zondag 21 augustus 2016

De La Soul: ‘Hiphop is geen kindermuziek’

Dave, Mase en Pos van De La Soul Foto: Matti Hillig

De La Soul is na bijna dertig jaar uitgegroeid tot een instituut van alternatieve, avontuurlijke hiphop. Een nieuwe revolutie hoef je niet meer te verwachten van Dave, Posdnuos en Maseo, maar hun nieuwe, negende album And The Anonymous Nobody bewijst dat het trio nog niet uitgeblust is. “Elke artiest die successen uit het verleden probeert te herhalen, faalt.”




Wat een cryptische titel: And The Anonymous Nobody. Wat is de betekenis?
Maseo: “De titel slaat op een groep mensen die samenkomt om deel uit te maken van een mooi project, zonder met de eer te willen strijken. Ik bedoel de mensen die geld hebben gedoneerd via de crowdfundingsite Kickstarter. Zij hebben geld betaald en vroegen er niks voor terug, ze wilden alleen dat De La Soul een geweldige plaat zou maken en daar vertrouwen in hadden.”

Jullie hebben zelf de muziek ingespeeld voor het album, en die vervolgens gesampled. Ik kan me voorstellen dat het zelf schrijven van muziek best een uitdaging is als je gewend bent te samplen.
“Het is eigenlijk makkelijker. Als je van een plaat samplet, hoor je misschien de blazers en de drums tegelijk. Nu konden we die van elkaar scheiden.

We hebben samengewerkt met dezelfde muzikanten die we al een jaar of tien gebruiken. Ze komen uit Californië en heten de Rhythm Roots Allstars. We hielden jamsessies en dat leverde 300 uur muziek op. Het was een wisselwerking tussen ons en de band. Soms gebeurde er iets en dat gaf ons weer ideeën waarop we voortborduurden. Maar meestal ontstond het organisch. Van documentaires over The Ohio Players en Parliament-Funkadelic hebben we geleerd dat de beste muziek vaak in een mum van tijd ontstaat, terwijl ze al uren aan het jammen waren.”



vrijdag 12 augustus 2016

Antônio Carlos Jobim: elke noot een juweel



Wie naar Brazilië gaat, komt niet om Antônio Carlos Jobim heen. Zo landt je in Rio de Janeiro op het vliegveld dat zijn naam draagt. Reizend door de jadegroene heuvels met daarboven de azuurblauwe lucht met kandijwitte wolkenpartijen, beginnen zijn fluwelen melodieën automatisch in je hoofd te klinken. En als je eenmaal weer thuis in Nederland naar zijn muziek luistert, verschijnen de spectaculaire vergezichten, de weelderige natuur en bontgekleurde vogels op je netvlies.

Lees ook:

Antônio Carlos Brasileiro de Almeida Jobim, in zijn vaderland liefkozend Tom genoemd, werd op 25 januari 1927 geboren in Rio de Janeiro. Als jonge tiener al streefde hij, aangemoedigd door zijn stiefvader, een carrière als muzikant na. Zijn invloeden waren de impressionistische componisten Claude Debussy en Maurice Ravel naast de west coast jazz van Art Pepper en Chet Baker. Medio jaren vijftig ontketende de componist, arrangeur, pianist en zanger samen met gitarist João Gilberto een muzikale revolutie met een nieuwe vorm van samba, die niet temperamentvol en uitbundig was, maar juist ingetogen en intiem: de bossa nova. Zwoel als een zomerbries zette deze lichtvoetige muziek Brazilië mondiaal op de kaart om vooral in de Verenigde Staten weerklank te vinden. Zo nam jazzsaxofonist Stan Getz in 1963 met Jobim en Gilberto de onsterfelijke wereldhit The Girl From Ipanema op. Ook een superster als Frank Sinatra liet Jobim invliegen om een album met hem te maken.

De verfijnde muziek van Jobim mag op menigeen overkomen als muzak, wie zijn oren spitst ontdekt een rijkdom aan kleuren, geuren en smaken. Eenvoudige melodieën op bedwelmende, subtiele ritmes leveren dramatische effecten op. Jobim smolt jazz en klassiek als vanzelfsprekend samen. Het beluisteren van een meesterwerk als Stone Flower uit 1970 is net zo’n genotvolle ervaring als het drinken van een glas gerijpte wijn of het roken van een goede sigaar.

Jobim zou begin volgend jaar negentig kaarsjes hebben uitgeblazen, ware hij niet op 8 december 1994 overleden aan een hartstilstand na een operatie om een kwaadaardige tumor in zijn blaas te verwijderen. Ruim twintig jaar na zijn dood behoren liedjes als Águas De Março, Agua De Beber en Desafinado nog altijd tot het standaardrepertoire van Braziliaanse artiesten en jazzmuzikanten over de hele wereld. Heaven sprak met de Braziliaanse popster en Jobim’s voormalige buurman Marcos Valle (72), de Italiaanse acidjazzproducer Nicola Conte (52) en zangeres Lilian Vieira (49) van het Brazilecrotrio Zuco 103 over de genialiteit en de betekenis van Antônio Carlos Jobim.


woensdag 3 augustus 2016

Bob James: verguisd en vereerd

Met Bob James in de North Sea Jazz Club, 9 augustus 2016.

In jazzkringen geniet Bob James een omstreden reputatie, maar in de hiphopwereld geldt hij als een ware held. Een exclusief interview met The Godfather Of Smooth Jazz: “Is de muziek van Mozart soms niet gladjes?”

“Rappers zien me als legende. Soms staan ze versteld dat ik nog leef. In hun optiek stammen mijn platen uit de prehistorie”, weet Bob James, de blanke toetsenist, componist en arrangeur, die door zijn voorkomen van een universitair docent een onwaarschijnlijke hiphop-held is. “Omgekeerd heb ik geen hoge pet op van hiphop. Ik hoor zelden iets dat ik echt goed vind. Ik houd van alles dat creatief en fris is, maar hiphop vind ik doorgaans simplistisch en saai. Ik kan het niet uitstaan als iets zich eindeloos herhaalt zonder ontwikkeling en raffinement.”

Kerstkind Robert McElhiney James (76)  zag in eerste instantie een toekomst als studiomuzikant voor zich. Begin jaren zeventig werkte hij als arrangeur voor CTI, het label van Creed Taylor dat met George Benson, Grover Washington, Jr. en Deodato aan de wieg stond van de souljazz en jazzfunk. “Creed was zo aardig mij een soloplaat te laten maken. Ik greep die gelegenheid aan om allerlei dingen uit te proberen, in de hoop zo meer arrangeerklussen binnen te halen. Het commerciële succes van One,dankzij de cover van Roberta Flacks hit Feel Like Makin' Love, veranderde op slag mijn leven. Ik had echt nooit gerekend op een solocarrière.”



Hiphop
De funky grooves van One uit 1974 en opvolger Two van een jaar later bleken zo’n decennium na dato een uitstekende basis voor rap te vormen. Zo werd Take Me To The Mardi Gras vaste prik op de vroege hiphopfeesten in de Bronx en behoort Nautilus tot de meest gesamplede stukken aller tijden. “Eerlijk gezegd heb ik niet veel aandacht besteed aan het opnemen van Nautilus. We spreken nu van lang voor het cd-tijdperk. De beste stukken zette je aan de buitenkant van de lp, want daar had je beste geluidskwaliteit vanwege de bredere groef. Het laatste nummer op de B-kant was bijgevolg meestal een albumvullertje. Niet dat ik Nautilus een wegwerpnummer vond, hoor, daarvoor was de groove toch te lekker.”

Het eenvoudige, repeterende thema leende zich bij uitstek voor een loop, zodat Nautilus zijn weg vond naar de basiscollectie van talloze rapproducers. “Het is een aanstekelijke groove, ja”, beaamt James. “Ik kwam de studio binnen met niets meer dan dat baslijntje en dat pianomotiefje, de rest hebben we ter plekke geïmproviseerd. Later heb ik er nog een strijkersarrangement bij geschreven. De Oberheim synthesizer in het intro deed Creed denken aan het geluid van een onderzeeër, vandaar de titel Nautilus.”



dinsdag 2 augustus 2016

Rio 2016: Braziliaanse platen die je gehoord moet hebben


De Olympische Spelen staan voor de deur. Onze sporters strijden om goud, zilver en brons. Ter verhoging van de voorpret de Braziliaanse platen die je gehoord moet hebben. Compleet met handige Spotifylijst.

Lees ook:


Gilberto Gil – Expresso 2222

Gilberto Gil was met Caetano Veloso eind jaren zestig leider van de revolutionaire Tropicália-beweging, die de Braziliaanse muziek moderniseerde en politiek commentaar leverde op de militaire dictatuur. De junta zag Caetano en Gil als bedreiging en zette het duo het land uit. Gilberto Gil keerde in 1972 terug uit ballingschap in Londen. De blijdschap weer terug te zijn in zijn vaderland is te horen in de explosie van vreugde op Expresso 2222. De band hanteert een moordend tempo en lijkt elk moment te kunnen ontsporen. Maar de muziek is strak als een microbikini op het strand van Copacabana. Razend knap hoe Gilberto Gil de spontaniteit bewaart in deze complexe ritmische arrangementen. Een hoogtepunt in het toch al hoogstaande oeuvre van deze Braziliaanse superster die al bijna 50 jaar aan de top staat.


Caetano Veloso – Transa

Het is moeilijk kiezen uit de stuk voor stuk fantastische platen die Caetano Veloso in de jaren zeventig maakte. Samen met Gilberto Gil werd Caetano door de Braziliaanse junta uit het land verbannen en het tweetal woonde twee jaar in Londen. Daar nam Veloso Transa (1972) op. Meer dan voor Gil was de tijd in Londen zwaar voor Caetano, en dat is te horen op de albums die hij in de Britse hoofdstad opnam. Heimwee en de politieke uitzichtloosheid in zijn vaderland zijn terugkerende thema’s, al is Transa minder ingetogen en bedrukt dan zijn titelloze voorganger. It’s a Long Way is een ritmisch ingenieus en hypnotisch nummer dat zich diep in je onderbewustzijn vasthecht.


Gal Costa – Gal Costa (Não Identificado)

Een van de beste zangeressen die Brazilië te bieden heeft. Dit titelloze ‘debuut’ (1969) – ze maakte het jaar ervoor een bossanovaplaat met Caetano Veloso – is misschien wel de beste, of in ieder geval best uitgevoerde plaat die de Tropicália-beweging heeft voortgebracht. Gal zingt Tropicália-standards als Não Identificao,  Divino Maravilhoso, Lost in the Paradise, Saudosismo en Baby in prachtige orkestrale en psychedelische arrangementen van Gilberto Gil en Caetano Veloso. Een stijlvol debuut van nog steeds een van de grote Braziliaanse sterren.