Alsof Leo Blokhuis zojuist de Holocaust had ontkend, zo werd er maandagavond aan tafel bij De Wereld Draait Door gereageerd toen hij stelde dat Whitney Houston de nodige draken op haar naam heeft staan. De onderkaak van Trijntje Oosterhuis klapte van verbazing en ontsteltenis op het tafelblad. Hoe durfde hij?
Terwijl Blokhuis slechts herhaalde wat muziekcritici en -liefhebbers Whitney Houston al vanaf het begin hebben nagedragen: haar muziek was glad en inhoudsloos.
Leo Blokhuis, Trijntje Oosterhuis, Waylon en Tania Kross in DWDD
Tierelantijntjes
Het staat buiten kijf dat Whitney over een fenomenale techniek beschikte. Die tierelantijntjes zette ze ook voortdurend in. Dat maakte haar muziek kitscherig en opgepompt. Vergelijk het met iemand die zijn lichaam volhangt met blingbling: ja het zijn sieraden, maar goede smaak is anders. Minder is meer, overdaad schaadt.
Houstons zang was perfect, maar daarom ook kunstmatig, decent, tuttig en leeg. Het is juist de imperfectie, het ruwe randje dat muziek interessant maakt. Zoals het restaurant met de vieste keuken vaak het lekkerste eten serveert. Uit Whitneys keuken kwam gebakken lucht.
Veel nummers van Whitney Houston waren mierzoete tranentrekkers. Ze asfalteerde de emoties in je lijf door juiste knoppen in te drukken als een soort muzikale demagoog. En dan hebben we het nog niet over de typische plastic jaren '80-productie van haar platen.
Belten
Whitneys nalatenschap is gigantisch. Misschien is ze wel de invloedrijkste zangeres ooit, met miljoenen erfgenamen, van Mariah Carey tot Glennis Grace en The Voice of Holland.
Sinds Whitney Houston denkt bijna elke zangeres dat ze pas echt kan zingen als ze alle registers opentrekt als een vocale acrobaat. Flink blèren en belten. Alsof ze de kritiek omver willen blazen.
Over the top
Maar het is over the top. Een echt goede zangeres kan juist heel stil zingen. Mooi fluisteren is pas knap. Billie Holiday bijvoorbeeld. Ze kraakt en krast en raakt je hart. Subtiliteit is ook een groot goed dat vaak wordt vergeten. Nota bene Trijntje Oosterhuis zou beter moeten weten als Burt Bacharach-adept, de meester van het kleine liedje. Blokhuis haalde in DWDD de originele versie aan van I Will Always Love You. Dolly Parton zong het puur en met écht gevoel. Dat gaat door merg en been, terwijl Whitney Houstons cover zoetsappig en overdadig is.
Dolly Partons versie van I Will Always Love You
Whitneys versie
Soulvernis
Terwijl de muziek van Whitney Houston meer pop dan soul was, heeft ze ironisch genoeg wel het nieuwe geluid van de soul bepaald. Soul werd R&B, of eigenlijk arrenbie: aalgladde, oppervlakkige en patserige wegwerpmuziek. Met de bekende vocale krulletjes en strikjes. Dat is eigenlijk geen soul, maar soulvernis. Als kerstsneeuw uit een spuitbus. Zet eens Roberta Flack op. Die franjeloze intensiteit is heel wat anders dan de protserige, opgeprikte Beyoncé of hipster Erykah Badu.
Natuurlijk was Whitney Houston een grootheid. Natuurlijk is haar dood tragisch. Natuurlijk verdient ze respect. Maar wel een beetje evenwichtig graag.
Dit artikel verscheen eerder op DePers.nl.
dinsdag 14 februari 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten