Dizzy en zijn bigband, met een jonge knaap op de trompet. Tot die tijd was het alleen een droom, maar toen wist ik het zeker: we hebben dezelfde leeftijd, ik kan dit ook. Lee gaf me die stimulans. Later speelden we samen bij Art Blakey & The Jazz Messengers, we werden maatjes.”


Gary Bartz in de band van Miles Davis op het Isle of Wight Festival in 1970.

In zijn zeven decennia omspannende carrière werkte Bartz samen met vele giganten als Art Blakey, Charles Mingus, Max Roach en McCoy Tyner. Bartz maakte begin jaren 70 deel uit van de band van Miles Davis, toen de vernieuwende trompettist experimenteerde met een fusion van jazz en rock (zie kader). In 1970 speelde Bartz met Davis op het historische Isle of Wight festival en een jaar later op het Newport Jazz Festival in De Doelen in Rotterdam (de voorloper van North Sea Jazz). Het affiche hangt nog steeds in zijn huiskamer.

“Miles kon luisteren. Als hij me iets heeft geleerd, is dat het. De reden waarom hij muziek steeds veranderde, is omdat hij zo goed luisterde dat hij de toekomst kon horen. Voor een muzikant is je gehoor als een vingerafdruk. Als je begrijpt hoe je moet luisteren, kun je dingen horen die niemand anders hoort.”

"Ik hoor weinig oorspronkelijke geluiden, omdat jonge muzikanten niet weten hoe ze moeten luisteren"

Dat is ook Bartz’ advies aan jonge muzikanten. “Het probleem tegenwoordig is dat er geen bands en plekken meer zijn waarin jonge muzikanten dat kunnen leren. Het beste wat ze kunnen is samenbundelen wat anderen al hebben gespeeld. Ik hoor weinig oorspronkelijke geluiden, omdat ze niet weten hoe ze moeten luisteren. De enige manier om dat te leren is door in een band te spelen die maanden achtereen elke avond drie, vier keer optreedt, zodat de muziek kan groeien. Het duurt twee jaar voordat een band echt goed wordt en kan vernieuwen. Elke innovatieve band, zoals Charlie Parker, Dizzy Gillespie, Duke Ellington, Fletcher Henderson, Ornette Coleman, bleef twee jaar of langer bij elkaar. Dát zijn de universiteiten voor onze muziek.”

Als voorbeeld noemt Bartz de Jazz Workshop van de illustere contrabassist/componist/orkestleider Charles Mingus, waar de saxofonist begin jaren 60 zijn carrière begon. “Mingus kon geen studio betalen voor zijn bigband, dus hij nodigde iedereen in New York uit om mee te spelen in de Village Vanguard. Alle muziek zat in zijn hoofd. Hij neuriede iets, dat werkten wij verder uit. Dan speelden we een paar maten, Mingus voegde vervolgens weer iets toe. Het publiek betaalde om ons te zien repeteren, maar had niks door. Mingus verdiende geld met repeteren. Slim toch?” De sessies resulteerden in het monumentale The Black Saint and the Sinner Lady (1963).

Het conservatorium is volgens Bartz, die zelf studeerde aan het prestigieuze Juilliard, niet de plek om - laten we het gemakshalve toch maar jazz noemen - te leren spelen. De muziek is te academisch geworden. “Er is een cultuurclash. Onze muziek botst met Europese klassieke muziek. Het zijn twee verschillende manieren van werken. Ik zie veel jonge muzikanten op het podium van papier spelen, alsof ze klassieke musici zijn. Dat zag je John Coltrane of Miles Davis echt niet doen. Ik wil ook niet in het theater de toneelspelers het script zien voorlezen. Het is alsof ze niet kunnen acteren. Als een muzikant van papier speelt, is hij er maar half met zijn hoofd bij, terwijl je je hele brein nodig hebt om ter plekke solo’s te kunnen componeren. Als ik soleer zijn mijn oren als een satellietschotel, ze pikken alles op omdat ik zo goed luister. Ik hoor zelfs dingen backstage vallen omdat mijn oren wijd openstaan. Je wil niet dat een hersenhelft bezig is te analyseren welke noot je speelt.”

Black Pride

Met zijn formatie NTU Troop speelde Bartz in de jaren 70 een avontuurlijke en geëngageerde mix van spiritual jazz, soul, funk en Afrikaanse invloeden, met een boodschap van Black Pride. In zijn jonge jaren overwoog hij zich aan te sluiten bij de militante Black Panthers. “Ik ben geboren in een land waar ik me nooit veilig heb gevoeld, en dat is een schande. We hebben veel littekens die moeten genezen, maar we laten ze groeien als een kankergezwel. In de jaren 60 vond ik dat de wereld niet nog een muzikant nodig had, maar iemand die de strijd aanbond met de machten die mensen probeerden te controleren. Maar ik zag hoe Max Roach en Charles Mingus ook hun muziek voor politieke doelen gebruikten. Dat ging al terug tot de spirituals uit de slavernij. We gebruikten muziek om boodschappen over te brengen. Muziek kan verandering teweeg brengen. Dat zie je elke zondag in de kerk.”

Later in de jaren 70 schoof Bartz op richting R&B en werd zijn werk commerciëler van toon. “Het is altijd moeilijk om rond te komen [als jazzmuzikant]. Natuurlijk wil ik zo veel mogelijk platen verkopen. Maar ik zal nooit mijn muziek degraderen. Ik zag ooit een interview met Marlon Brando in de talkshow van Johnny Carson. Carson vroeg aan Brando waarom zo’n grote acteur in een populaire kinderfilm als Superman speelde. Brando antwoordde dat elk project een reden heeft. Hij zei: ‘Ik verdiende met Superman drie miljoen dollar voor twee dagen werk. Daarvan kan ik twee miljoen gebruiken voor projecten die ik echt wil doen.’”

Dankzij de NTU Troop platen, die een bron voor samples in de hiphop waren, en zijn samenwerking met Adrian Younge en Ali Shaheed Muhammad op het Jazz is Dead project, alsmede met het Britse spiritual jazz ensemble Maisha (beide uit 2020), geniet Bartz een zekere hippe status bij jongere generaties.  

“Het jonge publiek is er altijd geweest”, stelt Bartz. “Ik zie het niet als jazz, hiphop of rhythm & blues, maar als muziek. Jay-Z deed ooit met ons mee, hij moet een jaar of 13, 14 zijn geweest. Ik zat toen in een groep met pianist Walter Davis Jr. in Brooklyn. Er was een jonge knul die rapte. Jaren later zeiden vrienden tegen me: dat joch was Jay-Z. In onze gemeenschap is het allemaal een en hetzelfde ding. Jay-Z’s ouders kwamen vroeger naar mijn optredens. De kinderen die later rappers werden, luisterden naar ons toen ze opgroeiden. Rapper Rakim zegt dat hij zijn flow heeft gevormd door te luisteren naar John Coltrane. Ik zie Louis Jordan als een van de eerste rappers. Ik luister ook naar rapmuziek. Ik noem het liever spoken word. Ik zie ze als dichters, omdat ze mooie dingen schrijven. Ik luister naar dichters, muzikale dichters.”

Helende stukken

Op zijn 85ste verjaardag, op 26 september, bracht Bartz in eigen beheer het album Damage Control uit. Het sluit aan op zijn R&B-geöriënteerde werk uit eind jaren 70, met smaakvolle, zijdezachte interpretaties van soulnummers uit die tijd. Op de originele versies van In Search of my Heart van McCoy Tyner en You Are My Starship van Norman Connors, beide met zangeres Phyllis Hyman, speelde Bartz overigens ook mee.

“Het zijn helende stukken. Ze helen mij. Ze geven me een goed gevoel als ik ze thuis speel. Daarom heet het Damage Control, omdat het mij kalmeert als ik me slecht voel”, vertelt Bartz over het album, waaraan ook o.a. Kamasi Washington en Nile Rodgers meewerkten. “Ik hou veel van John Coltrane's Ballads album, dit is mijn ballads album. Sommige nummers zullen je bekend voorkomen, maar ik geef er mijn eigen draai aan. Het zijn stukken van McCoy Tyner, Patti LaBelle, Anita Baker, James Ingram, Quincy Jones. Ik spreek liever niet van improvisaties. Improvisatie betekent dat je zomaar wat bedenkt. Wij bedenken niks zomaar. Ik heb 60 jaar gestudeerd om te weten hoe ik dit proces moet doen.”

Damage Control is het eerste deel van de trilogie Eternal Tenure of Sound. Deel 2 is gepland voor begin 2026. “Perrin Moss, drummer van Hiatus Kaiyote, is de producer. Ik hou van hun sound. We geven de oude NTU-songs een nieuw likje verf, we knappen ze op voor de moderne tijd. Maar ook nieuwe stukken.” 

Op zijn 85ste verkeert Gary Bartz nog in blakende gezondheid. Hij ziet er twintig jaar jonger uit. Wat is zijn geheim? “Geheimen moet je niet verklappen”, riposteert hij schalks. “Ik probeer in vorm te blijven. Ik let op mijn dieet, ik ben vegetariër. Ik drink geen alcohol meer, gebruik geen drugs. Ik wil zuiver zijn. Als je zuiver bent, speel je ook zuiver.”


Selectieve discografie

Gary Bartz: Another Earth (1969)

Een ufo-waarneming boven New York inspireerde Gary Bartz tot dit avontuurlijke album, waarop zwaargewichten meespelen als tenorsaxofonist Pharoah Sanders, trompettist Charles Tolliver, pianist Stanley Cowell, contrabassist Reggie Workman en drummer Freddie Waits. In het kader van de vijftigste verjaardag speelde Bartz in 2019 het album integraal op North Sea Jazz, samen met Tolliver en saxofonist Ravi Coltrane (de zoon van). 


Miles Davis: Live-Evil (1971)

Bitches Brew (1970) was de big bang van de jazz-rock fusion, maar Miles Davis vond zijn draai in de rock pas echt op Live-Evil (1971), een live-album dat werd samengesteld uit optredens in The Cellar Door. De integrale concertreeks werd in 2005 uitgebracht op de boxset The Cellar Door Sessions 1970. Gary Bartz speelt alt- en sopraansax. 


Gary Bartz NTU Troop: I’ve Known Rivers and Other Bodies (1973)

Dit begeesterde live-optreden op het jazzfestival in Montreux is Bartz’ finest hour. Als een van de weinige saxofonisten weet hij in zijn uitgesponnen solo’s de diepe spiritualiteit van de heilige John Coltrane dicht te benaderen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten